<Desc/Clms Page number 1>
Paneelomkadering en elementen hierbij gebruikt.
EMI1.1
----------------------------------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een paneelomkadering alsook op de elementen die bij zulke omkadering worden toegepast.
Men weet dat het omkaderen van panelen, zoals dragers voor foto's, tekeningen, doek, schrijfborden, prikborden en dergelijke meer en meer geschiedt door er een omlijsting of omkadering omheen aan te brengen die gevormd wordt door profielen in. o. a. kunststof of metaal, met het doel, hetzij de randen van het betreffende paneel af te boorden, hetzij een versieringselement te vormen, hetzij nog door het aanbrengen van zulke omkadering een reliëfeffekt te beogen, hetzij nog de stabiliteit van het paneel te verbeteren.
Eveneens weet men dat het aanbrengen van zulke omkadering een precisiewerk is dat veel tijd in beslag neemt en daardoor relatief kostbaar wordt aangezien niet alleen allerlei elementen voor iedere paneeldikte
<Desc/Clms Page number 2>
afzonderlijk moeten voorzien zijn doch tevens doordat zulke elementen in de hoeken meestal door een zogenaamde verstekverbinding worden bijeengebracht die zeer zuiver moet uitgevoerd zijn teneinde op esthetisch vlak te voldoen.
De huidige uitvinding heeft een omkadering als voorwerp voor panelen die zeer eenvoudig is van konstruktie ; die door om het even wie kan uitgevoerd worden ; die aanpasbaar is aan verschillende paneeldikten zonder dat het esthetisch effekt van de omkadering hieronder leidt en waarbij bepaalde elementen zodanig zijn uitgevoerd dat met een minimum aan verschillende onderdelen kan gewerkt worden.
De omlijsting of omkadering volgens de uitvinding bestaat hiertoe uit een U-vormige lijst per paneelrand die vrij over de paneelrand van een paneel aangebracht wordt ; hoekverbindingen die ieder bestaan uit twee bij voorkeur identieke hoekelementen die met elkaar kunnen verbonden worden en middelen die tijdens de onderlinge verbinding der voornoemde hoekelementen samenwerken met minstens de aanliggende U-vormige lijsten teneinde een doelmatige verbinding te bekomen tussen deze lijsten en de hoekelementen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringvormen beschreven van een omkadering volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 1 in perspektief een paneel weergeeft dat voorzien is van een omkadering volgens de uitvinding ; figuur 2 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid ; figuren 3 en 4 respektievelijk doorsneden weergeven volgens de lijnen 111-111 en IV-IV in figuur 2 ; figuur 5 een uiteengenomen perspektiefzicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 2 ; figuren 6 en 7 zichten zijn gelijkaardig aan dit van figuur 5, doch voor uitvoeringsvarianten ;
figuren 8, 9 en 10 uitvoeringsvarianten weergeven van een hoekstuk van de omkadering volgens de uitvinding ; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens lijn XI-XI in figuur 10 ; figuur 12 een perspektiefzicht weergeeft van een uitvoeringsvariante van een hoekelement volgens de uitvinding ; figuur 13 een perspektiefzicht weergeeft van een bijzondere uitvoering van een hoekelement van een omkadering volgens de uitvinding ; figuren 14,15, 16, en 17 op schematische wijze enkele mogelijke samenvoegingen toont van profielen van een omkadering volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een paneel 1 weergegeven dat voorzien is van een omlijsting of omkadering 2 volgens de uitvinding, waarbij deze omkadering 2 in hoofdzaak gevormd wordt door vertikale lijsten 3, 4, horizontale lijsten 5, 6 en hoekverbindingen 7 die ieder gevormd zijn door twee identieke hoekelementen 8.
<Desc/Clms Page number 4>
In de figuren 3 t. e. m. 5 is de konstruktie volgens de figuren 1 en 2 met meer bijzonderheden weergegeven.
Uit deze figuren blijkt dat, in dit geval, de lijsten 3 t. e. m. 6 U-vormig zijn verwezenlijkt waarbij inwendig een wand 9 is voorzien waarvan het de bedoeling is dat
EMI4.1
hij aanligt met overeenstemmende rand 10 van het paneel 1.
Het is duidelijk dat deze wand 9 met hetzelfde doel kan gevormd worden door ribben die op iedere zijwand 11 en
12 van een U-profiel 3 t. e. m. 6 zijn aangebracht.
De profielen 3 t. e. m. 6 bezitten zodanige afmetingen dat zij met hun zijwanden 11 en 12 aanliggen aan de zijwanden van het paneel 1.
Vanzelfsprekend kunnen andere uitvoeringen gekozen worden voor deze profielen 3 t. e. m. 6 die erin bestaan dat minstens een van de wanden 11 en 12 geprofileerd is uitgevoerd om een versieringseffekt en/of relifeffekt te bekomen.
Eveneens zou het mogelijk zijn de profielen 3 t. e. m. 6 op een zodanige wijze te verwezenlijken dat de wanden 11 en 12 ervan op een afstand van elkaar zijn gelegen die overeenstemt met een relatief dik paneel 1 en waarbij, wanneer dunnere panelen zouden moeten omkaderd worden, tussen minstens een van de wanden 11 en 12 van een U-profiel en een overeenstemmende zijwand van het paneel 1 vulstroken of dergelijke zouden voorzien worden.
<Desc/Clms Page number 5>
In de weergegeven uitvoering zijn de profielen 3 t. e. m.
6 bedoeld om over nagenoeg de volledige lengte van de betreffende zijde van een paneel, doch tot op een geringe afstand van het uiteinde van een paneel, aangebracht te worden teneinde aldus mogelijk te maken dat hoekelementen 8 worden toegepast die een afgeronde hoek vertonen. Eén en ander hieromtrent blijkt duidelijk uit figuur 3. leder hoekelement 8 bestaat in dit geval uit een vlakke zijwand 13 waarvan het de bedoeling is aan te liggen met een zijwand 11 of 12 van de profielen 3 t. e. m. 6 waarbij deze zijwand aan zijn buitenomtrek voorzien is van een omgeplooide rand 14, één en ander zodanig dat als het ware een onder 90 graden geplooid L-profiel wordt verkregen.
Het aldus gevormd L-profiel, meer speciaal een arm van de rand 14 ervan is inwendig voorzien van minstens één verdikking, in dit geval twee verdikkingen, respektievelijk 15 en 16, waarin boringen 17 en 18 zijn aangebracht, terwijl de tweede arm van het hiervoor genoemd gebogen L-profiel 13-14 voorzien is van minstens een uitsteeksel, in dit geval twee uitsteeksels, respektievelijk 19 en 20.
De uitsteeksels 19 en 20 vertonen een diameter die in dit geval past in de boringen 17 en 18 waarbij uiteraard de hartafstanden tussen de uitsteeksels 17 en 18, enerzijds, en de afstand van een uitsteeksel 18 tot een buitenrand van een hoekelement 8 anderzijds, respektievelijk overeenstemmen met de hartafstand tussen de boringen 17 en 18 en de afstand van zulke boring tot de buitenrand.
<Desc/Clms Page number 6>
In deze uitvoering is, wat enkel te maken heeft met het esthetisch aspekt van de zaak, in de rand 14, terplaatse van de uitsteeksels 19 en 20, respektievelijk de boringen 17, 18 een inkeping 21 voorzien.
Volgens de uitvinding is, naar ieder uiteinde, in ieder U-profiel 3 t. e. m. 6, zoals o. a. weergegeven in figuur 5, een uitsparing 22 voorzien waarvan de afmetingen zodanig zijn dat een verdikking 16 er juist in past en waarbij de afstand ervan t. o. v. het vrij uiteinde van een overeenstemmend U-profiel bepaald is t. o. v. de lengte, respektievelijk breedte, van het paneel l, een en ander zodanig dat, na plaatsen van de profielen 3 t. e. m.
6 over de overeenstemmende randen van het paneel 1, twee identieke elementen 8 zodanig naar elkaar kunnen gebracht worden dat een verdikking 16 van ieder hoekelement plaats neemt in een uitsparing 22 van, in het geval van figuur 5, de profielen 3 en 5 waarna de twee hoekelementen 8 verder naar elkaar worden verplaatst om te bekomen dat twee uitsteeksels 19-20 van
EMI6.1
een hoekelement ingrijpen met twee boringen 17-18 van het tweede hoekelement 8.
De verbinding van de twee hoekelementen 8 met elkaar kan zowel bekomen worden door een geschikte klempassing tussen de uitsteeksels 19-20 en de boringen 17-18 danwel door het toepassen van een kliksysteem ; door het aanbrengen van lijm, bijvoorbeeld in de boringen 17-18 ; door, in het geval van kunststof, warmtelassen ; door ultrasoonlassen ; door schroeven ; door een eventuele kombinatie van verschillende verbindingssystemen ; enz.
<Desc/Clms Page number 7>
Het is duidelijk dat men op deze wijze een omkadering bekomt waarbij, enerzijds, U-vormige profielen 3 t. e. m.
6 kunnen aangewend worden die al dan niet een afmeting tussen de zijwanden 11 en 12 ervan bezitten die gelijk is of groter dan de dikte van het te omkaderen paneel 1 en waarbij de hoekelementen 8 bij het in elkaar brengen ervan automatisch op een afstand worden gehouden die overeenstemt met de breedte van de profielen 3 t. e. m. 6 zodat op een eenvoudige wijze een omkadering wordt verkregen die kan samenwerken met verschillende paneeldikten 1.
Opgemerkt wordt nog dat de hoekelementen 8 bij voorkeur aan elkaar gelijk zijn zodat er slechts een enkele eenvoudige matrijs nodig is voor het verwezenlijken van de hoekverbinding.
Een zeer groot voordeel van deze omkadering is ook nog dat de profielen 3 t. e. m. 6 op eenvoudige wijze vast verbonden worden met het hoekelement 7, respektievelijk
EMI7.1
via dit boekelement met elkaar, zonder dat een additioneel middel of ander borgingselement noodzakelijk is.
Vanzelfsprekend is deze konstruktie in hoofdzaak bedoeld om toleranties in de dikte van de drager op zeer eenvoudige wijze te kunnen opnemen, doch niets belet de profielen 3 t. e. m. 6, enerzijds, en/of de hoekelementen 8, anderzijds, te voorzien om samen te werken, zoals hiervoor reeds besproken met een bepaald gamma dragers met verschillende dikte.
<Desc/Clms Page number 8>
Andere elementen die kunnen toegepast worden om de tolerantie van het paneel 1 op te vangen kunnen bestaan, zoals weergegeven in de figuren 8 t. e. m. 11, door het voorzien van bijvoorbeeld verende lipjes 23-24 (zie figuur 8) ; door het voorzien van een hoeveelheid mousse, kit of dergelijke 25 (zie figuur 9) ; door het voorzien van een scbuinvlak 26 (zie figuur 10) ; enz.
In figuur 6 is een uitvoeringsvariante weergegeven van figuur 5 waarbij gebruik wordt gemaakt van U-vormige profielen 3 t. e. m. 6 die niet voorzien zijn van inwendige ribben en/of een inwendige wand 9, een en ander zodanig dat deze profielen volledig over de betreffende rand van het paneel 1 worden aangebracht.
Aangezien de bodem van het U-profiel hierdoor dichter bij de betreffende zijrand 10 komt van het paneel 1 zullen ook de hoekelementen 8 dichter bij het paneel komen waardoor in zulk paneel inkepingen 27 moeten voorzien worden die plaats bieden voor de verdikkingen 15 en 16.
Men bekomt hierdoor niet enkel een stevige verbinding tussen de hoekelementen 8 en de profielen 3 t. e. m. 6 maar tegelijkertijd een verbinding van deze profielen 3 t. e. m. 6, enerzijds, en de hoekelementen 8, anderzijds, met het eigenlijk paneel 1.
Figuur 7 toont nog een variante van de uitvoeringen volgens de figuren 5 en 6 waarbij de verdikkingen 15-16 verlengd zijn uitgevoerd en meer binnenwaarts geplaatst zijn, een en ander zodanig dat deze verdikkingen niet alleen samenwerken met co-axiale gaten 28 in de
<Desc/Clms Page number 9>
profielen 3 t. e. m. 6 doch tevens met gaten 29 in het paneel l.
Zoals blijkt uit de figuren 6 en 7 zijn de hoeken van een paneel 1 voorzien van een afechuining 30 teneinde een gebogen hoekelement 8 te kunnen toepassen.
In figuur 12 is een uitvoeringsvariante weergegeven van een hoekelement 8 waarbij de uitsteeksels 19-20 gevormd worden door een enkele rib 31 die in dit geval boven of gedeeltelijk getntegreerd in het betreffende profiel 3 t. e. m. 6 is aangebracht waarbij deze lip 31 minstens één verdikking 16 vertoont die samenwerkt met een uitsparing 22 in het betreffend profiel om aldus de verbinding tussen dit profiel en het hoekelement 8 te bewerkstelligen. De boringen 17 en 18 zijn in dit geval vervangen door een groefvormige uitsparing 32 waarmede de rib 31 van een tegenoverliggend hoekeleme t kan samenwerken. Een uitsparing 33 is voorzien voor het opvangen van een verdikking 16 van een tegenoverliggend hoekelement.
In figuur 13 is een hoekelement 8 weergegeven dat op dezelfde wijze verwezenlijkt is als de hiervoor besproken hoekelementen, doch in dit geval is de achterzijde van de rand 14 enigszins breder uitgevoerd en aan zijn vrije omtrek voorzien van een naar binnen gerichte omgeplooide rand 34 die recht kan uitgevoerd zijn, zoals getekend in volle lijn, of schuin zoals weergegeven in punt-streeplijn 35.
Men-verkrijgt hierdoor tussen de wand 13 van het hoekelement en de omgezette rand 34 een ruimte 36 die
<Desc/Clms Page number 10>
het ophangen van een paneel l, voorzien van een kadering volgens de uitvinding vergemakkelijkt en waarbij ook het rechthangen van zulk paneel, meer speciaal in het geval dat de rand 34 schuin is uitgevoerd zoals weergegeven door 35, zeer wordt vergemakkelijkt.
Uiteindelijk zijn in de figuren 14 tot 17 mogelijke opstellingen weergegeven t. o. v. elkaar, van profielen 3 t. e. m. 6 waarbij de opstellingen volgens de figuren 14, 16 en 17 toelaten een gebogen hoekelement 8 toe te passen, terwijl de opstelling volgens figuur 15 een zuiver rechthoekig element 8 noodzakelijk maakt.
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de hiervoor beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringen.