BE1000965A5 - Positieve, totaal continu variabele transmissie. - Google Patents

Positieve, totaal continu variabele transmissie. Download PDF

Info

Publication number
BE1000965A5
BE1000965A5 BE8701139A BE8701139A BE1000965A5 BE 1000965 A5 BE1000965 A5 BE 1000965A5 BE 8701139 A BE8701139 A BE 8701139A BE 8701139 A BE8701139 A BE 8701139A BE 1000965 A5 BE1000965 A5 BE 1000965A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tooth
chain
tooth block
segments
teeth
Prior art date
Application number
BE8701139A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Buttiens Willy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buttiens Willy filed Critical Buttiens Willy
Priority to BE8701139A priority Critical patent/BE1000965A5/nl
Priority to BE8800507A priority patent/BE1001089A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1000965A5 publication Critical patent/BE1000965A5/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H55/00Elements with teeth or friction surfaces for conveying motion; Worms, pulleys or sheaves for gearing mechanisms
    • F16H55/32Friction members
    • F16H55/52Pulleys or friction discs of adjustable construction
    • F16H55/54Pulleys or friction discs of adjustable construction of which the bearing parts are radially adjustable
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H37/00Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00
    • F16H37/02Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings
    • F16H37/06Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts
    • F16H37/08Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts with differential gearing
    • F16H37/0833Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts with differential gearing with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts, i.e. with two or more internal power paths
    • F16H37/084Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts with differential gearing with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts, i.e. with two or more internal power paths at least one power path being a continuously variable transmission, i.e. CVT
    • F16H37/0846CVT using endless flexible members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H37/00Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00
    • F16H37/02Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings
    • F16H37/06Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts
    • F16H37/08Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts with differential gearing
    • F16H37/0833Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts with differential gearing with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts, i.e. with two or more internal power paths
    • F16H37/084Combinations of mechanical gearings, not provided for in groups F16H1/00 - F16H35/00 comprising essentially only toothed or friction gearings with a plurality of driving or driven shafts; with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts with differential gearing with arrangements for dividing torque between two or more intermediate shafts, i.e. with two or more internal power paths at least one power path being a continuously variable transmission, i.e. CVT
    • F16H2037/088Power split variators with summing differentials, with the input of the CVT connected or connectable to the input shaft

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Abstract

Differentiele aandrijving bij middel van een planetair tandwielstel (figuur 1 : P); het continu regelbaar toerental door inschakeling van variator (V) en totaal continu regelbaar doordat, door instelling van de variator de uitgaande as van een draaizin over stilstand naar de omgekeerde draaizin tot het gewenst toerental kan gaan. De positieve aandrijving wordt bekomen door bij de variator met v-riem en konische schijven tussen de schijven en over de ganse omtrek tandenblokhouders te plaatsen die zich alleen concentrisch op verschillende omtrekken kunnen plaatsen. Aan de buitenkant van deze blokken zitten tandbeugels waarop een tandriem ingrijpt en wiens positie door bij iedere omwenteling wordt aangepast aan de tanden van de tandriem.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  I. BESCHRIJVING Positieve, totaal continu variabele transmissie. 



    1. GEBIED.    



  Deze soort transmissies worden hoofdzakelijk in het transport toegepast ; telkens een vermogen, geleverd door een motor met een min of meer konstant koppel over een beperkt toerentalbereik, dient overgebracht op een energie-afnemer, zoals een personen-of vrachtwagen, een grondverzetmachine, een lokomotief en waarbij een sterk varierend koppel wordt gevraagd op zeer uiteenlopende toerentallen. 



  2. HUIDIGE SITUATIE. 



  In de huidige stand van de techniek beschikt men hoofdzakelijk over twee middelen. Enerzijds de handgeschakelde transmissie met een, meestal voetbediende koppeling en anderzijds een automatische of semi-automatische transmissie, waarbij een hydraulische koppeling wordt gekombineerd met een, meestal automatisch schakelende meertrapstransmissie of met een traplose transmissie, bestaande uit twee konische riemschijven met variabele ingrijpdiameter, onderling verbonden met een v-riem. 



    3. 1. Basisprincipe.    



  Bij deze uitvinding bestaat de transmissie (fig. 1) uit een dubbel aangedreven planetair tandwielstel (P), waarvan het rondsel (1) vastzit op de aangedreven as (C) en de satelieten (2) worden aangedreven door de aandrijvende as (A) : aandrijving 1. 



  De aandrijvende as drijft ook de kroon (3) van het planetair tandwielstel aan door haar buitenvertanding (4), over variator (V), tussenas (B) en, om reden van draaizin : tandwielen (5) en   (6) :   aandrijving 2. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 



  Een variante uitvoering hiervan, waarbij kroon (K) met zijn buitenvertanding (4) door een tandriem met tandwiel (6) verbonden is, behoeft dan geen tussentandwiel (5). 



  Een tweede variante uitvoering, waarbij kroon (K) geen buitenvertanding heeft wordt getoond in fig. 2 gebeurt dan door variator (V), binnentandwiel (6), tussentandwiel (5) en tandwiel (4), dat ingrijpt in de binnenvertanding van de kroon (3). 



  Het toerental van as (C) (fig. en 2) is de resultante van het verschil van haar toerental bij iedere aandrijving (aandrijving 1 en 2) afzonderlijk. 



  Stel in uitvoering (fig. dat de satelieten stilstaan, dan is dA T6 T3 N3'= NI dB T4 T1 N3'= toerental as C N1 = toerental as A dA/dB= verhouding Tl, T3, enz.. aantal tanden van resp. tandwiel 1, 3, enz.. 



  Stel anderzijds, steeds in uitvoering (1), dat de kroon stilstaat, dan is T3 N3"= Nl (1 (2) T1 Worden nu zowel satelieten als kroon aangedreven, dan is 
 EMI2.2 
 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 
 EMI3.2 
 Stellen we in formule (3) N3= 0 dan vinden we hieruit welke verhouding dA/dB moet hebben om hieraan te voldoen dA T4 T - dB T6 T3 Van zodra aan deze voorwaarde is voldaan, is as (C) in   rustte-   stand. 



  Omgekeerd kan men ook een bewuste overbrengingsverhouding vooropstellen voor de variator   v. b. dA/dB=   1 voor N3= 0, dan is : 
 EMI3.3 
 Aan de voorwaarde N3 = Nl wordt voldaan als : 
 EMI3.4 
 Vergelijken we (5) met (7), dan zien we dat voor deze twee toestanden de overbrengingsverhouding in volgende verhouding staan : 
 EMI3.5 
 nemen we   voor : T3= 45   en   Tl=   15, dan krijgen we een verandering van overbrengingsverhouding van   1, 25/1.   



  Hieruit blijkt, dat de overbrengingsverhouding van variator (V) slechts weinig dient te veranderen om as (C) van 0 tot Nl t/m te brengen. 



  In de variante uitvoering   (fig. 2)   wordt de formule   (3) :   

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 
 EMI4.2 
 De formule (5) wordt @MB 
 EMI4.3 
 De formule (6') 
 EMI4.4 
 Men kan as (C) ook van draairichting doen veranderen ; N3 dient dan negatief te zijn. Aan die voorwaarde wordt voldaan als formule (5) als volgt wordt : 
 EMI4.5 
 Bij gelijk toerental kan een koppelinrichting as (A) vast koppelen aan as (C) en de variator ontkoppelen. Ook kan het nodig zijn een lichte koppeling te voorzien in een van de transmissielijnen om een zekere slip toe te laten bij stilstand van het aan te drijven systeem, daar de transmissie op zichzelf geen enkele slip toelaat en de overbrengingsverhouding op dat ogenblik   zeer   hoog is. 



  3. 2. VARIATOR. 



  Om het toerental van de aangedreven as aan te passen aan de ogenblikkelijke behoeften, dient de variator gestuurd te worden naar een reeks parameters, afhankelijk van de toepassing en volgens de omstandigheden. De sturing en de regeling ervan kan plaatsgrijpen volgens een van de Systemen uit de huidige stand van de techniek, hetzij mechanisch, hydraulisch, pneumatisch, electrisch, electronisch of door een combinatie ervan. Ook een microprocessor kan hiervoor ingeschakeld worden. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De variator kan opgebouwd zijn volgens een van de gekende systemen uit de stand van de techniek zoals het systeem met omgekeerd evenredig naar of uit elkaar gaande   V-riemschijven   (fig 2 : S1 en S2) met elkaar verbonden met een V-riem (R) met als voordeel : eenvoudige uitvoering, maar met als nadelen wrijving en slip en dus energieverlies en slijtage. Zij kan echter ook bestaan uit de hierna beschreven positieve variator, die deze nadelen niet kent en bovendien een groter specifiek vermogen heeft. 



    3. 2. 1. 0PBOUW    
 EMI5.1 
 3. 1 (fig. 



   2. 1. 1. UITVOERINGAls basis bestaat deze variatoruitvoering uit twee konische riemschijven, een op iedere   äs.   Respectievelijk aandrijvende en aangedreven schijvenstel worden zo gestuurd dat ze omgekeerd evenredig naar of uit elkaar gaan. Tot hiertoe hebben we te maken met een welgekende uitvoering uit de stand der techniek : nl. de variator met   V-riemschijven.   Aan de binnenzijde zijn de konische schijven (1) van een aantal radiale gleuven (2) met een welbepaald profiel voorzien, die per   schijfhelft   juist tegenover elkaar gelegen zijn ; de linkerschijfhelft is dus het spiegelbeeld van de rechterschijfhelft.

   In deze gleuven passen de profielen   (fig. 4 : 2)   van de konische blokken   (fig. 4 : 1   en fig. 3 : 3), die juist tussen beide schijfhelften   (fig. 3 : 1)   passen. In elk gleufstel zit een blok, zodat gans de omtrek opgevuld is   (fig. 3, doorsnede A-A :   3). Deze blokken worden gecentreerd gehouden door een tot de stand der techniek behorende schijf-met-gleuven systeem enerzijds   (fig. 3 : 4   en fig 5), waarbij pen   (fig. 4 : 3)   van blok (1) telkens in een gleuf past en, anderzijds door de omlopende tandriem zonder einde. Bij het uit of 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 naar elkaar toegaan van de schijven zullen de blokken (3) resp. naar buiten of naar binnen gaan.

   Aan de buitenkant van deze blokken zitten tandheugels (fig. 3, doorsnede   A-A : 5), die   passen in de tanden van de tandriem. Deze tandheugels zijn bij niet ingrijpen met de tandriem continu instelbaar in positie tegenover de tanden van de riem. Hiervoor zijn enkele mechanismen uitgedacht, waarover meer in volgend paragraaf. De ingrijping van de tandriem is dus niet kontinu, maar telkens met onderbrekingen van enkele tanden tussen de opeenvolgende tandenblokken. 



  Een andere manier om de konische blokken gecentreerd te houden is onder meer : een systeem met veren, die enerzijds met de konische blokken onderaan verbonden zijn en, anderzijds met een centrale ring. Bij voldoende veerkracht houden ze de konische blokken gecentreerd. 
 EMI6.1 
 



  3. 2 (fig. 



  Bij deze uitvoering zijn er geen konische riemschijven en tandenblokken, maar vlakke schijven (1) en blokken, eveneens vlak aan de zijkanten (2). De schijven, die vastzitten op de as (A) bezitten radiale gleuven (3), waarin de lippen (4) passen van de blokken (2), waarvan deze aan beide zijden zijn voorzien. Om de blokken concentrisch naar binnen en buiten te doen bewegen zijn de blokken ook nog voorzien van pennen (5), die passen in de gleuven van de schijven (6a en 6b). Deze gleuven staan schuin tegenover de radialen   (fig. 7 : 1). Schijf 6a is bet spiegelbeeld   van 6b. Bij het verdraaien van deze schijven (6a en 6b) rond as (A) en ten opzichte van schijven (1), zullen de blokken (2) naar buiten of naar binnen gaan.

   Hiervoor zijn deze schijven voorzien van naven, die schuin 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 staan tegenover de actiale as   (fig. 7 :   2). In deze gleuven passen pennen   (fig. 6 : 7)   van naven (8), die over de as alleen actiaal kunnen heen en weer bewegen. Deze naven worden per asstel gelijktijdig van of naar elkaar toegestuurd, terwijl deze sturing in omgekeerde zin verloopt voor het andere asstel. 



    3. 2. 2. Tandrierokonstructie.    



  De tandriem kan bestaan uit een van de gekende systemen van de stand der techniek en bestemd voor overdracht met tandwielen of uit een systeem, zoals bespoken wordt bij de systemen van tandpositionnering. Daar het gehele mechanisme in een oliebad dient te draaien, dient de tandriem echter uit een materiaal te bestaan, dat hiertegen bestand is. 



    3. 2. 3. Tandpositionnering.    



  De gemiddelde diameter van de tandenblokken zal practisch nooit juist deelbaar zijn door de steek van de tand en de positie van de tandenblokken zal practisch bij elke omwenteling dienen gekorrigeerd. Enerzijds dient er hierbij te worden gezorgd dat de tandafstand tussen twee blokken steeds een meervoud is van de steek en, anderzijds dat de tandenblokken geborgen zijn tegenover de tandenblokhouders zodat de beweging van de ketting zonder slip wordt overgedragen op de as of omgekeerd. 



  3. 2. 3. 1. Positionnering met zelfborging. 



  Zoals uit   fig. 3   en 4 al blijkt worden de tandenblokken in de tandenblokhouders gehouden door een in elkaar passend profiel, waardoor de tandenblokken alleen, en dan nog onder bepaalde voorwaarden, naar voor of naar achter kunnen bewegen. Enkele andere mogelijke profielen worden getoond in fig. 8a, 8b en 8e. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 FIGUUR 9 toont een sector met drie tandenblokhouders (1,2 en 3) in de kleinste diameterstand, waarbij ze in dit geval aan elkaar sluiten. In iedere houder zit een tandenblok   (),   dat door veer (7) steeds naar links wordt gedrukt.

   Elk tandenblok heeft op de zijkanten zaagtandvormige profielen (6), waarin juist de volgtand (8) past, die aan het uiteinde van het veerblad (5) zit, welke vastzit aan tandenblok   (4).   De veerbladen worden door ketting (9) naar binnen geduwd, waardoor de volgtand (8) in de zaagtandprofielen wordt geduwd. Normaal is dit in het linkse profiel, maar zo de volgtand (8) iets meer naar rechts staat, dan gebeurt dit in het rechter profiel. De lengte van dit zaagtandprofiel is zodanig, dat het tandenblok juist een steeklengte opschuift, bij wisseling van profiel : zie fig. 10, waarbij de tandenblokhouders uit elkaar zijn gegaan en dus op een grotere diameter staan. De tandenblokken worden onderaan geleid door twee verschillende geleiders (10) en (11). 



  Geleider (10) past in hoogte juist in het geleiderprofiel, terwijl (11) het geleiderprofiel alleen onderaan raakt. Gevolg hiervan is dat de tandenblokken wel naar rechts kunnen verplaatst worden (door het zaagtandprofiel bij voorbeeld) maar niet naar links (door de druk van de riem op het tandenblok), doordat profiel (10) dan geborgen wordt in zijn geleider. Veer (7) drukt iets naar beneden toe zodat ook zij de tandenblok kan doen veplaatsen. 



  WERKING. 



  Uitgaande van de positie (fig. 9), met de tandenblokhouders (1, 2 en 3) op hun kleinste diameter en de tandenblokken (4) uiterst links, zullen de volgtanden (8) juist in de linkse zaagtandprofielen (6) terecht komen, als ze door ketting (9) naar beneden worden geduwd. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Hierbij wordt verondersteld, dat de gemiddelde diameter van de tandenblokken geheel deelbaar is door de tandsteek, zodat de tandenblokken steeds in hun zelfde positie blijven staan. Vergroot nu de 
 EMI9.1 
 steekdiameter van de tandenblokken, doordat hun houders uit elkaar gaan (fig. dan zullen de tandprofielen in het rechter zaagtand- profiel (1) worden geduwd.

   Hierdoor zal tandenblok (2) een steeklengte naar rechts opschuiven ten opzichte van tandenblok (1), tandenblok (3) eveneens enzovoort totdat een van de tandprofielen zieh weer boven het linker profiel bevindt, waarin het dan terecht komt. 



  Hierna herbegint weer het verschuiven naar rechts. Het vergroten van de steekdiameter van de tandenblokken is beperkt tot de steeklengte maal het aantal tandenblokken op de omtrek, wat echter voldoende is voor het variatorsysteem, beschreven in hoofdstuk 1 en rekening houdend met het feit dat op het tweede schijvenstel de diameter ook verandert. Volgens fig. 9 drijft riem (9) volgens de pijl de tandenblokken aan. Dient de riem in de andere zin te draaien, dan dient fig. 9 in spiegelbeeld te worden geplaatst. Dienen de tandenblokken de riem aan te drijven dan dient de opstelling volgens fig. 11 te gebeuren, waarbij de zaagtandprofielen in de andere zin staan, veren (2) de tandenblokken (3) naar rechts duwen en de volgtanden   (1)   ze naar links doen verplaatsen. De tandenblokken worden nu geborgen als ze de riem volgens de pijl aandrijven.

   Stel nu voor, dat volgens fig. 9 en 10 riem (9) gaat vertragend werken of nog dat de tandenblokken de riem gaan aandrijven, dan zullen deze loskomen van hun houders, wat vermeden moet worden. Hetzelfde gebeurt als volgens fig. 11 de riem de tandenblokken gaat aandrijven volgens de pijl of dat de tandenblokken gaan vertragen.

   Om dit los- 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 komen te vermijden dient op dezelfde tandenblokhouder de opstelling volgens fig. 9 en fig. 11 naast elkaar te gebeuren. fig. 12 toont een ontwikkeld tandenblok, waarbij (1) het voorste en (2) het achterste zaagtandprofiel voorstelt, telkens op de twee zijkanten, (3) de volgtand, (4) het veerblad, (5) en (6) de geleiders. fig. 13 toont een voorbeeld van een ketting ; haar tandprofiel is aangepast aan dat van de tandenblokken als ze in dezelfde steekdiameter staat ; deze blijft voor de tandenblokken steeds dezelfde. 



    3. 2. 3. 2. Positionnering   met   achroefborging.   



  FIGUREN 14 tot 20 behandelen systemen met schroefborging. In fig. 14 wordt het principe getoont : tandenblok (1), vervat in tandenblokhouder (7), heeft op zijn zijkant dezelfde zaagtandprofielen (2) en volgtanden (3) als in vorig systeem (fig. 9 tot 11) ; alleen staan deze meer naar onder, zodat de bladveren centraal op de tandenblokken inwerken. De tandenblokken bevatten nu een mechanisme, dat toelaat dat volgtand (3) tandenblok (5) in dezelfde zin en over dezelfde afstand kan doen heen en weer bewegen, maar niet omgekeerd. 



  Blok (5) staat dus steeds geborgen ; ook de ingrijpende ketting kan blok (5) niet doen bewegen. Gewricht (6) dient om de hoekverdraaiing van (4) op te vangen als tandenblok (5) zieh verplaatst. 



    WERKING.   



  FIGUUR 15. Hierbij grijpt meenemer (1), die zo geleid wordt, dat hij niet kan draaien, in op een bus (2) met omgekeerde schroefdraad binnen en buiten,   b. v. b.   buiten rechtse en binnen linkse draad met dezelfde spoed en niet borgend. Bus (2) grijpt aan de buitenkant in houder (5), die niet kan ronddraaien, doordat spie (6) dit belet. 



  Hierdoor zal bus (2) bij actiale verplaatsing een rotatiebeweging 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 maken, die op bus (3) wordt overgedragen. De actiale verplaatsing van (2) doet bus (3) een bijkomende rotatiebeweging    maken door de   linkse schroefdraad, waarmee zij in elkaar grijpen in dezelfde draaizin als die hij meekreeg van bus (2). Bus (3) heeft aan zijn buitenkant een, in dit geval linkse schroefdraad met een spoed, die juist de helft is van deze van de binnen-of buitenschroefdraad van bus (2) en   borgend ;   deze grijpt in in de binnenschroefdraad van tandenblok (4). Samengevat : de verplaatsing van de meenemer (1) over een afstand van   1mm   heeft voor gevolg, dat tandenblok (4) zieh in dezelfde zin ook over lmm zal verplaatsen.

   De ingrijpende ketting kan tandenblok (4) echter niet doen verplaatsen ten opzichte van zijn houder. Veer (7) verplaatst bus (2), volger (1) en volgtand (8) naar links als deze vrijkomt, zodat tandenblok (4) ook weer naar links wordt verplaatst. 



  FIGUUR 16. Hier heeft de volger (1) aan zijn rechterkant een draadstuk met niet borgende linkse draad, die ingrijpt in meenemer   (2) ;   middels spie (7) wordt deze beweging overgebracht op bus (3), die tevens een translatiebeweging meekrijgt van volger (1). Bus (3) heeft een rechtse niet borgende buitendraad, met dezelfde spoed als het   draadstuk   van (1). Bus   (4)   zal dus weer een dubbele rotatie meekrijgen en, door ingrijpen in de draad met halve spoed (ten opzichte van bus 3), zal tandenblok (6) dezelfde verplaatsingen krijgen als meenemer (1), ook hier kan de ingrijpende ketting het tandenblok niet doen verplaatsen ten opzichte van zijn houder. Veer (8) duwt bus (3), meenemer (1) en dus ook tandenblok (6) terug naar zijn meest linkse stand, van zodra de volgtand vrijkomt. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  FIGUUR 17 toont een systeem, waarbij tandenblok (1) zieh met hetzelfde dubbel-schroefsysteem, als dat besproken onder fig. 16, wordt gepositionneerd ; ook het systeem van fig. 15 kan hiervoor in aanmerking komen. Bus (2) heeft aan zijn rechterkant een schroefdraadvormig kamprofiel (3), (4) is deze van het voorgaand tandenbloksysteem. Nokhouder (5) draagt volger (6). Vertrekkende van een afgestelde beginstand kan men stellen, dat de hoek, waarin kam (3) verdraaid is, de positie van tandenblok (1) inhoudt. Wordt volger (6) door ring   (2 : fig. 19)   deeluitmakend van voorgaande tandenblokhouder en passend in groef (7)   (fig. 17) tegen   kam (4) geduwd, dan zal nokhouder (5) en dus ook tandenblok (1) een tussenstand innemen, die juist een geheel maal de steek bedraagd.

   Dit gebeurt telkens als nok (1) (fig. 19) door de ketting naar onder wordt verplaatst, waardoor pennen (3) en ring (2) naar links worden verplaatst. Nokhouder (5) is zo gemaakt, dat hij niet kan ronddraaien, maar wel voor-en achteruit bewogen worden. Van zodra nok   (1)   weer van onder de ketting vrijkomt, zal veer (4) nok (1) naar boven duwen, waardoor tandenblok (1) (fig. 17) naar rechts wordt geduwd. Tandenblok (1) dient zieh over tweemaal de tandsteek te kunnen verplaatsen om ook het vergroten van de steekcirkel te kunnen opvangen. Een homokinetische koppeling (9) vangt enerzijds de hoekverandering tussen twee tandblokhouders op en, anderzijds samen met gewricht (8), de kromme tandenblokbaan. 



  FIGUUR 18 toont een systeem, waarbij de ketting ingrijpt in een schroefvormige vertanding (1) in plaats van in een tandenblok en waarvan de spoed gelijk is aan de kettingsteek, waardoor het mogelijk wordt kontinu te corrigeren, zonder naar een beginstand te 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 moeten teruggaan. Het corrigeren van de veranderende steekeirkeldiameter gebeurt door het verdraaien van schroef (1) en dit door de verplaatsing van draadstang (3) die inwerkt op het dubbel-schroefsysteem zoals uiteengezet onder fig. 16.

   De correctie om tussen twee tandenblokken een geheel aantal keer de steek te behouden wordt bekomen, doordat bij iedere rotatie koppelstuk    (6) of (5)   van volgende    schroefhouder wordt   ontkoppeld van het tegenprofiel (7) van voorgaande schroef   of (t)   van de schroef   (),   waardoor deze zieh op de voorgaande schroef kan aanpassen. Dit wordt bekomen, doordat zijn koppelstuk tegen het profiel van voorgaande schroef wordt aangedrukt door een systeem zoals beschreven onder   fig. 19,   waarbij ring (2) past in groef   (8 : fig. 18). Hierbij   is er een homokinetische koppeling (9) voorzien, om draaibewegingsoverdracht van (6) op (3) mogelijk te maken over de hoek, die er telkens tussen twee tandblokhouders bestaat. 



  De ketting hiervoor heeft een profiel, aangepast aan de tandvorm van het schroefvormige tandenblok   (1. fig. 21),   in tonvorm uitgevoerd, om de gemiddelde ronding van steekcirkel te volgen. 



  FIGUUR 20. Hier kan volger (1) door de beweging van meenemer (3) zieh actiaal op zijn as verplaatsen, waarbij schroef (4) enkel beweegt als volger (1) tegenprofiel (2) in zijn nieuwe positie   raakt ;   de beweging van (1) wordt dan via koppeling (5) naar schroef (4) overgedragen. Een detailtekening van volger en koppeling vindt men in fig. 22, waarbij voeler (1) zieh actiaal over as (2) kan verplaatsen, maar in de draaizin geborgen is door spie (3) of een tandkoppeling ; de   homokinetisch   koppeling bestaat uit eenzelfde aantal gebogen vingers (4) en (5) aan de omtrek van twee schijven 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 geplaatst en die zo in elkaar grijpen, dat bij het zwenken van de twee assen rond punt (6) ze aan een kant meer en aan de andere minder in elkaar grijpen. 



  Opmerking : bij de systemen met zaagtandprofiel zoals besproken in de figuren 9 tot 16 kan dit zaagtandprofiel ook doorlopend in de ketting ingebouwd zijn ; de volger staat dan uiteraard omgekeerd. 



  4. VOORBEELDEN. 



  4. 1. Voorbeeld 1. Een transmissie, bestaande uit een overbrengingssysteem, zoals beschreven in   fig. 1   of 2, waarbij de riemschijven van de variator zijn uitgevoerd volgens fig. 3 of fig. 6, de tandpositionnering volgens   fig. 9, 10   of 11 of een kombinatie ervan, of volgens   fig. 14   tot 18, toegepast op een personen-of vrachtwagen. 



  Mits een   in- en uitschakelkoppeling   te voorzien, evenals de nodige sturingen van de variator, kan deze transmissie de overbrenging van de motor naar de eindaandrijving verzekeren zonder noemenswaardig energieverlies. Bovendien kan, naargelang de momentele vraag, hetzij het maximum koppel, het maximum vermogen of maximum rendement van de motor gevraagd worden door regeling van zijn toerental en waarbij de transmissie continu de meest geschikte overbrengingsverhouding aanneemt. 



    4. 2.   Voorbeeld 2. Dezelfde uitvoering als bij voorbeeld 1. op een   personen-of vrachtwagen,   maar dubbel uitgevoerd eenmaal voor de linker en rechter wielaandrijving. Worden de variatoren buiten de normale sturing, ook nog bijgestuurd naargelang de stand van het wagenstuur, dan hoeft er geen differentieel te worden voorzien ; bovendien   zal   de wagen in alle omstandigheden op de meest ideale 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 manier worden aangedreven, vooral op het gebied van baanvastheid greep op de weg en stabiliteit in de bochten. 



    . 3.   Voorbeeld 3. Een transmissie, toegepast op een grondverzetmachine, waarbij de motor op een konstant toerental kan draaien en de vraag naar vermogen, koppel en toerental wordt opgevangen door de motorvulling en de sturing van de transmissie.

Claims (1)

11. CONCLUSIES.
1. Variator met positieve overdracht, bestaande uit twee in diameter verstelbare poelies verbonden met een tandketting of tandriem. De poelies zijn hierdoor gekenmerkt, dat ze bestaan uit een aantal segmenten (fig. 3 : 3), die passen tussen twee konische schijven zodat bij axiale verplaatsing van deze van of naar elkaar toe, de buitenomtrek van deze poelies kleiner of groter wordt. De segmenten zijn hierdoor gekenmerkt, dat ze zijdelings in radiale gleuven van de konische schijven (fig. 3 : 2) worden geleid evenals concentrisch worden gehouden door een schijf met spiraalvormige gleuven (fig. 3 : 4) en (fig. 5).
Bovendien zijn deze segmenten gekenmerkt doordat ze tandenblokken (fig. 3 : 5) bevatten, die ingrijpen in de omlopende ketting en door mechanismen telkens voor ieder ingrijpen weer in de juiste positie tegenover de tanden van de ketting wordt gezet.
2. Zelfde variatorsysteem als in conclusie 1 maar waarbij de segmenten (fig. 6 : 2) zijn gekenmerkt, doordat zij vlakke zijden hebben en passen tussen twee axiaal onbeweegbare vlakke schijven (fig. 6 : 1). De segmenten zijn hierdoor gekenmerkt, dat ze radiaal worden geleid door radiale gleuven in de vlakke schijven (fig. 6 : 3) en concentrisch naar een grotere of kleinere diameter worden geleid door het relatief draaien van een tweede stel schijven met spiraal-vormige gleuven (fig. 6 : 6a en 6b en fig. 7). De segmenten bevatten tandenblokken, gelijkaardig aan dezen van conclusie 1.
3. Tandenblok-positionneringssysteem, toegepast op conclusie 1 en 2, gekenmerkt door zaagtandprofielen op ieder tandenblok (fig. 9 : 6), waarin door de ketting volgtanden (fig. 9 : 8) <Desc/Clms Page number 17> (fig. 9 : 6), waarin door de ketting volgtanden (fig. 9 : 8) worden geduwd, telkens gekoppeld aan volgende tandenblok, waardoor deze op een geheel maal de tandsteek komt te staan van vorige tandenblok en door een geleiding van het tandenblok, die deze borgt, van zodra de ketting er druk op uitoefent.
4. Positionneringsssysteem volgens conclusie 3, maar gekenmerkt doordat het zaagtandprofiel op de ketting is aangebracht en waarbij de volgtand eveneens door de ketting bij het ingrijpen wordt verschoven om de tanden van het van hem deel uitmakende tandenblok juist op hoogte van de kettingtanden te zetten.
5. Systeem van lineaire bewegingsoverbrenging, gekenmerkt door intermediaire dubbele rotatie-overdracht, over twee schroeven met grote, niet zelfborgende spoed (fig. 15 : 2 en 3) en wiens rotatie wordt samengevoegd op een van schroefdraad ¯met een spoed, die juist de helft bedraagt van deze van de schroeven en zelfborgend- voorziene bus, die zijn rotatie langs deze schroefdraad overdraagt in een eenzelfde lineaire beweging op het te bewegen onderdeel, dat steeds geborgd staat.
6. Systeem van conclusie 5, toegepast op een variatorsysteem volgens conclusie 1 of 2 en een positionneringssysteem volgens conclusie 3 of 4, maar waarbij de beweging van de volgtanden wordt overgedragen via een systeem van bewegingoverdracht volgens conclusie 5 op het tandenblok.
7. Systeem volgens conclusie 6, maar waarbij het positionneringssysteem werkt met een spiraalvormige kam (fig. 17 : 3 en 4) op het vrije uiteinde van de bus van conclusie 5, waarte- <Desc/Clms Page number 18> gen door de ketting, via een haaks overbrengingssysteem een voeler wordt gedrukt, die gekoppeld is aan het volgend tandenblok door een overbrengingssysteem volgens conclusie 5, waardoor dit tandenblok steeds op een geheel maal de tandsteek van vorig tandenblok komt te staan.
H. Tandenbloksysteem (fig. 18 : 1 en fig. 20 : 4), toegepast op de segmenten van conclusie 1 of 2 en gekenmerkt doordat de tanden schroefvormig zijn, bekomen doordat de bus van conclusie 5 aan de buitenkant een schroefvormig tandprofiel heeft, waarin de ketting ingrijpt en aan zijn vrije uiteinde een wigvormig profiel, waarin een tegenprofiel past, dat door de ketting via een haaks overbrengingssysteeem er tegenaan wordt gedrukt en dat verbonden is via het overbrengingssysteem volgens conclusie 5 met het volgend tandenblok en gekenmerkt door de mogelijkheid continu te kunnen corrigeren zonder steeds naar de uitganspositie te moeten terugkeren.
9. Transmissiesysteem bestaande uit een planetair tandwielstel, met een aangedreven as en een aandrijving met twee vrijheidsgraden, gekenmerkt doordat een vrijheidsgraad rechtstreeks door de aandrijvende as wordt aangedreven en een tweede met tussenschakeling van een positieve variator, volgens conclusie 1 of 2.
10. Dubbel transmissiesysteem volgens conclusie 9, toegepast op een voertuig, elk voor een aan te drijven zijde en hierdoor gekenmerkt, dat de sturing van de transmissie bovendien door de besturing van het voertuig zodanig wordt bijgeregeld, dat iedere zijde steeds het juiste, toerental heeft, volgens de vraag door de besturing.
BE8701139A 1987-10-06 1987-10-06 Positieve, totaal continu variabele transmissie. BE1000965A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701139A BE1000965A5 (nl) 1987-10-06 1987-10-06 Positieve, totaal continu variabele transmissie.
BE8800507A BE1001089A6 (nl) 1987-10-06 1988-05-06 Positieve volcontinu variabele transmissie.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701139A BE1000965A5 (nl) 1987-10-06 1987-10-06 Positieve, totaal continu variabele transmissie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000965A5 true BE1000965A5 (nl) 1989-05-23

Family

ID=3882902

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8701139A BE1000965A5 (nl) 1987-10-06 1987-10-06 Positieve, totaal continu variabele transmissie.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1000965A5 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2664956A1 (fr) * 1990-07-23 1992-01-24 Badersbach Monique Variateur continu de vitesse a chaine.
NL2017150B1 (nl) * 2016-07-11 2018-01-17 Drive Tech Holland Ltd Transmissie en voertuig voorzien van een dergelijke transmissie.

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB162384A (en) * 1920-01-27 1921-04-27 Francis Jeremiah Healey Improvements in and relating to variable velocity ratio gearing
CH253785A (de) * 1947-08-09 1948-03-31 Rebmann Ernst Riemengetriebe mit veränderlicher Abtriebsdrehzahl.
FR951979A (fr) * 1947-07-11 1949-11-07 Guillaume Ooms Atel Const Variateur différentiel
FR2348408A1 (fr) * 1976-04-13 1977-11-10 Mistral Bernardi Genevieve Variateur continu de rapport de transmission
GB2010423A (en) * 1977-12-15 1979-06-27 Lely Nv C Van Der Torque converter
BE895988A (nl) * 1983-02-23 1983-06-16 Hee Jan Van Aanvulling van continu variabele transmissie, met trapezium-vormige riem, lopend op verstelbare conische schijven, door verbinding met planetair-tandwielstelsel

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB162384A (en) * 1920-01-27 1921-04-27 Francis Jeremiah Healey Improvements in and relating to variable velocity ratio gearing
FR951979A (fr) * 1947-07-11 1949-11-07 Guillaume Ooms Atel Const Variateur différentiel
CH253785A (de) * 1947-08-09 1948-03-31 Rebmann Ernst Riemengetriebe mit veränderlicher Abtriebsdrehzahl.
FR2348408A1 (fr) * 1976-04-13 1977-11-10 Mistral Bernardi Genevieve Variateur continu de rapport de transmission
GB2010423A (en) * 1977-12-15 1979-06-27 Lely Nv C Van Der Torque converter
BE895988A (nl) * 1983-02-23 1983-06-16 Hee Jan Van Aanvulling van continu variabele transmissie, met trapezium-vormige riem, lopend op verstelbare conische schijven, door verbinding met planetair-tandwielstelsel

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2664956A1 (fr) * 1990-07-23 1992-01-24 Badersbach Monique Variateur continu de vitesse a chaine.
NL2017150B1 (nl) * 2016-07-11 2018-01-17 Drive Tech Holland Ltd Transmissie en voertuig voorzien van een dergelijke transmissie.
WO2018012966A1 (en) * 2016-07-11 2018-01-18 Drive Technology Holland Ltd. Transmission and vehicle provided with such a transmission
US11326671B2 (en) 2016-07-11 2022-05-10 Drive Technology Holland Ltd. Transmission and vehicle provided with such a transmission

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6499373B2 (en) Stack of gears and transmission system utilizing the same
DE3903877C1 (nl)
CN104620024B (zh) 驱动力传递装置的润滑结构
RU2251639C1 (ru) Ведущий шкив для бесступенчато-регулируемой передачи
DE102005048611A1 (de) Antriebsanordnung
NL1021424C2 (nl) Kettingaandrijving.
US6599216B1 (en) Gearbox unit
EP0222929A1 (de) Stufenlos einstellbares Zugmittelgetriebe
BE1000965A5 (nl) Positieve, totaal continu variabele transmissie.
BE1026877B1 (nl) Inrichting en werkwijze van aanvoeren van een thermoplastisch filament
US20090270209A1 (en) Gear assembly and constinuously variable transmission comprising gear assembly
NL9301646A (nl) Traploos instelbare transmissie.
DE4329441A1 (de) Stufenlos verstellbares Getriebe mit formschlüssiger Momentenübertragung
EP1673554B1 (en) Transmission ratio change unit having permanent stepped meshing gears
CN103688086A (zh) 带式无级变速机
NL8304197A (nl) Drijfwerk voorzien van een vlak tuimelrad.
US2927480A (en) Differential drive
KR970006373B1 (ko) 자동장치
US5997427A (en) Continuously variable gearing transmission
US8790199B2 (en) Radial diaphragm spring clutch
EP1019645B1 (de) Getriebe mit stufenlos einstellbarer übersetzung
CN101287931A (zh) 齿轮组件和包含该齿轮组件的无级变速器
CN111255866A (zh) 链传动无级变速装置
BE1001089A6 (nl) Positieve volcontinu variabele transmissie.
CN1467392A (zh) 传动半径可变的锥盘-链轮传动件及啮合传动无级变速器

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: BUTTIENS WILLY

Effective date: 19891031