"Tennis- of squashracket"
Deze uitvinding heeft betrekking op een tennis- of squashracket bestaande essentieel, zoals gebruikelijk, uit een steel en een kopgedeelte met een besnaring.
De meest gebruikte materialen waaruit een racket is opgebouwd, zijn hout, metaal en momenteel, vooral, composiet materialen. Bij racketten vervaardigd uit bedoelde composiet materialen wordt gebruik gemaakt van hoogwaardige vezels die in een hars zijn ingebed. De meest courante vezels zijn koolstof, glas en aramide.
De eigenschappen van een racket worden vooral bepaald door de vormgeving van het kopgedeelte en door het type gebruikte vezels.
Wanneer het kader is afgewerkt, waarmede wordt bedoeld de steel en het daarmede verbonden kopgedeelte, bepaalt de besnaring van het racket eveneens het eindprodukt. Een aantal boringen worden zijdelings in het kopgedeelte voorzien voor het doorlaten van de snaren. Het aantal boringen laten natuurlijk toe, een bepaald weefpatroon van de snaren aan te brengen. Het aantal snaren, de snaarafstand en uiteraard ook het type snaar bepalen in zeer grote mate de speleigenschappen van het racket.
Verschillende bespanningspatronen werden reeds op de markt gebracht. Deze verschillende bespanningspatronen situeren zich tussen zeer fijne mazen (hoog aantal snaren) en bespanningen met grote mazen (beperkt aantal snaren).
De uitvinding heeft nu tot doel een tennisof squashracket te ontwerpen waarvan het kopgedeelte zodanig is ontworpen dat verschillende bespanningspatronen kunnen ontstaan. De bedoeling is een ideaal aantal snaren en een ideale snaarafstand voor elke type bespanning mogelijk te maken en dus de speleigenschappen van het racket in functie van de verwachtingen van de speler te wijzigen.
Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, zijn, minstens op bepaalde plaatsen van het kopgedeelte, in de langszin van dit kopgedeelte beschouwd, sleufvormige onderbrekingen voorzien waarin een uitwisselbaar inzetstuk past dat minstens één
<EMI ID=1.1>
inzetstuk bepaald wordt door de aard van de gewenste besnaring.
In de meest gebruikelijke, doch niet uitsluitende, uitvoeringsvormen zijn hogerbedoelde sleufvormige onderbrekingen hoofdzakelijk in de gebieden van het kopgedeelte voorzien die zich langs weerszijden van de langsas van het racket bevinden en kunnen ze tegelijkertijd ook voorzien zijn in die gebieden van het kopgedeelte die zich op de grootste afstand van deze langsas van het racket bevinden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding strekken hogerbedoelde sleufvormige onderbrekingen zich over de ganse omtrek van het kopgedeelte van het racket uit.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een tennisof squashracket volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. Figuur 1 is voor een gedeelte, dat zich langs één zijde van de langsas van het racket bevindt, een bovenaanzicht en voor het andere gedeelte, een langsdoorsnede hiervan. Figuur 2 is een gelijkaardig zicht waarbij in het kopgedeelte, dat in doorsnede is weergegeven, de inzetstukken die de doorgang van de snaren moeten verzekeren, zichtbaar zijn. <EMI ID=2.1> volgens figuur 1 met een andere besnaring. Figuur 4 is op een grotere schaal een detail van de uitvinding waarbij een sleufvormige onderbreking en een inzetstuk zichtbaar zijn.
Figuur 5 is een doorsnede volgens de lijn
V-V uit figuur 4.
Figuur 6 is, eveneens op een vergrote schaal, een langsdoorsnede door een inzetstuk voor een bepaald type besnaring. Figuur 7 heeft betrekking op een ander inzetstuk voor een ander type besnaring.
Het racket volgens de uitvinding en door deze verschillende figuren voorgesteld of duidelijk gemaakt, vertoont een kopgedeelte 1 met een aantal doorgangen 2 die van het gebruikelijke type zijn, d.i. dat zij . een cilindrisch profiel vertonen voor de doorgang van een snaar.
Wil men nu zoals, in de eerste plaats, voorgesteld door figuur 2, een besnaring bekomen die plaatselijk verschilt, dan kan men te werk gaan zoals hieronder uiteengezet.
In het jukgedeelte 3 en het diametraal tegenover dit jukgedeelte 3 gelegen gedeelte 4 van het kopgedeelte van het racket, worden, in het materiaal waaruit het kopgedeelte van het racket bestaat, in plaats van cilindrische boringen sleufvormige onderbrekingen voorzien. In het jukgedeelte worden deze sleufvormige onderbrekingen met de verwijzingen 5, 6 en 7 verduidelijkt. In het gedeelte 4 van het kopgedeelte 1 van het racket dragen de overeenstemmende sleufvormige onderbrekingen de verwijzingen 8, 9 en 10.
In figuur 1 zijn deze sleufvormige onderbrekingen waarvan nu sprake, zeer duidelijk zichtbaar.
Het is zeer duidelijk dat deze sleufvormige onderbrekingen op gelijk welke plaats kunnen voorkomen, afhankelijk van het gewenste besnaringspatroon. De door de figuren voorgestelde opstelling is zuiver willekeurig.
Tussen de sleufvormige onderbrekingen 6 en 7, enerzijds, en 9 en 10, anderzijds, komt dan nog een gebruikelijke cilindervormige boring 2 voor.
Door gebruik te maken van een inzetstuk
11 met doorgangen 12, 13 en 14 (in het jukgedeelte) en van een inzetstuk 15 met o.m. doorgangen 16, 17 en 18 (gedeelte 4 van het
<EMI ID=3.1> type besnaring bekomen.
Inderdaad komen de doorgangen 12, 13 en
14, enerzijds, en 16, 17 en 18, anderzijds, zo in de sleufvormige onderbrekingen 5, 6 en 7, enerzijds, en 8, 9 en 10, anderzijds, voor dat de doorgangen niet meer in de hartlijn van deze sleufvormige onderbrekingen voorkomen, maar wel zijdelings hiervan en wel volgens het gewenste besnaringspatroon.
In een door de figuren niet voorgestelde uitvoeringsvorm kan het inzetstuk 15 plaatselijk worden voorzien, terwijl de figuren 2 en 3. duidelijk een doorlopend inzetstuk 15 vertonen.
In het gebied dat zich het verst van de hartlijn Y-Y bevindt, welk gebied kan worden aangeduid met de verwijzing 19, wordt, althans volgens figuur 2, dat een mogelijke uitvoering illustreert, de besnaring gewijzigd door gebruik te maken van sleufvormige onderbrekingen 20, 21, 22, 23 en 24. Uit figuur 2 kan men afleiden dat de doorgangen 25, 26, 27, 28, 29 en 30 telkens een bijzondere positie innemen in de overeenstemmende sleufvormige onderbrekingen, zodat een bijzonder bespanningspatroon ontstaat in samenwerking met de door de doorgangen 12, 13, 14, 16, 17 en 18 gecreëerde besnaring. Indien men, steeds verwijzend naar figuur 2, de snaren 31, 32 en 33 in combinatie beschouwt met de snaren 34 tot 41, dan ziet men hoe een besnaringspatroon ontstaat waarin de zich haaks kruisende snaren telkens vierkanten doen ontstaan.
In de andere gebieden doen de snaren rechthoeken ontstaan, steeds in functie van de keuze van de doorgangen voor de besnaring.
In figuur 3 wordt een ander besnaringspatroon getoond, afhankelijk van de keuze van de doorgangen en hun ligging in de inzetstukken. Door de uitwisselbaarheid van de inzetstukken zijn meerdere besnaringspatronen denkbaar.
<EMI ID=4.1>
zend naar de figuren 2 en 3, dat het inzetstuk 15 doorloopt en praktisch de ganse omtrek van het kopgedeelte van het racket beslaat. De boringen die in het kopgedeelte normaal voorkomen, maar niet voorzien zijn voor de doorgang van snaren, worden bezet met vul-stukken, zodat de besnaring op die plaatsen onmogelijk wordt. Dergelijke vulstukken zonder doorgang vindt men op verschillende plaatsen terug; zij worden met de verwijzing 42 aangeduid. De vulstukken 42 maken dus deel uit van het inzetstuk 15.
Figuren 4 en 5 verduidelijken een sleufvormige onderbreking die bij voorbeeld kan worden beschouwd als zijnde de sleufvormige onderbreking 8 uit figuur 1 met de daarin zijdelings voorkomende doorgang 16.
In figuur 6 wordt een deel van het inzetstuk 15 afgebeeld met twee doorgangen 27 en 28 die men ook duidelijk onderscheidt in figuur 3. De derde doorgang, 29, is eveneens op deze f iguur zichtbaar.
Tenslotte vertoont figuur 7 een ander gedeelte van een inzetstuk 15, waarin twee doorgangen 43 en 44 en een vulstuk 42 voorkomen. Ook deze onderdelen vindt men in figuur 2 terug.
Uit de hierboven gegeven beschrijving blijkt zeer duidelijk hoe met uitwisselbare inzetstukken, die verschillende doorgangen voor de snaren vertonen, men een ganse gamma besnaringspatronen kan bereiken die alle aan verschillende spelvereisten beantwoorden.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven uitvoeringsvorm en dat hieraan vele wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.
"Tennis or squash racket"
This invention relates to a tennis or squash racket consisting essentially, as usual, of a stem and a head portion with a string.
The most used materials that make up a racket are wood, metal and currently, especially, composite materials. Rackets made from the composite materials referred to use high-quality fibers embedded in a resin. The most common fibers are carbon, glass and aramid.
The properties of a racket are mainly determined by the design of the head part and by the type of fibers used.
When the frame is finished, which means the stem and the head portion connected thereto, the stringing of the racket also determines the final product. A number of bores are provided laterally in the head section for the passage of the strings. The number of holes allows to make a specific weaving pattern of the strings. The number of strings, the string distance and of course also the type of string determine the playing characteristics of the racket to a very large extent.
Different stringing patterns have already been marketed. These different stringing patterns lie between very fine meshes (high number of strings) and stringing with large meshes (limited number of strings).
The object of the invention is now to design a tennis or squash racket, the head part of which is designed in such a way that different stringing patterns can arise. The aim is to allow an ideal number of strings and an ideal string spacing for each type of stringing and thus change the playing characteristics of the racket according to the expectations of the player.
In order to make this possible according to the invention, slit-shaped interruptions are provided, at least in certain places of the head part, in the longitudinal direction of this head part, in which an exchangeable insert fits at least one
<EMI ID = 1.1>
insert is determined by the nature of the desired stringing.
In the most common, but not exclusive, embodiments, the aforementioned slotted breaks are provided primarily in the areas of the head portion that are located on either side of the longitudinal axis of the racket and at the same time may also be provided in those areas of the head portion that are located on the distance from this longitudinal axis of the racket.
In a special embodiment of the invention, the aforementioned slot-shaped interruptions extend over the entire circumference of the head part of the racket.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a tennis or squash racket according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures. Figure 1 is a plan view for a portion located along one side of the longitudinal axis of the racket and a longitudinal section thereof for the other portion. Figure 2 is a similar view with the inserts shown in section showing inserts to ensure passage of the strings. <EMI ID = 2.1> according to figure 1 with a different string. Figure 4 is a larger-scale detail of the invention showing a slit break and insert.
Figure 5 is a section along the line
V-V from figure 4.
Figure 6 is, also on an enlarged scale, a longitudinal section through an insert for a particular type of stringing. Figure 7 refers to another insert for a different type of stringing.
The racket according to the invention and represented or made clear by these different figures, has a head portion 1 with a number of passages 2 which are of the usual type, i.e. they. have a cylindrical profile for the passage of a string.
If, as suggested in the first place, represented by figure 2, if one wishes to obtain a stringing which differs locally, one can proceed as explained below.
In the yoke portion 3 and the diametrically opposed portion of the racket head portion 4 of the racket, slotted interruptions are provided in the material making up the head portion of the racket instead of cylindrical bores. In the yoke part, these slot-shaped interruptions are clarified with references 5, 6 and 7. In the section 4 of the head section 1 of the racket, the corresponding slot-shaped interruptions bear the references 8, 9 and 10.
These slot-shaped interruptions, which are now referred to, are very clearly visible in Figure 1.
It is very clear that these slotted interruptions can occur at any place, depending on the desired stringing pattern. The arrangement proposed by the figures is purely arbitrary.
Between the slot-shaped interruptions 6 and 7 on the one hand, and 9 and 10 on the other, a conventional cylindrical bore 2 then arises.
By using an insert
11 with passages 12, 13 and 14 (in the yoke part) and of an insert 15 with, among other things, passages 16, 17 and 18 (part 4 of the
<EMI ID = 3.1> string type obtained.
Indeed, passages 12, 13 and
14, on the one hand, and 16, 17 and 18, on the other hand, so in the slot-like interruptions 5, 6 and 7, on the one hand, and 8, 9 and 10, on the other hand, before the passages no longer occur in the axis of these slot-shaped interruptions, but laterally and according to the desired stringing pattern.
In an embodiment not represented by the figures, the insert 15 can be provided locally, while figures 2 and 3 clearly show a continuous insert 15.
In the region furthest from the center line YY, which region may be indicated by reference 19, at least according to Figure 2, which illustrates a possible embodiment, the stringing is modified by using slotted interruptions 20, 21, 22, 23 and 24. From Figure 2 it can be deduced that the passages 25, 26, 27, 28, 29 and 30 each occupy a special position in the corresponding slot-shaped interruptions, so that a special tension pattern is created in cooperation with the passages 12 passing through the passages 12. , 13, 14, 16, 17 and 18 created strings. Referring to Figure 2, if one considers the strings 31, 32 and 33 in combination with the strings 34 to 41, one sees how a stringing pattern is created in which the strings crossing at right angles each time create squares.
In the other areas the strings create rectangles, always depending on the choice of the passages for the stringing.
In figure 3 a different stringing pattern is shown, depending on the choice of the passages and their location in the inserts. Multiple stringing patterns are conceivable due to the interchangeability of the inserts.
<EMI ID = 4.1>
send to Figures 2 and 3 that the insert 15 continues and covers practically the entire perimeter of the head portion of the racket. The bores that normally occur in the head part, but are not provided for the passage of strings, are filled with filler pieces, so that the stringing in those places becomes impossible. Such fillings without passage can be found in various places; they are designated by reference 42. The fillers 42 thus form part of the insert 15.
Figures 4 and 5 illustrate a slot-shaped break that can be considered, for example, as the slot-shaped break 8 of Figure 1 with the passage 16 occurring laterally therein.
Figure 6 shows part of the insert 15 with two passages 27 and 28, which are also clearly distinguished in figure 3. The third passage, 29, is also visible in this figure.
Finally, figure 7 shows another part of an insert 15, in which two passages 43 and 44 and a filler 42 occur. These parts can also be found in figure 2.
From the above description it is very clear how interchangeable inserts having different passages for the strings can achieve a wide range of stringing patterns, all meeting different playing requirements.
It is clear that the invention is not limited to the above embodiment and many modifications could be made to it without departing from the scope of the patent application.