NL8203133A - Afbuigjuk. - Google Patents

Afbuigjuk. Download PDF

Info

Publication number
NL8203133A
NL8203133A NL8203133A NL8203133A NL8203133A NL 8203133 A NL8203133 A NL 8203133A NL 8203133 A NL8203133 A NL 8203133A NL 8203133 A NL8203133 A NL 8203133A NL 8203133 A NL8203133 A NL 8203133A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coil
deflection
deflection unit
slots
unit according
Prior art date
Application number
NL8203133A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8203133A priority Critical patent/NL8203133A/nl
Priority to EP83201108A priority patent/EP0102658B1/en
Priority to DE8383201108T priority patent/DE3372425D1/de
Priority to US06/519,175 priority patent/US4484166A/en
Priority to ES524788A priority patent/ES8404567A1/es
Priority to JP58143151A priority patent/JPS5949144A/ja
Priority to KR1019830003707A priority patent/KR840005911A/ko
Priority to AU17662/83A priority patent/AU566883B2/en
Publication of NL8203133A publication Critical patent/NL8203133A/nl
Priority to KR1019830003707A priority patent/KR900003213B1/ko

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J29/00Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
    • H01J29/46Arrangements of electrodes and associated parts for generating or controlling the ray or beam, e.g. electron-optical arrangement
    • H01J29/70Arrangements for deflecting ray or beam
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J29/00Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
    • H01J29/46Arrangements of electrodes and associated parts for generating or controlling the ray or beam, e.g. electron-optical arrangement
    • H01J29/70Arrangements for deflecting ray or beam
    • H01J29/72Arrangements for deflecting ray or beam along one straight line or along two perpendicular straight lines
    • H01J29/76Deflecting by magnetic fields only

Landscapes

  • Formation Of Various Coating Films On Cathode Ray Tubes And Lamps (AREA)
  • Video Image Reproduction Devices For Color Tv Systems (AREA)
  • Vessels, Lead-In Wires, Accessory Apparatuses For Cathode-Ray Tubes (AREA)

Description

** -f ^ { EHN 10.416 1 tb N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Afbuigjuk"
De uitvinding heeft betrekking op een electro-magnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis, bevattende een holle drager die aangepast is on cm een deel van de kathodestraalbuis te passen en aan de binnenzijde waarvan tenminste één afbuigspoel 5 direct gewikkeld is, waarbij de drager aan beide uiteinden een van gleuven voorzien ringvormig lichaam heeft en waarbij segmenten van de spoelwifidingen zich van de gleuven in het ene ringvormige lichaam uitstrekken naar de gleuven in het andere ringvormige lichaam.
Een afbuigeenheid voor het afbuigen van de electro-10 nenbundel(s) die door een electronenkanonsysteem in een kathodestraalbuis van het type met een beeldscherm aan één uiteinde en een electro-nenkanonsysteem van het andere uiteinde wordt (warden) opgewekt kan op verschillende manieren zijn samengesteld. Bij een bepaalde uitvoering is zowel de afbuigspoel voor afbuiging in horizontale richting (de lijn-15 spoel), als de afbuigspoel voor afbuiging in verticale richting (de beeldspoel) van het tcroïdale type en direct op de magneetkem van de afbuigeenheid gewikkeld. Bij een andere uitvoering zijn de beide spoelen van het zadel-type en qp een aparte drager binnen de magneetkem geplaatst . Bij een verdere uitvoering is de lijnafbuigspoel van het 20 zadeltype en op een aparte drager binnen de magneetkem geplaatst, terwijl de beeldafbuigspoel toroïdaal qp de magneetkem gewikkeld is.
Deze verschillende uitvoeringen van afbuigeenheden worden elk naargelang het doel waarvoor ze het meest geschikt zijn toegepast.
Bij een konventionele afbuigeenheid waarbij tenminste 25 één van de afbuigspoelen voor horizontale en verticale afbuiging van het - indirect gewikkelde - zadeltype is, is de zadelspoel daardoor gevormd, dat een geleider volgens een spleetwikkelmethode in een metalen mal gewikkeld en d.m.v. warmte en druk in de gewenste vorm gebracht is (zie amerikaans octrooischrift 3.086.562) De aldus gevormde 30 zadelspoel wordt op een drager gemonteerd en binnen de magneetkem van de afbuigeenheid geplaatst. Zadelspoelen die in tegenstelling hiermee direct op de drager van de afbuigeenheid worden gewikkeld zijn in de jaren tussen 1970 en 1980 wél in de octrooiliteratuur beschreven, maar-tot 8203133 ΕΗΝ 10.416 2 •τ'” ί * 1 Λ nu toe niet in de praktijk toegepast. Een karakteristieke representant van een dergelijke beschrijving vindt men in het amerikaanse octrooi-schrift 3.895.329. Bij de daarin beschreven afbuigeenheidis de magneet-kem aan beide uiteinden voorzien van gleuven, die hetzij direct in 5 het kernmateriaal zijn gevormd, hetzij in aan de uiteinden van de kern bevestigde ringvormige lichamen zijn gevormd. Ieder in de lengterichting van de kern verlopend windingssegment van de spoel strékt zich binnen de magneetkem uit tussen de gleuven aan de uiteinden. Transversale verbindingssegirenten zijn tijdens het wikkelproces gevormd door de 10 draden ringvormig on het buitenoppervlak van de magneetkern, respektieve-lijk de ringvormige lichamen, te voeren tussen de respéktieve begin en eindgleuven van iedere winding.
De longitudinale draden van de windingen liggen hierbij aan tegen het binnenoppervlak van de magneetkern (de drager). Dit 15 maakt dat een dergelijke spoel moeilijk reproduceerbaar te wikkelen is, omdat een draad de neiging heeft qp de toevallige plaats waar hij met de ondergrond in kontakt komt te blijven liggen. Dit is i.h.b. bij in meer lagen te wikkelen spoelen een probleem (z.g. spierbal effect).
Er zijn in de octrooiliteratuur beschrijvingen van 20 afbuigeenheden met direct gewikkelde spoelen waarbij men het reproduceer-baarheidsprobleem. probeert te ondervangen door de longitudinale draden van de windingen onder te brengen in in het binnenoppervlak van de magneetkem aangebrachte groeven. Een karakteristieke representant hiervan vindt men in het Britse octrooischrift 2.015.246. Een nadeel van deze 25 oplossing is echter dat het verloop van de groeven niet vrij gekozen kan worden omdat anders de wikkelbaarheid van de spoel in het gedrang komt.
Bovengenoemde problemen zijn waarschijnlijk de oorzaak dat direct gewikkelde zadelspoelen nog niet in de praktijk zijn toe-30 gepast.
Aan de uitvinding ligt op opgave ten grondslag een afbuigeenheid van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die goed reproduceerbaar gewikkeld kan worden zonder dat zijn longitudinale draden in groeven zijn ondergebracht (d.w.z. de ontwerper heeft vol-35 doende vrijheidsgraden om een spoel te ontwerpen die bij bekrachtiging een afbuigveld met de gewenste kussen- en tanvormige modulaties opwekt.)
De afbuigeenheid volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat de drager tussen de uiteinden van middelen is voorzien 8203133 , . . — > PHN 10.416 3 die de longitudinale segmenten van de spoelwindingen plaatselijk zodanig ondersteunen dat ze verder vrij lopen van het binnenoppervlak van de drager.
Een voorkeursvorm van de afbuigeenheid volgens de 5 uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de ondersteuningsmiddelen tenminste één ringvormig lichaam omvatten met gleuven in de binnenorotrek waar de longitudinale segmenten van de spoelwindingen doorlopen. Men heeft dan niet alleen het voordeel dat de draden van het drageroppervlak verwijderd zijn, maar bovendien het voordeel dat men de draadligging 10 (en daarmee de veldverdeling) kan beheersen! men is niet beperkt tot recht overstekende draden, maar kan ze ook - via de gleuven in de "midden" ring - in een bocht laten lopen. Daardoor kan de draadligging van de spoel als functie van de richting langs de longitudinale as in de hoekrichting vrij gemoduleerd warden en is een zelf convergerend 15 spoelensysteem binnen het bereik zonder dat hulpmiddelen in de vorm van in het afbuigveld geplaatste segmenten van magnetisch permeabel materiaal gebruikt behoeven te worden.In het bijzonder kunnen de longitudinale winding segmenten van de spoel zodanig door de gleuven in het ringvormige lichaam gevoerd worden dat ze een concaaf venster in-20 sluiten. Men kan zadelspoelen die langs de konventionele weg in een spleet tussen twee malhelften gewikkeld worden niet zodanig wikkelen dat een concaaf venster wordt ingesloten. Een concaaf venster wordt vereist cm het afbuigveld dat door een (beeld) afbuigspoel van het zadeltype wordt opgewekt in vlakken loodrecht op de longitudinale as 25 het voor zelfcanvergentie benodigde kussen en tonvormig verloop te geven.
Een verdere voorkeursvorm van de afbuigeenheid volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de spoel gevormd wordt door een aantal spiraalvormige windingen met zich tegenover het binnenoppervlak 30 van de drager uitstrekkende longitudinale segmenten waarvan de uiteinden paargewijs verbonden zijn door transversale verbindingssegmenten die zich over de buitenomtrek van de drager uitstrekken, waarbij aan tenminste één van. de uiteinden der drager de transversale segmenten van de spoel verdeeld zijn over tenminste twee zich in de omtreksrichting uitsirekkeüée 35 gebieden.
Door de verdeling van de transversale windingssegmenten van een spoel over tenminste twee in de z-richting t.o.v. elkaar verschoven liggende gebieden (waarbij de z-richting samenvalt met de 8203133 ΕΗΝ 10.416 4 κ * Λ 1 ** > longitudinale as van de spoel) is het mogelijk de lengte van het door de spoel bij bekrachtiging opgewekte afbuigveld, en neer i.h.b. de ligging van het deflectiepunt, nauwkeurig in te stellen.
I.h.b. vindt de opdeling van de dwarssegmenten plaats 5 aan de in gebruik naar het electronenkanonsysteem van een kathode-straal-buis te keren zijde van de afbuigeenheid.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is het binnenoppervlak van de drager conisch. Een conisch gevormd binnenoppervlak heeft als voordeel dat de draadverdeling gemakkelijker reproduceerbaar te 10 maken is dan bij een kèlkvormig (frusto-conical) gevormd binnenoppervlak: er is gemakkelijk voor te zorgen dat de draden vrij blijven van . het binnenoppervlak.
Om bij het wikkelproces een goede, verankering van de draden te bevorderen is het verder van voordeel als de gleuven zodanig 15 aan de binnenomtrek van de middenring zijn aangebracht dat ze meelopen met de richting van de tijdens het wikkelproces toegevoerde draad.
Dit betekent dat in het geval van een afbuigspoel waarvan de longitudinale winding segmenten een concaaf venster definiëren (beeldafbuigspoel) • tenminste een aantal van de genoemde gleuven niet-radiaal verloopt. De 20 mate van afwijking van het radiale verloop is een functie van de mate van concaafheid van het venster.
Het is mogelijk can de gleuven zodanig over de binnen-antrek van de middenring te verdelen dat door een aantal er van zowel longitudinale windingssegmenten van de beeldspoel als van de lijnafbuig-25 spoel lopen. Bij het wikkelen worden dan bijv. eerst de beeldspoel windingen in de gleuven gelegd en daarna de 1 ijnafbuigspoel windingen.
Ten behoeve van een optimale vulgraad is het van voordeel dat een aantal gleuven in de middenring van buiten naar binnen toe een eerste verloop hebben, en een tweede, daarvan afwijkend, verloop. Hiermee kan worden 30 voorkomen dat de draden zich op oneconomische wijze opstapelen, wat bij geleiden van de draden langs rechte palen of rechte gleuven het geval zou zijn.
Een uitvoeringsvoorbeeld van een afbuigeenheid volgens de uitvinding zal bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand 35 van de tekening.
Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een direct gewikkelde afbuigeenheid met twee zadelspoels tellen.
Fig. 2 toont een zijaanzicht van zo'n afbuigeenheid 8203133 PHN 10.416 5 .9 ir die Op de hals van een kathodestraalbuis is aangebracht, waarbij de boven de middellijn X-X' liggende helft in doorsnede wordt getoond.
Fig. 3 toont een voor aanzicht van de voorste draag-ring van de afbuigeenheid van Fig. 1.
5 Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van de draagring van Fig.
3.
Fig. 5 toont een vooraanzicht van de middelste draagring van de afbuigeenheid van Fig. 1.
Fig. 6 toont een vooraanzicht van de achterste draagring 10 van de afbuigeenheid van Fig. 1.
Fig. 7 toont een doorsnede van de draagring van Fig. 6.
Fig. 8 toont een hoekaanduiding langs de as van de draadverdeling van de beeldafbuigspoel van de afbuigeenheid van Fig. 1 (getrokken lijnen).
15 Fig. 9 toont een hoekaanduiding langs de as van de draadverdeling van de lijnafbuigspoel van de afbuigeenheid van Fig. 1 (onderbroken lijnen). Figuren 8 en 9 zijn niet op schaal.
Fig. 10 toont een perspectivisch aanzicht van een direct gewikkelde afbuigeenheid met één zadelspoelenstel en één stel toroadaal 20 gewikkelde spoelen.
Fig. 11 toont een vooraanzicht van de voorste draagring van de afbuigeenheid van Fig, 10.
Fig. 12 toont een vooraanzicht van de achterste draagring van de afbuigeenheid van Fig. 10.
25 Fig. 13 stelt een hoekaanduiding langs de as voor van de draadverdeling van één van de spoelen van het stel toroïdaal gewikkelde spoelen van de afbuigeenheid van Fig. 10 (getrokken lijnen).
Fig. 14 stelt een hoekaanduiding langs de as voor van de draadverdeling van één van de spoelen van het zadelspoelenstel van 30 de afbuigeenheid van Fig. 10 (onderbroken lijnen).
Fig. 1 toont een afbuigeenheid 1 die een afbuigspoelen-drager 2 omvat gevormd door een zich naar voren toe verwijdende ringvormige magneetkem 3. Aan het wijde uiteinde van de kern 3 is een van een kunststof vervaardigde ringvormige draagring 4 bevestigd. De ring 35 4 kan b.v. aan de kern 3 zijn aangespoten. Aan het smalle uiteinde van de kern 3 is een van een kunststof vervaardigde draagring 5 bevestigd. Concentrisch aan de binnenzijde van de kern 3 is tussen de draagringen 4 en 5 een van een kunststof vervaardigde tussenring 6 aangebracht 8203133 PHN 10.416 6 «t r l die aan zijn binnenzijde van een aantal gleuven is voorzien. Een voor-aanzicht van tussenrang 6 (Fig. 5) toont duidelijk het in hoofdzaak niet-radiële verloop van de gleuven 7, 7', 7" enz. Spoelendrager 2 draagt een eerste zadelspoelenstel 8a, 8b voor afbuiging van door de afbuig-g eenheid 1 gaande electronenbundels in een eerste (b.v. verticale) richting en een tweede zadelspoelenstel 9a, 9b voor afbuiging van door de afbuigeenheid 1 gaande electronenbundels in een tweede (b.v. horizontale) richting.
Binnen de magneetkem 3 liggen de draden van de 10 respectievelijke spoelen gestrékt tussen gleuven in de draagringen 4 en 5. De ring 4 heeft flenzen 10 en 11 die, van insnijdingen zijn voorzien waardoor haken worden gevormd waar de draden van de spoelen omheen kunnen worden geslagen (Fig. 3 en Fig. 4). De ring 5 heeft flenzen 12, 13, 14 die eveneens van insnijdingen zijn voorzien, waar-15 door haken warden gevormd waar de draden van de spoelen omheen kunnen worden geslagen (Fig. 6 en Fig. 7). Tussen de ringen 4 en 5 Iepen de draden van de spoelen door gleuven 7, 7', 7" ... in de binnenzijde van de tussenring 6 (Fig. 5) waardoor niet alleen wordt bereikt dat de draden vrij Iepen van het binnenqppervlak van magneetkem 3, maar ook 20 dat de delen van de elraden gaande van het ene naar het andere uiteinde van de afbuigspoelendrager 2 in verschillende vlakken Iepen (De wegen van de draden vertonen een "knik”).
Ring 4 heeft in totaal drie flenzen 10, 11 en 16 waartussen twee omtrekskanalen 17, 18 gevormd (Fig. 4). Het kanaal 17 25 dient voor het terugvoeren van de draden van de spoelen van het ene aftuigspoelenstel (In het onderhavige geval is dit het spoelenstel voor afbuiging in horizontale richting). Het kanaal 18 dient voor het terugvoeren van de draden van de spoelen van het andere afbuigspoelen-stel (In het onderhavige geval is dit het spoelenstel voor afbuiging 30 in de verticale richting).
Op overeenkomstige wijze heeft ring 5 in totaal vier flenzen 12, 13, 14 en 15 waartussen drie omtrekskanalen 19, 20 en 21 zijn gevormd (Fig. 7) Kanaal 19 dient voor het terugvoeren van de draden van de spoelen van het ene aftuigspoelenstel (In het onderhavige 35 geval is dit het spoelenstel voor afbuiging in horizontale richting) en kanalen 20, 21 dienen voor het terugvoeren van de draden van de spoelen van het andere aftuigspoelenstel (In het onderhavige geval is dit het spoelenstel voor afbuiging in verticale richting). Door de ring 8203133 EHN 10.416 7 * t 5 van drie (of eventueel nog meer) cnrtrekskanalen te voorzien is het mogelijk on de lengtes van de spoelen van de twee afbuigspoelenstellen qp de voor een bepaalde afbuigeenheid-beeldbuis combinatie gewenste waarden onafhankelijk van elkaar in te stellen. Dit is van belang voor 5 het realiseren van automatische convergentie. In plaats van de twee kanalen 20, 21 kan de ring 5 ook van slechts één kanaal met b.v. de dubbele breedte voorzien zijn. Voor het qp twee verschillende niveaux evenwijdig aan de asrichting terugvoeren van de draden van een spoel kan in zo'n enkelvoudig kanaal b.v. een af standring gelegd worden.
10 De in het voorgaande beschreven constructie-wijze vrordt kort samengevat aan de hand van Fig. 2 waarin schematisch een zij-aanzicht/dwarsdoorsnede getoond wordt van een afbuigeenheid 22 van het type van Fig. 1 die rond de hals van een beeldbuis 23 is geplaatst. Een afbbigspoelendrager voor het direkt wikkelen van afbuigspoelen wordt 15 gevormd door een zich verwijdende ringvormige magneetkem 24 die aan zijn uiteinden is voorzien van een draagring 25 en een draagring 26 en waarin concentrisch aan de binnenzijde een tussenring 27 is geplaatst.
Op dit geheel zijn een beeldafbuigspoelenstel 28 en een lijnafbuigspoelen-stel 29 qp eenvoudige en reproduceerbare wijze direct gewikkeld.
20 Een belangrijke rol speelt hierbij de tussenring 27 die van het type van de in Fig. 5 getoonde ring 6 is.
Onder verwijzing naar Fig. 5 wordt opgemerkt dat de gleuven 7, 7', 7" ... die aan de binnenomtrek van ring 6 zijn aangebracht een verloop hebben dat overeenstemt met de richting van de 25 tijdens het wikkelproces toegevoerde draad. Daar zoals eerder is opgemerkt de draden niet recht van de voorzijde naar de achterzijde van de spoelendrager lopen maar met een knik, wijkt de asrichting van de gleuven 7, 7', 7" .... van de radiële richting af. Van belang is dat de draden door gleuven lopen en niet langs paaltjes. Hoewel paaltjes 30 in theorie ook gebruikt kunnen worden om een gewenste draadverdeling te realiseren, is in de praktijk een nadeel dat de draden op onreproduceerbare wijze tegen de paaltjes (die één wand vormen) omhoog kruipen en dat een goede vulgraad niet bereikt kan worden. Gebruikt men voor het geleiden van de draden een ring met gleuven (gleuven hebben twee wanden) 35 die in de richting van de aangevoerde draad lopen, dan kan men deze nadelen ondervangen. Fig. 5 toont verder dat als door één gleuf de draden van spoelen van twee verschillende spoelenstellen gevoerd moeten worden, zo'n gleuf onder twee verschillende richtingen moet verlopen'? 820 3 1 33 EHN 10.416 8 * * t opdat men eerst de draden van de spoel van het eerste spoelenstel, die uit een eerste richting kamen,onder de juiste hoek kan geleiden, en vervolgens de draden van de spoel van het tweede spoelenstel, die uit een tweede richting komen, onder de juiste hoek kan geleiden.
5 Een voorbeeld ervan hoe een draadverdeling van een afhuigeenheid met direct gewikkelde zadelspoelstellen er uit kan zien geven Fig. 8 en 9. De afhuigeenheid in kwestie is bestemd om met een 90° kleurentelevisie beeldbuis met een 14 inch beeldscherm een automatisch convergerende combinatie met minimale Qost-West raster-10 vertekening te vormen.
Fig. 8 toont i.h.b. een hoekaanduiding van de draadverdeling van één van de twee spoelen van het beeldafbuigspoelenstel (getrokken lijn) en wel van de voorzijde (A), in het middengebied (B) en aan de achterzijde (C) der afhuigeenheid. De figuur is niet op schaal. 15 D.w.z. dat geen rekening gehouden is net het feit dat de afhuigeenheid zich naar voren toe verwijdt, zodat het wegstuk van 0° tot 180° bij A in werkelijkheid langer is dan het overeenkomstige wegstuk bij B, resp.
C. Uit Fig. 8 is af te leiden dat de voorste draagring van de afbuig-eenheid in kwestie gleuven heeft op door de hoeken 0°, 10°, 20°, 160°, 20 170° en 180° gedefinieerde posities, de tussenring op door de hoeken 30°, 41°, 52° 30*·, 64°, 75°, 105°, 116°, 127° 30', 139° en 150° gedefinieerde posities en de achterste draagring op door de hoeken 150°, 30°, 45°, 135°, 150° en 165° gedefinieerde posities voor het opnemen van de draden van één van de spoelen van het beeldafbuigzadel-25 spoelenstel. De getrokken lijnen representeren draadbundels elk bestaande uit ongeveer 10 tot 20 draden.
Aan de voorzijde (A) van de afbuigspoelendrager worden de draadbundels van de (beeld) afbuigspoel via één cmtrekskanaal teruggevoerd. Dit wordt gerepresenteerd door de getrokken lijn 31.
30 Aan de achterzijde (C) warden de draadbundels teruggevoerd via twee oratrekskanalen. Dit wordt gerepresenteerd door de getrokken lijnen 32, 32'.
Voor Fig. 9 geldt een analoog verhaal als voor Fig. 8, met dien verstande dat door de getrokken lijnen nu het verloop van 35 de draadbundels, die elk uit 5 tot 25 draden bestaan, van één spoel van het zadellijnafbuigspoelenstel, dat een over een hoek van 90° t.o.v. het beeldafbuigspoelenstel gedraaide positie inneemt, wordt gerepresenteerd. Ook hier is de hoekverdeling van de gleuven over de 8203133 EHN 10.416 9 < * ^ f diverse draagringen aangegeven. Fig. 8 en 9 zijn representatief voor het ontwerp van een direct gewikkelde afhiigeenheid waarbij door een aantal van de gleuven in de tussenring draadbundels van beide afbuigspoelen-stelsels Iepen. Door deze gleuven zijn b.v. eerst de draden van het 5 beeldafbuigspoelenstel gewikkeld en vervolgens die van het lijnafbuig-spoelenstel. Een verder aspekt is dat zowel aan de voorzijde (A) als aan de achterzijde (C) een apart antrekskanaal beschikbaar is voor het terugvoeren van de draadbundels van het lijn-afbuigspoelenstel. Deze oratrekskanalen worden gerepresenteerd door de getrokken lijnen 33 en 34.
10 In het voorgaande is een afhiigeenheid met twee in ·: zadelvorm gewikkelde afbuigspoelenstellen beschreven. Een afbuig-eenheid volgens de uitvinding kan echter ook één in zadelvorm gewikkeld spoelenstel en één in toroïde vorm gewikkeld spoelenstel bevatten, want de afbuigspoeLéndrager met van gleuven voorziene voorste en 15 achterse draagringen ai een van gleuven voorziene tussenring leent zich evengoed voor het erop wikkelen van een spoel van het zadel-type als van een spoel van het toroïde type. In Fig. 10 wordt een afhiigeenheid met een direct gewikkeld zadellijnafbuigspoelenstel 36a, 36b en een direct gewikkeld toroïde beeldafbuigspoelenstel.. 37a, 20 37b getoond. Om de twee spoelen 37a, 37b van het beeldafbuigspoelen- stel toroïdaal op afbuigspoelendrager 38 te kunnen wikkelen zijn in een voorste draagring 39 en in een achterste draagring 40 extra epeningen aangebracht vergeleken met draagringen 4 en 5 in Fig. 1.
Deze openingen zijn in de naar het midden van de afbuigspoelendrager 25 38 gekeerde flenzen van de draagringen 39 en 40 aangebracht en liggen in lijn met gleuven in de ervoor, resp. erachter, gelegen flenzen.
Fig. 11 toont een vooraanzicht van draagring 39.
Hierin zijn 10 extra openingen 41 aangebracht.
Fig. 12 toont een vooraanzicht van draagring 40.
30 Hierin zijn 12 extra epeningen 42 aangebracht.
Een karakteristiek verloop van de draadbundels in het geval van een afhiigeenheid met een direkt gewikkeld toroïde beeldafbuigspoelenstel en een direkt gewikkeld zadel lijnafbuigspoelenstel (een z.g. hybride afhiigeenheid) wordt getoond in de Fig. 13 en 14.
35 De getrokken lijnen in Fig. 13 en 14 geven het verloop van de draadbundels van een spoel van het ene afbuigspoelens tel en de onderbroken lijnen het verloop van de draadbundels van een spoel van het andere afbuigspoelens tel van zo'n afhiigeenheid weer. Het getoonde 8203133 ΕΉΝ 10.416 10 t ontwerp is zodanig (een geringe oost-west rastervertekening wordt toegelaten) dat de ene spoel in het venster van de andere gewikkeld kan worden.
Het voordeel van een hybride afboigeenheid in het geval 5 dat de afbuigspoelenstelsels direkt gewikkeld worden, is dat het wikkelen vereenvoudigd wordt ondat qp halve afbuigspoelendragers gewikkeld kan worden: qp elke halve afbuigspoelendrager wordt een lijn-afbuigspoel en een beeldafbuigspoel gewikkeld.
10 15 \ 20 25 30 35 9203133

Claims (11)

1. Een electromagnetischa afbuigeenheid voor een kathode-straalbuis, bevattende een holle drager die aangepast is on cm een deel van de kathodestraalbuis te passen en aan de binnenzijde waarvan tenminste één afbuigspoel direct gewikkeld is, waarbij de drager aan 5 beide uiteinden een van gleuven voorzien ringvormig lichaam heeft en waarbij segmenten van de spoel windingen zich van de gleuven in het ene ringvormig lichaam uitstrekken naar de gleuven in het andere ringvormig lichaam, met het kenmerk, dat de drager tussen de uiteinden van middelen is voorzien die de segmenten van de spoel windingen plaatselijk 10 zodanig ondersteunen dat ze verder vrij lopen van het binnenoppervlak van de drager.
2. Afbuigeenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ondersteuningsmiddelen tenminste één ringvormig lichaam omvatten met gleuven in de binnenomtrek waar de segmenten van de spoel windingen 15 doorlopen.
3. Afbuigeenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de longitudinale winding segmenten van de spoel zodanig door de gleuven in het ringvormige lichaam lopen dat ze een concaaf venster insluiten.
4. Afbuigeenheid volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat de spoel gevormd wordt door een aantal spiraalvormige windingen met zich tegenover het binnenoppervlak van de drager uitstrekkende longitudinale segmenten waarvan de uiteinden paargewijs verbonden zijn door transversalen verbindingssegmenten die zich over 25 de buitenomtrek van de drager uitstrekken, waarbij aan tenminste één van de uiteinden van drager de transversale segmenten van de spoel verdeeld zijn over -tenminste twee zich in de cmtréksrichting uitstrekkende gebieden.
5. Afbuigeenheid volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 30 de gebieden zich aan de in gebruik naar het electronenkanonsysteem van een kathodestraalbuis te keren zijde van de afbuigeenheid bevinden.
6. Afbuigeenheid volgens één van de voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat de gleuven zodanig aan de binnenomtrek van de middenring zijn aangébracht dat ze meelopen met de richting van de 35 tijdens het wikkelproces toegevoerde draad.
7. Afbuigeenheid volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat door een aantal van de gleuven in de middenring zowel windingssegmenten van de beeldafbuigspoel als van de lijnafbuigspoel 8203133 EHN 10.416 12 . * lopen.
8. Afbuigeenheid volgens één van de voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat een aantal gleuven in de middenring van buiten naar binnen toe een eerste verloop hebben en een tweede, daarvan af- 5 wijkend verloop.
9. Afbuigeenheid volgens één van de voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat hij een direkt op de drager gewikkeld eerste afbuigspoelenstel van het zadeltype en een direkt qp de drager gewikkeld tweede afbuigspoelenstel van het toroidale type omvat.
10. Afbuigeenheid volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de drager uit een eerste en een tweede helft bestaat, waarbij cp élke helft een spoel van het eerste afbuigspoelenstel en een spoel van het tweede afbuigspoelenstel direkt zijn gewikkeld.
11. Afbuigeenheid volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat 15 cp elke dragerhelft een spoel van het eerste spoelenstel met een venster opening is gewikkeld enrdat een spoel van het tweede spoelenstel in deze vensteropening is gewikkeld. 20 25 30 35 8203133
NL8203133A 1982-08-09 1982-08-09 Afbuigjuk. NL8203133A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203133A NL8203133A (nl) 1982-08-09 1982-08-09 Afbuigjuk.
EP83201108A EP0102658B1 (en) 1982-08-09 1983-07-28 Electromagnetic deflection unit
DE8383201108T DE3372425D1 (en) 1982-08-09 1983-07-28 Electromagnetic deflection unit
US06/519,175 US4484166A (en) 1982-08-09 1983-08-01 Coil support for an electromagnetic deflection unit
ES524788A ES8404567A1 (es) 1982-08-09 1983-08-05 Una unidad de desviacion electromagnetica para un tubo de rayos catodicos
JP58143151A JPS5949144A (ja) 1982-08-09 1983-08-06 電磁偏向ユニツト
KR1019830003707A KR840005911A (ko) 1982-08-09 1983-08-08 전자기 편향 유니트
AU17662/83A AU566883B2 (en) 1982-08-09 1983-08-08 Electromagnetic deflection unit
KR1019830003707A KR900003213B1 (ko) 1982-08-09 1986-08-08 전자기 편향 유니트

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203133A NL8203133A (nl) 1982-08-09 1982-08-09 Afbuigjuk.
NL8203133 1982-08-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203133A true NL8203133A (nl) 1984-03-01

Family

ID=19840116

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203133A NL8203133A (nl) 1982-08-09 1982-08-09 Afbuigjuk.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4484166A (nl)
EP (1) EP0102658B1 (nl)
JP (1) JPS5949144A (nl)
KR (2) KR840005911A (nl)
AU (1) AU566883B2 (nl)
DE (1) DE3372425D1 (nl)
ES (1) ES8404567A1 (nl)
NL (1) NL8203133A (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2128772A (en) * 1982-10-18 1984-05-02 Philips Electronic Associated Automatic assembly apparatus
US4922167A (en) * 1985-10-25 1990-05-01 U.S. Philips Corporation Picture display device having means for compensating line stray fields
JPS62107352U (nl) * 1985-12-25 1987-07-09
NL8600933A (nl) 1986-04-14 1987-11-02 Koninkl Philips Electronics Nv Elektromagnetische afbuigeenheid.
NL8601501A (nl) * 1986-06-10 1988-01-04 Philips Nv Electromagnetische, direct op een drager gewikkelde, afbuigeenheid.
US4737752A (en) * 1986-08-11 1988-04-12 Megascan Technology, Inc. Oscilloscope deflection yoke with heat dissipation means
NL8602377A (nl) * 1986-09-22 1988-04-18 Philips Nv Werkwijze voor het vervaardigen van een afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
NL8602407A (nl) * 1986-09-24 1988-04-18 Philips Nv Elektromagnetische afbuigeenheid.
NL8700280A (nl) * 1987-02-06 1988-09-01 Philips Nv Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
NL8701276A (nl) * 1987-05-29 1988-12-16 Philips Nv Beeldweergeefsysteem met afbuigeenheid met dubbel zadelspoelenstelsel.
JPS6472447A (en) * 1987-09-09 1989-03-17 Ibm Cathode ray tube deflector
DE3920699A1 (de) * 1989-06-24 1991-01-10 Nokia Unterhaltungselektronik Sattelspulenanordnung fuer eine kathodenstrahlroehre und spulentraeger fuer eine solche anordnung
US5043823A (en) * 1990-06-22 1991-08-27 Hughes Aircraft Company Cathode ray tube focus coil alignment and assembly arrangement
JP2566787Y2 (ja) * 1991-02-12 1998-03-30 ソニー株式会社 偏向装置
DE4208484C2 (de) * 1992-03-14 1998-09-17 Ald Vacuum Techn Gmbh Magnetisches Ablenksystem für einen Hochleistungs-Elektronenstrahl
DE69306030T2 (de) * 1992-04-24 1997-05-22 Murata Manufacturing Co Ablenkspule und Herstellungsverfahren
JPH08195178A (ja) * 1995-01-18 1996-07-30 Sony Corp 偏向コイル用ボビン
FR2797993B1 (fr) * 1999-08-30 2001-10-26 Thomson Tubes & Displays Unite de deflexion pour tube a rayons cathodiques comportant des bobines de deviation verticales en forme de selle
JP2002367535A (ja) * 2001-06-07 2002-12-20 Mitsubishi Electric Corp 偏向ヨーク装置

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5182921A (nl) * 1975-01-17 1976-07-21 Nat Jutaku Kenzai
US3996542A (en) * 1975-04-14 1976-12-07 Rca Corporation Deflection yoke having nonradial winding distribution
US4023129A (en) * 1975-04-14 1977-05-10 Rca Corporation Deflection yoke with non-radial conductors
JPS5383522A (en) * 1976-12-28 1978-07-24 Denki Onkyo Co Ltd Deflecting yoke
DE2807978C2 (de) * 1978-02-24 1992-08-27 Standard Elektrik Lorenz Ag, 7000 Stuttgart Ablenkjoch für eine Kathodenstrahlröhre
FR2481843A1 (fr) * 1980-04-30 1981-11-06 Videocolor Perfectionnements a un deviateur a profil allonge notamment pour tubes a rayons cathodiques
FR2481842A1 (fr) * 1980-04-30 1981-11-06 Videocolor Perfectionnements a un deviateur a profil allonge notamment pour tubes a rayons cathodiques
US4316166A (en) * 1980-08-28 1982-02-16 Rca Corporation Self-converging deflection yoke and winding method and apparatus therefor
JPS6029163Y2 (ja) * 1980-10-13 1985-09-04 電気音響株式会社 偏向ヨ−ク

Also Published As

Publication number Publication date
ES524788A0 (es) 1984-05-01
AU1766283A (en) 1984-02-16
JPH0510789B2 (nl) 1993-02-10
KR900003213B1 (ko) 1990-05-10
AU566883B2 (en) 1987-11-05
ES8404567A1 (es) 1984-05-01
KR840005911A (ko) 1984-11-19
EP0102658B1 (en) 1987-07-08
JPS5949144A (ja) 1984-03-21
DE3372425D1 (en) 1987-08-13
US4484166A (en) 1984-11-20
EP0102658A1 (en) 1984-03-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203133A (nl) Afbuigjuk.
KR910001417B1 (ko) 텔레비젼 화상표시장치 및 편향장치
EP0381267B1 (en) Method of manufacturing a saddle-shaped deflection coil for a picture display tube
NL8802641A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een zadelvormige afbuigspoel voor een beeldweergeefbuis en afbuigsysteem met zadelvormige afbuigspoelen.
NL8301534A (nl) Inrichting voor het weergeven van televisiebeelden met een afbuigeenheid met comacorrecties.
US4023129A (en) Deflection yoke with non-radial conductors
NL8400886A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een zadelvormige afbuigspoel voor een beeldweergeefbuis en afbuigsysteem met zadelvormige afbuigspoelen.
NL8901589A (nl) Kleurenbeeldbuis met twist correctiemiddelen.
EP0249280B1 (en) A cathode ray tube system comprising an electromagnetic deflection unit directly wound on a support and an eletromagnetic deflection unit
NL9000047A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een zadelvormige afbuigspoel voor een beeldweergeefbuis.
US5258734A (en) Beam deflector for a cathode ray tube
US4754248A (en) Deflection yoke having winding retaining notches
BE1007859A3 (nl) Zadelvormige afbuigspoel, meerdraads gewikkeld, en wikkelmethode.
US4243965A (en) Deflection coil
JP2557904B2 (ja) 陰極線管の電磁偏向ユニットの製造方法
NL8802448A (nl) Beeldbuisafbuigeenheid combinatie met gereduceerde n-z rasterfout.
NL8701276A (nl) Beeldweergeefsysteem met afbuigeenheid met dubbel zadelspoelenstelsel.
NL8602377A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
CA1204470A (en) Modified deflection yoke coils having shootback windings
US4316166A (en) Self-converging deflection yoke and winding method and apparatus therefor
US4376273A (en) Television deflection yoke having a toroidally-wound deflection coil
KR890004564A (ko) 칼라 디스플레이 시스템
KR0167070B1 (ko) 편향요크의 새들형 코일 성형용 유도금형
JPH0641333Y2 (ja) 偏向ヨ−ク
JPH0146981B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BI The patent application has been withdrawn