NL1034880C2 - Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten. - Google Patents

Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten. Download PDF

Info

Publication number
NL1034880C2
NL1034880C2 NL1034880A NL1034880A NL1034880C2 NL 1034880 C2 NL1034880 C2 NL 1034880C2 NL 1034880 A NL1034880 A NL 1034880A NL 1034880 A NL1034880 A NL 1034880A NL 1034880 C2 NL1034880 C2 NL 1034880C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
parking
transaction
data
vehicle
identification data
Prior art date
Application number
NL1034880A
Other languages
English (en)
Inventor
Paul Willem Staartjes
Original Assignee
Waysis B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Waysis B V filed Critical Waysis B V
Priority to NL1034880A priority Critical patent/NL1034880C2/nl
Priority to NL1036381A priority patent/NL1036381C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1034880C2 publication Critical patent/NL1034880C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07BTICKET-ISSUING APPARATUS; FARE-REGISTERING APPARATUS; FRANKING APPARATUS
    • G07B15/00Arrangements or apparatus for collecting fares, tolls or entrance fees at one or more control points
    • G07B15/02Arrangements or apparatus for collecting fares, tolls or entrance fees at one or more control points taking into account a variable factor such as distance or time, e.g. for passenger transport, parking systems or car rental systems
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q20/00Payment architectures, schemes or protocols
    • G06Q20/08Payment architectures
    • G06Q20/12Payment architectures specially adapted for electronic shopping systems
    • G06Q20/127Shopping or accessing services according to a time-limitation
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q20/00Payment architectures, schemes or protocols
    • G06Q20/08Payment architectures
    • G06Q20/14Payment architectures specially adapted for billing systems
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q20/00Payment architectures, schemes or protocols
    • G06Q20/30Payment architectures, schemes or protocols characterised by the use of specific devices or networks
    • G06Q20/32Payment architectures, schemes or protocols characterised by the use of specific devices or networks using wireless devices
    • G06Q20/322Aspects of commerce using mobile devices [M-devices]
    • G06Q20/3223Realising banking transactions through M-devices
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F17/00Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services
    • G07F17/0014Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services for vending, access and use of specific services not covered anywhere else in G07F17/00
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F17/00Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services
    • G07F17/24Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services for parking meters

Landscapes

  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Accounting & Taxation (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Finance (AREA)
  • Strategic Management (AREA)
  • General Business, Economics & Management (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Economics (AREA)
  • Development Economics (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Devices For Checking Fares Or Tickets At Control Points (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeer automaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten.
5
BESCHRIJVING
Voor het verrekenen van de parkeerkosten van een voertuig op een openbare, dat wil zeggen niet-afgesloten, parkeerplaats langs de weg of op straat, op een parkeerterrein of in een parkeergarage zijn in de praktijk vele verschillende 10 systemen en technieken bekend.
Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen systemen die een tarief per vast dagdeel, bijvoorbeeld per uur, in rekening brengen of systemen die de daadwerkelijke parkeerduur verrekenen. In de laatstgenoemde situatie spreekt men ook wel over “real time parkeren” (RTP), waarbij dus alleen betaald wordt voor de 15 daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op deze laatstgenoemde categorie parkeersystemen.
Bij parkeren met vaste dagdelen koopt de gebruiker in het algemeen vooraf een hoeveelheid parkeertijd. Ofwel vast geregistreerd op een parkeerautomaat ofwel aangeduid op een door een parkeerautomaat verstrekt 20 parkeerbewijs dat zichtbaar in het voertuig moet worden achtergelaten. De parkeerautomaat bepaalt daarbij zelfde parkeerkosten, die per locatie en tijd van de dag c.q. dag van de week kunnen verschillen. De controle en handhaving zijn hierbij relatief eenvoudig. Immers wanneer de gekochte parkeertijd is overschreden, is de gebruiker in overtreding en kan deze worden beboet.
25 Bij RTP ligt de situatie complexer, in het bijzonder voor wat betreft de verrekening van de parkeerkosten alsmede voor de controle en handhaving.
Wanneer de identiteit van de gebruiker voor het parkeersysteem onbekend is, dient deze vooraf volledig voor de te verwachten parkeerkosten te betalen. Wanneer niet de volledig ingekochte parkeertijd wordt benut, dient een 30 automaat beschikbaar te zijn die het teveel betaalde kan retourneren. De gebruiker moet zich na afloop van de parkeertransactie naar deze automaat begeven en waarschijnlijk eerst naar het voertuig om daar het parkeerbewijs op te halen.
Bij een ander in de praktijk bekend RTP-systeem wordt gebruik gemaakt van de mobiele telefoon van een gebruiker. De gebruiker die een voertuig 1034880 2 heeft geparkeerd maakt via zijn/haar mobiele telefoon contact met een centraal parkeersysteem. Vervolgens maakt de gebruiker via de mobiele telefoon de betreffende parkeerplaats aan het parkeersysteem kenbaar, bijvoorbeeld in de vorm van een parkeerzone of zonecode, etc.. Afhankelijk van de wijze waarop de 5 gebruiker in het centrale parkeersysteem geregistreerd is, kan het ook nodig zijn om daarbij zijn/haar identiteit en/of de identiteit van het geparkeerde voertuig aan het parkeersysteem kenbaar te maken. Bijvoorbeeld door het intoetsen van het kenteken van het voertuig. Bij voorkeur wordt de identiteit van de gebruiker direct bepaald aan de hand van de aan de mobiele telefoon toegekende identificatie. Als 10 alle relevante gegevens in het parkeersysteem aanwezig zijn, kan een parkeertransactie worden gestart.
Als de gebruiker het geparkeerde voertuig weer van de parkeerplaats verwijdert, neemt de gebruiker via zijn mobiele telefoon opnieuw contact op met het centrale parkeersysteem. Door deze handeling als zodanig of 15 bijvoorbeeld door bevestigend te antwoorden op een beëindigingsvraag van het parkeersysteem, wordt de parkeertransactie beëindigd. De parkeerkosten worden dan berekend aan de hand van de verstreken tijd tussen de beide telefoongesprekken met het centrale parkeersysteem. De parkeerkosten worden hierbij achteraf verrekend, dus bij het beëindigen van de parkeertransactie, via ofwel een 20 rekening in relatie tot de mobiele telefoon of een bankrekening van de gebruiker. Doordat echter gebruik wordt gemaakt van een centraal parkeersysteem, kunnen de controle en handhaving op het betaald parkeren relatief eenvoudig worden uitgevoerd.
Bij dit bekende parkeersysteem moeten door de gebruiker relatief 25 veel handelingen worden verricht, zowel bij de eenmalige inschrijving of registratie maar ook voordat een parkeertransactie tot stand komt, waarbij de kans op het maken van fouten bij het invoeren van gegevens groot is. Zo kan er bijvoorbeeld een ongeldige sessie worden gestart door bijvoorbeeld een verkeerde zonecode in te geven of zich met een verkeerde maar geldige zone in een niet deelnemende stad 30 toch aan te melden etc..
Bij een andere bekende parkeertechniek, waarbij gebruik wordt gemaakt van op zichzelf staande parkeerautomaten, dus decentrale parkeersystemen, dient de gebruiker een parkeertransactie te starten en te eindigen door het in de automaat invoeren van een credit card of identiteitskaart, c.q. een kaart 3 waarmee betalingen kunnen worden verricht of geautoriseerd. Daarbij ontvangt de gebruiker in het algemeen een parkeerbewijs van de automaat. Dit parkeerbewijs, bijvoorbeeld in de vorm van een papieren kaartje, dient in het geparkeerde voertuig te worden achtergelaten, bijvoorbeeld zichtbaar achter de voorruit van een auto. Om 5 de parkeertransactie te beëindigen voert de gebruiker opnieuw zijn betalingskaart of identiteitskaart in de parkeerautomaat in, hetgeen dan tevens leidt tot het verrekenen van de werkelijke parkeerkosten, dat wil zeggen betaling achteraf via een bankrekening van de gebruiker of zo nodig door de automaat met klinkende munt te vullen.
10 De gebruiker dient zich bij dit parkeersysteem, voor het starten van de parkeertransactie, steeds naar het voertuig terug te begeven om het parkeerbewijs daarin te plaatsen. De handhaving is verre van eenvoudig, omdat door iedere parkeerautomaat een lijst met lopende parkeertransacties moet worden verschaft, veelal nog op papier, om aan de hand van het parkeerbewijs in het 15 voertuig na te gaan of voor het betreffende voertuig een geldige parkeertransactie is gestart.
Een nog weer ander bekend parkeersysteem maakt gebruik van (relatief dure) persoonlijke parkeermeters in voertuigen. De gebruiker steekt bij het starten van een parkeertransactie een persoonlijke parkeerwaardekaart in de 20 persoonlijke parkeermeter, die in het voertuig achter blijft. Gedurende de parkeertransactie boekt de parkeermeter waarde van de kaart af, conform een door de gebruiker gekozen parkeerregime dat, net als bij het parkeren met een mobiele telefoon, zoals boven besproken, door de gebruiker in de parkeermeter moet worden ingesteld. Evenzo als bij het parkeren met mobiele telefoon, zal de 25 parkeerbeheerder hiertoe geschikte bebording langs en op de parkeerplaatsen moeten plaatsen. Waarbij de gebruiker ook weer het nadeel heeft dat hij of zij eerst weer naar het voertuig moet terugkeren om de betreffende informatie in de persoonlijke parkeermeter in het voertuig in te voeren. De parkeertransactie wordt beëindigd door de parkeerwaardekaart simpelweg uit de parkeermeter te 30 verwijderen. Een handhaver dient periodiek de geparkeerde voertuigen te inspecteren om na te gaan of er nog sprake is van een geldige parkeertransactie, dat wil zeggen of de parkeermeter is ingeschakeld, correct is ingesteld en dat er nog een voldoende saldo op de parkeerwaardekaart aanwezig is.
Aan de onderhavige uitvinding ligt de opgave ten grondslag om 4 “real time parkeren" (RTP) in openbaar toegankelijke ruimtes met de mogelijkheid om achteraf te betalen, dus bij het beëindigen van de parkeertransactie, aanzienlijk te vereenvoudigen.
Daartoe voorziet de uitvinding, in eerste aspect hiervan, in een 5 werkwijze voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten, omvattende de stappen van het: - gedurende een registratieprocedure in een centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata en gebruikersdata gekoppeld aan gebruikersidentificatiedata, 10 - aanvragen van een parkeertransactie door het via een transactie- inrichting aan een dataverwerkingseenheid overdragen van transactiedata en opgeslagen gebruikersidentificatiedata voor het bepalen van de parkeerkosten van een voertuig, - door de dataverwerkingseenheid controleren van overeenkomst 15 tussen in de centrale databank vastgelegde gebruikersidentificatiedata en de overgedragen gebruikersidentificatiedata en bij geconstateerde overeenkomst: - starten van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig nog geen parkeertransactie 20 is gestart, - beëindigen van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig reeds een parkeertransactie is gestart, en 25 - verrekenen van de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een beëindigde parkeertransactie aan de hand van de overgedragen transactiedata en de aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata gekoppelde gebruikersdata.
Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat door het via een transactie-inrichting, voor het aanvragen van een parkeertransactie, overdragen van 30 transactiedata en vooraf opgeslagen gebruikersidentificatiedata voor het verrekenen van een RTP-parkeertransactie en door de registratie vooraf van de gebruikersdata en de voertuigidentificatiedata gekoppeld aan de gebruikersidentificatiedata, alle voor het starten, eindigen, berekenen van de kosten en handhaven van een parkeertransactie benodigde informatie beschikbaar is, zonder dat de gebruiker één 5 of meer van deze data via een toetsenbord of dergelijke moet invoeren, hetgeen gevoelig is voor vergissingen en daardoor ongewenst tot foutieve parkeertransacties kan leiden. De gebruiker hoeft dus in de werkwijze volgens de uitvinding geen parkeerzonenummer of andere positie- of plaatsinformatie in te toetsen of in te 5 lezen, omdat deze informatie impliciet door de transactie-inrichting wordt verschaft.
De registratieprocedure hoeft voor een betreffend voertuig en een betreffende gebruiker slechts eenmaal te worden uitgevoerd, waarbij dan de gebruikersdata, zoals naam- en adresgegevens e.d., de voertuigidentificatiedata, zoals een voertuigkenteken en gebruikersidentificatiedata in de centrale databank 10 worden geregistreerd. Voor het aanvragen van een parkeertransactie hoeft een gebruiker zich dan maar via de transactie-inrichting te identificeren die vervolgens transactiedata verschaft aan de hand waarvan het parkeerregime (geografische locatie en tarief) kan worden bepaald. De voertuiggegevens zijn reeds met de identiteit van de gebruiker in de centrale databank verknoopt.
15 De voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding ten opzichte van de stand van de techniek voor RTP zijn evident. Snelle en eenvoudige procedure waarbij de voor de parkeertransactie van belang zijnde gegevens vooraf in elektronisch verwerkbare vorm beschikbaar kunnen worden gesteld. Hierdoor is er een aanzienlijk kleinere kans op fouten in het verkrijgen van de voor het 20 verrekenen van een parkeertransactie benodigde informatie, minder handelingen voor de gebruiker en geen noodzaak om ten behoeve van het starten van de parkeertransactie naar het voertuig terug te keren. De gebruiker hoeft ook geen telefoonnummer van een centraal parkeersysteem te kennen of te onthouden of in zijn telefoontoestel op te slaan.
25 De lopende en zo nodig de reeds afgewikkelde parkeertransacties kunnen worden bijgehouden in de dataverwerkingseenheid en/of de centrale databank.
Uit handhavingsoogpunt biedt de uitvinding het voordeel van een centrale registratie van alle gegevens, zonder de noodzaak van bebording of 30 opschriften waarmee de gebruiker het van toepassing zijnde parkeerregime moet bepalen. Deze gegevens worden immers automatisch, zelfstandig, door de transactie-inrichting verschaft.
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding daarin, dat om een juridisch formele wilsovereenstemming over het aangaan van de 6 parkeertransactie te bewerkstelligen, indien vereist, voor het daadwerkelijk starten van de parkeertransactie vanaf de transactie-inrichting een transactiebevestiging wordt verschaft. Deze transactiebevestiging kan eenvoudigweg het indrukken van bijvoorbeeld een “JA”- of “START-toets op de transactie-inrichting zijn, hetgeen een 5 “harde” (fysieke) of zogeheten “zachte” (software gestuurde) toets kan zijn. Uiteraard is elke vorm van bevestigingssignalering toepasbaar, waaronder begrepen gesproken invoerdetectie. Het op deze wijze bevestigen van de start van een transactie neemt nagenoeg geen extra tijd in beslag. In het bijzonder wanneer gebruik wordt gemaakt van snelle, hedendaagse datanetwerkverbindingen en 10 communicatietechnieken.
In een nog weer verder uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt ook bij het beëindigen van de parkeertransactie om een dergelijke transactiebevestiging gevraagd.
Om de parkeertransacties zo betrouwbaar mogelijk te doen 15 verlopen, voorziet de uitvinding verder daarin dat door de dataverwerkingseenheid aan elke parkeertransactie een unieke transactiecode wordt toegekend. Eventuele juridische conflicten en dubbele transacties kunnen hiermee effectief worden opgelost.
De voertuigidentificatie zoals boven aangeduid, mag in het kader 20 van de uitvinding zowel een vast met het voertuig gekoppelde identificatie zijn, zoals het kenteken op een aan het voertuig bevestigde kentekenplaat, of in een elektronisch label opgenomen identificatiedata, zoals een in de Engelstalige vakliteratuur bekende RF-tag in het voertuig of vast daarmee verbonden, of een achter een raam van het voertuig geplaatst en met een identificatie bedrukt stuk 25 papier of karton, etc.
In de bovenbeschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding is er steeds vanuit gegaan dat door één gebruiker voor één specifiek voertuig een parkeertransactie kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan immers optimaal worden geprofiteerd van het gebruiksgemak dat de uitvinding biedt, doordat alle relevante 30 gegevens voor het starten van de parkeertransactie en het handhaven daarvan elektronisch beschikbaar zijn. In de praktijk komt het echter vaker voor dat personen van voertuig wisselen, hetgeen betekent dat hun gebruikersidentificatiedata dan ook voor dat betreffende voertuig in de centrale databank geregistreerd moeten zijn, om een parkeertransactie voor het betreffende voertuig te kunnen initiëren.
7
Om aan dit probleem tegemoet te komen voorziet de uitvinding, in een nog weer verdere uitvoeringsvorm hiervan daarin, dat de registratieprocedure het in de centrale databank, gerelateerd aan gebruikersdata en gebruikers-identificatiedata, vastleggen van voertuigidentificatiedata van verschillende 5 voertuigen omvat. Vanaf de transactie-inrichting dient dan een bevestiging te worden verschaft van de voertuigidentificatie van het betreffende voertuig waarvoor de parkeertransactie moet worden gestart.
Deze bevestiging kan op verschillende manieren worden verschaft, afhankelijk van de technische mogelijkheden van de transactie-inrichting. Bij een 10 transactie-inrichting met een display kunnen bijvoorbeeld de kentekens van alle geregistreerde voertuigen worden getoond, in combinatie met harde of zachte keuzetoetsen. Ook kan een vraag-en-antwoordmenu worden doorlopen, waarbij steeds een enkel voertuig wordt aangeduid, bijvoorbeeld in een volgorde die bij de registratieprocedure is opgegeven. Hiervoor volstaat een eenvoudig eenregelig 15 display. Uiteraard kan ook gesproken tekst in combinatie met “JA”- of NEE”-toetsen en/of gesproken invoerdetectie worden toegepast. Een deskundige kan vele andere technische varianten inzetten, die alle binnen het kader van de uitvinding geacht worden omvat te zijn.
Een gebruiker kan nu met een enkele gebruikersidentificatie voor 20 verschillende voertuigen een parkeertransactie uitvoeren, hetgeen de flexibiliteit van het parkeersysteem ten faveure van de gebruiker verhoogt met slechts een geringe invloed op de snelheid waarmee een parkeertransactie kan worden aangevraagd en gestart, indien de gebruiker via bijvoorbeeld een display het betreffende voertuig kan aanduiden. Deze bevestigingsstap kan tevens de functie van de 25 bovenbeschreven bevestiging voor het juridisch formeel aangaan van de parkeertransactie vervangen of omvatten.
Ook kan het voorkomen dat een gebruiker een parkeertransactie wenst uit te voeren met een niet in de centrale databank geregistreerd voertuig. De uitvinding voorziet hiertoe in een nog weer verdere uitvoeringsvorm daarin, dat 30 vanaf de transactie-inrichting voertuigidentificatiedata in de centrale databank kunnen worden geregistreerd, gerelateerd aan daarin reeds opgeslagen gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata. De betreffende transactie-inrichting dient hiervoor wel toegerust te zijn, bijvoorbeeld voorzien te zijn van een toetsenbord in de vorm van een display met “harde” of “zachte” toetsen.
8
Voor identificatie van de gebruiker kan elke op zichzelf in de praktijk beschikbare techniek worden ingezet, zoals bijvoorbeeld het gebruik van een datadrager, mits voldoende waarborg wordt geboden dat de, in de datadrager opgeslagen gebruikersidentificatiedata veilig en betrouwbaar zijn. Bij voorkeur wordt 5 gebruik gemaakt van een (bestaande) chipkaart, zoals een credit card of andere betaalkaart voor bancaire transacties of speciale parkeerwaardekaarten. Uiteraard kunnen ook speciale RF-tags, labels, etc. worden gebruikt waarmee een gebruiker adequaat kan worden geïdentificeerd. Een bestaande datadrager heeft het verder het voordeel dat de gebruiker geen nieuwe datadrager met zich mee hoeft te 10 voeren, speciaal bedoeld voor parkeertransacties. Dit is een groot voordeel van de uitvinding boven het gebruik van parkeerwaardekaarten die telkens moeten worden opgeladen met een waarde om een voldoende saldo op de kaart te houden.
Het gebruik van een credit card of bancaire card heeft het voordeel dat hiermee direct ook de parkeertransactie kan worden verrekend. Voor het 15 verrekenen van de parkeertransactiekosten kunnen uiteraard alle op zichzelf bekende elektronische en eventueel cash-betaalwijzen worden toegepast, in combinatie met de eerder genoemde identificatietechnieken. Bij voorkeur wordt de wijze van betaling tijdens de registratieprocedure in de databank vastgelegd, waarbij dan tevens een noodzakelijke verificatie van de betalingsgegevens van de gebruiker 20 kan plaatsvinden.
Voor het doel van de uitvinding kunnen ook meer geavanceerde identificatietechnieken worden toegepast, zoals biometrische gebruikersidentificatie, welke inherent aan de gebruiker zelf zijn, dus daarin zijn opgeslagen.
De gebruikersidentificatiedata voor overdracht met de transactie-25 data kunnen in een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding ook vast in een transactie-inrichting zijn opgeslagen. Bijvoorbeeld in de vorm van een uniek registratienummer van de transactie-inrichting, een uniek registratienummer van software in de transactie-inrichting of een unieke identificatie van de gebruiker zelf en dergelijke. Uiteraard onder de voorwaarde van een veilige en betrouwbare opslag 30 waarmee niet ‘geknoeid’ kan worden.
In een nog verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is ook daarin voorzien dat via de transactie-inrichting voertuigidentificatiedata, gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata in de centrale databank kunnen worden geregistreerd. Begrepen zal worden dat hiermee optimale flexibiliteit wordt verschaft voor het 9 aangaan van een parkeertransactie, ook wanneer de gebruiker niet reeds eerder een registratieprocedure heeft uitgevoerd. Deze registratieprocedure kan dan alsnog voorafgaand aan het daadwerkelijk parkeren van het voertuig via de transactie-inrichting worden uitgevoerd.
5 In het bijzonder wanneer de gebruikersidentificatiedata vast in de transactie-inrichting zijn opgeslagen heeft deze registratiewijze het voordeel dat de gebruikersidentificatiedata direct in elektronische vorm beschikbaar zijn voor registratie, waarbij een gebruiker dan geen handmatige invoer van de gebruikersidentificatiedata hoeft uit te voeren, waardoor de kans op fouten verder 10 wordt geminimaliseerd. Ook bij gebruik van een datadrager kunnen in deze registratiewijze de gebruikersidentificatiedata en zonodig de gebruikersdata (voorzover beschikbaar) direct worden gebruikt voor registratie, zonder handmatige invoer door de gebruiker.
In een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding mogen de 15 gebruikersdata en de voertuigidentificatiedata verder deels of geheel overeenstemmen, zoals bijvoorbeeld bij gebruik van een RF-tag of papieren identificatie, zoals boven genoemd.
De transactiedata representeren, in een uitvoeringsvorm van de uitvinding, de geografische positie waarvoor een parkeertransactie moet worden 20 gestart. Dit kan de daadwerkelijke geografische positie zijn waarop een gebruiker zijn voertuig heeft geparkeerd, of een positie die door de gebruiker wordt beoogd om zijn voertuig te parkeren. In het geval van bijvoorbeeld een parkeerterrein met een aantal parkeerplaatsen kunnen de transactiedata refereren aan de geografische positie van het parkeerterrein als geheel, terwijl bijvoorbeeld bij parkeren op 25 straatniveau de transactiedata kunnen relateren aan een specifieke parkeerplaats op straat.
In een voorkeursuitvoehngsvorm van de uitvinding worden de transactiedata verschaft door een navigatiesysteem in de vorm van geografische coördinaten of dergelijke. Navigatiesystemen geschikt voor het verschaffen van 30 geografische positie-informatie zijn op zichzelf in de praktijk bekend en behoeven voor het doel van de uitvinding geen verdere toelichting. Met voordeel kan de transactie-inrichting deel uitmaken van een navigatiesysteem en/of kan de transactie-inrichting vast in een voertuig gemonteerd zijn.
Omdat niet ieder voertuig of iedere bestuurder of gebruiker van een 10 voertuig is uitgerust met een navigatiesysteem, voorziet de uitvinding in een weer verdere uitvoeringsvorm daarvan daarin, dat de transactie-inrichting een parkeerautomaat is en de transactiedata informatie omvatten voor het bepalen van een met de parkeerautomaat geassocieerde positie voor het parkeren van een 5 voertuig.
Een parkeerautomaat is in het algemeen vast opgesteld bij een parkeerplaats of een groep van parkeerplaatsen of een parkeerterrein. De transactiedata die een parkeerautomaat kan afgeven voor het bepalen van de parkeerkosten kunnen direct betrekking hebben op de locatie van de 10 parkeerautomaat en/of tariferingsinformatie e.d. of bijvoorbeeld enkel unieke identiteitsdata zijn, waarmee de betreffende parkeerautomaat uniek kan worden geïdentificeerd. In de dataverwerkingseenheid kan dan aan de hand van de identiteit van de parkeerautomaat het betreffende parkeerregime worden vastgesteld. Ook in deze situatie hoeft de gebruiker dus geen parkeerzonenummer of andere positie- of 15 plaatsinformatie op te geven, c.q. in te toetsten, voor het vaststellen van de positie van het geparkeerde voertuig, omdat deze informatie inherent gekoppeld is aan de positie van de parkeerautomaat vanaf waarvan de gebruiker de parkeertransactie start.
De opgeslagen gebruikersidentificatiedata kunnen door de 20 parkeerautomaat worden gelezen van elke datadrager, omvattende een chipkaart, waaronder begrepen een credit card of andere betaalkaart voor bancaire transacties, een parkeerwaardekaart, een RF-tag of RF-label maar ook inherent in de gebruiker zelf opgeslagen biometrische data, zoals boven reeds genoemd.
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze volgens de 25 uitvinding daarin, dat het beëindigen van de parkeertransactie wordt uitgevoerd onafhankelijk van de parkeerautomaat door welke de gebruikersidentificatiedata voor het starten van de parkeertransactie zijn overgedragen.
Dat wil zeggen, in het parkeersysteem volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding kan een gebruiker zijn parkeertransactie bij een 30 willekeurige parkeerautomaat beëindigen, door zich hier weer te identificeren.
Begrepen zal worden dat hiermee een maximaal gebruiksgemak voor de gebruiker wordt verkregen en congestie bij een enkele parkeerautomaat zoveel mogelijk wordt vermeden, hetgeen bijvoorbeeld wel het geval kan zijn wanneer gebruikers zich steeds bij dezelfde parkeerautomaat moeten aan- en 11 afmelden voor de parkeertransactie.
In het meest algemene geval van het gebruik van een transactie-inrichting, voorziet de uitvinding daarin dat het beëindigen van de parkeertransactie wordt uitgevoerd onafhankelijk van de wijze waarop de gebruikersidentificatiedata 5 worden overgedragen, zoals bijvoorbeeld via een navigatiesysteem.
Dat wil zeggen dat een gebruiker ook bijvoorbeeld via zijn mobiele telefoon, zoals een GSM-telefoon, een parkeertransactie kan beëindigen door het via deze telefoon overdragen van de gebruikersidentificatiedata. De gebruikersidentificatiedata van de mobiele telefoon mogen hetzelfde zijn of verschillen van de 10 gebruikersidentificatie van de transactie-inrichting. In het laatste geval dienen de gebruikersidentificatie van de mobiele telefoon ook in de centrale databank te worden geregistreerd, gekoppeld aan de gebruikersdata en voertuigidentificatiedata van een betreffende gebruiker. Ook combinaties van navigatiesysteem en parkeerautomaat zijn hierbij mogelijk. Met deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is 15 het voor een gebruiker nagenoeg steeds mogelijk om een parkeertransactie te beëindigen ook wanneer door een storing of anderszins de transactie-inrichting waarmee de parkeertransactie is gestart niet bruikbaar of onwerkzaam is.
Bij gebruik van een parkeerautomaat voorziet de uitvinding ook daarin dat door de parkeerautomaat zowel van het starten van de parkeertransactie 20 als van het beëindigen daarvan een bevestiging op papier wordt afgedrukt.
De voor het verrekenen van de ware parkeertijd noodzakelijk tijdinformatie kan in de uitgewisselde transactiedata zijn vervat. Bij voorkeur wordt de ware parkeertijd echter berekend uit de tijdinformatie die in of voor de dataverwerkingseenheid beschikbaar is aan de hand van de tijdstippen waarop de 25 parkeertransactie start of eindigt of waarop voor het starten en beëindigen van de parkeertransactie relevante data tussen de transactie-inrichting, zoals bijvoorbeeld een parkeerautomaat, een navigatiesysteem of andere apparatuur zoals een mobiele telefoon met de dataverwerkingseenheid worden uitgewisseld. Voor een deskundige behoeft dit geen verdere toelichting.
30 In een tweede aspect voorziet de uitvinding verder in een parkeersysteem, omvattende een dataverwerkingseenheid voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten, tenminste één transactie-inrichting voor het aan de dataverwerkingseenheid overdragen van opgeslagen gebruikersidentificatiedata en transactiedata 12 voor het bepalen van de parkeerkosten van een voertuig, waarbij het parkeersysteem verder registratiemiddelen omvat voor het gedurende een registratieprocedure in een centrale databank registreren van voertuigidentificatie-data en gebruikersdata gekoppeld aan gebruikersidentificatiedata, waarbij de 5 dataverwerkingseenheid verder is ingericht voor het controleren van overeenkomst tussen in de centrale databank geregistreerde gebruikersidentificatiedata en overgedragen gebruikersidentificatiedata en voor het bij geconstateerde overeenkomst: - starten van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de 10 voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig nog geen parkeertransactie is gestart, - beëindigen van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikers- 15 identificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig reeds een parkeertransactie is gestart, en - verrekenen van de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een beëindigde parkeertransactie aan de hand van de overgedragen transactiedata en de aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata gekoppelde gebruikersdata.
20 De dataverwerkingseenheid, één of meer transactie-inrichtingen, de centrale databank en de registratiemiddelen zijn voor het uitwisselen van de noodzakelijke data via een datacommunicatienetwerk met elkaar gekoppeld, hetgeen een openbaar of gesloten datanetwerk kan zijn. Hiertoe kunnen op zichzelf in de praktijk bekende communicatietechnieken worden toegepast. De registratie-25 middelen zijn bij voorkeur toegankelijk via het Internet, voor het door een gebruiker vanaf zijn eigen persoonlijke computer of via een openbare terminal of dergelijke uitvoeren van de registratieprocedure. Wanneer voor identificatie gebruik wordt gemaakt van een reeds bestaande datadrager, zoals een credit card of bankkaart of dergelijke, dient de gebruiker zich bij voorkeur te registreren via een terminal waar 30 de betreffende kaart veilig en betrouwbaar kan worden gelezen.
Uiteraard kunnen ook speciale datadragers of speciale software of transactie-inrichtingen geschikt voor parkeertransacties worden uitgegeven, waarvan de gegevens reeds bij uitgifte in de centrale databank kunnen worden opgeslagen, bijvoorbeeld na een schriftelijke registratie vooraf. Bij biometrische 13 identificatie dient uiteraard in geschikte biometrische registratiemiddelen te worden voorzien.
Voor het authentiseren van gebruikersdata en gebruikers-identificatiedata zijn op zichzelf in de praktijk verschillende technieken en 5 procedures bij deskundigen bekend, waarvan met voordeel gebruik kan worden gemaakt. Desgewenst kunnen de dataverwerkingseenheid, de centrale databank en de registratiemiddelen in een enkele eenheid samengebracht zijn of over verschillende parallel of anderszins samenwerkende eenheden worden verspreid.
Voor het verrekenen van de parkeerkosten kunnen op zichzelf bij 10 deskundigen bekende en veilige betalingstransactiesystemen en -technieken worden toegepast, die binnen het kader van de uitvinding niet verder zullen en hoeven te worden toegelicht.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is een transactie-inrichting verder ingericht voor het door een gebruiker verschaffen van een 15 transactiebevestiging voor het starten van een parkeertransactie en/of voor het verschaffen van een transactiebevestiging voor het beëindigen van een parkeertransactie. Dat wil zeggen, de transactie-inrichting is voorzien van middelen voor het door de gebruiker verschaffen van een dergelijke bevestiging, die in sommige jurisdicties vereist kan zijn om een transactie juridisch geldig te starten 20 en/of te beëindigen. Deze middelen kunnen “harde” of “zachte” toetsen of elk ander invoermiddel omvatten, zoals in het voorgaande reeds besproken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het parkeersysteem volgens de uitvinding is de dataverwerkingseenheid ingericht voor het beëindigen van een parkeertransactie onafhankelijk van de transactie-inrichting via welke de 25 parkeertransactie is gestart of via welke de gebruikersidentificatiedata zijn overgedragen. In het geval dat de transactie-inrichting bijvoorbeeld een parkeerautomaat is, kan de parkeertransactie bij verschillende andere parkeerautomaten worden beëindigd of bijvoorbeeld via een (mobiele) telefoon. Bij het gebruik van bijvoorbeeld een navigatiesysteem als transactie-inrichting kan de transactie 30 bijvoorbeeld ook via een in het parkeersysteem geregistreerde mobiele telefoon worden beëindigd of via een parkeerautomaat indien de gebruiker een in het parkeersysteem geregistreerde credit card of andere datadrager voor identificatie bezit. In wezen zijn alle combinaties van geregistreerde gebruikersidentificatiedata voor dit doel mogelijk.
14
In een nog verdere uitvoeringsvorm van het parkeersysteem van de uitvinding zijn de registratiemiddelen ingericht voor het in de centrale databank vastleggen van voertuigidentificatiedata van verschillende voertuigen gekoppeld aan gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata, en waarbij de tenminste ene 5 transactie-inrichting is ingericht voor het verschaffen van een bevestiging van de voertuigidentificatie van het betreffende voertuig waarvoor een parkeertransactie moet worden gestart.
In een nog weer verdere uitvoeringsvorm van het parkeersysteem van de uitvinding zijn de registratiemiddelen en transactie-inrichting ingericht voor 10 het vanaf de transactie-inrichting gerelateerd aan de gebruikersdata en de gebruikersidentificatiedata in de centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata.
De beide laatstgenoemde uitvoeringsvormen van het parkeersysteem volgens de uitvinding maken het voor een gebruiker mogelijk om voor 15 verschillende voertuigen een parkeertransactie aan te gaan, waarbij de verschillende inrichtingen slechts hoeven te zijn uitgerust om enkele handelingen meer te kunnen verrichten dan bij de uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij een gebruiker slechts voor één specifiek voertuig een parkeertransactie mag aangaan.
Om de registratie zoveel mogelijk te vereenvoudigen voorziet een 20 andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ook daarin dat de transactie-inrichting en de registratiemiddelen zijn ingericht voor het in de centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata, gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata. Hiermee kan dus bijvoorbeeld vanuit een voertuig een eenmalige registratie worden uitgevoerd of kan de registratie worden gewijzigd, etcetera.
25 Het parkeersysteem volgens de uitvinding is bij voorkeur ingericht voor het vanaf een veelheid van verschillende transactie-inrichtingen zoals navigatiesystemen, speciale voertuigsoftware, parkeerautomaten en dergelijke overdragen van transactiedata, waaronder begrepen transactiedata welke een geografische positie representeren waarvoor de parkeertransactie moet worden 30 gestart, zoals de geografische positie van het betreffende voertuig of de voor het parkeren van het betreffende voertuig beoogde geografische positie representeert.
Bij gebruik van een navigatiesysteem is deze geografische positiedata direct beschikbaar, zodat in het parkeersysteem volgens de uitvinding de transactie-inrichting en het navigatiesysteem bij voorkeur één geheel vormen.
15
Bij gebruik van een parkeerautomaat kunnen de transactiedata ook geografische positiedata omvatten maar kan de parkeerautomaat bijvoorbeeld ook zijn ingericht voor het verschaffen van transactiedata omvattende informatie voor het bepalen van een met de parkeerautomaat geassocieerde positie voor het 5 parkeren van een voertuig. Zoals bijvoorbeeld identiteitsdata van de parkeerautomaat zelf, waarbij dan identiteitsdata van de parkeerautomaat en de positie van de parkeerautomaat, zoals een zone-code of terreincode en dergelijke in het parkeersysteem zijn verknoopt.
Voor het verwerven van de gebruikersidentificatiedata voorziet de 10 uitvinding in transactie-inrichtingen voorzien van kaartlezers, RF-lezers, biometrische of andere lezers van opgeslagen gebruikersidentificatiedata, maar ook in transactie-inrichtingen waarin gebruikersidentificatiedata vast zijn opgeslagen.
Desgewenst voorziet de uitvinding verder in een parkeersysteem waarin een parkeerautomaat is ingericht voor het op papier afdrukken van een 15 bevestiging van zowel het starten van een parkeertransactie als van het beëindigen daarvan.
In een derde aspect voorziet de uitvinding ook in een parkeerautomaat voor gebruik in een werkwijze en een parkeersysteem volgens de uitvinding, zoals in het voorgaande besproken.
20 In een vierde aspect voorziet de uitvinding verder in een transactie- inrichting voor gebruik in of met een voertuig voor gebruik in een werkwijze en een parkeersysteem volgens de uitvinding, zoals in het voorgaande besproken.
In een vijfde aspect voorziet de uitvinding verder in een navigatiesysteem voor gebruik in een werkwijze en een parkeersysteem volgens de 25 uitvinding, zoals in het voorgaande besproken.
In een zesde aspect voorziet de uitvinding in een computerprogramma, omvattende programmacodemiddelen voor het uitvoeren van de stappen volgens de uitvinding zoals in het voorgaande beschreven, indien dit computerprogramma wordt uitgevoerd door een computer, waaronder begrepen een 30 dataprocessor, microprocessor, microcomputer of elke andere vorm van elektronische rekeneenheid.
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het computerprogramma ingericht voor integratie in of toevoeging daarvan aan een computerapplicatie.
16
In een zevende aspect voorziet de uitvinding in een computerprogrammaproduct, omvattende programmacodemiddelen opgeslagen op een, door een computer leesbaar medium, voor het uitvoeren van de stappen volgens de uitvinding zoals in het voorgaande beschreven, indien dit computer-5 programmaproduct is geladen in het werkgeheugen van en wordt uitgevoerd door een computer, waaronder begrepen een dataprocessor, microprocessor, microcomputer of elke andere vorm van elektronische rekeneenheid.
In een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het computerprogrammaproduct ingericht voor integratie in of toevoeging daarvan aan 10 een computerapplicatie.
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de van een uitvoeringsvorm met tekeningen, echter zonder hiertoe beperkt te zijn.
Figuur 1 toont schematisch en niet op schaal een uitvoeringsvorm van een parkeersysteem volgens de onderhavige uitvinding.
15 Figuur 2 toont schematisch een stroomschema van de voorkeurs uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een zeer vereenvoudigde en algemene uitvoeringsvorm van een parkeersysteem volgens de uitvinding schematisch weergegeven en als geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1.
20 Het parkeersysteem 1 omvat een transactie-inrichting in de vorm van een parkeerautomaat 2 en/of een transactie-inrichting 18 ingericht voor het afgeven van positiedata, zoals een navigatiesysteem, een dataverwerkingseenheid 3, registratiemiddelen 4 en een centrale databank 5 die allen via een datanetwerk 6, zoals bijvoorbeeld het Internet of een ander openbaar of eigen communicatie-25 netwerk met elkaar in communicatie kunnen treden.
De parkeerautomaat 2 bevat in de meest eenvoudige uitvoeringsvorm daarvan middelen 7 voor het lezen van een datadrager, zoals bijvoorbeeld een chipkaart 8 of elke andere door een gebruiker te dragen datadrager, zoals een RF-tag, een magneetkaart en dergelijke. In een zeer geavanceerde uitvoeringsvorm van 30 de uitvinding kan de parkeerautomaat 2 ook van bijvoorbeeld biometrische identificatiedataleesmiddelen zijn voorzien, zoals bijvoorbeeld vingerafdruklezers of irislezers, etc. In het navolgende zal, echter zonder daartoe beperkt te zijn, de uitvinding uiteengezet worden aan de hand van het gebruik van een datadrager 8 met daarin opgeslagen gebruikersidentificatiedata 9, zoals bijvoorbeeld een 17 bestaande chipkaart voor bancaire toepassingen of een speciale parkeer-waardekaart.
De parkeerautomaat 2 is verder voorzien van invoer/uitvoer-middelen (I/O) 10, welke in de meest eenvoudige uitvoeringsvorm van de 5 parkeerautomaat 2 een aantal indicatielampjes en drukknoppen kunnen bevatten en in meer geavanceerde uitvoeringsvormen kan de parkeerautomaat 2 audiovisuele l/O-middelen omvatten, waaronder begrepen displays, toetsenborden etc. zoals bij een deskundige bekend. Verder bezit de parkeerautomaat geschikte middelen 11 voor het verschaffen van transactiedata verband houdende met het parkeerregime, 10 dat wil zeggen locatie en tijd, voor het bepalen van de uiteindelijke parkeerduur van een parkeertransactie. De middelen 11 kunnen met voordeel door geschikte software en bijbehorende verwerkingsmiddelen worden gerepresenteerd. Verder bezit de parkeerautomaat 2 communicatiemiddelen voor data-uitwisseling via het datanetwerk 6. De communicatiemiddelen kunnen draadgebonden of draadloos zijn 15 uitgevoerd middels elke op zichzelf bekende communicatietechniek, waaronder begrepen speciale beveiligde communicatietechnieken en openbare communicatietechnieken via bijvoorbeeld het Internet of dergelijke.
Hoewel slechts één parkeerautomaat 2 is getoond, zal worden begrepen dat het parkeersysteem volgens de uitvinding uit een groot aantal 20 parkeerautomaten 2 kan bestaan, die verspreid zijn over een parkeergebied, zoals een stad of land al naargelang de omvang van het parkeersysteem 1.
In plaats van of in aanvulling op parkeerautomaten 2 voorziet het parkeersysteem 1 ook in het gebruik van transactie-inrichtingen 18 voorzien van middelen 19 voor het starten van een parkeerfunctie voor het verschaffen van 25 transactiedata in de vorm van geografische positie-informatie zoals geografische coördinaten, voor het bepalen van de positie van de transactie-inrichting. Bij voorkeur wordt hiertoe gebruik gemaakt van op zichzelf in de praktijk bekende commercieel beschikbare satellietnavigatiesystemen dan wel van speciale voor dit doel in een voertuig aangebrachte inrichtingen, in het navolgende ook 30 voertuigsoftware genoemd. Desgewenst kan de voertuigsoftware samenwerken met een bestaand navigatiesysteem of daarin zijn opgenomen.
De transactie-inrichting 18 bevat in de voorkeursuitvoeringsvorm vast daarin opgenomen gebruikersidentificatiedata 9, bijvoorbeeld in de vorm van een gebruikerscertificaat, een veilig in de transactie-inrichting 18 opgeslagen unieke 18 gebruikerscode, een uniek registratienummer van de inrichting, zoals het MAC-(Media Access Control)-adres, of dergelijke. Uiteraard kan de transactie-inrichting 18 ook middelen 7 (niet getoond) voor het lezen van een datadrager, zoals bijvoorbeeld een chipkaart 8 of elke andere door een gebruiker te dragen 5 datadrager, zoals een RF-tag, een magneetkaart en dergelijke of biometrische identificatiedataleesmiddelen omvatten.
De transactie-inrichting 18 is verder voorzien van één of meer van de invoer/uitvoermiddelen (I/O) 10 (niet getoond) zoals in het voorgaande beschreven in relatie tot de parkeerautomaat 2. Verder bezit de transactie-inrichting 10 18 communicatiemiddelen voor data-uitwisseling via het datanetwerk 6. De communicatiemiddelen kunnen draadgebonden of draadloos zijn uitgevoerd middels elke op zichzelf bekende communicatietechniek, waaronder begrepen een speciale beveiligde communicatietechniek en een openbare communicatietechniek via bijvoorbeeld het Internet of dergelijke, via koppeling met een bestaand mobiel 15 communicatienetwerk of mobiele communicatieapparatuur, bijvoorbeeld via een zogeheten Bluetooth-verbinding of dergelijke en/of via een satellietcommunicatie-en/of satelliet-plaatsbepalingssysteem 20, zoals schematisch geïllustreerd..
In het navolgende zal omwille van een goed begrip van de uitvinding worden verondersteld dat de transactie-inrichting 18 een navigatiesysteem is dat 20 deel uitmaakt van het voertuig 13 en is ingericht voor communicatie met een satelliet-plaatsbepalingssysteem 20. De uitvinding is hiertoe echter niet beperkt.
De dataverwerkingseenheid 3 wordt gevormd door een server, voorzien van voor het doel van de uitvinding geschikt geprogrammeerde software. De dataverwerkingseenheid 3 is uiteraard voorzien van communicatiemiddelen om 25 via het datanetwerk 6 met de overige componenten van het parkeersysteem in communicatie te kunnen treden. Ook hier kan weer van alle bekende communicatietechnieken gebruik worden gemaakt. Hoewel slechts één dataverwerkingseenheid 3 is getoond, zal worden begrepen dat deze uit verschillende samenwerkende servers kan bestaan, al dan niet verspreid opgesteld 30 over het geografische gebied waarop het parkeersysteem 1 betrekking heeft. Dit laatste kan noodzakelijk zijn om snelle verwerkingstijden en betrouwbaarheid van het systeem te garanderen, ook bij uitval van één of meer servers die de dataverwerkingseenheid 3 vormen.
De registratiemiddelen 4 bestaan in wezen ook uit één of meer 19 software-gestuurde servers, die via het datanetwerk 6 met de componenten van het parkeersysteem 1 in communicatie kunnen treden. De registratiemiddelen 4 kunnen bijvoorbeeld zijn opgesteld bij een vertrouwde instantie die bevoegd is voor het authentiseren van gebruikersdata. Bij voorkeur een instantie die ook bevoegd is om 5 betaaltransacties te verrichten. Het is echter ook mogelijk om de dataverwerkings-eenheid 3 en de registratiemiddelen 4 tot een enkele eenheid te combineren en voor betalingstransacties gebruik te maken van een afzonderlijke instantie, geschikt voor het langs elektronische weg verwerken van betalingstransacties. Dergelijke instanties zijn op zichzelf in de praktijk bekend en hoeven geen verdere toelichting.
10 De centrale databank 5 kan elk op zichzelf geschikt opslagmedium voor data in elektronische vorm zijn, voor het daarin opslaan van gebruikers-identificatiedata 9, gebruikersdata zoals naam, adres en betalingsgegevens van een gebruiker, alsmede voertuigidentificatiedata 12 van een te parkeren voertuig 13, zoals schematisch in figuur 1 als een record 15 is aangegeven. Begrepen zal 15 worden dat de centrale databank 5 geschikt dient te zijn voor het registreren van een groot aantal records van gebruikers teneinde het parkeersysteem 1 rendabel te kunnen exploiteren.
De centrale databank 5 kan een afzonderlijke databank zijn, of in de dataverwerkingseenheid 3 en/of de registratiemiddelen 4 en/of beide zijn 20 ondergebracht. Uiteraard dient gewaarborgd te zijn dat de gegevens in de centrale databank 5 betrouwbaar en veilig kunnen worden opgeslagen en beveiligd tegen gebruik door onbevoegden. De centrale databank 5 is eveneens van communicatiemiddelen voorzien om via het datanetwerk 6 met de overige componenten van het parkeersysteem 1 in communicatie te treden.
25 De voertuigidentificatiedata 12 kunnen elke vorm van identificatie- data omvatten, in het meest voorkomende geval zal dit het kenteken van het voertuig 13 zijn, echter ook het gebruik van RF-tags los of vast met het voertuig 13 gekoppeld kunnen voor het doel van de uitvinding worden toegepast.
Met het verwijzingscijfer 14 zijn handhavingsmiddelen aangeduid, 30 zoals bijvoorbeeld een in de hand te houden datacommunicatiestation waarmee een parkeerwachter of een ander daartoe bevoegd persoon kan controleren of voor geparkeerde voertuigen 13 ook daadwerkelijk een parkeertransactie is gestart.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het datacommunicatiestation 14 ingericht om via het datanetwerk 6 met de centrale 20 databank 5 en/of de dataverwerkingseenheid 3 te communiceren, bij voorkeur via een op zichzelf bekend draadloos communicatienetwerk 16.
Aan de hand van de voertuigidentificatiedata 12, die voor een handhaver beschikbaar dienen te zijn, doordat deze bijvoorbeeld van het buiten het 5 voertuig 13 zichtbaar zijn, zoals het kenteken of achter een raam van het voertuig zichtbaar aangebrachte voertuigidentificatiedata of desnoods elektronisch uitleesbare voertuigidentificatiedata zoals het geval is met voertuigidentificatiedata opgeslagen in een RF-tag, kan een handhaver via zijn datacommunicatiestation 14 en de toegang tot de centrale databank 5 en/of de dataverwerkingseenheid 3 10 controleren of voor het betreffende voertuig 13 een geldige parkeertransactie is gestart. Indien dit het geval is, hoeft geen verdere actie te worden ondernomen. Wanneer geen geldige parkeertransactie is gestart, kunnen door de handhaver geschikte handhavingsmaatregelen worden genomen.
Met het verwijzingscijfer 17 zijn middelen aangegeven waarmee een 15 gebruiker zijn gebruikersdata, gebruikersidentificatiedata en voertuigidentificatiedata middels de registratiemiddelen 4 in de centrale databank 5 kan registreren. De middelen 17 kunnen via het datanetwerk 6 met de betreffende componenten van het parkeersysteem 1 in communicatie treden.
De middelen 17 kunnen in de praktijk uit een grote variëteit aan 20 inrichtingen bestaan, in de meest gebruiksvriendelijke oplossing zijn de middelen 17 een persoonlijke computer van een gebruiker thuis voor het bijvoorbeeld via het Internet en een geschikte website uitvoeren van een registratieprocedure. De middelen 17 kunnen ook bestaan uit een terminal bij een bank of een andere instantie, wanneer de gebruiker bijvoorbeeld met een bestaande bancaire kaart als 25 datadrager 8 parkeertransacties wenst uit te voeren. Tijdens de registratieprocedure kunnen de in de datadrager 8 opgeslagen gebruikers-identificatiedata 9 dan op een veilige manier aan het parkeersysteem 1 ter beschikking worden gesteld, dan wel kunnen van de in de datadrager 8 opgeslagen gebruikersidentificatiedata afgeleide identificatiedata voor gebruik in het parkeersysteem 1 worden toegepast.
30 In het geval van biometrische identificatiemiddelen, zal een registratie van betreffende biometrische kenmerken moeten kunnen worden uitgevoerd en dienen de middelen 17 daartoe geschikt te zijn.
In een uitvoeringsvorm van het parkeersysteem 1 kan ook het navigatiesysteem 18 zijn ingericht voor het uitvoeren van de initiële 21 registratieprocedure (het "abonneren op de dienst"). Registratie direct via het navigatiesysteem heeft het voordeel dat wanneer de gebruikersidentificatiedata, zoals bijvoorbeeld het serienummer van het navigatiesysteem of het serienummer van de software daarvan, vast in het navigatiesysteem zijn opgenomen, deze data 5 zonder invoerhandeling van de gebruiker automatisch in de databank worden geregistreerd. Wanneer het navigatiesysteem vast in een voertuig zit, is dit een extra voordeel omdat dan bij wisseling van voertuig niet het kenteken in de centrale databank moet worden verandert.
Voor een betrouwbare en veilige registratie van de data in de 10 databank zijn voor een deskundige vele oplossingen denkbaar, welke alle binnen het kader van de uitvinding hier omvat worden geacht.
Voor het begrip van de werkwijze van de uitvinding wordt nu verwezen naar het stroomschema van figuur 2, waarbij de volgorde van de handelingen van boven naar beneden in het schema loopt. Gebruikmakend van de 15 boven besproken inrichtingen van of in relatie tot het parkeersysteem 1, voert een gebruiker als eerste een registratieprocedure uit, zoals aangegeven met het blok 21; Registratie. Na deze in principe eenmalige registratieprocedure kan een gebruiker via het parkeersysteem 1 parkeertransacties uitvoeren.
In het geval van het gebruik van een parkeerautomaat 2 dient de 20 gebruiker zich bij een betreffende parkeerautomaat 2 te identificeren, bijvoorbeeld ter plaatse van een parkeerplaats waar de gebruiker zijn voertuig 13 heeft geparkeerd of wenst te parkeren. In het boven besproken voorbeeld dient de gebruiker daartoe zijn datadrager 8 aan de lezer 7 van een betreffende parkeerautomaat 2 aan te bieden, waarmee de in de datadrager 8 opgeslagen 25 gebruikersidentificatiedata 9 worden gelezen. De gelezen gebruikersidentificatiedata worden door de parkeerautomaat 2 samen met transactiedata van de middelen 11 voor het bepalen van de parkeerkosten via het datanetwerk 6 aan de dataverwerkingseenheid 3 overgedragen, als geheel aangeduid met blok 22; Lees gebruikersidentificatiedata.
30 Bij gebruik van een navigatiesysteem 18 (c.q. de voertuigsoftware) activeert de gebruiker, om een parkeersessie te starten, de parkeerfunctie 19 daarvan. Het navigatiesysteem 18 kent zijn geografische positie of de gebruiker duidt een geografische positie aan waarop hij of zij het voertuig wenst te parkeren. Deze informatie wordt als transactiedata samen met de in het navigatiesysteem 22 opgeslagen gebruikersidentificatiedata, of zonodig de van een datadrager gelezen of biometrische gebruikersidentificatiedata, via het datanetwerk 6 met de dataverwerkingseenheid 3 uitgewisseld; blok 22; Lees gebruikersidentificatiedata.
De dataverwerkingseenheid 3 controleert aan de hand van de in de 5 centrale databank 5 opgeslagen data of een record 15 beschikbaar is dat overeenkomt met de gebruikersidentificatiedata zoals ontvangen van de parkeerautomaat 2 of het navigatiesysteem 18. Hiertoe communiceert de dataverwerkingseenheid 3 met de centrale databank 5. Beslissingsblok 23; Geldige registratie?
Indien geen record 15 wordt gevonden, antwoord nee, komt geen 10 parkeertransactie tot stand hetgeen via de l/O-middelen 10 van de parkeerautomaat 2 of het navigatiesysteem 18 waarvan de gebruikersidentificatiedata zijn ontvangen aan de gebruiker kan worden meegedeeld, blok 24, Geen transactie, en eindigt de procedure in blok 25; Einde.
Indien in beslissingsblok 23 wel een record 15 in de centrale 15 databank 5 wordt aangetroffen, antwoord ja, wordt in beslissingsblok 26 gecontroleerd of er voor de betreffende gebruiker reeds een parkeertransactie geregistreerd is, blok 26: Lopende transactie?. Indien dit niet het geval is, antwoord nee, wordt aan de hand van de van de parkeerautomaat 2 of van het navigatiesysteem 18 ontvangen transactiedata door de dataverwerkingseenheid 3 20 een geldige parkeertransactie gestart, voor het voertuig waarvoor de voertuigidentificatiedata in de centrale databank 5 zijn opgeslagen, blok 27; Start transactie. Hierbij is in eerste instantie aangenomen dat voor slechts één voertuig voertuigidentificatiedata in een betreffend record 15 zijn opgeslagen. De procedure kan dan weer worden beëindigd, blok 25; Einde.
25 Hoewel in het voorgaande is verondersteld dat de transactiedata en de gebruikersidentificatiedata in stap of blok 22 samen worden overgedragen, zal worden begrepen dat de transactiedata ook bijvoorbeeld pas in stap of blok 27 kunnen worden overgedragen. Beide mogelijkheden worden door de uitvinding omvat.
30 Wanneer in combinatie met de gelezen gebruikersidentificatiedata door de dataverwerkingseenheid 3 een lopende parkeertransactie wordt geconstateerd, antwoord ja in beslissingsblok 26, kan worden aangenomen dat de gebruiker middels zijn identificatie bij de parkeerautomaat 2 of het activeren van de parkeerfunctie in navigatiesysteem 18 deze parkeertransactie wenst te beëindigen 23 en zal de dataverwerkingseenheid 3 met de van de parkeerautomaat 2 of het navigatiesysteem 18 ontvangen transactiedata de parkeertransactie eindigen, blok 28; Einde transactie. Hierbij zal door het parkeersysteem worden overgegaan tot het verrekenen van de parkeerkosten aan de hand van de werkelijke parkeerduur zoals 5 bepaald aan de hand van de ontvangen transactiedata, dan wel berekend aan de hand van in de dataverwerkingseenheid 3 beschikbare tijdinformatie waarop een parkeertransactie is gestart en beëindigd, volgens het principe van “realtime parkeren” (RTP), blok 29; RTP-verrekening. Begrepen zal worden dat de beheerder van het parkeersysteem daartoe geschikte informatie in de dataverwerkingseenheid 10 3 of de databank 5 heeft opgeslagen, zoals in de vorm van parkeerzones, parkeertarieven en dergelijke die gekoppeld zijn met transactiedata van een parkeerautomaat, zoals identificatiedata van de parkeerautomaat 2 of bijvoorbeeld geografische coördinaten, zoals verschaft door een navigatiesysteem 18.
Zoals in de inleiding reeds uiteengezet, kan het noodzakelijk zijn om 15 transactiebevestigingen vanaf de parkeerautomaat 2 of het navigatiesysteem 18 te verschaffen, waartoe dan de blokken 27 en 28 via de dataverwerkingseenheid 3 de vereiste communicatie uitvoeren.
Bij het gebruik van een navigatiesysteem 18 herkent de dataverwerkingseenheid 3 de geografisch coördinaten die door het navigatie-20 systeem als transactiedata zijn overgedragen en ordent hiermee een parkeerzone en tarief aan de transactie toe. De gebruiker bevestigt dan bijvoorbeeld desgewenst op het navigatiesysteem 18 de betreffende parkeerzone.
Opgemerkt wordt dat bij voorkeur een lopende parkeertransactie vanaf elke parkeerautomaat 2 kan worden beëindigd. Uit het voorgaande zal het 25 duidelijk zijn dat de gebruiker geen nummers hoeft in te toetsen of andere invoer anders dan het aanbieden van de datadrager 8 en eventuele eenvoudige transactiebevestigingen zoals het indrukken van “JA”- of “NEE”-toetsen, hetgeen fysieke knoppen op de parkeerautomaat 2 kunnen zijn, zogeheten “harde” toetsen of via software-gesimuleerde knoppen, zogeheten “zachte” toetsen. Uiteraard zijn ook 30 andere binnen het bereik van de vakman geschikte middelen voor het verschaffen van transactiebevestigingen voor het doel van de uitvinding toepasbaar.
Een soortgelijke wijze voor het beëindigen van een lopende transactie kan via het navigatiesysteem 18 middels de middelen 19 worden geïmplementeerd, waarbij dan het activeren van de parkeerfunctie automatisch leidt 24 tot het beëindigen van de lopende parkeertransactie, dan wel via een transactiebevestiging.
Indien de gebruiker een mogelijkheid wil hebben om zich af te melden met een mobiele telefoon, zoals een GSM-telefoon moet hij of zij bij de 5 initiële aanmelding ook het GSM-telefoonnummer registreren als gebruikers-identificatiedata (niet getoond).
Wanneer gewenst is dat een gebruiker meerdere voertuigen moet kunnen parkeren, kan de registratieprocedure zo worden uitgebreid, dat in de centrale databank 5 voertuigidentificatiedata van verschillende voertuigen in een 10 record 15 worden opgeslagen of dat verschillende records 15 worden gevormd, waarbij de gebruikersdata en de gebruikersidentificatiedata steeds gelijk zijn.
Wanneer een gebruiker dan een parkeertransactie wenst te starten, zal in blok 27 een bevestiging van de gebruiker moeten worden verkregen voor welk van de geregistreerde voertuigen de parkeertransactie wordt aangegaan. De 15 communicatie hieromtrent vindt weer plaats via de dataverwerkingseenheid 3 en de parkeerautomaat 2 middels de l/O-middelen 10 hiervan. Gekozen kan worden voor een weergave op de parkeerautomaat 2 en/of het navigatiesysteem 18 waarbij de gebruiker kan kiezen uit de geregistreerde voertuigidentificatiedata, of via een keuzemenu of via het direct invoeren van bijvoorbeeld een kenteken in de 20 parkeerautomaat 2 of het navigatiesysteem 18, of andere voor een deskundige bekende technieken.
Door de parkeerautomaat 2 en/of het navigatiesysteem 18 zodanig uit te rusten dat hier ook voertuigidentificatiedata kunnen worden ingevoerd, biedt de uitvinding de mogelijkheid om ook voor niet-geregistreerde voertuigen een 25 parkeertransactie aan te gaan mits de gebruiker in het parkeersysteem 1 is geregistreerd. In een dergelijk geval zal dan in blok 27 communicatie tot stand worden gebracht tussen de parkeerautomaat 2 en/of het navigatiesysteem 18, de dataverwerkingseenheid 3 en de centrale databank 5 zonodig met tussenkomst van de registratiemiddelen 4 om een record 15 te vormen met de betreffende ingevoerde 30 voertuigidentificatiedata.
Hoewel in het geval van verschillende voertuigen de gebruiker meer handelingen op de parkeerautomaat 2 en/of het navigatiesysteem 18 dient te verrichten, zal het uit het bovenstaande duidelijk zijn dat deze handelingen relatief eenvoudig zijn en weinig tijdrovend, waardoor met de uitvinding nog steeds op 25 snelle en efficiënte wijze een parkeertransactie kan worden gestart dan wel beëindigd. In het bijzonder zal het duidelijk zijn dat de gebruiker in de uitvinding handmatig geen positie- of plaatsinformatie in de vorm van parkeerzonenummers of parkeerplaatsnummers of dergelijke hoeft in te voeren, hetgeen niet alleen het 5 gebruiksgemak dient maar waardoor ook het maken van fouten daarbij effectief wordt vermeden, hetgeen eveneens vanuit handhavingsoogpunt voordelen biedt.
Zonodig kunnen de l/O-middelen 10 van de parkeerautomaat 2 voorzien zijn van een printer om een bewijs van de parkeertransactie voor de gebruiker af te drukken.
10 Een veilige wijze om problemen door dubbele registraties en dergelijke te voorkomen, is dat de dataverwerkingseenheid aan elke parkeertransactie een unieke transactiecode toekent, waarbij ook de reeds beëindigde parkeertransacties gedurende enige tijd in de centrale databank of elders worden opgeslagen voor latere verificatie.
15 Begrepen zal worden dat wanneer de voertuigidentificatiedata en de gebruikersdata geheel of gedeeltelijk overeenstemmen, zoals in een uitvoeringsvorm van de uitvinding, de mogelijkheid voor het uitvoeren van parkeertransacties voor verschillende voertuigen mogelijk is zonder dat de gebruiker bij de parkeerautomaat 2 en/of het navigatiesysteem 18 voertuigidentificatiedata hoeft te 20 kiezen of hoeft op te geven. Immers uit de correlatie van de gebruikersdata en de voertuigidentificatiedata kan dan door een handhaver worden geconstateerd dat een geregistreerde gebruiker een geldige parkeertransactie voor het betreffende voertuig is aangegaan. Hierbij blijven dus alle voordelen behouden van de uitvinding voor het snel en efficiënt realiseren van een parkeertransactie.
25 Bij gebruik van een betaalkaart voor bancaire transacties als datadrager zal worden begrepen dat de verrekening van de werkelijke parkeerduur via de gegevens van de betreffende bancaire kaart kunnen worden afgewikkeld. Uiteraard is de uitvinding ook toepasbaar met een speciale parkeerwaardekaart en zonodig met contante betaling, voor zover van toepassing.
30 Resumerend geldt dat met het parkeersysteem en de werkwijze volgens de uitvinding op zeer eenvoudige wijze, snel en efficiënt parkeertransacties kunnen worden uitgevoerd waarbij het mogelijk is om de werkelijke of ware parkeertijd te tariferen, het zogeheten “realtime parkeren”. Doordat alle voor een parkeertransactie en de handhaving en verrekening daarvan noodzakelijke 26 gegevens centraal geregistreerd zijn, hoeft de gebruiker geen telefoonnummers, codes of dergelijke te kennen om de parkeertransactie aan te gaan.
Ook uit het oogpunt van handhaving heeft de uitvinding voordelen omdat de handhaver geen voertuigidentificaties uit een parkeerautomaat hoeft te 5 lezen maar deze uit een centrale databank kan betrekken, waardoor de handhaver zich niet langs alle parkeerautomaten hoeft te begeven om deze uit te lezen en vervolgens naar de geparkeerde voertuigen moet gaan om te controleren of voor elk voertuig een parkeertransactie geldig is.
Voor juridische onderbouwing kan met transactiebevestigingen en 10 uniekheid de transactie worden gegarandeerd. De wijze van verrekening kan door de gebruiker worden opgegeven tijdens de registratieprocedure 21, waarbij met voordeel gebruik kan worden gemaakt van verrekening via een bancaire kaart, waarvan de gebruikersidentificatiegegevens ook in het parkeersysteem voor identificatie van de gebruiker kunnen worden gebruikt, waardoor wordt vermeden 15 dat de gebruiker verschillende soorten datadragers c.q. chipkaarten en dergelijke moet bezitten, elk voor een specifieke toepassing.
De gebruiker hoeft verder na het aangaan van de parkeertransactie niet naar zijn voertuig terug te keren om een parkeerbewijs of dergelijke daarin aan te brengen en kan zich bij elke willekeurige parkeerautomaat weer afmelden, 20 waardoor congestie bij parkeerautomaten wordt verhinderd.
Hoewel de uitvinding in het voorgaande is uiteengezet aan de hand van een voorbeelduitvoeringsvorm, zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat verschillende stappen in de uitvinding in een andere volgorde kunnen worden uitgevoerd of door andere middelen dan zoals beschreven, echter zonder af te 25 wijken van de uitvindingsgedachte zoals verwoord in de bijgesloten conclusies.
1034880

Claims (44)

1. Werkwijze voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten, omvattende de stappen 5 van het: - gedurende een registratieprocedure in een centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata en gebruikersdata gekoppeld aan gebruikersidentificatiedata, - aanvragen van een parkeertransactie door het via een transactie-10 inrichting aan een dataverwerkingseenheid overdragen van transactiedata en opgeslagen gebruikersidentificatiedata voor het bepalen van de parkeerkosten van een voertuig, - door de dataverwerkingseenheid controleren van overeenkomst tussen in de centrale databank vastgelegde gebruikersidentificatiedata en de 15 overgedragen gebruikersidentificatiedata en bij geconstateerde overeenkomst: - starten van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig nog geen parkeertransactie is gestart, 20. beëindigen van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig reeds een parkeertransactie is gestart, en - verrekenen van de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een 25 beëindigde parkeertransactie aan de hand van de overgedragen transactiedata en de aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata gekoppelde gebruikersdata.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin voor het starten van de parkeertransactie via de transactie-inrichting een transactiebevestiging moet worden verschaft.
3. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin voor het beëindigen van de parkeertransactie via de transactie-inrichting een transactiebevestiging moet worden verschaft.
4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin het beëindigen van de parkeertransactie wordt uitgevoerd onafhankelijk van 1034880 de wijze waarop de gebruikersidentificatiedata worden overgedragen.
5. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de gebruikersdata en de voertuigidentificatiedata geheel of gedeeltelijk overeenstemmen.
6. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de registratieprocedure het in de centrale databank vastleggen van voertuigidentificatiedata van verschillende voertuigen gerelateerd aan gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata omvat, waarbij via de transactie-inrichting een bevestiging moet worden verschaft van de voertuigidentificatie van het betreffende 10 voertuig waarvoor de parkeertransactie moet worden gestart.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarin de bevestiging van de voertuigidentificatie tevens een transactiebevestiging vormt voor het starten van een parkeertransactie.
8. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 15 waarin door de dataverwerkingseenheid aan elke parkeertransactie een unieke transactiecode wordt toegekend.
9. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de transactiedata een geografische positie representeren waarvoor de parkeertransactie moet worden gestart.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin de transactiedata door een navigatiesysteem verschafte geografische informatie omvat welke de geografische positie van het betreffende voertuig representeert.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin de transactiedata door een navigatiesysteem verschafte geografische informatie omvat welke de voor het 25 parkeren van het betreffende voertuig beoogde positie representeert.
12. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de gebruikersidentificatiedata vast in de transactie-inrichting zijn opgenomen.
13. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 30 waarin de gebruikersidentificatiedata zijn opgeslagen in een datadrager zoals een chipkaart, waaronder begrepen een credit card of andere betaalkaart voor bancaire transacties, of een parkeerwaardekaart, waarbij de gebruikersidentificatiedata door de transactie-inrichting van de datadrager worden gelezen.
14. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin vanaf de transactie-inrichting voertuigidentificatiedata, gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata in de centrale databank worden geregistreerd.
15. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de transactie-inrichting een parkeerautomaat is en de transactiedata 5 informatie omvatten voor het bepalen van een met de parkeerautomaat geassocieerde positie voor het parkeren van een voertuig.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarin het beëindigen van de parkeertransactie wordt uitgevoerd onafhankelijk van de parkeerautomaat door welke de gebruikersidentificatiedata voor het starten van de parkeertransactie zijn 10 overgedragen.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarin door de parkeerautomaat zowel van het starten van de parkeertransactie als van het beëindigen daarvan een bevestiging op papier wordt afgedrukt.
18. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 15 t/m 17, waarin 15 de gebruikersidentificatiedata zijn ondergebracht in een datadrager zoals een chipkaart, waaronder begrepen een credit card of andere betaalkaart voor bancaire transacties, of een parkeerwaardekaart, waarbij de gebruikersidentificatiedata door een parkeerautomaat van de datadrager worden gelezen.
19. Werkwijze volgens conclusie 13 of 18, waarin de parkeerkosten met 20 behulp van een datadrager in de vorm van een credit card of andere betaalkaart voor bancaire transacties of een parkeerwaardekaart worden verrekend, waarbij tijdens de registratieprocedure de wijze van verrekening in de centrale databank wordt vastgelegd.
20. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 15 /m 19, waarin 25 vanaf de parkeerautomaat voertuigidentificatiedata in de centrale databank worden geregistreerd, gerelateerd aan de gebruikersdata en de gebruikersidentificatiedata.
21. Parkeersysteem, omvattende een dataverwerkingseenheid voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten, tenminste één transactie-inrichting voor het aan de 30 dataverwerkingseenheid overdragen van opgeslagen gebruikersidentificatiedata en transactiedata voor het bepalen van de parkeerkosten van een voertuig, waarbij het parkeersysteem verder registratiemiddelen omvat voor het gedurende een registratieprocedure in een centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata en gebruikersdata gekoppeld aan gebruikersidentificatiedata, waarbij de dataverwerkingseenheid verder is ingericht voor het controleren van overeenkomst tussen in de centrale databank geregistreerde gebruikers-identificatiedata en overgedragen gebruikersidentificatiedata en voor het bij geconstateerde overeenkomst: 5. starten van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig nog geen parkeertransactie is gestart, - beëindigen van een parkeertransactie voor het voertuig waarvan 10 de voertuigidentificatiedata zijn gekoppeld aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata, wanneer voor het betreffende voertuig reeds een parkeertransactie is gestart, en - verrekenen van de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een beëindigde parkeertransactie aan de hand van de overgedragen transactiedata en 15 de aan de overgedragen gebruikersidentificatiedata gekoppelde gebruikersdata.
22. Parkeersysteem volgens conclusie 21, waarin de ten minste ene transactie-inrichting is ingericht voor het verschaffen van een transactiebevestiging voor het starten van een parkeertransactie.
23. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 22, 20 waarin de ten minste ene transactie-inrichting is ingericht voor het verschaffen van een transactiebevestiging voor het beëindigen van een parkeertransactie.
24. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 23, waarin de dataverwerkingseenheid is ingericht voor het beëindigen van een parkeertransactie onafhankelijk van de transactie-inrichting via welke de 25 gebruikersidentificatiedata zijn overgedragen.
25. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 24, waarin de registratiemiddelen zijn ingericht voor het in de centrale databank vastleggen van voertuigidentificatiedata van verschillende voertuigen gekoppeld aan gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata, en waarbij de tenminste ene 30 transactie-inrichting is ingericht voor het verschaffen van een bevestiging van de voertuigidentificatie van het betreffende voertuig waarvoor een parkeertransactie moet worden gestart.
26. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 25, waarin de dataverwerkingseenheid is ingericht voor het aan elke parkeertransactie toekennen van een unieke transactiecode.
27. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 26, waarin de transactie-inrichting is ingericht voor het overdragen van transactiedata welke een geografische positie representeren waarvoor de parkeertransactie moet 5 worden gestart.
28. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 27, waarin de transactiedata door een navigatiesysteem verschafte geografische informatie omvat welke de geografische positie van het betreffende voertuig representeert.
29. Parkeersysteem volgens conclusie 28, waarin de transactiedata door een navigatiesysteem verschafte geografische informatie omvat welke de voor het parkeren van het betreffende voertuig beoogde positie representeert.
30. Parkeersysteem volgens conclusie 29, waarin de transactie- inrichting en het navigatiesysteem een geheel vormen.
31. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 30, waarin de gebruikersidentificatiedata vast in de transactie-inrichting zijn opgenomen.
32. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 31, waarin de gebruikersidentificatiedata zijn ondergebracht in een datadrager zoals 20 een chipkaart, waaronder begrepen een credit card of andere betaalkaart voor bancaire transacties, of een parkeerwaardekaart, waarbij de transactie-inrichting is ingericht voor het van de datadrager lezen van de gebruikersidentificatiedata.
33. Parkeersysteem volgens één of meer van conclusies 21 t/m 32, waarin de transactie-inrichting en de registratiemiddelen zijn ingericht voor het in de 25 centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata, gebruikersdata en gebruikersidentificatiedata.
34. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 33, waarin een transactie-inrichting vast in een voertuig is gemonteerd.
35. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 21 t/m 33, 30 waarin de transactie-inrichting een parkeerautomaat is, ingericht voor het verschaffen van transactiedata omvattende informatie voor het bepalen van een met de parkeerautomaat geassocieerde positie voor het parkeren van een voertuig.
36. Parkeersysteem volgens conclusie 35, waarin de parkeerautomaat is ingericht voor het op papier afdrukken van een bevestiging van zowel het starten van een parkeertransactie als van het beëindigen daarvan.
37. Parkeersysteem volgens één of meer van de conclusies 35 t/m 36, waarin een parkeerautomaat en de registratiemiddelen zijn ingericht voor het vanaf de parkeerautomaat gekoppeld aan de gebruikersdata en de gebruikers- 5 identificatiedata in de centrale databank registreren van voertuigidentificatiedata.
38. Parkeerautomaat ingericht voor gebruik in een werkwijze en een parkeersysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies.
39. Transactie-inrichting ingericht voor gebruik in een voertuig voor gebruik in een werkwijze en een parkeersysteem volgens één of meer van de 10 voorgaande conclusies.
40. Navigatiesysteem ingericht voor gebruik in een werkwijze en een parkeersysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies.
41. Computerprogramma, omvattende programmacode-middelen voor het uitvoeren van de stappen volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 20, indien 15 dit computerprogramma wordt uitgevoerd door een computer.
42. Computerprogramma conclusie 41, waarin het computerprogramma is ingericht voor integratie in of toevoeging daarvan aan een computerapplicatie voor het uitvoeren van de stappen volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 20 indien dit computerprogramma samen met de betreffende computerapplicatie wordt 20 uitgevoerd door een computer.
43. Computerprogrammaproduct, omvattende programmacodemiddelen opgeslagen op een, door een computer leesbaar medium, voor het uitvoeren van de stappen volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 20, indien dit computerprogrammaproduct is geladen in het werkgeheugen van en wordt 25 uitgevoerd door een computer.
44. Computerprogrammaproduct volgens conclusie 43, waarin het computerprogrammaproduct is ingericht voor integratie in of toevoeging daarvan aan een computerapplicatie voor het uitvoeren van de stappen volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 20 indien dit computerprogrammaproduct is geladen in het 30 werkgeheugen van en samen met de betreffende computerapplicatie wordt uitgevoerd door een computer. 1034880
NL1034880A 2007-12-31 2007-12-31 Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten. NL1034880C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034880A NL1034880C2 (nl) 2007-12-31 2007-12-31 Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten.
NL1036381A NL1036381C2 (nl) 2007-12-31 2008-12-31 Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat, navigatiesysteem, handhavingsmiddelen, computerprogramma en computerprogrammaproduct voor het starten, beeindigen en verrekenen van een parkeertransactie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034880 2007-12-31
NL1034880A NL1034880C2 (nl) 2007-12-31 2007-12-31 Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034880C2 true NL1034880C2 (nl) 2009-07-01

Family

ID=39636921

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034880A NL1034880C2 (nl) 2007-12-31 2007-12-31 Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034880C2 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996011453A1 (en) * 1994-10-07 1996-04-18 Parkit Oy System and method for paying parking fees
WO1997019568A1 (en) * 1996-04-19 1997-05-29 Behruz Vazvan Connectionless mobile parking system (mps)
EP0783161A2 (en) * 1996-01-02 1997-07-09 Tecno Accion SA Double registration control of entry and exit of persons or things in a predetermined zone
WO2000011616A1 (en) * 1998-08-21 2000-03-02 Easy Park As Method and system for collecting parking fees
WO2002084599A1 (fr) * 2001-04-18 2002-10-24 Philippe Courty Systeme centralise de gestion du stationnement a synthese vocale
WO2002097736A1 (fr) * 2001-05-31 2002-12-05 Schlumberger Systemes Procede et dispositif de reservation d'une place de stationnement
WO2004070674A2 (en) * 2003-02-05 2004-08-19 Futurewiz Co., Ltd. Parking control system using mobile phone and method applied thereto
GB2423855A (en) * 2005-03-01 2006-09-06 Sergio Troisi Pay-as-you-go for car parking using a mobile phone

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996011453A1 (en) * 1994-10-07 1996-04-18 Parkit Oy System and method for paying parking fees
EP0783161A2 (en) * 1996-01-02 1997-07-09 Tecno Accion SA Double registration control of entry and exit of persons or things in a predetermined zone
WO1997019568A1 (en) * 1996-04-19 1997-05-29 Behruz Vazvan Connectionless mobile parking system (mps)
WO2000011616A1 (en) * 1998-08-21 2000-03-02 Easy Park As Method and system for collecting parking fees
WO2002084599A1 (fr) * 2001-04-18 2002-10-24 Philippe Courty Systeme centralise de gestion du stationnement a synthese vocale
WO2002097736A1 (fr) * 2001-05-31 2002-12-05 Schlumberger Systemes Procede et dispositif de reservation d'une place de stationnement
WO2004070674A2 (en) * 2003-02-05 2004-08-19 Futurewiz Co., Ltd. Parking control system using mobile phone and method applied thereto
GB2423855A (en) * 2005-03-01 2006-09-06 Sergio Troisi Pay-as-you-go for car parking using a mobile phone

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8275664B2 (en) Transaction system and method
US7424968B2 (en) Method and apparatus for public street parking using RF and RFID technology
KR101742448B1 (ko) 환급 시스템 및 방법
US11176603B2 (en) Rental vehicle operation management system
JP2014520320A5 (nl)
US11295389B2 (en) Automated insurer insured interactions
US20130262160A1 (en) Method for the automated communication of parking spaces
CA2848933A1 (en) System and method for integrated mobile parking payments
US20100030628A1 (en) Monitoring Vehicle Use
US20210406845A1 (en) Method for registering a ticket medium
JP6954538B2 (ja) 車両通過情報処理システムおよび車両通過情報処理方法
NL1034880C2 (nl) Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat en navigatiesysteem voor het verrekenen van aan de daadwerkelijke of ware parkeerduur van een voertuig gerelateerde parkeerkosten.
NL1036381C2 (nl) Werkwijze, parkeersysteem, transactie-inrichting, parkeerautomaat, navigatiesysteem, handhavingsmiddelen, computerprogramma en computerprogrammaproduct voor het starten, beeindigen en verrekenen van een parkeertransactie.
US20040111378A1 (en) Transaction verification
JP2020071769A (ja) 車両通過情報処理システム
EA002002B1 (ru) Система сбора, регистрации данных и выдачи записанных в зу средств, устройство сбора и регистрации данных для нее и способ эксплуатации системы
JP7496274B2 (ja) 代替利用券の発券装置、サーバ、方法及びプログラム
US11210668B2 (en) Process for carrying out transactions
JP7473971B2 (ja) 入出場管理システムおよび入出場管理プログラム
JP2024041211A (ja) 入出場管理システムおよび入出場管理プログラム
JP2022030675A (ja) 入出場管理システムおよび入出場管理プログラム
KR20180049443A (ko) 생체를 이용한 무기명 내역의 기명화 가치 적립 방법
JP2024013630A (ja) 割引認証システム
JP3045436U (ja) パチンコ機用のプリペイドカード及びこのプリペイドカードの利用管理装置
JP2022054854A (ja) 代替利用券の発券装置、サーバ、方法及びプログラム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20110831

SD Assignments of patents

Effective date: 20150310