<Desc/Clms Page number 1>
WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN POREUS ELECTRO-GEVORMD VOORWERP
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, en meer in het bijzonder op een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp dat men gebruikt als een deklaag die dient als een inwendige komponent van een auto, b. v.
volgens een vacuumvormmethode, door een organisch oplosmiddel te bekleden op een electrisch geleidende laag op een patroonmodel, het doen hechten van deeltjes die door het organische oplosmiddel kunnen worden opgelost op de electrisch geleidende laag, het deponeren van een metaallaag op de electrisch geleidende laag in een electrovormmethode, en het daarna wegoplossen van de deeltjes waardoor een electro-gevormd voorwerp wordt verkregen met een gewenst aantal luchtopeningen met gewenste diameter die gemakkelijk op gewenste plaatsen kunnen worden gekozen.
Bedieningspanelen en andere inwendige komponenten van auto's hebben deklagen waarvan de buitenoppervlakken bepaalde ontworpen oppervlakte onregelmatigheden bezitten. De deklagen van deze inwendige autokomponenten hebben gewoonlijk de vorm van folies van een synthetische hars, zoals polyvinylchloride, die zijn gevormd door een vacuumvormmethode onder toepassing van een poreuze electro-gevormde mal met een veelvoud van luchtopeningen. Tot dusver zijn poreuze electro-gevorm- de voorwerpen ten gebruike als mallen in de vacuumvormmethode volgens verschillende methoden vervaardigd.
In een methode wordt een electrisch geleidende laag op het oppervlak van een model dat een gewenst dekpatroon bevat gevormd, waarna een electro-gevormde mantel uit metaal dat door de electrovormmethode op de geleidende laag is gedeponeerd wordt geproduceerd, waarna de electro-gevormde mantel van de geleidende laag wordt geisoleerd en geboord of verwerkt door machinale laserbewerking waarbij een poreus electro-gevormd voorwerp wordt verkregen.
Bij de machinale lasermethode is een nogal kostbare installatie nodig terwijl de methode tevens veel tijd verbruikt bij de vorming van een veelvoud van luchtgaten of openingen. Aldus heeft de machinale lasermethode een slechte productiviteit. De boormethode heeft bezwaren omdat geen luchtopeningen met een diameter kleiner dan de diameter van de boor kunnen worden gevormd, terwijl vele bewerkingstrappen nodig
<Desc/Clms Page number 2>
zijn om een groot aantal luchtopeningen te vormen zoals dat ook geldt voor de machinale laserwerkwijze.
In de Japanse octrooipublikatie nr. 60-152692 wordt een werkwijze beschreven voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp door op het oppervlak van een model een opgesproeide laag aan te brengen bestaande uit een electrisch geleidende beklede film gemengd met een isolerend materiaal, zoals een lakoplossing van vinylchloride, waarna het model in een electrolytische oplossing wordt geelectroliseerd. Volgens deze methode kunnen echter geen luchtopeningen selectief in het electro-gevormde voorwerp op gekozen plaatsen worden vastgelegd. Indien derhalve het electro-gevormde voorwerp een ingewikkelde vorm heeft is het moeilijk in het vacuumvormproces een synthetische harsfolie in nauw kontakt met het electro-gevormde voorwerp te brengen, met als gevolg dat een onvolwaardig produkt kan worden gefabriceerd.
Een ander probleem is dat men een electrolytoplossing moet bereiden die alleen voor deze werkwijze bruikbaar is.
Volgens een andere bekende methode beschreven in de Japanse octrooipublikatie nr. 61-253392 wordt een poreus electro-gevormd voorwerp verkregen door een zilverlaag op het oppervlak van een model te vormen door de zilverspiegelreactie, een zilveretsmiddel op een oppervlak van de zilverlaag waar de luchtopeningen moeten worden afgebakend te bekleden en een metaallaag in de electrovormmethode te deponeren.
In deze bekende methode moet echter een oppervlak van de zilverlaag waar geen luchtopeningen noodzakelijk zijn worden afgedicht en is verder een procedure nodig voor het bekleden van het zilveretsmiddel op het oppervlak waar deluchtopeningen moeten worden afgebakend. Als gevolg daarvan is de gehele methode voor het produceren van een poreus electro-gevormd voorwerp ingewikkeld en kan dit voorwerp niet efficient worden gefabriceerd. Aangezien een zilveretsmiddel wordt toegepast kunnen bepaalde plaatsen waar luchtopeningen moeten worden gevormd niet specifiek worden geidentificeerd en is het onmogelijk de diameter van een dergelijke luchtopening naar wens te kiezen.
Aanvraagster heeft een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp voorgesteld door eerst een electrisch geleidende laag op het oppervlak van een model te vormen, een laag van deeltjes op het oppervlak van de geleidende laag aan te brengen,
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
een metaallaag van de electrovormmethode te deponeren ter verkrijging valectro-gevormde mantel en het daarna wegoplossen van de deeltjes ter vorming van een veelvoud van luchtopeningen in de electro-gevormde mantel (zie Amerikaanse octrooiaanvrage nr. 813, voorgestelde
252). Dewerkwijze heeft voordelen doordat een electro-gevormd voorwerp met vele zeer kleine luchtopeningen gemakkelijk en efficiënt via een zeer eenvoudige werkwijze kan worden geproduceerd.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp door een electrisch geleidende laag op het oppervlak van een model te vormen door verzilvering, een organische oplosmiddellaag die inaktief is ten opzichte van het zilver op de geleidende laag aan te brengen, deeltjes die oplosbaar zijn door het organisch oplosmiddel selectief vast te hechten, daarna het organische oplosmiddel te verwijderen, vervolgens een metaallaag op het model te deponeren ter vorming van een electro-gevormde mantel, en de deeltjes uit de electro-gevormde mantel met een organisch oplosmiddel door oplossen te verwijderen, zodat een gewenst aantal luchtopeningen of gaatjes op de gewenste plaatsen kan worden gevormd,
waarbij de diameter van de luchtopeningen kan worden ingesteld door de deeltjes aan de geleidende laag te doen hechten, met als gevolg dat het aldus geproduceerde poreuze electro-gevormde voorwerp een voldoende mechanische sterkte heeft en een deklaag van uitstekende kwaliteit door het poreuze electro-gevormde voorwerp volgens het vacuumvormproces kan worden geproduceerd.
Het is een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, dat de volgende trappen omvat : het vormen van een electrisch geleidende laag op een oppervlak van een model ; het vormen van een organische oplosmiddellaag van een organisch oplosmiddel dat inaktief is ten opzichte van genoemde geleidende laag op een oppervlak van genoemde geleidende laag; het brengen van deeltjes op genoemde organische oplos- middellaag welke deeltjes gedeeltelijk door de organische oplosmiddellaag worden gesmolten ; het verwijderen van genoemde organische oplos- middellaag waarbij de deeltjes vasthechtend op genoemde geleidende laag achterblijven ;
het deponeren van een metaallaag op genoemd model in een electrovormmethode ter vorming van een electro-gevormde mantel
<Desc/Clms Page number 4>
die dunner is dan de diameter van genoemde deeltjes ; het verwijderen van genoemde electro-gevormde mantel van genoemd model ; en het oplossen van genoemde deeltjes uit genoemde electro-gevormde mantel met behulp van een organisch oplosmiddel ter verkrijging van een. electrogevormd voorwerp met een aantal luchtopeningen.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij de diameter van de aan. genoemde geleidende laag te hechten deeltjes en de dikte van genoemde organische oplosmiddellaag zodanig worden gekozen dat de wijze waarop de genoemde deeltjes aan de genoemde geleidende laag door genoemd organisch oplosmiddel worden vastgehecht kan worden ingesteld.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, waarbij genoemde geleidende laag een zilver-beklede laag, een nikkel-beklede laag en een koper-beklede laag omvat.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, waarbij elk van genoemde deeltjes een veelvoud van radiaal uitstekende projekties bevat.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, waarbij genoemd organisch oplosmiddel een mengoplossing omvat die ethanol en tenminste een materiaal gekozen uit de groep bestaande uit methylethylketon, ethyleendichloride, tolueen, ethyleentetrachloride, xyleen en methyleenchloride bevat.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij genoemd organisch oplosmiddel tenminste een materiaal omvat gekozen uit de groep bestaande uit methylethylketon, ethyleendichloride, tolueen, ethyleentetrachloride, xyleen en methyleenchloride.
Het is nog een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, waarbij elk van genoemde deeltjes is gemaakt uit een materiaal gekozen uit de groep bestaande uit polystyreen,
<Desc/Clms Page number 5>
acrylhars en polyvinylchloride.
Het is nog een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij nadat een eerste electro-gevormde mantel op de geleidende laag op het oppervlak van genoemde model is gevormd, tweede deeltjes aan de eerste deeltjes die uit genoemde eerste electrogevormde mantel uitsteken worden vastgehecht door een organisch oplosmiddel, waarna een metaallaag op genoemd model wordt gedeponeerd ter vorming van een tweede electrisch gevormde mantel die een geheel vormt met genoemde eerste electro-gevormde mantel, welke tweede electrogevormde mantel dunner is dan de diameter van genoemde tweede deeltjes, en genoemde eerste en tweede electrisch gevormde mantels van genoemd model worden afgescheiden,
waarna genoemde eerste en tweede deeltjes door oplossing door een organisch oplosmiddel worden verwijderd onder verkrijging van een electro-gevormd voorwerp met een aantal luchtopeningen.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp dat de volgende trappen omvat : het vormen van een electrisch geleidende laag op het oppervlak van een model ; het vormen van een organische oplosmiddellaag van een organisch oplosmiddel dat inaktief is ten opzichte van genoemde geleidende laag op een oppervlak van genoemde geleidende laag ; het kiezen van het type en/of de diameter van de aan genoemde geleidende laag te hechten deeltjes afhankelijk van genoemd organisch oplosmiddel om de wijze waarop de deeltjes aan genoemde geleidende laag worden vastgehecht in te stellen ; het brengen van de deeltjes op genoemde organische oplosmiddellaag om de deeltjes te dele door de organische oplosmiddellaag te laten smelten ;
het verwijderen van genoemde organische oplosmiddel om de deeltjes op genoemde geleidende laag te laten vasthechten ; het deponeren van een metaal1aag op genoemd model in een electrovormmethode ter vorming van een electro-gevormde mantel die dunner is dan de diameter van genoemde deeltjes ; het afscheiden van genoemde electro-gevormde mantel van ge- noemd model ; en het verwijderen van genoemde deeltjes uit genoemde electro-gevormde mantel door oplossen in een organisch oplosmiddel ter verkrijging van een electrogevormd voorwerp met een aantal luchtopeningen.
<Desc/Clms Page number 6>
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij het type van genoemde deeltjes dat aan genoemde geleidende laag wordt vastgehecht wordt gekozen afhankelijk van het type van genoemd organisch oplosmiddel.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij het type van genoemde deeltjes dat aan genoemde geleidende laag wordt gehecht wordt gekozen afhankelijk van de concentratie van genoemd organisch oplosmiddel.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij de diameter van de genoemde deeltjes die aan genoemde geleidende laag worden gehecht wordt gekozen afhankelijk van het type van genoemd organisch oplosmiddel.
Het is nog een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp, waarbij de diameter van genoemde deeltjes, die aan genoemde geleidende laag worden gehecht wordt gekozen afhankelijk van de concentratie van genoemd organisch oblosmiddel.
Het is een volgend doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, waarbij genoemd organisch oplosmiddel een mengoplossing van xyleen en ethanol omvat.
Het een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien ineen werkwijze voor het vervaardigen van een poreus-electro-gevormd voorwerp, waarbij elk van genoemde deeltjes is gemaakt uit een materiaal gekozen uit de groep bestaande uit polystyreen en polyvinylchloride.
. Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp die de volgende trappen omvat : het vormen van een electrisch geleidende laag op het oppervlak van een model ; het vormen van een organische oplosmiddellaag van een organisch oplosmiddel, dat inaktief is ten opzichte van genoemde geleidende laag op een oppervlak van genoemde geleidende laag ; het instellen van de wijze waarop gekozen deeltjes aan genoemde geleidende laag worden vastgehecht door
<Desc/Clms Page number 7>
toepassing van een organisch oplosmiddel, waarvan het vermogen om de deeltjes te laten smelten afhankelijk van genoemde gekozen deeltjes is ingesteld, het brengen van de genoemde deeltjes op genoemde organische oplosmiddellaag om de deeltjes gedeeltelijk door de organische oplosmiddellaag te laten smelten ;
het verwijderen van genoemde organische oplosmiddellaag om de deeltjes aan genoemde geleidende laag te laten hechten ; het deponeren van een metaallaag op genoemd model in een electrovormmethode ter vorming van een electro-gevormde mantel die dunner is dan de diameter van genoemde deeltjes ; het afscheiden van de genoemde electro-gevormde mantel van genoemd model ; en het verwijderen van de genoemde deeltjes uit genoemde etctro-gevormde mantel door oplossen met een organisch oplosmiddel onder verkrijging van een electrogevormd voorwerp met een aantal luchtopeningen.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp, waarbij genoemd oplosmiddel bestaat uit een mengoplossing
EMI7.1
die ethanol omvat.
De bovengenoemde en andere doeleinden, bijzonderheden en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen verder worden toegelicht in de volgende beschrijving in samenhang met de bijgaande tekeningen, waarin voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding als illustratief voorbeeld worden weergegeven.
Figuur 1 is een verticaal doorsnedeaanzicht van een electrogevormd voorwerp vervaardigd volgens een werkwijze van de onderhavige uitvinding ;
Figuren 2 (a) - 2 (d) zijn verticale doorsnede-aanzichten die een volgorde van trappen van de werkwijze van de onderhavige uitvinding weergeven ;
Figuur 3 is een vergroot deel-doorsnedeaanzicht van een deeltje dat is vastgehecht aan een electrisch geleidende laag volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding ;
Figuur 4 is een vergroot deeldoorsnedeaanzicht van een ander electro-gevormd voorwerp vervaardigd volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding ;
Figuren 5 (a) - 5 (d) zijn verticale doorsnedeaanzichten die een volgorde van trappen voor de vervaardiging van het electro-
<Desc/Clms Page number 8>
gevormde voorwerp weergegeven in Figuur 4 illustreren ;
Figuur 6 is een grafiek die het verband weergeeft tussen de diameter van een opening in een electro-gevormd voorwerp en de concentratie van een organisch oplosmiddel in een werkwijze volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ;
Figuur 7 (a) is een vergroot perspectivisch aanzicht van een deeltje met een andere vorm ;
Figuur 7 (b) is een vergroot deeldoorsnedeaanzicht dat de wijze weergeeft waarop een electro-gevormde mantel onder toepassing van deeltjes aangegeven in figuur 7 (a) wordt geproduceerd ;
Figuur 8 (a) is een vergroot perspectivisch aanzicht van een deeltje met nog een andere vorm terwijl
Figuur 8 (b) een vergroot deeldoorsnedeaanzicht is dat de wijze weergeeft waarop een electro-gevormde mantel onder toepassing van deeltjes weergegeven in Figuur 8 (a) wordt geproduceerd.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN
Figuur 1 toont schematisch een poreus electro-gevormd voorwerp 10 vervaardigd volgens een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
Het electro-gevormde voorwerp 10 heeft de vorm van een dun vel met een voorgeschreven configuratie met een bekledingsoppervlak 12 met een patroon van oppervlakte-onregelmatigheden. Het electro-gevormde voorwerp 10 bevat een veelvoud van luchtgaatjes of openingen 14 die in verbinding staan met openingen 16, die uitkomen op het uitwendige bij het bekledingsoppervlak 12 en tevens met openingen 18, die uitkomen op het uitwendige bij het omgekeerde oppervlak, dat tegenover het bekledingsoppervlak 12 ligt.
Een model 20 toegepast in de werkwijze voor het vervaardigen van het electro-gevormde voorwerp 10 wordt weergegeven in figuren 2 (a) - 2 (d). Het model 20 heeft een bovenoppervlak 22 dat complementair is aan de vorm van een gewenste bekledingslaag en draagt een ontworpen patroon voor de bekledingslaag.
Figuur 2 (d) toont een electrovormtank of houder 24 gevuld met de electrolytoplossing 26 waarin het model 20 wordt ondergedompeld. Electroden 32a, 32b, 32c, die electrisch aan de positieve klem van een spanningsbron 28 zijn geschakeld via aansluitleidingen 30a, 30b, 30c zijn nabij het bovenoppervlak 22 van het model 20
<Desc/Clms Page number 9>
aangebracht. Een electrisch geleidende laag die als later beschreven op het model 20 zal worden gevormd is electrisch met de negatieve klem van de spanningsbron 28 verbonden via een aansluitdraad 34.
De werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electro-gevormd voorwerp volgens de onderhavige uitvinding wordt uitgevoerd door de
EMI9.1
opstelling als weergegeven in Figuren 2 (a)-2 en wel als volgt
In de werkwijze van de onderhavige uitvinding maakt men gebruik van deeltjes van polystyreen of acrylhars. Wanneer polystyreendeeltjes worden toegepast, worden methylethylketon, ethyleendichloride, tolueen, ethyleentetrachloride of xyleen als organisch oplosmiddel toegepast dat de deeltjes kan oplossen, inaktief is ten opzichte van een electrische geleidende laag (d. w. z. een verzilverde laag) en vluchtig is.
Wanneer acryldeeltjes worden toegepast worden bij voorkeur methyleenchloride of ethyleendichloride als een dergelijk organisch oplosmiddel toegepast. Men kan ook deeltjes van polyvinylchloride (PVC) toepassen.
Het bovenoppervlak 22 van het model 20 wordt verzilverd ter vorming van een electrisch geleidende dunne zilverlaag 36 op het bovenoppervlak 22, als aangegeven in Figuur 2 (a).
Daarna, als aangegeven in figuur 2 (b) wordt een organisch oplosmiddel op het oppervlak van de geleidende laag 36 bekleed onder vorming van een oplosmiddel1aag 38 met een bepaalde dikte, waarna een veelvoud van deeltjes 40 van b. v. styreen op de gewenste plaatsen op de oplosmiddellaag 38 worden aangebracht. De delen van de deeltjes 40 die in de oplosmiddellaag 38 worden ondergedompeld worden aldus gesmolten of opgelost. Daarna wordt, als weergegeven in Figuur 2 (c) het organische oplosmiddel verdampt waardoor de oplosmiddellaag 38 wordt verwijderd, en de deeltjes 40 in de bedoelde posities op de geleidende laag 36 worden vastgehecht.
De wijze waarop de deeltjes 40 aan de geleidende laag 30 worden vastgehecht wordt in Figuur 3 weergegeven (er wordt slechts een deeltje geillustreerd). Figuur 3 toont duidelijk aan dat het deeltje 40 ten dele is gesmolten in een aanhechtingsgebied 41, dat aan de geleidende laag 36 is gebonden.
Aangezien op dit tijdstip de hechting tussen de geleidende laag 36 en de deeltjes 40 visueel gemakkelijk kan worden gecontroleerd is het mogelijk van te voren de plaatsen vast te stellen waar openingen 14 worden gevormd in een electro-gevormd voorwerp 10 dat
<Desc/Clms Page number 10>
1ater dooectrovormmethode za1 worden vervaardigd.
Nadat de geleidende 1aag 36 en de deeltjes 40 op het bovenoppervlak 22 van het model 20 zijn aangebracht wordt het model 20 in de electrolytische oplossing 26 in de houder 24 ondergedompeld zoals aangegeven in Figuur 2 (d). De aansluitdraad 34 verbonden met de negatieve klem van de spanningsh'cn28 is verbonden met de geleidende laag 36, terwijl de electroden 32a-32c, verbonden aan de positieve klem van de spanningsbron 28 via de respectieve aansluitdraden 30a-30c, in de electrolytische oplossing 26 in een patroon zijn opgesteld dat complementair is aan de vorm van het bovenoppervlak 22 van het model 20.
Metaal zoals nikkel en dergelijke dat in de electrolytische oplossing 26 is opgelost wordt nu afgescheiden en gedeponeerd op het oppervlak van de geleidende 1aag 36 als een laag die de openingen tussen de deeltjes 40 opvult en daardoor een electro-gevormde mantel 22 vormt. Zoals blijkt uit Figuur 2 (d) wordt de dikte van de electro-gevormde mantel 42 dunner gekozen dan de diameter van de deeltjes 40, waarbij de buiteneinden van de deeltjes 40 uit het oppervlak van de electro-gevormde mantel 42 in de electrolytische oplossing 26 uitsteken.
Daarna wordt model 20 uit de houder 24 verwijderd en worden de electro-gevormde mantel 42 en de deeltjes 40 van het model 20 afgescheiden, waarna zij worden ondergedompeld in een organisch oplosmiddel dat identiek is aan het organischeoplosmiddel dat ter vorming van de oplosmidde11aag 38 op de geleidende laag 36 is bekleed. De deeltjes 40 worden aldus door oplossing verwijderd van de electro-gevormde mantel 42, waarna een electro-gevormd voorwerp 10 met luchtopeningen 14 als aangegeven in Figuur 1 wordt verkregen.
De luchtopeningen 14 kunnen in het electro-gevormde voorwerp 10 nauwkeurig en gemakkelijk op de gewenste plaatsen worden vastgelegd.
Meer in het bijzonder als weergegeven in figuur 2 (b) wordt. de oplosmiddellaag 38 van b. v. tolueen bekleed op de geleidende laag 36, en kunnen de deeltjes 40 van polystyreen, die door het tolueen kunnen worden opgelost, worden aangebracht op plaatsen waar luchtopeningen 14 in het electro-gevormde voorwerp moeten worden vastgelegd. De deeltjes 40 worden derhalve tendele gesmolten of opgelost
<Desc/Clms Page number 11>
door de oplosmiddellaag 38. Door vervolgens de oplosmiddellaag 38 te verdampen blijven de deeltjes 40 aan de geleidende laag 36 kleven zoals aangegeven in Figuren 2 (c) en 3.
Aldus kunnen de plaat- en sen de vorm van de luchtopeningen 14 die in een electro-gevormd voor- werp 10 moeten worden vastgelegd van te voren worden vastgesteld, met als gevolg dat een poreus electro-gevormd voorwerp 10 met uit- stekende kwaliteit op effici nte wijze kan worden vervaardigd.
Aangezien de deeltjes 40 in onderling op afstand staande verhoudingen aan de geleidende laag 36 kunnen worden vastgehecht, kan men voorkomen dat zij op ongewenste wijze tezamen klonteren en aan het geproduceerde electro-gevormde voorwerp 10 een lage mechanische sterkte geven.
De diameter van de openingen 16 die in verbinding staan met de openingen 14 kan men kiezen door de diameter van de deeltjes 40 en de dikte van de oplosmiddellaag 38 te kiezen.
In de geillustreerde uitvoeringsvormen hadden de deeltjes 40 van polystyreen een diameter in het trajekt van 0, 5 tot 0, 6 mm, en werd als organisch oplosmiddel tolueen toegepast. Bij het aanbrengen van de oplosmiddellaag 38 van tolueen op de geleidende laag 36 tot een dikte in het trajekt van 10 tot 20 micrometer lag de diameter van het aanhechtende gebied 41 (Figuur 3) van elk deeltje 40 dat kleeft aan de geleidende laag 36, d. w. z. de diameter van elke opening 16 aangegeven in Figuur 1, in het trajekt van 0, 2 tot 0, 3 mm.
Bij toe- passing van deeltjes 40 van acrylhars met een diameter in het trajekt van 0, 5 tot 0, 6 mm en van methyleenchloride als organisch oplosmiddel dat werd bekleed ter vorming van een oplosmiddellaag met een dikte in het trajekt van 20 tot 30 micrometer, werd bevestigd dat elke opening 16 eveneens een diameter in het trajekt van 0, 2 tot 0, 3 mm had.
Aldus kan de diameter van elk van de openingen vastgelegd in het electro-gevormde voorwerp 10 effectief worden gevarieerd afhanke- lijk van de diameter van de deeltjes 40 gemaakt van polystyreen en dergelijke en de dikte van de oplosmiddellaag 38.
Het is in deze uitvoeringsvorm niet noodzakelijk aansluitend openingen in het electro-gevormde voorwerp 10 te vormen door boren of machinale laserbewerking. ALdus worden de kosten van de apparatuur die nodig is voor de vervaardigingswerkwijze lager en kan het electro-
<Desc/Clms Page number 12>
gevormde voorwerp 10 efficiënt worden geproduceerd.
Een electro-gevormd voorwerp 10a weergegeven in Figuur 4, dat openingen 14a heeft die ingewikkelder van vorm zijn dan de openingen 14 en dikker is dan het electro-gevormde voorwerp 10, kan gemakkelijk worden geproduceerd door de boven beschreven bewerkingstrappen te herhalen.
Meer in het bijzonder wordt nadat de electro-gevormde mantel 42 op de geleidende laag 36 is gedeponeerd als geillustreerd in figuur 2 (d), het model 20 uit de houder 24 genomen, zoals aangegeven In Figuur 5 (a). Daarna wordt een oplosmiddellaag 38 (a) op het buitenoppervlak van de electro-gevormde mantel 42 tot aan een voorgschreven dikte bekleed, en worden deeltjes 40a met een grotere diameter dan deeltjes 40 op de oplosmiddellaag 38a gebracht, zoals geillustreerd in Figuur 5 (b), waarna de delen van de deeltjes 40a die in de oplosmiddellaag 38a zijn gedompeld worden gesmolten. Vervolgens wordt de oplosmiddellaag 38a weggedampt, waardoor de deeltjes 40a gaan hechten aan de vrij liggende uiteinden van de deeltjes 40 ingebed in de electro-gevormde mantel 42, zoals aangetoond in Figuur 5 (c).
Het model 20 wordt dan in de houder 24 ondergedompeld en een metaallaag wordt op het model 20 gedeponeerd ter vorming van een electro-gevormde mantel 42a met een gewenste dikte op het oppervlak van de electro-gevormde mantel 42 en daarmee een geheel vormend.
Het model 20 wordt uit de houder 24 verwijderd en de electro-gevormde mantels 42,42a worden van het model 20 afgescheiden, waarna zij in een oplosmiddel worden ondergedompeld om de deeltjes 40, 40a op te lossen. Het in Figuur 4 getoonde electro-gevormde voorwerp 10a dat openingen 14a van ingewikkelde vorm heeft wordt op deze wijze geproduceerd.
Een werkwijze voor het vervaardigen van een poreus electrogevormd voorwerp volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt hierna beschreven. In deze uitvoeringsvorm worden de electro-gevormde voorwerpen 10,10a vervaardigd met behulp van het model 20 aangegeven in Figuren 2 en 5. De diameter van de openingen 16 vastgelegd in het oppervlak van het electro-gevormde voorwerp kan tot de gewenste waarde worden ingesteld door het type van het organische oplosmiddel dat de oplosmiddellaag 38 vormt en
<Desc/Clms Page number 13>
het type en de diameter van de deeltjes 40 te kiezen.
Meer in het bijzonder, als aangegeven in Figuur 3, wordt het deel van elk deeltje 40 dat in de oplosmiddellaag 38 is ondergedompeld gesmolten in het aanhechtende gebied 41. dat plakt aan de geleidende laag 36. Nadat een metaallaag op het model 20 is gedeponeerd worden de aanhechtende gebieden 41 door oplossen verwijderd en worden tenslotte de openingen 16 in het electro-gevormde voorwerp 10 vastgelegd. Het is aldus duidelijk dat indien de vorm van het aanhechtende gebied 41 kan worden gekozen het dan mogelijk is de diameter van de opening 16,vastgelegd in het electro-gevormde voorwerp 10, op een gewenste waarde in te stellen.
Aanvraagster heeft een proef uitgevoerd waarbij een mengsel van xyleen en ethanol als organisch oplosmiddel werd gebruikt en de deeltjes 40 van polystyreen werden toegepast teneinde na te gaan hoe de diameter van de openingen 16 varieert wanneer men de concentratie van xyleen ten opzichte van ethanol en de diameter van de polystyreendeeltjes 40 varieert. De resultaten worden aangegeven in Figuur 6 en de onderstaande tabellen 1 oen 2.
TABEL 1
Diameter van de deeltjes 40 : 802 micrometer
EMI13.1
<tb>
<tb> Xyleenconcentratie <SEP> (%) <SEP> 17 <SEP> 20 <SEP> 22 <SEP> 25 <SEP>
<tb> Gemiddelde <SEP> diameter <SEP> van
<tb> openingen <SEP> 16 <SEP> (micrometer) <SEP> 133 <SEP> 152 <SEP> 257 <SEP> 242
<tb>
TABEL 2 Diameter van de deeltjes 40 :
443 micrometer
EMI13.2
<tb>
<tb> Xyleenconcentratie <SEP> (%) <SEP> 17 <SEP> 20 <SEP> 22 <SEP> 25
<tb> Gemiddelde <SEP> diameter <SEP> van
<tb> openingen <SEP> 16 <SEP> (micrometer) <SEP> 97 <SEP> 106 <SEP> 169 <SEP> 183
<tb>
Door aldus een mengsel van 20% xyleen en 80% ethanol als organisch oplosmiddel en polystyreendeeltjes 40 met een diameter van 443 micrometer als aangegeven in bovenstaande tabel 2 toe te
<Desc/Clms Page number 14>
passen worden openingen 16 met een diameter van 106 micrometer in het electro-gevormde voorwerp 10 vastgelegd.
Als boven beschreven kan derhalve de diameter van de openingen 16 in het electro-gevormde voorwerp 10 op een gewenste waarde worden ingesteld door het type en de diameter van de deeltjes afhankelijk van het type en de concentratie van het toegepaste organische oplosmiddel te kiezen. Het is aldus mogelijk het electro-gevormde voorwerp 10 met grote nauwkeurigheid te vervaardigen en aldus een bekledingslaag met uitstekende kwaliteit te produceren onder toepassing van het electro-gevormde voorwerp 10 volgens de vacuumvormmethode. Hoewel het mogelijk is deeltjes 40 van polyvinylchloride te gebruiken heeft het de voorkeur deeltjes van polystyreen als boven beschreven te gebruiken om economische redenen.
In deze uitvoeringsvorm kunnen de electro-gevormde voorwerpen 10, 10a, naast het kiezen van het type organisch oplosmiddel en het type en de diameter van de deeltjes 40, volgens dezelfde werkwijze worden vervaardigd als die van de eerste uitvoeringsvorm.
De deeltjes 40, 40a als toegepast in de voorafgaande uitvoering- vormen hebben een bolvorm, maar deeltjes met een andere vorm zijn volgens de onderhavige uitvinding ook bruikbaar.
In Figuur 7 (a) wordt b. v. een deeltje 50 met een nagenoeg bolvormige vorm getoond dat een veelvoud van radiaal naar buiten uitstekende konische uitstulpingen 52 heeft. Nadat de deeltjes 50 aan de geleidende laag 36 zijn vastgehecht wordt een metaallaag op de geleidende laag 36 in de houder 24, weergegeven in Figuur 2 (d) gedeponeerd onder vorming van een electro-gevormde mantel 42 die de. deeltjes 50 op het oppervlak van de geleidende laag 36 bevat (zie Figuur 7 (b)).
Aangezien sommige van de uitstulpingen 52 van de deeltjes 50 aan de geleidende laag 36 zijn vastgehecht kan door elk van de deeltjes 50 een veelvoud van luchtopeningen 14 worden gevormd. Aldus kan een aantal luchtopeningen 14 in het electro-gevormde voorwerp 10 worden vastgelegd door een kleiner aantal deeltjes 50. Derhalve kunnen de deeltjes 50 efficiënter op de geleidende laag worden aangebracht, d. w. z. binnen een kortere tijdsperiode.
In aanwezigheid van de uitstulpingen 52 kan de totale afmeting van de deeltjes groter zijn dan de afmeting van het deeltje 40 of 40a.
<Desc/Clms Page number 15>
Aldus kan een electro-gevormde mantel 41 die een aanzienlijke dikte heeft in een enkele electro-vormmethode worden geproduceerd.
Door de afstand of het interval tussen aangrenzende uitstulpingen 52 in te stellen is het gemakkelijk mogelijk de afstand en de verdeling van de luchtopeningen 14 vastgelegd in het electrogevormde voorwerp 10 te regelen.
Figuur 8 (a) toont een deeltje 60 met een veelvoud van konische bulten 62 die naar buiten radiaal uitsteken. In Figuur 8 (b) wordt aangegeven hoe een electro-gevormde mantel 42 die dergelijke deeltjes 60 bevat wordt geproduceerd. Het deeltje 60 geeft vrijwel dezelfde voordelen als die van deeltje 50.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt als boven beschreven de geleidende laag op het oppervlak van het model gevormd en nadat de deeltjes via het organische oplosmiddel op de geleidende laag zijn vastgehecht, wordt de electro-gevormde mantel door de electrovormmethode gevormd, waarna de deeltjes door oplossen van de electro-gevormde mantel worden verwijderd en een electro-gevormd voorwerp met een veelvoud van luchtopeningen wordt verkregen. Men kan gemakkelijk en betrouwbaar een gewenst aantal luchtopeningen op gewenste plaatsen in het electro-gevormde voorwerp vastleggen en het electro-gevormde voorwerp kan een voldoende graad van mechanische sterkte bezitten door de plaatsen van de deeltjes te kiezen.
Door de deeltjes met het organische oplosmiddel aan de geleidende laag vast te hechten kan de diameter van de openingen bij het bekledingsoppervlak van het electro-gevormde voorwerp voldoende groot worden gemaakt en kan de diameter van de openingen naar wens worden gekozen. De werkwijze voor het vervaardigen van het electro-gevormde voorwerp is vereenvoudigd en het electro-gevormde voorwerp kan efficiënt worden geproduceerd.
Voorts worden, alvorens de deeltjes aan de geleidende laag op het modeloppervlak worden vastgehecht met het organische oplosmiddel, het type en/of de diameter van de deeltjes gekozen afhankelijk van het type en de concentratie van het organische oplosmiddel om de wijze waarop de deeltjes aan de geleidende laag worden vastgehecht te regelen.
Nadat de metaal1aag is gedeponeerd worden, de deeltjes door oplossen verwijderd en verkrijgt men een electro-gevormd voorwerp met een
<Desc/Clms Page number 16>
veelvoud van luchtopeningen. De diameter van de openingen bij het bekledingsoppervlak van het electro-gevormde voorwerp kan op een gewenste waarde worden ingesteld door eenvoudig het type en de afmeting van de deeltjes afhankelijk van het organische oplosmiddel te kiezen. Aldus kan een zeer nauwkeurig electro-gevormd voorwerp met gewenste luchtopeningen worden geproduceerd en kan een bekledingslaag met uitstekende kwaliteit door het electro-gevormde voorwerp worden vervaardigd volgens de vacuumvormmethode.
De electrisch geleidende laag kan een vernikkelde of verkoperde laag zijn i. p. v. de verzilverde laag.
Hoewel bepaalde voorkeursuitvoeringsvormen zijn weergegeven en beschreven is het duidelijk dat vele veranderingen en modificaties daarin kunnen worden aangebracht zonder dat men buiten het kader van de aangehechte conclusies treedt.