<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het aanbrengen van borstelharen in borstellichamen, en inrichting die deze werkwijze toepast.
EMI1.1
--------------------------------------------------------------
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om borstelharen in borstellichamen aan te brengen. Meer speciaal betreft de uitvinding een werkwijze waarbij de respektievelijke vezelbundeltjes en hun bevestingingsmiddelen, die zoals bekend kunnen bestaan uit krammen of ankerplaatjes, onder een hoek t. o. v het borstellichaam worden ingeplant. Tevens betreft de uitvinding een inrichting die deze werkwijze toepast.
Uit de Europese oktrooiaanvrage nr 195. 134 van aanvraagster is het bekend om de voornoemde bevestingsmiddelen onder een hoek t. o. v het borstellichaam in te planten door de borstellichaamhouder over een bepaalde hoek te verdraaien gedurende de presentatie ervan onder het vulwerktuig. De huidige uitvinding voorziet in een werkwijze en een inrichting
<Desc/Clms Page number 2>
voor het onder een hoek inplanten van vezelbundeltjes in borstellichamen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van wentelbare borstellichaamhouders. Volgens een eerste mogelijkheid wordt hiertoe het vulwerktuig onder een hoek gesteld t. o. v het te bewerken borstellichaam.
Zulke reeds bestaande uitvoering heeft echter als nadeel dat gelijktijdig met het onder een hoek plaatsen van het vulwerktuig ook het vezelmagazijn en de bundelafnemer die de vezelbundeltjes vanaf het vezelmagazijn in het vulwerktuig brengt, onder een hoek dienen geplaatst te worden, evenals het aandrijfmechanisme ervan, waardoor een weinig praktische konstruktie ontstaat.
De huidige uitvinding heeft tot doel te voorzien in een werkwijze en inrichting voor het onder een hoek in een borstellichaam aanbrengen van vezelbundeltjes, waarbij bet voornoemde nadeel zieh niet voordoet. De uitvinding betreft dan ook een werkwijze voor het aanbrengen van borstelharen in borstellichamen, waarbij één na een vezelbundels samen met een bevestigingselement door middel van een vulwerktuig in de borstellichaamopeningen aangebracht worden, daardoor gekenmerkt dat de vezelbundels en de bevestigingselementen na het inbrengen in het vulwerktuig en voor het inplanten in het borstellichaam aan een hoekverdraaiing onderworpen worden.
De inrichting die volgens de uitvinding hiertoe kan aangewend worden bestaat hoofdzakelijk uit een vulwerktuig ;
<Desc/Clms Page number 3>
rotatiemiddelen die een verdraaiing van het vulwerktuig, of een gedeelte ervan, bij voorkeur langs zijn lengteas toelaten ; en aandrijfmiddelen om gedurende de vulbeweging van het vulverktuig in een hoekverdraaiing ervan te voorzien. Deze
EMI3.1
inrichting is bijzonder geschikt om tegen hoge cl inplantsnelheden te werken.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen. waarin : figuur 1 schematisch de werkwijze volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 2.
De werkwijze volgens'de uitvinding wordt in figuur 1 schematisch in vier stappen respektievelijk A t. e. m. D, voorgesteld. De bijzonderst elementen die hierbij voorkomen zijn het vezelmagazijn 1 dat voorzien is van losse vezels 2, de bundelafnemer 3 die een na een vezelbundels 4 uit het vezelmagazijn 1 afneemt, een vulwerktuig 5 waarvan in de
EMI3.2
schematische uitsluitend de geleiding 6 is Meergegeven de bevestigingselementen
<Desc/Clms Page number 4>
- in dit geval ankerplaatjes 7-en de vezelbundels 4 geleid worden, en een van openingen 8 voorzien borstellichaam 9 dat bijvoorbeeld in een borstellichaamhouder 10 wordt vastgehouden die op zijn beurt op een al dan niet wentelbare drager 11 kan gemonteerd zijn,
zodanig dat zoals bekend het borstellichaam 9 aan verschillende gereedsschapswerktuigen kan gepresenteerd worden.
Het bijzondere van de werkwijze volgens de uitvinding bestaat erin dat de bevestigingselementen, in dit geval de ankerplaatjes 7, en dus ook de vezelbundels 4, gedurende hun verplaatsing naar het borstellichaam 9 aan een verdraaiing R onderworpen worden, zodanig dat de ankerplaatjes 7 onder een hoek ingebracht worden.
Zoals weergegeven in figuur 1 wordt hierbij in een eerste fase A door middel van de bundelafnemer 3 op klassieke wijze een vezelbundel 4 uit het vezelmagazijn 1 gevormd, terwijl een ankerplaatje 7 tussen de geleidingen 6 wordt toegevoerd.
Vervolgens wordt een stand B bereikt waarbij het ankerplaatje 7, dat evenwel ook uit een kram zou kunnen bestaan, samengevoegd wordt met de inmiddels in het vulwerktuig aangebrachte vezelbundel 4. De bundelafnemer wordt op dat moment bij voorkeur terug uit het vulwerktuig 5 getrokken.
Hieropvolgend wordt, zoals aangeduid door middel van stand C, het ankerplaatje 7 met de vezelbundel 4 niet alleen naar het
<Desc/Clms Page number 5>
borstellichaam 9 bewogen, doch ook aan een rotatiebeweging R onderworpen, bijvoorbeeld door verdraaiing van het vulwerktuig
5 of een gedeelte ervan, zodanig dat tenslotte, zoals aangegeven door stand D, een inplanting onder een hoek plaats vindt.
In de figuren 2 en 3 wordt een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting voor het verwezenlijken van de voornoemde werkwijze weergegeven. Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit het vulwerktuig 5, dat voorzien is van rotatiemiddelen 12 die de verdraaiing R van de vulwerktuigschuif 13 langs haar lengteas 14 toelaten en aandrijfmiddelen 15 om het vulwerktuig 5 gedurende de vulbeweging een hoekverdraaiing R op te leggen.
De rotatiemiddelen 12 bestaan hoofdzakelijk uit een draaibaar lichaam 16 dat door middel van voornoemde aandrijfmiddelen 15 over een bepaalde hoek kan verdraaid worden, één en ander zodanig dat de vulwerktuigschuif 13 van het vulwerktuig 5, axiaal verplaatsbaar doch onverdraaibaar, t. o. v het voornoemd draaibaar lichaam 16 is gemonteerd. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat dit draaibaar lichaam 16 uit een cilindervormig huis dat in een vaststaand huis 17 is gelagerd. Het cilindervormig huis, dat aldus het voornoemd draaibaar lichaam 16 vormt, bevat een opening 18 waarin axiaal verschuifbaar, doch onverdraaibaar t. o. v dit huis, de
<Desc/Clms Page number 6>
vulwerktuigschuif 13 is aangebracht, die door haar verschuiving toelaat de vulbeweging tot stand te brengen.
De vormen van respektievelijk de opening 18 en de daarin passende vulwerktuigschuif 13 zijn zodanig dat zij geen rotatie van de schuif 13 t. o. v. het lichaam 15 toelaten, doch enkel een axiale translatie ten opzichte van elkaar.
De aandrijfmiddelen 15 om in de verdraaiing van het lichaam 16 en dus van de vulwerktuigschuif 13 te voorzien, kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een op dit lichaam 16 aangebrachte radiale arm 19 die via een stang 20 of dergelijke door middel van een nokken-mechanisme 21 wordt bevolen. De arm 19 is bijvoorbeeld zodanig op het draaibaar lichaam 16 gemonteerd dat deze door een radiale gleuf 22 in het omgevene huis 17 steekt. Hierdoor wordt tevens bekomen dat het cilindervormig huis of lichaam 16 tegen axiale verschuiving vergrendeld wordt.
In figuur 2 is schematisch de toevoer 23 van de bevestigingsmiddelen weergegeven. In het geval dat gebruik gemaakt wordt van de voornoemde ankerplaatjes 7 zullen deze op bekende wijze van een strip 24, bij voorkeur uit metaal, worden afgesneden en in de baan van een heen en weer gaande naald 25 worden gebracht die in de afscheiding van ankerplaatjes van deze strook 24 voorziet, waarbij deze naald 25 de ankerplaatjes 7 samen met de vezelbundels 4 naar het
<Desc/Clms Page number 7>
voorste uiteinde van het vulwerktuig 5 duwt en vervolgens in het borstellichaam 9 aanbrengt.
Om in de axiale translatiebeweging van de vulwerktuigschuif 13 te voorzien zal deze. door middel van geschikte aandrijfmiddelen heen en weer bewogen worden. Daar zulke aandrijfmiddelen van verschillende aard kunnen zijn-waarbij zij bijvoorbeeld bestaan uit een nokkenmechanisme-en op zichzelf voldoende bekend zijn, werden zij in de figuren niet weergegeven. Het is duidelijk dat de aandrijfmiddelen 15 die in de rotatie van het lichaam 16 voorzien op passende wijze zullen gekoppeld zijn met, enerzijds, de aandrijfmiddelen om in de heen en weer gaande beweging van de vulwerktuigschuif 13 te voorzien, en anderzijds, de middelen door middel van dewelke de naald 25, de bundelafnemer 3 en het mechanisme voor de toevoer van het bevestigingselement, worden aangedreven.
De'werking van de hiervoor beschreven inrichting kan eenvoudig uit de figuren 2 en 3 worden afgeleid. Zij bestaat er hoofdzakelijk in dat door middel van de bundelafnemer 3 een vezelbundel 4 in het vulwerktuig 5 wordt gebracht. Door de beweging van de naald 25 worden een ankerplaatje 7 en de vezelbundel 4 vervolgens naar het voorste uiteinde van het vulwerktuig geschoven. Inmiddels is de bundelafnemer 3 teruggedraaid, en gelijktijdig met de verplaatsing van het ankerplaatje 7 en de vezelbundel 4 wordt, enerzijds, de
<Desc/Clms Page number 8>
vulwerktuigschuif 13 axiaal verschoven zodanig dat dit tegen het borstellichaam 9 geplaatst wordt, en worden, anderzijds, de aandrijfmiddelen 15 door middel van het nokkenmechanisme 21 bevolen.
Het is duidelijk dat deze bewegingen tot de voornoemde hoekverdraaiing R leiden, zodanig dat de ankerplaatjes 7 onder een hoek ingeplant worden.
Uiteraard heeft de uitvinding ook betrekking op werkwijzen waarbij het vulwerktuig niet axiaal verplaatst wordt doch uitsluitend verdraaid wordt, en waarbij het borstellichaam 9 door een verplaatsing van de voornoemde drager 11 tegen het vulwerktuig gepresenteerd wordt.
Vanzelfsprekend kunnen de aandrijfmiddelen 15 om in de verdraaiing van het lichaam 16 te voorzien van verschillende aard zijn. Bij wijze van voorbeeld zou hiertoe ook een elektronisch gestuurde motor, bijvoorbeeld een stap- of servomotor, kunnen aangewend worden, zodanig dat de grootte van de hoek waarover de verdraaiing R geschiedt eenvoudig door middel van een toetsenbord of computergestuurd, mits een gepaste stuureenheid, kan ingesteld worden, waardoor bijvoorbeeld per opening 8 van het borstellichaam 9 in een optimale hoek voor de inplanting kan voorzien worden.
Het is duidelijk dat met de verdraaiing van het vulwerktuig niet steeds het volledige vulwerktuig bedoeld is. Het kan
<Desc/Clms Page number 9>
volgens de uitvinding immers volstaan om een gedeelte van het vulwerktuig te verdraaien, waarmee in het bijzonder de kop van het vulwerktuig of de geleiding 6 bedoeld worden.
Volgens de hiervoor beschreven voorkeurdragende uitvoeringsvorm draait de vulwerktuigschuift 13 rond haar eigen as 14, waarbij deze as 14 op eenzelfde plaats gesitueerd blijft. De hierbij gebruikte rotatiemiddelen 12 kunnen andere zijn dan de in de figuren weergegeven middelen. Volgens een niet in de figuren weergegeven mogelijkheid bestaan zij bijvoorbeeld uit een spiraalvormige schroefgeleiding waarlangs de vulwerktuigschuif kan verplaatst worden, een en ander zodanig dat aan de vulwerktuigschuif via de schroefgeleiding, die uiteraard de passende spoed vertoont, t, ijdens haar axiale translatie de gewenste hoekverdraaiing wordt verleend.
Volgens nog een andere mogelijkheid wordt de voornoemde hoekverdraaiing R verkregen door het valwerktuig in zijn geheel rond een as te scharnieren langs een draaias die op enige afstand van de lengteas van het valwerktuig is gelegen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting kunnen in verscheidene varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Method for applying bristles in brush bodies, and device applying this method.
EMI1.1
-------------------------------------------------- ------------
This invention relates to a method of applying bristles to brush bodies. More specifically, the invention relates to a method in which the respective fiber bundles and their fastening means, which may be known as staples or anchor plates, are inclined at an angle. o. be implanted into the brush body. The invention also relates to a device that applies this method.
It is known from European patent application no. 195,134 of the applicant for the aforesaid fastening means at an angle t. o. v implant the brush body by rotating the brush body holder by a certain angle during its presentation under the filling tool. The present invention provides a method and an apparatus
<Desc / Clms Page number 2>
for implanting fiber bundles at an angle into brush bodies not using revolving brush body holders. According to a first possibility, the filling tool is set at an angle for this purpose. o. v the brush body to be processed.
However, such a pre-existing embodiment has the drawback that simultaneously with placing the filling tool at an angle, the fiber magazine and the bundle collector that introduces the fiber bundles from the fiber warehouse into the filling tool must also be placed at an angle, as well as the drive mechanism thereof, so that a little practical construction arises.
The present invention has for its object to provide a method and device for applying fiber bundles at an angle to a brush body, wherein the above-mentioned drawback does not occur. The invention therefore also relates to a method for arranging bristles in brush bodies, wherein one after a fiber bundles are placed in the brush body openings together with a fastening element by means of a filling tool, characterized in that the fiber bundles and the fastening elements after insertion in the filling tool and subject to angular rotation before implantation into the brush body.
The device which can be used for this purpose according to the invention mainly consists of a filling tool;
<Desc / Clms Page number 3>
rotary means permitting rotation of the filling tool, or a part thereof, preferably along its longitudinal axis; and drive means for providing an angular rotation thereof during the filling movement of the filling tool. This one
EMI3.1
device is particularly suitable for operating at high implantation rates.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, a preferred embodiment is described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings. wherein: figure 1 schematically represents the method according to the invention; figure 2 represents a device according to the invention; figure 3 represents a cross-section according to line 111-111 in figure 2.
The method according to the invention is schematically shown in Fig. 1 in four steps and A t, respectively. e. m. D, suggested. The most special elements that occur here are the fiber magazine 1, which is provided with loose fibers 2, the bundle collector 3, which takes off one after the fiber bundles 4 from the fiber warehouse 1, a filling tool 5, of which the
EMI3.2
schematic only the guide 6 is given
<Desc / Clms Page number 4>
- in this case anchor plates 7 and the fiber bundles 4 are guided, and a brush body 9 provided with openings 8, which is held, for example, in a brush body holder 10, which in turn can be mounted on a carrier 11, which can be rotated or not,
such that, as is known, the brush body 9 can be presented to various tool tools.
The special feature of the method according to the invention consists in that the fastening elements, in this case the anchor plates 7, and thus also the fiber bundles 4, are subjected to a rotation R during their displacement to the brush body 9, such that the anchor plates 7 are angled be brought in.
As shown in figure 1, in a first phase A, a fiber bundle 4 is conventionally formed from the fiber warehouse 1 by means of the bundle take-off 3, while an anchor plate 7 is fed between the guides 6.
Subsequently, a position B is reached in which the anchor plate 7, which could also consist of a staple, is combined with the fiber bundle 4 which has now been placed in the filling tool. The bundle take-off is preferably withdrawn from the filling tool 5 at that time.
Subsequently, as indicated by position C, the anchor plate 7 with the fiber bundle 4 is not only moved to the
<Desc / Clms Page number 5>
brush body 9 moved, but also subjected to a rotational movement R, for example by rotating the filling tool
5 or a part thereof, such that finally, as indicated by position D, an implantation takes place at an angle.
Figures 2 and 3 show a preferred embodiment of a device for implementing the aforementioned method. This device mainly consists of the filling tool 5, which is provided with rotating means 12 which allow the rotation R of the filling tool slide 13 along its longitudinal axis 14 and driving means 15 to impose an angular rotation R on the filling tool 5 during the filling movement.
The rotation means 12 mainly consist of a rotatable body 16 which can be rotated by a certain angle by means of the aforementioned drive means 15, all this in such a way that the filling tool slide 13 of the filling tool 5 is axially displaceable but not rotatable. o. the aforementioned rotatable body 16 is mounted. In the illustrated embodiment, this rotatable body 16 consists of a cylindrical housing which is mounted in a fixed housing 17. The cylindrical housing, which thus forms the aforementioned rotatable body 16, comprises an opening 18 in which is axially slidable, but not rotatable. o. v this house, the
<Desc / Clms Page number 6>
filling tool slide 13 is provided, which, due to its displacement, allows the filling movement to be effected.
The shapes of the opening 18 and the corresponding filling tool slide 13, respectively, are such that they do not rotate the slide 13. o. v. allow the body 15, but only an axial translation with respect to each other.
The drive means 15 for providing the rotation of the body 16 and thus of the filling tool slide 13 may, for example, consist of a radial arm 19 mounted on this body 16, which is ordered via a rod 20 or the like by means of a cam mechanism 21 . For example, the arm 19 is mounted on the rotatable body 16 such that it projects through a radial slot 22 into the surrounding housing 17. This also ensures that the cylindrical housing or body 16 is locked against axial displacement.
Figure 2 schematically shows the supply 23 of the fastening means. If the aforementioned anchor plates 7 are used, they will be cut off in a known manner from a strip 24, preferably of metal, and placed in the path of a reciprocating needle 25 which separates the anchor plates from this strip 24 provides, this needle 25 the anchor plates 7 together with the fiber bundles 4 towards it
<Desc / Clms Page number 7>
pushes the front end of the filling tool 5 and then inserts it into the brush body 9.
In order to provide for the axial translation movement of the filling tool slide 13, it will. be moved back and forth by means of suitable drive means. Since such drive means may be of different nature, for example consisting of a cam mechanism, and sufficiently known per se, they have not been shown in the figures. It is clear that the drive means 15 which provide for the rotation of the body 16 will be suitably coupled with, on the one hand, the drive means for providing the reciprocating movement of the filling tool slide 13, and on the other hand, the means by from which the needle 25, the bundle take-off 3 and the mechanism for feeding the fastening element are driven.
The operation of the above-described device can be easily deduced from Figures 2 and 3. It mainly consists in that a fiber bundle 4 is introduced into the filling tool 5 by means of the bundle collector 3. By the movement of the needle 25, an anchor plate 7 and the fiber bundle 4 are then pushed to the front end of the filling tool. In the meantime, the bundle take-off 3 has been turned back, and simultaneously with the displacement of the anchor plate 7 and the fiber bundle 4, the
<Desc / Clms Page number 8>
filling tool slide 13 is axially shifted such that it is placed against the brush body 9, and, on the other hand, the drive means 15 are ordered by means of the cam mechanism 21.
It is clear that these movements lead to the aforementioned angular rotation R, such that the anchor plates 7 are implanted at an angle.
Naturally, the invention also relates to methods in which the filling tool is not moved axially but is only rotated, and in which the brush body 9 is presented by displacing the aforementioned carrier 11 against the filling tool.
Obviously, the drive means 15 to provide for rotation of the body 16 can be of different nature. By way of example, an electronically controlled motor, for example a step or servo motor, could also be used for this purpose, such that the magnitude of the angle through which the rotation R takes place can easily be achieved by means of a keyboard or computer controlled, provided an appropriate control unit is used. so that, for example, an optimum angle for implantation can be provided per opening 8 of the brush body 9.
It is clear that the rotation of the filling tool does not always mean the complete filling tool. It's possible
<Desc / Clms Page number 9>
after all, according to the invention it suffices to rotate a part of the filling tool, which in particular means the head of the filling tool or the guide 6.
According to the preferred embodiment described above, the filling tool slide 13 rotates about its own axis 14, whereby this axis 14 remains situated in the same place. The rotation means 12 used here can be other than the means shown in the figures. According to a possibility not shown in the figures, they consist, for example, of a helical screw guide along which the filling tool slide can be moved, such that the filling tool slide via the screw guide, which of course shows the appropriate pitch, t, during its axial translation, the desired angular rotation. is granted.
According to yet another possibility, the aforementioned angular rotation R is obtained by pivoting the dropping tool in its entirety about an axis along a pivot axis located some distance from the longitudinal axis of the dropping tool.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such a method and device can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.