NL8202426A - Werkwijze voor het overdragen van digitale informatie en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. - Google Patents

Description

%» ϊ j I VO 33T0

Betr.: Werkvij ze voor het overdr agen van digit ale informat ie en inrich-ting voor het toepassen van deze verkvijze.

De uitvinding heeft betrekking op een visuele dienstverlening, . . vaarbij- op een elektieve wijze een raster van digital© informat ie over een televisiestelsel wordt overgedragen.

Er hestaat een aantal schema's voor het weergeven van of een 5 paar regels of een pagina van gedrukte tekst over een televisiestelsel. Hierbij wordt bijna steeds gehruik gemaakt van een of een paar horizon-tale aftastregels in het vertikale onderdrukkingsinterval voor het over-dragen van cLigitale informatie, waarbij in een geheugen dan voldoende inforraatie wordt opgeslagen cm tenslotte een voile- pagina veer te geven.

10 Bij hepaalde stelsels wordt gehruik gemaakt van telefoon-audiokanalen en deze· stelsels hebben een geringe bitfrequentie.

Een overzicht van deze ontwikkelingen vindt men in een artikel van Joseph Roizen, "Teletext in de USA", SMPTE Journal, Vol 90, no. T, juli 1981, pag. .602 - 610.

15 Een soortgelijke studie door Clarke & Fenn, "The UK Prestel

Service, Technical Developments between March 1980 and March 1981", Proceedings of Videotex "81, International Conference and Exhibition, 20 - 22 mei, Toronto, Canada, pag. 1^7» geeft de status aan van dit te-lefoonlijn-bandbreedtestelsel in Groot Brittannie.

20 Het .Amerikaanse octrooischrift 3.891.792 geeft volledige de tails over een overdracht, vaarbij een regel binnen het vertikale onderdrukkingsinterval wordt overgebracht, waardoor men bij een normaal tele-visiebeeldstelsel een regel bewegende tekst verkrijgt.

Door Kaiser & Buehlmair van het Institut fur Hachrichteniiber-25 tragung, Stuttgart, West Duitsland, "Cabletext, Text Distribution on CATV Networks, Symposium Record, 12th International Television Symposium and Technical Exhibition, Montreux, 30 mei 1981, CATV Sessions Vol., pag. 3" stellen een stelsel voor, waarbij digitale informatie continu over een niet-gebruikt kanaal of over niet-gebruikte kanalen van een ka-30 beltelevisiestelsel bij de radiofrequentie met restzijband wordt overgedragen. Men heeft geen pogingen gedaan een videokanaal met synchronisa-tiepulsen te benutten.

Door Feldman in "Digital Audio Using Your VCR", Radio-Electronics, (tijdschrift, USA), augustus 1981, worden woorden van veertien bits voor 35 linkse en rechtse stereofone kanalen gevormd en worden deze tussen lijnen 8202426 ί * .-2- van televisietype gevisseld. Bij deze methode verkrijgt men geen betrouv-bare verking met informatiesymbolen, omdat gebruik vordt gemaakt van een relaiief grote bitfrequentie en de methode berust op een rekenkundig middelen voor het vervangen van ontbrekende bits.

5 De uitvinding voorziet in een dienstverlening voor het overdra- . . gen van een of meer rasters van digitale tekst in plaats van een televi- \ siebeeldraster.

Het doel is het in vezen verschaffen van een geheel raster van • geschreven tekst door digitale informatie om te zetten in alfanumerieke 10' symbolen, die ter plaatse van een gebruiker (ontvanger) kunnen vorden . veergegeven. Op deze vijze vordt deze informatie ongeveer tveehonderd-maal sneller overgedragen dan bij methoden, vaarbij in elk vertikaal synchronisatie-interval sleehts tvee regels vorden overgedragen.

Aangezien de kans op een digitale fout in verband met verloren 15' vergane bits groot.is, vordt bij het eind van elke regel van digitale informatie voor het detecteren van een fout een cyclische redundantie-code gexntroduceerd.

De redundantie vordt verkregen door dezelfde informatie in op-eenvolgende velden over te dragen.

20 Aan elk.raster vordt binnen het onderdrukkingssynchronisatie- interval een identificatiecode, zoals de vert ikale-intervalt ijdcode (VITC) toegevoegd. Deze vordt ter plaatse van de gebruiker uitgelezen en daar-door kan de gebruiker een raster of een aantal rasters kiezen.

Het stelsel vordt in de oorsprongspost en ter plaatse van de ge-25/ bruiker door een microprocessor bestuurd. Daarbij zijn geheugens aanve-zig.

Een symboolgenerator voor het afdrukken van tekst op het scherm van een kathodestraalbuis vordt met een grote dichtheid van digitale bits bedreven.

30 De uitvinding zal onderstaand nader vorden toegelicht onder ver- vijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een blokschema van een televisie-informatierastergenera-torinrichting; fig. 2 een blokschema van een televisie-infomatierasteruitlees-35 inrichting; fig. 3 een totaal videocodegeneratorblokschema; fig. 4 een totaal videocode-uitleesblokschema; • i 8202426 «-- ---------------------- , ,, .. ,.., ------.., ... - 1 — — --------, » 1 f - 3 - - fig. 5 een stroomdiagram voor de televisie-informatierasterge- neratorinrichting; fig. 6 een stroomdiagram voor de televisie-informatierasteruit-leesinrichting; en 5- fig. 7 een stroomdiagram voor een verbeterde werking van.de te- levisie-informatierasteruitleesinrichting.

In fig. 1 is 1 een manuale ingangspost, voorzien van een toetsen-.. .. bord, dat voor elke toets een digitaal uitgangssignaal levert, en een ka-...- thodestraalbuis met een televisieraster. :, 10 Het uitgangssignaal van het toetsenbord wordt toegevoerd aan een mieroprocessorstelsel 2 en vervolgens aan een vrij toegankelijk geheugen (RAM) 3. Vandaar uit gaat een uitlezing van het geheugen terug naar de post 1 am de kathodestraalbuis te beinvloeden. Hierdoor wordt het de ge-. . bruiker mogelijk gemaakfc datgene waar te nemen, dat via het toetsenbord 15 is geintroduceerd.

-Een buigzame (magnetisehe) schijf k of een equivalent daarvan, . . dient am datgene op te nemen* dat de gebruiker-bedienende per soon heeft . geregistreerd en "off line" vast te houden teneinde op een villekeurig later tijdstip te worden gebruikt.. De schijf kan ook een bron van digi-20 tale informatie vormen, die volgens de uitvinding moet worden verwerkt 5 . waarbij de informatie, waarop vooraf is geregistreerd, door een woord-• processor of een equivalent- daarvan.

Wanneer de tekst in digitale vorm is beeindigd*.beinvloedt een overeenkomstig signaal uit het toetsenbord 1 via het microprocessor-25 stelsel 2 de direkte geheugentoegangsinrichting (DMA.) 5 om digitale informatie snel uit de RAM 3 uit te lezen.

Deze informatie wordt toegevoerd aan de videocode (VC)-genera-tor 6, waaraan ook het samengestelde televisiesynchronisatiesignaal wordt toegevoerd. De generator 6 wordt over in wezen elk geheel veld ge-. 30 activeerd in plaats van slechts kort in het vertikale interval. Het laatst- genoemde is het geval bij de bekende, vertikale-intervaltijdcode (VITC)-generator.

Het uitgangssignaal van de videocodegenerator bij 7 omvat een samengesteld televisiesignaal met de digitale informatierasters met ge-¥> sehikte horizontale en vertikale synchronisatie- en onderdrukkingssigna-len. Het signaal kan over een (hreedband) televisiezender of kabelstelsel worden uitgezonden en in een videobandregistratie-inrichting of een 8202426 * * j -, . - :--:—: -;-i -k - equivalents televisiesignaalregistratie-inrichting warden geregistreerd.

In fig. 2 is 7' de ingang, welke overeenkomt met de uitgang 7 van fig. 1. Zoals boven vermeld, kan de ontvangst geschieden door een televisie-ontvanger, door de ontvanginrichting van een kabeltelevisie-. .-5 stelsel, door een spoel of cassette van een video!)and, die vanuit zend-naar ontvangposten wordt getransporteerd, of door een ander equivalent middel.

Het ingangssignaal wordt toegevoerd aan de videocode (VC)uitlees-· inrichting 9 van waaruit video-informatie en synchronisatie-informatie . . · 10’ wordt verkregen en wordt ontvangen door een tweede DMA.-eenheid 10 bi«j ontvangst door de uitleesinrichting van een insehakelsignaal uit de DMA-eenkeii. eenheid..

De DMA-eenheid verwerkt de digitale informatie snel bij de te-levisierasterfrequentie teneinde de ontvangen digitale informaties se-15 quentieel op te slaan in bet RAM-geheugen 12, beginnende bij een adres, dat door de.microprocessor 11 wordt gespecificeerd. Wanneer de informatie is opgeslagen, wordt de besturing daarvan geregeld door het micro-processorstelsel 11 en wel ten aanzien van de activering en volgorde van adressen,. die in de RAM'12' moeten worden gebruikt.

20 Het besturingspaneel 1^ staat in verbinding met de microproces sor' 1T en bezit drukknoppen am het de gebruiker mogelijk te maken door het indrukken daarvan een gewenste keuze of gewenste keuzen te maken. Een dergelijke keuze wordt dan weergegeven in de weergeefinrichting 15, zoals een televisie-ontvanger of kathodestraalbuismonitor teneinde de ge-25 bruiker te informeren orntrent datgene, dat hij heeft gedaan.

De DAM-eenheden 5 en 10 worden beide meer in het bijzonder zoda-nig gebruikt, dat een verwerking van de digitale informatie zal plaats vinden met een grote frequentie, welke voldoende is om aan de tempeer-eisen van het televisieraster te voldoen.

30 De videocodegenerator in fig. 3 geeft details van het element 6 en is met de verdere elementen van fig. 1 verbonden.

Het digitale informatie-ingangssignaal in fig. 3 wordt verkregen uit of het toetsenbord 1 van de kathodestraalbuis of de buigzame schijf k, als aangegeven in fig. 1. Van daaruit voert de lijn 17 de adres-35 informatie en de lijn 18 de digitale informatie.

Deze lijnen voeren naar de microprocessor 2, welke een Intel-type-8085 kan zijn, om de werking van gerelateerde elementen te besturen.

8202426 J. « -5--

Sen van deze elementen is de RAM 19 voor algemene doeleindens welke kan zijn opgebouwd uit aeht 2118' Intel l6K-eenheden, waardoor men een geheu-gen van 8 x ΐ6κ verkrijgt.

Verder is de video-RAM 20 aanwezig, welke kan bestaan uit twee 5 211U Intel eenheden, waardoor-men een geheugen van 8x UC verkrijgt.

De RAM 20 is verbonden met ingangslijnen 17’ en 18 en daarover met de RAM 19’ en de microprocessor 2.

De RAM 20 is verder verbonden met de IMA. 5, welke daaruit een adreslijn ontvangt en daaraan een informatielijn toevoert. De DMA 5 ont-10; vangt ook een besturingsverbinding uit de microprocessor 2. Aan de DMA wordt bet startadres van de reeks toegevoerd, die uit de video-RAM moet worden afgevoerd.

Daarna voert de DMA met grote snelbeid elke byte af in minder danU,5 mierosec.(^us), zoals nodig is om de televisieregels met een f re-15 quentie van 1,79 M bits per sec.te vullen. Deze informatie wordt toege-. voerd aan de snelwerkende RAM 21, welke kan zijn opgebouwd uit vier 7^15670 van Texas Instruments, waardoor men een capaciteit van 8 x 16 ver-krijgt. ‘ • Aspect en, welke van belang zijn voor een lijnplaatsing ont-20 staan in de horizontale en de vertikale synchronisatiescheidingsinrich-ting 22. Het ingangssignaal is een samengesteld videosynchronisatie-signaal en de uitgangssignalen zijn gescheiden vertikale en horizontale . synchronisatiepulsen.

De videoeode-fazevergrendelingslus 2h ontvangt horizontale syn-. 25 chronisatiepulsen en wekt een viervoudige kleuronderdraaggolffrequente reeks van klokpulsen op, die voor videocodetempering worden gebruikt. De frequentie bedraagt lU.318.180 Hz. * . . Dit kloksignaal wordt toegevoerd aan de logische videocodebit- tempeerinrichting 25, welke is opgebouwd uit flip-flop tellers en lo-30 gische EN-poorten, die klok- en volgordesignalen leveren. Deze dienen voor het verschaffen van een tempering voor de snelwerkende RAM 21, de logische bitkiesinrichting 26, de logische CRC-opwekketen 27 en de lo- ’ gische uitgangskiesinrichting 28.; Hierdoor verkrijgfc men een compatibili-teit tussen de digitale bits en de synchronisatiepulsen, welke een hori-35 zontale regel bepalen.

De logische bitkiesinrichting 26 ontvangt parallelle, digitale informatie over vier ingangsgeleiders en zet deze informatie in serievorm & 8202426 - 6 -

* V

om door een parallel-serie-omzetverking. Het uitgangssignaal ran de kies- inrichting geschiedt via een enkele geleider en heeft de.halve kleuron- derdraaggolffrequentie, d.v.z. een frequentie ran.1.789-772,5 Hz.

Een uitgangssignaal van de logisehe bitkiesinrichting vordt toe- 5 gevoerd aan de logisehe cyclische redundantiecontrolecode (CRC)-genera- torketen 27. Deze cravat een exclusieve OF-poort, een EH-poort, een schuifregister en verdere M-poorten. Deze dienen om de serie-uitgangs- 8 bitstroora door de veelterm (x +.:1)- te delen en de rest als de laatste - .. acht bits in de seriecode te gebruiken.· Deze methode vordt toegepastv 10. voor het versehaffen van controlebits teneinde de validiteit van de ont-vangen informatie te verzekeren.

De logisehe uitgangskiesketen 28 ontvangt het grote aantal digi-tale informatiebits uit de logisehe keten 26 en aan het eind van elke regel van het televisieraster vorden de acht bits geintroduceerd om de CRC-.- 15 controle voor die regel te verwezenli jken.

De logisehe videocode-inschakelinriehting 30 is in vezen een EN-poort, die op een selectieve vijze het introduceren van de videocode mo-gelijk maakt door de logisehe uitgangskiesketen 28 in werking te stellen, . evenals de videomenginrichting 32, velke een televisieraster identifi-20 ceert, dat videocode moet ontvangen.

De actieve regelteller 31 bmvat acht flip-flop tellers. Deze tel-len. horizontale regels, die bij elke veldsynehronisatiepuls beginnen. De regeltelling, vordt toegevoerd aan EN-poorten in de logisehe videocode-inschakelinrichting 30, opdat bepaalde regels (bijvoorbeeld de regels 13 25 en 15 en.de regels 26 - 256) in verking kunnen vorden gesteld.

Wanneer zovel de rasterinschakel- als de bepaalde regeltellingen "juist" zijn, vordt het videocode-inschakelsignaal opgevekt. De video-code wordt met het samengestelde synchronisatiesignaal in de videomeng-inriehting 32 gemengd voor het opwekken van het’ samengestelde televizie-- 30· signaal 7» dat het digitale informatieraster of de digitale informatie- • rasters omvat.

Pig. 5 toont het stroomdiagram voor de televisie-informatieras-tergeneratorinrichting volgens fig. 3.

Bij START in fig. 5» is de eerste stap "toevoeren van informatie 35- aan de RAM. voor algemene doeleinden" (19), hetgeen de activiteit 1)-0 is. Deze digitale informatie is afkomstig uit het toetsenbord 1 van de ka-thodestraalbuis of de buigzame schijf U van fig. 1.

8202426 ................" f , ' . v . [ . . .

* I

» « - 7 -

De volgende functie, 41» is "overdragen van informatie naar de video-RAM". Deze verschaft de volgorde en de juiste inhoud van informatie, velke daama in een televisieraster moet vorden gecodeerd.

Deze en volgende functies vorden bestuurd door de microprocessor 5 2, die voor een dergelijke activiteit is geprogrammeerd.

. "Wachten op het' begin van .het TV-raster, veld 1"' is de volgende activiteit..

• "Tellen tot regel. 13", activiteit 43» treedt vervolgens op.

"introdueeren van VITC", activiteit 44,. vereist, dat deze func-. 10 tie bij regel 13 vordt vervuld. Dit is het introdueeren van de vertikale- intervaltijdcode door middel vaarvan het televisieraster vordt geldenti-ficeerd. De activiteit vordt gebruikt cm dit raster op verzoek door een gebruiker te lokaliseren.

De activiteit U5 vereist een herhaling bij regel 15 van de "in-... 15 troduceer VITC" bij regel 13. Deze herhaling voorziet in de redundantie.

De activiteit 46 vereist een "tellen tot regel 26".

De activiteit. 47 vereist "introdueeren van digitale informatie"..

. Dit is de eerste regel van informatie van datgene, dat in hoofd-zaak een geheel veld van informatie vordt. .

20 De activiteit 48 vereist, dat deze introductie van informatie vordt herhaald ftot en met regel 256" Hierdoor verkrijgt men 230 regels van informatie.

De activiteit 49 vereist "vaehten op het begin van veld 2".

De acticiteiten 50 en 51 herhalen de voorafgaande activiteiten 25 . 43, 44 en 45, ditmaal voor het tveede veld van het raster.

Op een soortgelijke vijze is de activiteit 52 een herhaling van de activiteit 46.

. Gelijktijdig met deze activiteiten,-beginnende bi«j de activiteit 42, vordt de digitale informatie op een videoband geregistreerd.‘ 30 Het tveede veld kan vorden geregistreerd als een kvadratuur, die op een afstand van de registratie van dezelfde informatie bij veld 1 is gelegen.

Dit cm bandonvolmaaktheden, zoals "drop-outs", van dezelfde informatie in beide velden te vermijden. Derhalve vereist de activiteit 53 "intro-duceren van de 116-de infoimatieregel bij de relevisieregel 26".

35 Vervolgens vereist de activiteit 54 "introdueeren van de 117-de informatieregel bij de 27-ste veldregel".

De activiteit 55 vereist het voortzetten van het introdueeren t 8202426 ψ ψ » ' " - 8 - , van informatie "achtereenvolgens". Na regel 230 keert de reeks terug naar de informatieregel 1.

De activiteit 56 vereist "voltooid bij veldregel 256", hetgeen de informat ieregel 115' is.

5 Daarna neemt de inrichting de paraatmodus aan of gaat over naar andere handelingen, zoals het opvekken van een tveede televisieraster tfan digitale informatie, of bet terugkeren naar een ,,off-line,,-modus, waarin nieuve informatie via bet toetsenbord 1 of de schijf b vordt geintrodu- · ceerd. - ; 10 Pig.. U is een blokscbema betreffende bet ververken van de video- . code en de ontvangen rasters.

In fig. b vorden binnenkomende, samengestelde televisiesignalen met digitale informatierasters ingevoerd bij 7', waarbij deze ’signaler meer in bet bijzonder de signalen zijn, velke vorden overgedragen aen 15/ d.-f ontvangen uit de uitgang 7 van fig. 1. Deze signalen kunnen ook vorden veergegeven door video-opzamelorganen, zoals een videoband- of cassette-registratie-veergeefinrichting. ·

De signalen vorden toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 60 voor het vervijder.en van storende hoogfrequente signalen, of ruis, die . - 20 in de zender-ontvangerbaan kunnen zijn geintroduceerd, via radiogolven of via een videokabel. Het filter 60 kan zijn voorzien van een IM310-versterker met eenheidsversterking van National Semi-conductor, gevolgd • door een pi-filterketen, bestaande uit een zelfinductie en tvee condensa-toren, en vorden gevolgd door nog een versterker met de eenheidsverster-25 king.

Het uitgangssignaal van bet filter 60 wordt toegevoerd aan een videosynchronisatiescheidingsinrichting 6l, welke de horizontale en ver-tikale synchronisatiesignalen uit bet samengestelde signaal onttrekt. De scbeidingsinrichting 61 kan zijn voorzien van een ingangsveerstand-con-30 densatorserienetverk, een 7^C0U-verst erker met diodeterugkoppeling, en nog tvee 7^C0U-versterkers in tandem voor het leveren van synchronisatie-uitgangssignalen met tegengestelde polariteit.

Het horizontale uitgangssynchronisatiesignaal van de scbeidingsinrichting 61 vordt toegevoerd aan de synehronisatie- en onderdrukkings-35 steekproef- en vasthoudinrichting 62. Aan deze inrichting vordt ook bet volledige videosignaal toegevoerd. De inrichting 62 kan zijn voorzien van een 7^LS221 een-periodemnltivibrator, velke signalen met een breedte 8202426 • - 9 - levert, die coincident is met de horizontale synchronisatiepulsen- Dit uitgangssignaal wordt toegevoerd aan een geintegreerde LF398 steekproef- ·'. en vasthoudketen (IC), welke verkrijgbaar is bij national Semiconductor. Deze inrichting verschaft een vasthoudniveau, dat overeenkomt met de am-5 plitude van. de toppen van de synchronisatiepulsen.

Op een soortgelijke vijze is nog een T^-LS221 een-periodemulti-vibrator tegengesteld ten opzicbte van het horizontale uitgangssynchro-. nisatiesignaal van de scheidingsinriehting 61 verbonden. Deze inrichting. ontsteekt bij in positieve verlopende achterrand van het synchronisatie-10' signaal en voorziet derhalve in een signaal met een breedte, welke co-’ incident is met het onderdrukkingsniveau na het horizontale synchronisa-tiesignaal,. welk signaal wordt toegevoerd aan een tweede LF398 voor het nemen van steekproeven en het vasthouden van een niveau, dat gelijk is aan het onderdrukkingsniveau van het videosignaal.

15 Het volledige videosignaal wordt ook aan de beide steekproef- en vasthoud-ICfs toegevoerd. Hierdoor verkrijgt men een spanningsgolf-vorm, waaruit de steekproef- en vasthoudketens het bepaalde synchronisa-tietopniveau en het van belang zijnde onderdrukkingsniveau zullen afne-men.

20 De twee genoemde niveaus worden aangelegd aan een snij-inrichting 63 en wel aan tegengestelde ingangen van een operationele differentiaal-versterker, die een national Semiconductor 1Μ3θβΗ kan zijn. De schakel-drempel daarvan is een spanning, welke evenredig is met de intensiteit en het gelijkstroomniveau van het videosignaal. Het gelijkstroomdrempel-25 niveau is het "snijniveauu". Het gefilterde videosignaal wordt met het snijniveau vergeleken voor het nemen van een snijbeslissing voor elke digitale bit ten aanzien van het feit of dit een binaire "1" of een bi-naire ”0” is.

Door het uitgangssignaal van de snij-inrichting over een T^LSOk 30 IC-omkeerinrichting te voeren, verkrijgt men een VC (d-w.z. een omge-keerd videocode-)uitgangssignaal en door dit signaal over een tweede 7 tLSOk-omkeerinrichting te voeren, verkrijgt men een buffervideocode-(BVC) uitgangssignaal.

De oscillator 7^ wordt meer in het bij zonder bedreven met het 35 viervoudige van de kleuronderdraaggolffrequentie van 3,579MHz, d.w.z.

1^,318 MHz. Het horizontale synchronisatiesignaal uit de scheidings-inrichting 61 wordt voor synchronisatiedoeleinden aan de oscillator toege-r·-, 8202426 ί - 10 - voerd. De. oscillator kan bestaan uit een CD4046 IC plus een 74S124 ic-oscillator, waarbij de laatstgenoemde bij 14,318' MHz werkt. Het uit-' ' gangssignaal met deze frequentie wordt teruggevoerd over een reeks flip- flop-frequent iedelers en gedeeld door 2·:χ:·455 = 910, waardoor men de ho-5 rizontale regelfrequentie van 15'.T3U Hz verkrijgt.

De inrichting is voorzien van een vergelijkingsinrichting. Deze vergelijkt de synchronisatieregelfrequentie met de terugkoppelregelfre-quentie voor het opvekken van een gelijkspanning, die evenredig is met de fazefout. Een laagdoorlaat-gelijkstroomschakeling achter de verge-10 lijkingsinrichting levert een stuurspanning om de 74S124-oscillator te versnellen of te vertragen teneinde deze te vergrendelen met de juiste frequentie, welke gelijk is aan het viervoudige van de kleuronderdraag-golffrequentie. Voor het balanceren van de fazegrendellus is geen andere frequentie aanwezig.

15-- In fig. 4 wordt een uitgangssignaal van de oscillator 64, het ,Videocodekloksignaal,, genoemd, toegevoerd aan de logische videocode- tempeerketen 65· Dit signaal heeft een frequentie van 14,318 MHz. Een aan-• tal. flip-flop-frequentiedelers reduceert deze frequentie voor het leve-ren. van een aantal tempeersignalen, zoals met de helft (hetgeen neerkorat 20 op tweemaal de frequentie van.de onderdraaggolf) en eenmaal de frequentie van de onderdraaggolf, de helft van de frequentie van de onderdraaggolf en een aantal tellingen, die verschillende bitplaatsen in de achter-eenvolgende cycli van de code bepalen.

Een uitgangssignaal van de logische videocodetempeerinrichting 25 65 is het "videocodetempeersignaal" met een frequentie van f/2rvan de onderdraaggolf, welk signaal wordt toegevoerd aan een aantal blokken, waarvan er een de serie-parallelomzetter 66 is. Het andere ingangssignaal voor de omzetter 66 is het videocodesignaal zelf, een uitgangssignaal van de snij-inrichting.63, dat het buffervideocodesignaal BVC is.

30 De omzetter· 66 is een schuifregister., vaaruit uitgangssignalen over vier parallelle geleiders worden afgenomen.

Een vrij toegankelijk geheugen (RAM) 67 is met de vier parallelle geleiders uit de omzetter 66 verbonden. Het geheugen heeft een opslag-capaciteit van 8 χ 16. De digitale informatie wordt met vier bits tege-35 lijkertijd overgedragen naar vier 74lS670s, die zich in de RAM 67 bevinden. Deze zijn geschikt voor een snelle toevoer en afvoer, zodat velden met de hoge televisie-aftastfrequentie zullen worden gevuld. De uitgang wordt 8202426 I . * \ ' - ~ - i · - 11 - gevormd door de ,TCHJ informati eli j n" en omvat acht geleiders.

Het "videocodetempeersignaal” nit de logische inrichting 65 vormt 00k een ingangssignaal voor de logische synehronisatiecontrole-inrichting 68. Deze laatste omvat een aantal poorten. Andere ingangs-5 signalen voor de logische inrichting 68 hezitten een frequentie, gelijk aan 2x, lxen.de helft van de frequentie van de onderdraaggolf. Twee EN-poorten en een exelusieve QF-poort voeren deze ingangssignalen toe aan een paar LSOO-poorten, die kruiselings met elkaar zijn verhonden voor .het vormen.van een grendelinrichting. - ; 10'. -Indien synchronisatietits onthreken wordt de grendelinrichting ingest eld,, waardoo’r. een "laag” uit gangs signaal wordt geleverd, hetgeen wijst op een slechte synchronisatie. Indien er omgekeerd geen onthreken-de synchronisatiehits aanwezig zijn, is het uitgangssignaal van de grendelinrichting "hoog", hetgeen op een goede synchronisatie wijst.

15. De grendelinrichting wordt hij het hegin van elke regel door een door synchronisatiesignalen helnvloede een-periodemultivihrator te- .

·. ruggestdld.

Een "goed" synchronisatie-uitgangssignaal uit de logische syn- chronisatiecontrole-inrichting 68 wordt toegevoerd aan de logische code- 20 controle-inrichting 69 in fig. Andere ingangssignalen voor de oode- controle-inrichting 69 zijn een uitgangssignaal uit de logische CRC- controle-inrichting TO en een gehufferd BVC.

De logische CRC-controle-inrichting JO omvat een exclusieve 0F- poort en een daaruit gevoed 7^LSl6U-schuifregister. Het uitgangssignaal 25 van het schuifregister, dat met acht verschuivingen wordt vertraagd, wordt teruggevoerd naar de andere ingang van de exclusieve'OF-poort.

Dit is de constructie, welke veroorzaakt, dat de seriehitstroom wordt ge- 8 deeld door (x + 1).

Het resultaat van het toevoeren van deze hitstroom aan het . 30 schuifregister leidt tot een rest fO" in dit schuifregister aan het eind . van alle hits,, indien geen fout is gemaakt. Indien dit het geval is, zullen alle uitgangssignalen van het schuifregister laag zijn en zullen twee EH-poorten, 7^LS260 heide "juist" zijn.

Dit wijst op een "goede” CRC-controle. De logische combinatie 35 van een goede synchronisatie- en goede CRC-controle vormt het uitgangssignaal van de logische codecontrole-inrichting 69.

Dit uitgangssignaal wordt toegevoerd aan de logische video- 8202426 . ___ \__ - 12 - code, gereedinrichting 71 volgens fig. 1. Dit geschiedt.. via een flip-flop LS7^> die bij het begin van de code in werking wordt gesteld. Wan-neer de code is voltooid en. de controle "goed" is» wordt aan de informa-tielijn een indicatie gegeven, dat de "videocode gereed is".

5 Deze informatie wordt nu opgeslagen in de RAM 6j van 8 x 16 en wordt uitgelezen door de direkte geheugentoegangsinrichting (DMA) 10 . van fig. 2. Via de adreslijnen is bet mogelijk' de RAM 6j van 8 x 16 te adresseren en informatie aan de informatielijn volgens fig. 4 toe te ' voeren.

10. Deze informatie wordt opgeslagen in de RAM 12, die de informa tie ter besehikking stelt aan de microprocessor 11 wanneer het uitlees-proces is voltooid.

Informatie van regel-tot-regel wordt steeds uitgelezen en in de RAM 12 gevoerd, totdat alle regels zijn uitgelezen. De microprocessor 15 is dan gereed cm de informatie voor weergeefdoeleinden te gebruiken of de informatie als een besturing te interpreteren, d.w.z. een programma • of instructies. Dit geschiedt voor het beinvloeden van de ingangs- en uitgangsinrichtingen (I/O) van fig. 2. Deze zijn de weergeefinrichting 15’ of het besturingspaneel 1¾.

20 Een voorbeeld van instructies voor de microprocessor is het weergeven van een veranderend programma naast een beeld of dergelijke.

Dit kan zijn de tijd van de dag, d.w.z. seconden, minuten,· uren, dagen, maanden en jaren. De telling kan gedurende 200 jaar voortgaan. Er zijn geen extra randinr icht ingen naast die,. welke reeds zijn weergegeven, 25 nodig.

De weergeefinrichting 15 omvat een videoweergeef generator, bijvoorbeeld van. het type S 68oVT, dat verkrijgbaar is bij AMI of een equivalent daarvan.. Dit naast de televisie-aftastraster-kathodestraal-buis of een equivalent daarvan..

30 De videoweergeefgenerator ontvangt de digitale informatie, die volgens de uitvinding is verwerkfc, en verschaft een puntmatrix om de ge-wenste drukletters bij opeenvolgende regels van het raster te vormen.

De videocode-uitleesinrichting volgens fig·, k detailleert het element 9 van fig. 2, waarbij de samenwerkende verdere elementen van fig.

35 2 eveneens zijn aangegeven.

In fig. 2 en k kan de microprocessor 11 bestaan uit een Intel 8085. De microprocessor is in wezen vooraf geprogrammeerd, zoals boven is 8202 4 2 6 ..........................” \ \ ; l \ — 13 — vermeld. De microprocessor kan evenvel verdere programraa-elementen of instructies ontvangen,..zoals boven is beschreven.

"Andere besturings"-elementen konnen bestaan ait :funetiesignalen, zoals uitlezen, registreren, onderbreken van bet verzoek en bet bevestigen 5 van een onderbreking.

De EM 12 kan bestaan ait een stel van acht Intel 2118 Dynamic .: RAM IC's. Elk vandeze vormen een eenheid van 1 x ΐβΚ.

.. De direkfce geheugentoegangsinrichting 10 (DMA) kan bestaan ait . ..·; . een Intel 8237 DMA regelaar IC. · . 10' Het aantal geleiders in de lijnen in fig. ^ vordt gegeven door de getallen bij de schaine streep door de enkele in de figaur aangegeven lijn.. Zo omvat de adreslijn zestien geleiders en de lijn'72 twee-en-• dertig geleiders.

Pig. 6 toont een stroomdiagram voor de televisie-informatie-15 rasteruitleesinrichting volgens fig. U.

Bij de START is de eerste stap, 80, het aitlezen van de ver-schillende VITC-codes totdat een code vordt gevonden, velke ”aan de van belang zijnde code is aangepast". De van belang zijnde code is vooraf door de gebraiker bij het bestaringspaneel 1¾ ingeponsd.

20 De volgende functie, 8t, is "het vrijgeven van een blok van het HM-geheagen 12" indien een blok niet' reeds beschikbaar is.'

De volgende functie, 82, is "vachten op regel 26 van veld 1". Functie 83 vereist "aitlezen van videocode (VC) informatie op regel 261 en het bepalen of de code klopt.

25 Daarna vordt in het beslissingspant Qk gevraagd "klopt de code?".

Indien het antvoord "neen" is vindt de functie 85 "inerementeer het RM-adres" op en gaat de behandeling voort naar de volgende plaats.

Indien het antvoord "ja" laidt, vindt de functie 79» "overdracht van informatie ait de baffer van 8 x 16 naar RAM" plaats. Dit is goede 30 informatie, omdat de CRC-controle aan het eind heeft geleid tot een toe-stand met alleen nallen. Dit vijst op het feit, dat geen verandering van bits aanvezig is.

Daarna vindt funetie 85 "inerementeer het RAM-adres" plaats.

In het beslissingspant 86 vordt gevraagd "is dit regel 256?". Initieel 35 zal het antvoord "neen" laiden en derhalve keert de activiteit terag naar functie 83.

Tenslotte zal het antvoord "ja" laiden. Dit ligt dicht bij het 820 2 42 6 ..................................." 4 <· - 1¾ - vertikale synchronisatie-interval en derhalve is de volgende functie, 87» "vachten op regel 26 van veld 2".

In het heslissingspunt 88 vordt gevraagd "is SAM vrij Indien het antvoord "ja" luidt, betekent dit, dat de CRC-code niet als geldig 5 voor het eerste veld klopt.

. Dit leidt tot veer een heslissingspunt, 89» vaarin vordt gevraagd "klopt de code Dit heeft betrekking op veld 2. Indien het antvoord "ja" is, gaat de activiteit naar functie 90,'-"overdracht van informatie uit.de buffer van. 8 x .16' naar RAM". Daarna gaat de‘activiteit 10' naar functie 91» "incrementeer het EAM-adres".

Indien het antvoord in het heslissingspunt 89 "neen" vas, be-tekent dit, dat de informatie in beide velden foutief vas. Dit veroor-zaakt, dat functie 92 optreedt "instellen van een foutvlag". Deze vlag vordt op een specials, aparte plaats in de SAM 12 opgeslagen.

15’ Indien het antvoord. in het heslissingspunt 88 "neen" luidt, betekent dit,. dat informatie uit het veld 1 eerder is geaccepteerd.

Dit maakt een functie 91 "incrementeer het RAM-adres" mogelijk, aangezien er geen behoefte bestaat de informatie van veld. 2 te onder-zoeken.

20 Vervolgens treedt het laatste heslissingspunt 93 op "is dit regel 256 Initieel zal het antvoord "neen" luiden, zodat de activiteit naar het punt 88 terugkeert. Daar vordt de beschreven reeks func-ties een voldoend aantal malen herhaald, totdat het antvoord "ja" luidt.

25 Dit leidt tot de functie 9^» "informatie-uitlezing voltooid", vaarna andere handelingen, vaarbij de informatie vordt gebruikt, vorden uitgevoerd, zoals het veergeven van de alfanumerieke symbolen in de veergeefinrichting 15 van fig. 2.

Fig.-J toont het stroomdiagram voor een verbeterde verking van • 30 de televisie-informatierasteruitleesinrichting, n.l. die, vaarbij verdere programma-elementen of instructies aan de microprocessor 11 vorden ge-geven.

Bij START is de eerste stap 95 "het vooraf instellen van het stelsel voor het ontvangen van (t)". Dit geschiedt door de gebruiker on- 35 der gebruik van het besturingspaneel 1U volgens fig. 2 voor het instellen van een tijdstip: bijvoorbeeld 8:00:00.

De volgende functie 98 "op het tijdstip (T) volgen van het 8202426 -15-.

stroomdiagram β" d..v.z., dat de VITC-code aan de van belang zijnde code is aangepast, vordt de gehele reeks handelingen volgens- het stroomdiagram 6 voltooid.

Daarna keert de activiteit terug naar fig. 7» d.v.z. functie 97 5 "het gebruik van de informatie nit bet raster (T) voor bet identificeren van.de.tijd £t*)".

De informatie op het tijdstip 8::00:00 geeft bijvoorbeeld aan, . dat de gevenste, villekeurigtgetempeerde informatie zal aankomen op 8:27-Het is niet nodig, dat deze informatie vordt veergegeven; de informatie ‘ - - 10 bevindt-zich in bet gebeugen en derhalve kan de microprocessor 11 tot bet • tijdstip 8:27 vachten.

De volgende functie 98 vermeldt "op bet tijdstip (Tr) vordt bet stroomdiagram 6 gevolgd". De VITC-code is aangepast aan 8:27 en derhalve vindt bet gehele diagram 6 plaats.

15. . De eindfunctie 99 van fig. 7 vermeldt "omzetten en veergeven van informatie nit (Tf'J ". De informatie, velke op 8:27 is ontvangen, vordt nu vanuit digitale bits omgezet in af te drukken symbolen, die in de veergeefinrichting 15 vorden veergegeven.

Fig. 7 geeft de verking van de uitleesinrichting voor de bestu— 20 ring daarvan en als een laatste stap het.besturen van de veergeefinricbting aan.

/ ·. x 8202426

Claims (5)

1. Werkwijze voor ehet overdragen van digitale informatie met het • kenmerk, dat. de digitale .informatie wordt opgeslagen in een mate, welke voldoende is am de regels van een televisieveld op tevullen, de digitale informatie in televisieveldvolgorde wordtteruggewonnenr daarin een 5· standaard videosignaal.wordt geintroduceerd, controlebits bij de einden van regels van de digitale informatie van de veldreeks wordt gelntro-. duceerd, de .teruggewonnen digitale informatie in de volgende veldreeks redundant ,wordt herhaald, de veldreeks en worden overgedragen, de veld- . · reeksen worden ontvangen,. de digitale informatie, die uit de ontvangen 10 veldreeksen wordt teruggewonnen, de validiteit van de ontvangen veldreeks digitale informatie wordt bepaald door de status van de controlebits te bepalen en de ontvangen veldreeksen worden opgeslagen.

2. Ferkwijze volgens conclusie 1 met bet kenmerk, dat overgedragen standaard videosignalea, welke de digitale informatie bevatten, worden ' 15" geregistreerd en de geregistreerde informatie wordt weergegeven. 3. ·' Werkwijze volgens conclusie’ 1 met bet kenmerk, dat voor bet bepalen van de validiteit de digitale informatie bij elke regel, waarvoor een geldige codecontrole in bet eerste veld van een raster optreedt, aehtereenvolgens wordt opgeslagen en de digitale informatie bij elke 20 regel, waarvoor in bet eerste veld geen geldige codecontrole optreedt, . docb deze in het tweede veld van een raster wel optreedt, in volgorde wordt opgeslagen. k. Werkwijze volgens conclusie 3 met bet kenmerk, dat voor bet be palen. van de validiteit de regelnummervolgorde in het tweede veld op-· 25 nieuw wordt gerangschikt met bij benadering de helft van een aaatal regels in het. veld teneinde daardoor onvolmaaktheden in een registratie-medium te vermijden.

5. Werkwijze1 volgens conclusie 1 met bet kenmerk, dat de opgeslagen ontvangen veldreeksen worden uitgelezen en de uitgelezen veldreeksen 30 in alfanumerieke symbolen voor weergave worden omgezet.

6. Werkwijze volgens conclusie 1 met bet kenmerk, dat de digitale informatie van de ontvangen veldreeksen wordt uitgelezen en de uitgelezen digitale informatie wordt omgezet in bedrijfsinstructies voor een microprocessor.

35 T· Inrichting voor het overdragen van digitale informatie, gekenmerkt 82 0 2 4 2 6 ................ -. - ------- 1 I I I I II I , . I.· ' , »*"··.·» · · *" - IT. - door een bron van digitale informatie (1), een eerste microprocessor (2) met een geheugen (3) voor het besturen en tevens reageren op de bron van digitale informatie en.het onderbrengen hiervan, geadresseerd, in het geheugen, organen (5, 6) voor het vorrnen van een televisieraster van de 5 digitale informatie nit die in het-geheugen, organen (27) voor het in-troduceren van informatiebits voor verifieatie, 'codering (26) en tele-visiesynchronisatie (26) op de regels in het raster, organen (7) om het raster nit te zenden,. en organen (9) am het raster te ontvangen en de digitale informatie terug te winnen. ! • 10. 8. Inrichting volgens conclusie 7 gekenmerkt door tveede micro- processororganen (11)', die met de ontvangorganen zijn verbonden om de digitale informatie als instructies voor de tveede microprocessororganen te interpreteren. 9* Inrichting volgens conclusie 7 met. het kenmerk, dat de organen 15 voor het vorrnen van een televisieraster van de digitale informatie uit die in het geheugen, zijn voorzien van een vrij toegankelijk videogeheu-gen (20) voor het opnemen van de digitale infoimatie, een direkte geheu-gentoegangsinrichting (5)» velke met het vrij toegankelijke videogeheugen is verbonden om de digitale informatie uit het vrij toegankelijke video-20 geheugen snel.op te nemen, en een vrij toegankelijk geheugen (21) om de digitale informatie uit de direkfce geheugentoegangsinrichting snel op te-nemen en de informatie snel af te voeren. 10* Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk., dat de ontvang organen zijn voorzien van een vertikale-intervaltijdcode-uitleesinrich-25 ting (9) voor het identificeren van het uitgezonden raster van digitale informatie, een tveede microprocessor (11) met een geheugen voor het op— nemen van het uitgezonden raster van digitale informatie, organen (15) voor het vorrnen van alfanumerieke cymbolen uit het uitgezonden raster van digitale informatie, en organen (15) om de alfanumerieke symbolen veer te . 30 geven. 8202426