NL9600019A - Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins - Google Patents

Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins Download PDF

Info

Publication number
NL9600019A
NL9600019A NL9600019A NL9600019A NL9600019A NL 9600019 A NL9600019 A NL 9600019A NL 9600019 A NL9600019 A NL 9600019A NL 9600019 A NL9600019 A NL 9600019A NL 9600019 A NL9600019 A NL 9600019A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pin
shoe
track
connector
pair
Prior art date
Application number
NL9600019A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Gen Dynamics Land Systems
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/752,186 external-priority patent/US4700992A/en
Application filed by Gen Dynamics Land Systems filed Critical Gen Dynamics Land Systems
Publication of NL9600019A publication Critical patent/NL9600019A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D55/00Endless track vehicles
    • B62D55/08Endless track units; Parts thereof
    • B62D55/18Tracks
    • B62D55/20Tracks of articulated type, e.g. chains
    • B62D55/205Connections between track links
    • B62D55/21Links connected by transverse pivot pins
    • B62D55/211Bitubular chain links assembled by pins and double connectors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tires In General (AREA)

Abstract

The track element is secured by two parallel pins threaded through the two holes of the two pads on each element. The guide flange (68) and the links (72) to the adjacent track elements are all secured by the same process. - The running pads are moulded to the pressed metal plates or are bolted into position. The whole element is demountable and every part can be replaced.

Description

Rupsband zonder einde en onderdelen daarvan voor rupsbandvoertuig.Endless tracks and parts thereof for tracks.

De uitvinding heeft betrekking op een rupsband zonder e-inde en onderdelen daarvan voor een rupsbandvoertuig.The invention relates to a track without an end and parts thereof for a tracked vehicle.

Rupsbanden zonder einde zijn gedurende vele jaren gebruikt op voertuigen, zoals tanks, voor het vergemakkelijken van een verplaatsing buiten de weg. Een paar van dergelijke rupsbanden wordt bij elk voertuig gewoonlijk gebruikt op elk van zijn zijden. Een buitenwaarts gerichte zijde van elke rupsband is in aangrijping met de grond terwijl een binnenwaarts gerichte zijde van de rupsband in aangrijping is met een bijbehorend stel wegwielen op het voertuig en een aandrijfkettingwiel, een compenserend leiwiel, en steun-rollen langs een bovengebied van de rupsband boven de wegwielen. Het voortdurend toenemende gewicht en de snelheid van rupsbandvoertuigen heeft geleid tot een afneming van de levensduur van een rupsband en een voortdurend toenemende noodzaak van een onderhoud van de rupsband door of reparatie of vervanging. Echter zijn de gebruikelijke rupsbanden zonder einde niet ontworpen voor het vergemakkelijken van het onderhoud van een rupsband in het veld, zoals het meest wenselijk zou zijn.Endless tracks have been used on vehicles, such as tanks, for many years to facilitate off-road travel. A pair of such tracks is usually used on each of its sides with each vehicle. An outward-facing side of each track engages the ground, while an inward-facing side of the track engages an associated set of road wheels on the vehicle and a drive sprocket, counterbalancing idler, and support rollers along an upper region of the track above the road wheels. The ever-increasing weight and speed of crawler vehicles has led to a decrease in the life of a track and an ever-increasing need for track maintenance through either repair or replacement. However, conventional endless tracks are not designed to facilitate maintenance of a track in the field, as would be most desirable.

De gebruikelijke constructie van een rupsband zonder einde voor een rupsbandvoertuig bevat schoenconstructies die langs de lengte van de rupsband zijn verbonden met elke schoenconstructie, bevattende een paar zijdelings op afstand geplaatste rupsbandschoenen die verbonden zijn door een bijbehorend paar pennen.The conventional trackless construction for a tracked vehicle includes shoe structures connected along the length of the track to each shoe structure, comprising a pair of laterally spaced track shoes connected by an associated pair of pins.

Elke schoenconstructie heeft gewoonlijk een metalen schoenhuis waarop een buitenwaarts gericht wegvul stuk en een binnenwaarts gericht wegwielvulstuk zijn gemonteerd. Terwijl wegwielvulstukken normaliter niet in aanzienlijke mate slijten, houden wegvul stukken normaliter het niet meer dan 800 tot 1000 mijlen uit. Een bijzonder probleem is de vervorming van het wegvulstuk welke een gevolg is van de warmte die ontwikkeld wordt bij grotere snelheden en grotere gewichten van de huidige tanks. Vroegere proefnemingen ter verbetering van rupsbandconstructies omvatten geperste huisdelen, zoals getoond in de Amerikaanse octrooischriften 1.313.266; 2.301.954; 2.327.909; 2.353.124; en 2.548.626. Echter zijn de geperste huizen, die bekend zijn uit de bovenvermelde 1iteratuurplaatsen, in de nraktijk weinig toegepast.Each shoe structure usually has a metal shoe housing on which an outwardly directed road filler and an inwardly directed road wheel filler are mounted. While road wheel shims do not normally wear to a significant degree, road shims normally do not last more than 800 to 1000 miles. A particular problem is the deformation of the road filler which is a result of the heat generated at higher speeds and greater weights of the current tanks. Previous experiments to improve caterpillar structures include pressed housing parts, as shown in U.S. Pat. Nos. 1,313,266; 2,301,954; 2,327,909; 2,353,124; and 2,548,626. However, the pressed houses, which are known from the above-mentioned literature places, have been little used in practice.

Ten einde het onderhoud van de rupsband te vergemakkelijken waren de wegvulstukken van rupsbandschoenen vroeger vervangbaar. Een dergelijke vervanging komt gewoonlijk tot stand door gebruik van een van schroefdraad voorziene verbinding die tijdens gebruik kan losgeraken. Vervangbare wegvulstukken, die van schroefdraad voorziene verbindingen gebruiken, zijn getoond in de Amerikaanse octrooischriften 2.332.976; 3.357.750; en 4.262.972. Uit het Amerikaanse octrooischrift 2.353.124 is een rupsband-schoen bekend waarin het wegvulstuk is vastgezet door middel van klinknagels waarbij het bij van schroefdraad voorziene verbindingen optredende probleem van losgeraken wordt opgeheven; echter maken dergelijke klinknagels het vervangen van het wegvulstuk moeilijker zodat de vervanging niet als onderhoudswerkzaamheid in het veld kan worden uitgevoerd. Eveneens toont het Amerikaanse octrooischrift 4.139.241 een rupsbandschoen waarbij een vervorming van het veerkrachtige vulstuk het inzetten mogelijk maakt van vast-houdelementen in klauwvormige uitsteeksels; echter belet de montageinrichting, die gebruikt wordt voor het uitvoeren van de vervorming van het vulstuk, eveneens de vervanging van het wegvulstuk bij onderhoudswerkzaamheden in het veld.In order to facilitate the maintenance of the track, the track spacers of track shoes used to be replaceable. Such replacement is usually accomplished through the use of a threaded connection that may come loose during use. Replaceable road shims using threaded connections are shown in U.S. Pat. Nos. 2,332,976; 3,357,750; and 4,262,972. U.S. Pat. No. 2,353,124 discloses a crawler shoe in which the filler is secured by rivets to overcome the loosening problem associated with threaded connections; however, such rivets make replacement of the road filler more difficult so that the replacement cannot be performed as maintenance work in the field. Likewise, U.S. Patent 4,139,241 discloses a crawler shoe in which deformation of the resilient shim allows insertion of retaining members into claw-like projections; however, the mounting device used to perform the deformation of the shim also prevents replacement of the road shim during field maintenance.

Zijdelings op één lijn gelegen rupsbandschoenen zijn gewoonlijk verbonden door een paar penconstructies die zich uitstrekken door de huizen van de schoenen. Deze penconstructies bevatten gewoonlijk elk een buitenbus die een paar busdelen bevat die respectievelijk zijn geplaatst in de huizen van de twee schoenen, die verbonden zijn door de penconstructie. Elke penconstructie bevat eveneens een pen die zich uitstrekt door beide busdelen en rubberen bussen die geplaatst zijn tussen de pen en de busdelen door samen-drukking bij het inzetten van de pen in de busdelen. Een dergelijke samendrukking moet voldoende zijn zodat er geen rotatie optreedt tussen de bus en de buitenbusdelen of de pen bij buiging van de rupsband tijdens gebruik. Echter leidt een dergelijke samendrukking van de bus tot een grotere weerstand tegen het vereiste buigen tijdens gebruik en bijgevolg een groter benodigd vermogen voor de aandrijving van het bijbehorende voertuig. Gebruikelijke penconstructies met samengedrukte bussen zijn bekend uit de Amerikaanse octrooischriften 1.973.214; 2.089.210; 2.301.934; 2.332.976; 3.357.750; 4.139.241 en 4.195.887.Sideways aligned track shoes are usually connected by a pair of pin structures extending through the houses of the shoes. These pin constructions usually each include an outer sleeve containing a pair of sleeve pieces respectively located in the housings of the two shoes connected by the pin structure. Each pin assembly also includes a pin extending through both sleeve members and rubber sleeves placed between the pin and the sleeve members by compression when the pin is inserted into the sleeve members. Such compression must be sufficient so that rotation does not occur between the sleeve and the outer sleeve parts or the pin when the track is bent during use. However, such compression of the sleeve results in greater resistance to the required bending during use and, consequently, a greater power requirement for the drive of the associated vehicle. Conventional pin constructions with compressed sleeves are known from U.S. Pat. Nos. 1,973,214; 2,089,210; 2,301,934; 2,332,976; 3,357,750; 4,139,241 and 4,195,887.

Vroeger werden bij voertuigrupsbanden holle pennen gebruikt voor het verminderen van het rupsbandgewicht. Zie bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooischriften 1.863.858; 1.973.214; 3.762.778; 3.948.574; 4.120.537; 4.126.359; 4.163.589; 4.195.887; 4.265.084; 4.288.172; 4.324.437; en 4.395.074.In the past, vehicle spines used hollow pins to reduce track weight. See, for example, U.S. Patents 1,863,858; 1,973,214; 3,762,778; 3,948,574; 4,120,537; 4,126,359; 4,163,589; 4,195,887; 4,265,084; 4,288,172; 4,324,437; and 4,395,074.

Echter verminderen dergelijke holle pennen de sterkte van de einden van de pennen waar eindverbindingsorganen zijn vastgezet voor het verschaffen van een verbinding tussen aangrenzende schoenconstructies van de rupsband en als zodanig treedt hierbij een sterkteprobleem op.However, such hollow pins reduce the strength of the ends of the pins where end connectors are secured to provide a connection between adjacent track shoe structures and, as such, a strength problem occurs.

Voor het verschaffen van een geleiding van voertuig-rupsbanden, bevat elke schoenconstructie van gebruikelijke rupsbanden een middengeleiding die in een binnenwaartse richting uitsteekt ten einde te worden opgenomen in een middensleuf in de wegwielen. Deze middengeleidingen zijn gewoonlijk zodanig ontworpen dat zij op centrale delen van aangrenzende pennen van aangrenzende schoenconstructies klemmen ten einde samen te werken met de eindverbindings-organen van de pen bij het aan elkaar vastzetten van de schoenconstructies. De middengeleidingen zijn gewoonlijk op de pennen geklemd door van schroefdraad voorziene verbindingen die hetzelfde probleem met betrekking tot het losgeraken bij de gebruikelijke vervangbare wegvulstukken, zoals hierboven is uiteengezet, hebben. Dergelijke bekende middengeleidingen voor voertuigrupsbanden zijn bekend uit de Amerikaanse octrooischriften 2.089.210; 2.283.936; 2.301.954; 2.332.976; 3.357.750; 3.467.446; 3.582.156; 4.139.241; en 4.262.972.To provide guidance of vehicle tracks, each conventional track shoe construction includes a center guide projecting in an inward direction to be received in a center slot in the road wheels. These center guides are usually designed to clamp onto central portions of adjacent pins of adjacent shoe structures to cooperate with the end connectors of the pin when securing the shoe structures together. The center guides are usually clamped to the pins by threaded connections which have the same loosening problem with the conventional replaceable road shims, as explained above. Such prior art vehicle track center guides are known from U.S. Pat. Nos. 2,089,210; 2,283,936; 2,301,954; 2,332,976; 3,357,750; 3,467,446; 3,582,156; 4,139,241; and 4,262,972.

Zoals hierboven is vermeld zijn aangrenzende schoenconstructies gewoonlijk verbonden door eindverbindingsorganen die zich uitstrekken tussen aangrenzende peneinden. Deze eindverbindingsorganen bevatten gewoonlijk een wigvormige verbinding die is vastgezet door middel van een van schroefdraad voorziene bout en/of moer. Een dergelijke van schroefdraad voorziene bevestiging van het wigvormige verbindings-orgaan kan tijdens gebruik losraken en vereist een grotere hoeveelheid tijd voor installatie en verwijderen dan gewenst is. Bekende eindverbindingsorganen voor voertuigrupsbanden zijn bekend uit de Amerikaanse octrooischriften 1.028.893; 1.282.326; 1.446.870; 1.913.098; 2.957.731; 3.032.376; 3.056.309; 3.467.446; 4.175.798; en 4.262.973.As noted above, adjacent shoe structures are usually connected by end connectors that extend between adjacent pin ends. These end connectors usually include a wedge-shaped connection secured by a threaded bolt and / or nut. Such a threaded fastening of the wedge-shaped connector may become loose during use and requires a greater amount of time for installation and removal than desired. Known end connectors for vehicle tracks are known from U.S. Pat. Nos. 1,028,893; 1,282,326; 1,446,870; 1,913,098; 2,957,731; 3,032,376; 3,056,309; 3,467,446; 4,175,798; and 4,262,973.

Tussen de overstaande peneinden zijn aangrenzende rupsbandschoenen van voertuigrupsbanden gewoonlijk verbonden door de klemming van de middengeleidingen, die zich uitstrekken tussen tussengeplaatste delen van aangrenzende pennen, zoals hierboven is vermeld, op een plaats zijdelings tussen de schoenen van de rupsband. De dubbele functie van geleiden en verbinden van de aangrenzende pennen leidt tot een aanzienlijke belasting tijdens gebruik. Gewoonlijk klemt de middengeleiding op elk tussengelegen pendeel volgens twee contactlijnen hetgeen leidt tot een "hernieuwde plaatsing" te wijten aan de aanzienlijke belasting tijdens gebruik. Een dergelijke hernieuwde plaatsing kan tenslotte slijtage tot stand brengen welke de middenverbinding tussen de pennen losmaakt en de bruikbare levensduur van de rupsband vermindert .Between the opposite pin ends, adjacent track shoes of vehicle tracks are usually connected by the clamping of the center guides, which extend between intermediate parts of adjacent pins, as noted above, at a location laterally between the shoes of the track. The double function of guiding and connecting the adjacent pins leads to a considerable load during use. Usually, the center guide clamps on each intermediate pin section along two contact lines leading to a "remount" due to the significant load during use. Such a repositioning can eventually create wear that loosens the center connection between the pins and reduces the useful life of the track.

De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterde voertuigrupsband en verbeterde delen daarvan te verschaffen, welke een modulaire constructie heeft die de vervanging van een onderdeel vergemakkelijkt zelfs bij onderhoudswerkzaamheden in het veld ten einde daardoor een langere levensduur met een doelmatig gebruik te verschaffen.The present invention aims to provide an improved vehicle track and improved parts thereof, which has a modular construction that facilitates the replacement of a part even in field maintenance operations in order thereby to provide a longer life with efficient use.

Ten einde dit te verwezenlijken bevat volgens de uitvinding een schoen voor een rupsband zonder einde van een rupsbandvoertuig een binoculairvormig huis met een paar gevormde plaatvormige metalen huisdelen met elk dezelfde dwarsdoorsnede. Deze constructie van het schoenhuis maakt het mogelijk dat beide huisdelen uit dezelfde gevormde metalen plaat op een economische manier worden vervaardigd.In order to accomplish this, according to the invention, an endless track shoe of a crawler vehicle comprises a binocular housing having a pair of formed sheet metal housing parts each having the same cross section. This construction of the shoe housing allows both housing parts to be manufactured economically from the same shaped metal sheet.

Het schoenhuis bevat eveneens een paar eindplaten die sainen-werken bij het aan elkaar vastzetten van de huisdelen. Een wegwielvulstuk van veerkrachtig materiaal is ter plaatse op één zijde van het schoenhuis in een vorm vervaardigd ten einde de aangrijping van de schoen met de wegwielen van een bijbehorend rupsbandvoertuig, waarop de rupsband wordt toegepast, te verschaffen. De schoen bevat eveneens een vervangbaar wegvulstuk van veerkrachtig materiaal en een losmaakbare verbinding voor het vastzetten van het vervangbare wegvulstuk aan het schoenhuis op de zijde daarvan gelegen tegenover het wegwielvulstuk voor aangrijping met de grond tijdens de voertuigverplaatsing terwijl nog een vervanging mogelijk is wanneer het veerkrachtige materiaal van het wegvulstuk versleten geraakt.The shoe housing also includes a pair of end plates that work to secure the housing members together. A road wheel shim of resilient material is molded in place on one side of the shoe housing to provide engagement of the shoe with the road wheels of an associated track vehicle to which the track is applied. The shoe also includes a replaceable road shim of resilient material and a releasable joint for securing the replaceable road shim to the shoe housing on its side opposite the road wheel shim for ground engagement during vehicle movement while still allowing a replacement when the resilient material of the road filler worn out.

In de de voorkeur verdienende constructie van de rupsbandschoen bepaalt elk schoenhuisdeel een langwerpige penopening met een in het algemeen ronde dwarsdoorsnede die zich uitstrekt tussen een paar eindplaten, en elk schoen-huisdeel bevat eveneens een paar verzette flenzen die in ingrijping zijn met de verzette flenzen van het andere deel. Een verbinding, bij voorkeur verschaft door lassen, zet de flenzen van de schoenhuisdelen aan elkaar vast op een plaats tussen de bijbehorende langwerpige penopeningen, bepaald door de schoenhuisdelen. Deze verbonden flenzen van de schoenhuisdelen bepalen een lijf dat zich uitstrekt tussen de langwerpige penopeningen, waarbij elk schoenhuisdeel een plaatsingsschroef voor een pen bevat, die geplaatst is vlakbij het lijf en die gericht is naar zijn langwerpige penopening. Het lijf van het schoenhuis bevat bij voorkeur een opening waardoorheen het veerkrachtige materiaal van het wielvulstuk zich uitstrekt tussen de overstaande zijden van het lijf ten einde de verbinding tussen het veerkrachtige materiaal van het wegwielvulstuk en het schoenhuis te versterken .In the preferred track shoe construction, each shoe housing portion defines an elongated pin opening with a generally circular cross-section extending between a pair of end plates, and each shoe housing portion also includes a pair of offset flanges which engage the offset flanges of the other part. A connection, preferably provided by welding, secures the flanges of the shoe housing parts together at a location between the associated elongated pin openings defined by the shoe housing parts. These connected flanges of the shoe housing members define a web that extends between the elongated pin openings, each shoe housing member containing a pin positioning screw located adjacent the web and facing its elongated pin opening. The shoe housing body preferably includes an opening through which the resilient material of the wheel shim extends between the opposite sides of the body to strengthen the connection between the resilient material of the road wheel shim and the shoe housing.

De de voorkeur verdienende constructie van de losmaakbare veroinding voor het vervangbare wegvul stuk van de rupsbandschoen bevat tenminste één verbindingsorgaan van het pentype, een holte in één van de eindplaten voor het opnemen van het verbindingsorgaan van het pentype, en een vasthoudorgaan op het wegvulstuk. Het verbindingsorgaan van het pentype wordt ingezet in de holte van de eindplaat ten einde daaruit buitenwaarts uit te steken en in ingrijping te zijn met het vasthoudorgaan voor een bevestiging van het wegvulstuk aan het schoenhuis. Het verbindingsorgaan van het pentype is uit de eindplaat verwijderbaar voor het buiten aangrijping brengen van het vasthoudorgaan ten einde een verwijdering van het wegvulstuk voor een vervanging mogelijk te maken.The preferred detachable compound construction for the replaceable track pad of the track shoe includes at least one pin type connector, a recess in one of the end plates for receiving the pin type connector, and a retainer on the track pad. The pin type connector is inserted into the cavity of the end plate to project outwardly therefrom and to engage the retainer for attachment of the gusset to the shoe housing. The pin type connector is removable from the end plate to disengage the retainer to allow removal of the spacer for replacement.

In de de meest de voorkeur verdienende constructie van de losmaakbare verbinding voor het vervangbare wegvulstuk heeft het verbindingsorgaan van het pentype van de verbinding een spiraalconstructie met een gepunt einde. Het vasthoud- orgaan op het wegvulstuk bevat een veerkrachtig tegen-houderdeel dat elastisch wordt vervormd door de aangrijping daarvan met het gepunte einde van het verbindingsorgaan ingevolge een inzetten daarvan door de holte van de eind-plaat, zodat een veerkracht het wegvulstuk on de rupsband-schoen vasthoudt. Bij voorkeur bevat de rupsbandschoen eveneens een verbindingsorgaan van het type met een tweede pen, een bijbehorende holte in de andere eindplaat voor het opnemen van het verbindingsorgaan van het type met tweede pen, en een vasthoudorgaan dat een ander veerkrachtig tegenhouderdeel bevat dat in aangrijping is met het verbindingsorgaan van het type met tweede pen voor vastzetting van het wegvulstuk op de huis.In the most preferred construction of the releasable connection for the replaceable road spacer, the pin type connector of the connection has a spiral construction with a pointed end. The retaining member on the road shim includes a resilient retainer member that is elastically deformed by its engagement with the pointed end of the connector following an insertion thereof through the cavity of the end plate so that a spring force engages the shim on the track. hold the shoe. Preferably, the track shoe also includes a second pin type connector, an associated recess in the other end plate for receiving the second pin type connector, and a retaining member that includes another resilient retainer member that engages with the second pin type connector for securing the spacer to the housing.

De uitvinding omvat eveneens de constructie van het vervangbare wegvulstuk voor de rupsbandschoen van de rupsband zonder einde voor gebruik op een rupsbandvoertuig. Dit vervangbare wegvulstuk bevat een metalen steunplaat die een paar pentroggen bevat die elk overstaande einden hebben en een gewoonlijk halfcirkelvormige dwarsdoorsnede die opent in dezelfde richting als de andere Dentrog. Een lijf van de metalen steun strekt zich uit tussen de twee pentroggen daarvan voor samenwerking daarmede bij het bepalen van één helft van een bi-noculaire configuratie. Een veerkrachtig wegvulstuk is vervaardigd van veerkrachtig materiaal dat ter plaatse in een vorm is vervaardigd op de metalen steun op de zijde daarvan die gelegen is tegenover de richting waar naar de pentroggen uitmonden. Tussen de twee pentroggen is een vasthoudorgaan op het lijf van de metalen steun gemonteerd en dit bevat een paar veerkrachtige tegenhouderdelen die respectievelijk zijn geplaatst vlakbij de overstaande einden van de pentroggen. Deze veerkrachtige tegenhouderdelen worden elastisch vervormd voor het verschaffen van de montage van het vervangbare wegvulstuk od de bijbehorende rupsbandschoen.The invention also includes the construction of the replaceable endless track shoe of the endless track shoe for use on a tracked vehicle. This replaceable road spacer includes a metal support plate containing a pair of pin troughs each having opposite ends and a usually semicircular cross section opening in the same direction as the other Dentrog. A body of the metal support extends between its two pen troughs for co-operation therewith in determining one half of a bi-nocular configuration. A resilient filler is made of a resilient material that is molded in situ on the metal support on its side opposite the direction to which the pen troughs flow. Between the two pin troughs, a retaining member is mounted on the body of the metal support and it includes a pair of resilient retainer members positioned near the opposite ends of the pin troughs, respectively. These resilient retainer members are elastically deformed to provide mounting of the replaceable road spacer or associated track shoe.

In zijn de voorkeur verdienende constructie is het vervangbare wegvulstuk uitgevoerd als een langwerpige blad-veer met een tussendeel dat gelegen is tussen het lijf van de metalen steun en het veerkrachtige wegvulstuk. Een verbinding, die bij voorkeur wordt verschaft door klinknagels, bevestigt het tussendeel van de bladveer aan het lijf van de metalen steun. Overstaande einden van de bladveer strekken zich uit vanuit het vastgezette tussendeel daarvan en vormen de veertegenhouderdelen van het vasthoudorgaan voor het vastzetten van het vervangbare wegvulstuk. Elk bladveereinde bevat een gebogen einddeel dat een opening van het verbindingsorgaan bepaalt voor gebruik bij het vastzetten van het vervangbare wegvulstuk door bijbehorende verbindingsorganen zoals hierboven is beschreven met betrekking tot de constructie van de schoen van de rupsband zonder einde.In its preferred construction, the replaceable road spacer is configured as an elongated leaf spring with an intermediate portion located between the metal support body and the resilient road spacer. A joint, preferably provided by rivets, secures the intermediate part of the leaf spring to the body of the metal support. Protruding ends of the leaf spring extend from the secured intermediate part thereof and form the spring retaining members of the retaining member for securing the replaceable road spacer. Each leaf spring end includes a curved end portion that defines an opening of the connector for use in securing the replaceable road spacer by associated connectors as described above with respect to the construction of the endless track shoe.

In de de meest de voorkeur verdienende constructie van het vervangbare wegvulstuk, bevat het lijf van de metalen steun eindopeningen vlakbij de einden van de tegenhouderbladveer ten einde een elastische vervorming daarvan ingevolge het monteren van het wegvulstuk op een bijbehorende rupsbandschoen mogelijk te maken. Ver-sterkingsribben zijn eveneens aangebracht op de metalen steun zich uitstrekkend over de pentroggen waarbij eveneens holten zijn aangebracht. Het veerkrachtige materiaal van het wegvulstuk strekt zich uit in de holten van de metalen steun bij de pentroggen voor samenwerking daarmede bij het vastzetten van het veerkrachtige materiaal van het veerkrachtige wegvulstuk tegen een beweging na het ter plaatse in de vorm vervaardigen op de metalen steun.In the most preferred construction of the replaceable road spacer, the metal support body includes end openings near the ends of the retainer leaf spring to allow elastic deformation thereof upon mounting the road spacer on an associated track shoe. Reinforcing ribs are also provided on the metal support extending over the pin troughs with cavities also provided. The resilient filler material extends into the cavities of the metal support at the pen troughs for co-operation therewith in securing the resilient material of the resilient filler piece against movement after on-site molding on the metal support.

Een rupsband zonder einde voor gebruik op een rupsbandvoertuig en uitgevoerd volgens de uitvinding is van het type met een aantal schoenconstructies en verbindingsorganen die zich tussen de schoenconstructies uitstrekken. Elke schoenconstructie bevat een paar penconstructies waartussen de verbindingsorganen zich uitstrekken voor het ver binden van de aangrenzende schoenconstructies . Elke pen-constructie bevat een bus die in de bijbehorende schoen-constructie is opgenomen. De bus bevat een paar busdelen van metaalplaat voor de vorming van een ronde opening door de bus. Een metalen pen is opgenomen in de opening in de bus en heeft overstaande einden die buitenwaarts vanuit de bus uitsteken ten einde een verbinding van aangrenzende schoenconstructies door middel van verbindingsorganen op de overstaande einden van de pennen van de schoenconstructies mogelijk te maken. Een veerkrachtige bus is ter plaatse in een vorm vervaardigd tussen de bus en de pen en is zowel met de bus als de pen verbonden.An endless track for use on a tracked vehicle and constructed according to the invention is of the type having a number of shoe structures and connectors extending between the shoe structures. Each shoe structure includes a pair of pin structures between which the connectors extend to connect the adjacent shoe structures. Each pin construction includes a sleeve included in the associated shoe construction. The sleeve includes a pair of metal sheet sleeve parts to form a round opening through the sleeve. A metal pin is included in the opening in the sleeve and has opposite ends protruding outwardly from the sleeve to allow connection of adjacent shoe structures by means of connectors on the opposite ends of the pins of the shoe structures. A resilient sleeve is molded on-site between the sleeve and the pin and is connected to both the sleeve and the pin.

De penconstructie met de veerkrachtige bus die ter plaatse in een vorm is vervaardigd tussen de bus en de pen maakt het mogelijk dat de bus werkzaam is door middel van vervorming wanneer aangrenzende schoenconstructies ten opzichte van elkaar bewegen tijdens de verplaatsing van het voertuig. Deze vervorming van de veerkrachtige bus komt tct stand zonder de aanzienlijke samendrukking die noodzakelijk is bij de gebruikelijke penbussen van dit type.The resilient sleeve pin construction molded in-situ between the sleeve and the pin allows the sleeve to act by deformation when adjacent shoe structures move relative to each other during the movement of the vehicle. This deformation of the resilient sleeve does not occur without the significant compression required by conventional pin sleeves of this type.

In de de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de penconstructie bevat de bus een plaatsingsflens die coöperatief bepaald wordt door de busdelen daarvan en het veerkrachtige busmateriaal tussen de bus en de pen. Deze plaatsingsflens wordt opgenomen in een plaatsingsgroef in de bijbehorende schoenconstructie ten einde een rotatie van de bus ten opzichte van de schoenconstructie te beletten terwijl een rotatie van de pen ten opzichte daarvan mogelijk wordt gemaakt door de vervorming van de veerkrachtige bus zoals hierboven is beschreven.In the preferred embodiment of the pin construction, the sleeve includes a locating flange determined cooperatively by the sleeve portions thereof and the resilient sleeve material between the sleeve and the pin. This locating flange is received in a locating groove in the associated shoe structure to prevent rotation of the sleeve relative to the shoe structure while allowing rotation of the pin relative thereto by the deformation of the resilient sleeve as described above.

De bus van de penconstructie bevat bij voorkeur op afstand geplaatste delen met binneneinden die ten opzichte van elkaar op afstand staan waarbij de pen zich daartussen uitstrekt voor het verschaffen van een plaats van het centrale verbindingsorgaan voor de penconstructie. Bij de buiten einden van de op afstand geplaatste delen van de bus steken de overstaande einden van de pen buitenwaarts daaruit uit voor het verschaffen van plaatsen voor een eindverbindings-orgaan. Het verdient het meest de voorkeur dat elke bus een paar busdelen bevat die elk dezelfde dwarsdoorsnede hebben. Elk busdeel bevat een hoofddeel dat een in het algemeen halfcirkelvormige dwarsdoorsnede bepaalt en eveneens een gebogen flensdeel bevat dat zich uitstrekt vanuit het halfcirkelvormige hoofddeel. Samenwerking van de bijbehorende gebogen flensdelen van elke bus bepaalt de plaatsingsflens daarvan die gevuld wordt door het veerkrachtige busmateriaal dat ter plaatse in een vorm wordt vervaardigd tussen de bus en de pen. Zoals hierna meer volledig zal worden beschreven heeft de pen van de pen-constructie een hol tussendeel dat is opgenomen in de bus en eveneens gewoonlijk vaste einden heeft zich buitenwaarts uit de bus uitstrekken voor het verschaffen van een 1ichtgewichtconstructie maar met erote sterkte voor het verbinden van de aangrenzende schoenconstructies.The sleeve of the pin structure preferably includes spaced portions with inner ends spaced apart with the pin extending therebetween to provide a location of the central pin structure connector. At the outer ends of the spaced apart portions of the sleeve, the opposite ends of the pin project outwardly therefrom to provide locations for an end connector. It is most preferred that each sleeve contains a pair of sleeve sections, each of which has the same cross section. Each sleeve portion includes a main portion that defines a generally semicircular cross section and also includes a curved flange portion extending from the semicircular main portion. Collaboration of the associated curved flange portions of each sleeve determines its deployment flange which is filled by the resilient sleeve material which is locally molded between the sleeve and the pin. As will be more fully described hereinafter, the pin of the pin structure has a hollow intermediate portion received in the sleeve and also usually has fixed ends extending outwardly of the sleeve to provide a lightweight construction but with high strength for joining. the adjacent shoe structures.

Volgens de uitvinding is een rupsband zonder einde voor een rupsbandvoertuig van het type met een aantal schoenconstructies en eindverbindingsorganen die zich uitstrekken tussen de schoenconstructies waarbij elke schoen-constructie een paar penconstructies bevat die een licht-gewichtconstructie zijn maar een grote sterkte hebben. Elke schoenconstructie bevat een langwerpige pen die zich uitstrekt door de bijbehorende schoenconstructie en heeft een hol tussendeel voor het verschaffen van een 1ichtgewicht-constructie. Het holle tussendeel van de pen heeft overstaande einden, en de pen bevat een paar overstaande einden van een massieve constructie op de overstaande einden van het holle tussendeel van de pen. Deze massieve einden van de pen verschaffen plaatsen met grote sterkte voor bevestiging van de eindverbindingsorganen die zich uitstrekken tussen de schoenconstructies.According to the invention, an endless track for a tracked vehicle is of the type with a number of shoe structures and end connectors extending between the shoe structures, each shoe structure comprising a pair of pin structures that are light weight but of high strength. Each shoe structure includes an elongated pin extending through the associated shoe structure and has a hollow intermediate portion to provide a lightweight construction. The hollow intermediate part of the pen has opposite ends, and the pen includes a pair of opposite ends of a solid construction on the opposite ends of the hollow intermediate part of the pen. These solid ends of the pin provide high strength locations for attachment of the end connectors that extend between the shoe structures.

In de de voorkeur verdienende constructie van de pen zijn het holle tussenpendeel en de massieve peneinden door lassen met elkaar verbonden. Draaiend lassen wordt bij voorkeur gebruikt voor het vastzetten van de massieve einden op het holle tussendeel van de pen, ofschoon andere typen van lassen en vastzetten zouden kunnen worden gebruikt zelfs al verdient het draaiend lassen het meest de voorkeur.In the preferred construction of the pin, the hollow intermediate part and the solid pin ends are joined together by welding. Rotary welding is preferably used to secure the solid ends to the hollow intermediate portion of the pin, although other types of welding and fastening could be used even though rotary welding is most preferred.

In de het meest de voorkeur verdienende penconstructie heeft elk massief peneinde een plat oppervlak voor het richten van de pen ten opzichte van een bijbehorend eind-verbindingsorgaan. Elk massief oeneinde bevat eveneens een inkeping voor de bevestiging van een eindverbindingsorgaan, die geplaatst is diametraal tegenover het platte oppervlak daarvan voor het richten van de pen. Zowel het platte oppervlak als de bevestigingsinkeping van elk massief peneinde heeft gekromde binnendelen voor het beletten van spanningsconcentraties bij belasting van de pen tijdens gebruik met eindverbindingsorganen bevestigd op de massieve peneinden. Een conisch eindoppervlak van elk massief peneinde ligt langs de omtrek op één lijn met de bevestigingsinkeping daarvan voor het vergemakkelijken van een vastzetten van een bijbehorend eindverbindingsorgaan van een constructie welke hierna vollediger zal worden beschreven.In the most preferred pin construction, each solid pin end has a flat surface for directing the pin relative to an associated end connector. Each solid end also includes a notch for attaching an end connector positioned diametrically opposite its flat surface for directing the pin. Both the flat surface and the mounting notch of each solid pin end have curved inner members to prevent stress concentrations from loading the pin during use with end connectors attached to the solid pin ends. A conical end surface of each solid pin end aligns circumferentially with its mounting notch to facilitate securing an associated end connector of a structure which will be described more fully below.

Volgens de uitvinding is een middengeleiding eveneens aangebracht voor elke schoenconstructie van de rupsband zonder einde, gebruikt voor het rupsbandvoertuig. Elke schoenconstructie waarmede de middengeleiding wordt gebruikt, bevat een paar schoenen dat elk wegwiel en wegvulstukken heeft die in tegengestelde richting zijn gericht. Elke schoenconstructie, waarmede de middengeleiding wordt gebruikt, bevat eveneens een paar penconstructies die de schoenen verbinden en die de schoenen plaatsen in een zijdelingse afstandsverhouding ten opzichte van elkaar.According to the invention, a center guide is also provided for each shoe construction of the endless track used for the tracked vehicle. Each shoe construction that uses the center guide includes a pair of shoes, each of which has road wheel and spacers facing in opposite directions. Each shoe structure that uses the center guide also includes a pair of pin structures that connect the shoes and that place the shoes in a lateral distance relationship to each other.

De middengeleiding volgens de uitvinding bevat een paar geleidingsorganen dat elk een raontagenokdeel en een middengeleidingsdeel heeft. Een veerkrachtig materiaal is verbonden met beide geleidingsorganen waarbij de nokdelen en geleidingsdelen van elk op één lijn liggen met die van de andere ten einde samenwerkend een montagenok en een uitsteeksel van de middengeleiding te verschaffen. Een verbinding van de middengeleiding zet de montagenok daarvan vast tussen zijdelings op afstand geplaatste schoenen van de bijbehorende schoenconstructie, waarbij het uitsteeksel van de middengeleiding zich uicstrekt vanuit de schoencon-structie in de richting waarnaar de wegwielvulstukken van de schoen zijn gericht.The central guide according to the invention includes a pair of guide members each having a ridge cam portion and a center guide portion. A resilient material is connected to both guide members with the cam members and guide members of each aligned with those of the other to cooperate to provide a mounting boss and a projection of the center guide. A joint of the center guide secures its mounting cam between laterally spaced shoes of the associated shoe structure, the projection of the center guide extending from the shoe structure in the direction to which the road wheel shims of the shoe are directed.

De constructie van de middengeleiding verschaft alleen een geleidende functie, in tegenstelling tot de gebruikelijke rupsbandconstructies, waarbij de middengeleiding een deel is van een centraal verbindingsorgaan dat aangrenzende schoenconstructies verbindt. Het isoleren van de functie van de middengeleiding van de functie van het centrale verbindingsorgaan vermindert de belasting op het uitsteeksel van de middengeleiding ten einde een langere tevensduur met doelmatige toepassing te verschaffen.The center guide construction provides only a guiding function, unlike conventional track structures, where the center guide is part of a central connector connecting adjacent shoe structures. Isolating the center guide function from the function of the central connector reduces the load on the center guide projection in order to provide a longer service life with effective application.

In de de voorkeur verdienende constructie van de middengeleiding bevat het uitsteeksel van de middengeleiding een opening door beide geleidingsorganen en door het veerkrachtige materiaal dat de geleidingsorganen met elkaar verbindt. De montagenokdelen van de geleidingsorganen zijn ten opzichte van elkaar verder op afstand geplaatst dan de geleidingsdelen, en elk montagenokdeel bevat een holte van het verbindingsorgaan voor het opnemen van een verbindingsorgaan van het pentype van de verbinding voor het vastzetten van de middengeleiding tussen de schoenen van de bijbehorende schoenconstructie. Elk geleidingsorgaan bevat bij voorkeur een plaatsingsgrens die gelegen is tussen zijn montagenokdeel en geleidingsdeel . De plaatsingsflenzen van de geleidingsorganen kunnen in aangrijping worden gebracht met de aangrenzende schoenen waarbij de niiddengeleiding op de bijbehorende schoenconstructie is gemonteerd.In the preferred center guide construction, the center guide projection includes an opening through both guide members and through the resilient material connecting the guide members. The mounting cam portions of the guide members are spaced further apart from each other than the guide members, and each mounting cam portion includes a socket of the connector for receiving a pin-type connector of the connector for securing the center guide between the shoes of the shoe. associated shoe construction. Each guide member preferably includes a placement boundary located between its mounting cam portion and guide portion. The locating flanges of the guide members can be engaged with the adjacent shoes with the center guide mounted on the associated shoe structure.

Een rupsband zonder einde voor gebruik met een rups-bandvoertuig en uitgevoerd volgens de uitvinding bevat een aantal schoenconstructies, zoals hierboven is vermeld, waarbij elke schoenconstructie een paar pennen bevat die overstaande einden hebben die buitenwaarts van de schoen-constructie uitsteken voor een verbinding door eindverbindingsorganen die de problemen oolossen die verbonden zijn met gebruikelijke eindverbindingsorganen van het type met wig en van schroefdraad voorzien bevestigingsorgaan. Elk eindverbindingsorgaan bevat een lichaam met een paar holten voor het opnemen van het bijbehorende paar Deneinden . Een veerkrachtige tegenhouder is gemonteerd op het lichaam van het verbindingsorgaan en is veerkrachtig in aangrijping met de peneinden ten einde het lichaam van het verbindingsorgaan op de peneinden vast te zetten. Met dit soort: veerkrachtige bevestiging is geen mogelijkheid aanwezig van een losgeraken zoals dat het geval is bij de gebruikelijke eindverbindingsorganen.An endless track for use with a tracked tire vehicle constructed in accordance with the invention includes a number of shoe structures, as noted above, each shoe structure comprising a pair of pins having projecting ends projecting outwardly from the shoe structure for connection by end connectors. which solves the problems associated with conventional wedge type and threaded fasteners. Each end connector includes a body with a pair of cavities for receiving the corresponding pair of Dene ends. A resilient retainer is mounted on the body of the connector and is resiliently engaged with the pin ends to secure the body of the connector on the pin ends. With this type of resilient fastening, there is no possibility of loosening as is the case with the usual end connectors.

In de de voorkeur verdienende constructie van het verbindingsorgaan van het rupsbandeinde bevat elke holte een plat oppervlak voor het richten van het bijbehorende pen-einde. Het lichaam van het verbindingsorgaan van het einc-verbindingsorgaan bevat bij voorkeur een tussenopening waarin elke holte met de tegenhouder zich uitstrekt door de openingen ten einde de bijbehorende peneinden vast te zetten. De veerkrachtige tegenhouder bevat bij voorkeur een uit één geheel bestaande bladveer met een tussendeel dat is vastgezet op het lichaam van het verbindingsorgaan en overstaande einden die zich vanuit het tussendeel daarvan door de openingen in de holten uitstrekken. Deze overstaande einden van de bladveer strekken zich uit in de bevestigingsgroeven van de massieve peneinden, zoals hierboven is beschreven, en zetten daardoor de peneinden in de holten van het eindver- bindingsorgaan vast. Tussen zijn overstaande einden heeft het tussendeel van de hladveertegenhouder bij voorkeur een klinknagelverbinding op het lichaam van het verbindings-orgaan ten einde een r._jt ingewikkelde en nog doelmatige vastzetting van de bladveertegenhouder te verschaffen.In the preferred construction of the track end connector, each cavity includes a flat surface for aligning the associated pin end. The body of the connector of the einc connector preferably includes an intermediate opening in which each cavity with the retainer extends through the openings to secure the associated pin ends. The resilient retainer preferably includes a one-piece leaf spring with an intermediate portion secured to the body of the connector and opposite ends extending from the intermediate portion thereof through the openings in the cavities. These opposite ends of the leaf spring extend into the mounting grooves of the solid pin ends, as described above, thereby securing the pin ends in the cavities of the end connector. Between its opposite ends, the intermediate portion of the leaf spring retainer preferably has a rivet connection on the body of the connector to provide a relatively complex and yet effective fastening of the leaf spring retainer.

Een rupsband zonder einde voor gebruik met een rupsbandvoertuig en uitgevoerd volgens de uitvinding bevat een aantal schoenconstructies die elk een paar zijdelings op afstand geplaatste schoenen en een paar ronde pennen hebben die zich daartussen uitstrekken, waarbij een centraal verbindingsorgaan eveneens is aangebracht voor het verbinden van de aangrenzende schoenconstructie door uitstrekking tussen de aangrenzende pennen daarvan op een plaats tussen de zijdelings op afstand geplaatste schoenen. Het centrale verbindingsorgaan heeft een nieuwe constructie die een verwijderen van zijn steun tijdens het gebruik van de rupsband belet als de schoenconstructies'ten opzichte van elkaar bewegen.An endless track for use with a tracked vehicle and constructed in accordance with the invention includes a number of shoe structures each having a pair of laterally spaced shoes and a pair of round pins extending therebetween, a central connector also being provided for connecting the adjacent shoe construction by extension between its adjacent pins at a location between the laterally spaced shoes. The central connector has a new construction which prevents removal of its support during the use of the track as the shoe structures move relative to each other.

Het centrale verbindingsorgaan volgens de uitvinding bevat een paar klemorganen met twee paren overstaande klemoppervlakken. Een klemoppervlak van elk paar bevat een plaats voor aangrijping van de bijbehorende pen volgens lijnaanraking die de enige aangrijping daarvan met de pen vormt. Het andere klemoppervlak van elk paar bevat twee op afstand gelegen plaatsen voor aangrijping van de bijbehorende pen met twee op afstand gelegen lijnaanrakingen die de enige aangrijping daarvan met de pen vormen. Een verbinding van het centrale verbindingsorgaan zet de klemorganen daarvan op elkaar vast waarbij elk paar klemoppervlakken daarvan in aangrijping is met elke pen op de drie plaatsen met lijnaanraking die een driehoek vormen. De drie plaatsen met lijnaanraking verzekeren een betrouwbare vastklemming van elk klemoppervlak zonder dat het probleem van het verwijderen van de steun van de gebruikelijke centrale verbindingsorganen optreedt.The central connector according to the invention includes a pair of clamping members with two pairs of opposite clamping surfaces. A clamping surface of each pair includes a location for engagement of the associated pin according to line contact which forms its only engagement with the pin. The other clamping surface of each pair includes two spaced locations for engagement of the associated pin with two spaced line touches forming their only engagement with the pin. A joint of the central connector secures the clamping members thereof together, each pair of clamping surfaces of which engages each pin at the three line contact locations forming a triangle. The three locations with line contact ensure reliable clamping of each clamping surface without the problem of removing the support from the conventional central connectors.

Elk klemorgaan van het centrale verbindingsorgaan bevat bij voorkeur een holte van het centrale verbindings-orgaan en een paar klemflenzen die zich in overstaande richtingen van de holte van het centrale verbindingsorgaan uitstrekken. Een klemorgaan van het centrale verbindingsorgaan heeft klemflenzen die elk zijn voorzien van een van de plaatsen voor aangrijping van de bijbehorende pen met lijnaanraking, terwijl het andere klemorgaan klemflenzen heeft die elk zijn voorzien van de andere twee plaatsen voor aangrijping van de bijbehorende pen met lijnaanraking.Each clamp of the central connector preferably includes a cavity of the central connector and a pair of clamping flanges extending in opposite directions from the cavity of the central connector. A clamp of the central connector has clamping flanges each provided with one of the locations for engaging the associated line contact pin, while the other clamping member has clamping flanges each of which have the other two locations for engaging the associated line contact pin.

In de de voorkeur verdienende constructie van het centrale verbindingsorgaan bevat de verbinding tussen de klemorganen een van schroefdraad voorziene bout die zich uitstrekt door de centrale holte van de beide klemorganen tussen de pennen, verbonden door het centrale verbindingsorgaan. De verbinding bevat eveneens een moer, die met schroefdraad op de bout daarvan is aangebracht voor vastzetting van de klemorganen aan elkaar, waarbij elk paar klemflenzen met de bijbehorende pen in aangrijping is on drie op afstand gelegen plaatsen met lijnaanraking, zoals hierboven is beschreven. Het ene klemorgaan, dat de bijbehorende pen in aangrijping brengt met ée'n plaats met lijnaanraking, bevat bij voorkeur een longitudinale groef die zich uitstrekt tussen zijn klemflenzen, en de bout van de verbinding heeft een loo die is opgenomen in de groef en tenminste één plat oppervlak heeft dat geplaatst wordt door de groef ten einde een aandraaien van de moer voor vastzetting van de klemorganen op elkaar mogelijk te maken.In the preferred construction of the central connector, the connection between the clamp members includes a threaded bolt extending through the central cavity of the two clamp members between the pins, connected by the central connector. The joint also includes a nut threaded on its bolt for securing the clamp members together, each pair of clamp flanges engaging the associated pin at three spaced locations with line contact as described above. The one clamping member, which engages the associated pin at one location of line contact, preferably includes a longitudinal groove extending between its clamping flanges, and the bolt of the joint has a loo received in the groove and at least one has a flat surface that is placed through the groove to allow tightening of the nut for tightening the clamping members together.

Zoals duidelijk is uit de bovenstaande beschrijving werken de rupsbandschoen, het vervangbare wielvulstuk, de penconstructie, de holle constructie van de pen met zijn massieve einden, de middengeleiding, de eindverbindings-organen, en het centrale verbindingsorgaan samen voor het verschaffen van een modulaire rupsband zonder einde voor gebruik met een rupsbandvoertuig op een wijze waarbij pro blemen, die optreden bij de gebruikelijke rupsbandconstruc-ties, worden opgeheven.As is apparent from the above description, the track shoe, the replaceable wheel spacer, the pin construction, the hollow construction of the pin with its solid ends, the center guide, the end connectors, and the central connector cooperate to provide a modular track without end for use with a tracked vehicle in a manner that eliminates problems associated with conventional tracked structures.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.The invention will be further elucidated with reference to the annexed drawing.

Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een rupsbandvoertuig met een paar rupsbanden zonder einde volgens de uitvinding.Fig. 1 shows a perspective view of a tracked vehicle with a pair of endless tracks according to the invention.

Fig. 2 toont een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een uiteen genomen voertuigrupsband volgens de uitvinding.Fig. 2 shows a partial perspective view of an exploded vehicle track according to the invention.

Fig. 3 toont een zijaanzicht van de rupsband, gezien volgens de pijlen 3-3 van fig. 2.Fig. 3 shows a side view of the track, viewed according to arrows 3-3 of FIG. 2.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede door de rupsband, gezien volgens de pijlen 4-4 in fig. 3.Fig. 4 is a cross-sectional view of the track, seen in the direction of arrows 4-4 in FIG. 3.

Fig. 5 toont een gedeeltelijke doorsnede, gezien volgens de pijlen 5-5 van fig. 4, waarbij de rupsband is getoond in een toestand waarin schoenconstructies daarvan ten opzichte van elkaar bewegen tijdens de verplaats int’, van het voertuig.Fig. 5 is a partial cross-sectional view, according to arrows 5-5 of FIG. 4, showing the track in a state where shoe structures thereof move relative to each other during the displacement int of the vehicle.

Fig. 6 toont een perspectivisch aanzicht van een binoculair gevormd huis, in uiteengenomen toestand, van een rupsbandschoen van de rupsband.Fig. 6 shows a perspective view of a binocular shaped housing, in disassembled condition, of a track shoe of the track.

Fig. 7 toont een perspectivisch aanzicht van het huis van de binoculair gevormde schoen, in zijn gemonteerde toestand .Fig. 7 shows a perspective view of the housing of the binocularly shaped shoe in its assembled condition.

Fig. 8 toont een perspectivisch aanzicht van een gevormde metalen steunplaat van een vervangbaar wegvulstuk voor de rupsbandschoen.Fig. 8 is a perspective view of a formed metal backing plate of a replaceable track shoe spacer.

Fig. 9 toont een perspectivisch aanzicht van het vervangbare vulstuk nadat veerkrachtig materiaal ter plaatse in een vorm is vervaardigd op de metalen steun.Fig. 9 shows a perspective view of the replaceable shim after resilient material is locally molded on the metal support.

Fig. 10 toont een doorsnede door het vervangbare wegvulstuk gezien volgens de pijlen 10-10 in fig. 9.Fig. 10 is a sectional view through the replaceable road filler as seen in arrows 10-10 in FIG. 9.

Fig. 11 toont een bovenaanzicht van het vervangbare wegvulstuk, gezien volgens de pijlen 11-11.in fig. 10.Fig. 11 is a plan view of the replaceable road spacer, seen in the direction of arrows 11-11 in FIG. 10.

Fig. 12 toont een eindaanzicht van het vervangbare wegvulstuk, gezien volgens de pijlen 12-12 in fig. 11.Fig. 12 shows an end view of the replaceable road spacer, seen according to arrows 12-12 in FIG. 11.

Fig. 13 toont een gedeeltelijke doorsnede door het vervangbare wegvulstuk, gezien volgens de pijlen 13-13 in f ig. 11.Fig. 13 shows a partial cross-section through the replaceable road spacer, seen according to arrows 13-13 in FIG. 11.

Fig. 14 toont een aanzicht van de rupsbandschoen, gezien in dezelfde richting als de linkerschoen getoond in fig. 4, waarbij het wegwielvulstuk daarmede is verbonden maar zonder dat het vervangbare wegvulstuk op de schoen is gemonteerd.Fig. 14 shows a view of the track shoe, seen in the same direction as the left shoe shown in FIG. 4, with the road wheel shim connected thereto but without the replaceable road shim mounted on the shoe.

Fig. 15 toont een eindaanzicht van de rupsband, gezien volgens de pijlen 15-15 in fig'. 14.Fig. 15 shows an end view of the track, viewed according to arrows 15-15 in FIG. 14.

Fig. 16 toont een doorsnede door de rupsbandschoen, gezien volgens de pijlen 16-16 in fig. 14.Fig. 16 is a sectional view through the track shoe as seen in the direction of arrows 16-16 in FIG. 14.

Fig. 17 toont een aanzicht van de rupsbandschoen, gezien volgens de pijlen 17-17 in fig. 14.Fig. 17 shows a view of the crawler shoe, seen according to arrows 17-17 in FIG. 14.

Fig. 18 toont een aanzicht van de rupsbandschoen juist voor de montage van het vervangbare wegvulstuk op het schoenhuis .Fig. 18 shows a view of the crawler shoe just prior to mounting the replaceable shim on the shoe body.

Fig. 19 toont een aanzicht van de rupsbandschoen nadat het vervangbare wegvulstuk op het schoenhuis is gemonteerd .Fig. 19 shows a view of the crawler shoe after the replaceable road spacer is mounted on the shoe housing.

Fig. 20 toont een aanzicht van de ruDsbandschoen voor de montage van het vervangbare wegvulstuk maar onderste boven gekeerd vanuit de stand van fig. 18.Fig. 20 shows a view of the rubber strap for mounting the replaceable road spacer but upside down from the position of FIG. 18.

Fig. 21 toont een perspectivisch aanzicht van een uiteengenomen bus en pen van een penconstructie van de rupsband zonder einde.Fig. 21 shows a perspective view of an exploded sleeve and pin of an endless track pin construction.

Fig. 22 toont een aanzicht van de penconstructie na het in de vorm vervaardigen van een elastomere bus ter plaatse tussen de bus en de pen van de constructie.Fig. 22 shows a view of the pin structure after molding an elastomeric sleeve at the location between the sleeve and the pin of the structure.

Fig. 23 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht van de pen van de penconstructie.Fig. 23 shows a partially broken away view of the pin from the pin structure.

Fig. 24 toont een perspectivisch aanzicht van een uiteengenomen centraal verbindingsorgaan van de rupsband zonder einde.Fig. 24 is a perspective view of an exploded central link of the endless track.

Fig. 25 toont een zijaanzicht, in doorsnede door het centrale verbindingsorgaan en aangrenzende pennen van aangrenzende schoenconstructies van de rupsband ten einde de manier te tonen waarop het centrale verbindingsorgaan de schoenconstructies verbindt.Fig. 25 shows a side view, in section, through the central connector and adjacent pins of adjacent shoe structures of the crawler to show the manner in which the central connector connects the shoe structures.

Fig. 26 toont een perspectivisch aanzicht van een uiteengenomen eindverbindingsorgaan van de rupsband zonder einde.Fig. 26 is a perspective view of an exploded endless end connector of the endless track.

Fig. 27 toont een doorsnede door het eindverbindingsorgaan, gezien volgens de pijlen 27-27 in fig.26, waarbij het eindverbindingsorgaan aangrenzende pene inden van aangrenzende schoenconstructies verbindt.Fig. 27 is a sectional view through the end connector, seen in the direction of arrows 27-27 in FIG. 26, with the end connector connecting adjacent pins of adjacent shoe structures.

Fig. 28 toont een bovenaanzicht van het eindverbindingsorgaan, gezien volgens de pijlen 28-28 in fig. 27.Fig. 28 is a top plan view of the end connector, seen according to arrows 28-28 in FIG. 27.

Fig. 29 toont een doorsnede, gezien volgens de pijlen 29-29 in fig. 26, door het eindverbindingsorgaan en een van de daardoor verbonden peneinden ten einde de manier te tonen waarop het eindverbindingsorgaan od het peneinde is vastgezet.Fig. 29 is a sectional view, taken according to arrows 29-29 in FIG. 26, through the end connector and one of the pin ends connected thereto to show the manner in which the end connector or the pin end is secured.

Fig. 30 toont een eindaanzicht van de rupsbandschoer., gedeeltelijk in doorsnede door de bijbehorende peneinden, gezien volgens de pijlen 30-30 in fig. 4.Fig. 30 shows an end view of the crawler track, partially in section through the associated pin ends, as seen in the direction of arrows 30-30 in FIG. 4.

Fig. 31 toont een doorsnede door de rupsbandschoen, gezien volgens de pijlen 31-31 van fig. 30.Fig. 31 is a sectional view through the track shoe as seen in the arrows 31-31 of FIG. 30.

Fig. 32 toont een doorsnede, gezien volgens de pijlen 32-32 van fig. 31, door een spiraalvormig pen-verbindingsorgaan van het type dat gebruikt wordt voor het vastzetten van het vervangbare wegvulstuk op de rupsbandschoen .Fig. 32 is a sectional view, taken according to arrows 32-32 of FIG. 31, through a spiral pin connector of the type used to secure the replaceable shim to the track shoe.

Fig. 33 toont een gedeeltelijke doorsnede door een eindplaat van het huis, gezien in de richting van de pijlen 33-33 van fig. 31, ten einde de manier te tonen waarop de rupsbandschoen is vastgezet tegen een axiale beweging langs de penconstructie.Fig. 33 is a partial section through an end plate of the housing, viewed in the direction of arrows 33-33 of FIG. 31, to show the manner in which the track shoe is secured against an axial movement along the pin structure.

In fig. 1 bevat een rupsbandvoertuig, uitgevoerd als een tank 50, een paar rupsbanden 52 zonder einde, die elk de uitvinding belichamen en waarvan elk verbeterde componenten volgens de uitvinding bevat, zoals hierna vollediger wordt beschreven. Elke rupsband 52 zonder einde wordt ondersteund voor een beweging onder een bijbehorend stel wegwielen 54, alsmede rond een compenserend leiwiel 56 en een aandrijfketting 58. Tijdens bedrijf worden de rupsbanden 52 zonder einde onder de wegwielen 54 achterwaarts getrokken door aandrijfkettingwielen 58 en het niet getoonde bovendeel van de rupsband beweegt voorwaarts rondom het leiwiel 56, dat wordt gecompenseerd voor het onder een bepaalde spanning houden van de rupsband.In Fig. 1, a tracked vehicle constructed as a tank 50 includes a pair of endless tracks 52 each embodying the invention, each of which contains improved components of the invention, as described more fully below. Each endless track 52 is supported for movement under an associated set of road wheels 54, as well as around a compensating guide wheel 56 and a drive chain 58. During operation, the endless track 52 under the road wheels 54 is pulled backward by drive sprockets 58 and the top not shown of the track moves forward around the guide wheel 56, which is compensated for keeping the track under a certain tension.

Met verwijzing naar fig. 2 zal de constructie van de rupsband 52 zonder einde in het kort worden beschreven ten einde elke component ervan te begrijnen voor een beschrijving in bijzonderheden van de componenten voor een volledig begrijpen van de uitvinding.With reference to Fig. 2, the construction of the endless track 52 will be briefly described in order to understand each component thereof for a detailed description of the components for a full understanding of the invention.

Over de lengte van de rupsbanden 52 zijn de twee rijen schoenen 60 naast elkaar aangebracht en werkzaam voor het ondersteunen van de wegwielen 54 voor een beweging over de grond waarop de tank zich verplaatst. Elke schoen 60 bevat een vervangbaar wegvulstuk 62, getoond in fig. 2, voor aangrijping met de grond tijdens de voertuigverplaatsing.Along the length of the tracks 52, the two rows of shoes 60 are arranged side by side and act to support the road wheels 54 for movement over the ground on which the tank moves. Each shoe 60 includes a replaceable road spacer 62, shown in FIG. 2, for ground engagement during vehicle movement.

Een paar penconstructies 64 strekt zich uit tussen elk op één lijn gelegen paar rupsbandschoenen 60 ten einde een beweging mogelijk te maken van de schoenen ten opzichte van elkaar en wanneer de rupsband 52 rondom de wegwielen 54, het leiwiel 56, en het aandrijfkettingwiel 58 beweegt. Elke penconstructie 64 bevat een holle pen 66 van een constructie die de rupsband 52 een lichtgewicht verschaft zonder dat de sterkte van de pennen op de vereiste plaatsen wordt opgeofferd. Tussen elk zijdelings op één lijn gelegen paar rupsbandschoenen 60, is een middengeleiding 68 aangebracht voor de geleiding van de rupsband langs de bijbehorende weg- wielen, leiwiel en aandrijfkettingwiel. Schoenconstructies 70 worden verschaft door de zijdelings op één lijn gelegen paren schoenen 60, het bijbehorende paar Denconstructies 64, en de middengeleiding 68 die gelegen is tussen elk paar zijdelings op één lijn gelegen schoenen 60. Eindverbindings-organen 72 verbinden de bijbehorende aangrenzende einden van holle pennen 66 met aangrenzende schoenconstructies 70, zoals hierna vollediger zal worden beschreven. Bovendien is elk aangrenzend paar schoenconstructies 70 verbonden door een bijbehorend centraal verbindingsorgaan 74 (fig. 5), dat zich uitstrekt tussen tussendelen van de aangrenzende pennen 66, zoals eveneens hierna vollediger zal worden beschreven.A pair of pin structures 64 extend between each aligned pair of track shoes 60 to allow movement of the shoes relative to each other and as the track 52 moves around the road wheels 54, the guide wheel 56, and the drive sprocket 58. Each pin assembly 64 includes a hollow pin 66 of a construction that provides the crawler 52 with a lightweight without sacrificing the strength of the pins in the required locations. Between each laterally aligned pair of track shoes 60, a center guide 68 is provided for guiding the track along the associated road wheels, guide wheel and drive sprocket. Shoe structures 70 are provided by the laterally aligned pairs of shoes 60, the associated pair of Den constructions 64, and the center guide 68 located between each pair of laterally aligned shoes 60. End connectors 72 connect the associated adjacent ends of hollow pins 66 with adjacent shoe structures 70, as will be described more fully below. In addition, each adjacent pair of shoe structures 70 is connected by an associated central connector 74 (Figure 5), which extends between intermediate parts of the adjacent pins 66, as will also be described more fully below.

Zoals getoond is in fig. 3 zijn de rupsbandschoenen 60 van aangrenzende schoenconstructies 70 betrekkelijk dicht bij elkaar geplaatst en, zoals getoond is in fig. 4, geplaatst tussen de grond G en de wegwielen 54 tijdens de aandrijving van de bijbehorende tank. Zoals getoond is in de fig. 6 en 7 bevat elke rupsbandschoen een binoculair gevormd schoenhuis 76 met een paar gevormde huisdelen 78 van metaalplaat met elk dezelfde doorsnede. Het schoenhuis 76 bevat eveneens een paar eindplaten 80 die samenwerken bij het aan elkaar vastzetten van het paar huisdelen 78, op een manier zoals hierna vollediger zal worden beschreven. Zoals het best is getoond in de fig. 14 tot en met 17 en 20, bevat de rupsbandschoen eveneens een wegwielvulstuk 81 van een veerkrachtig materiaal 82 (fig. 16 en 17), dat ter plaatse in een vorm is vervaardigd op één zijde van het schoenhuis 76. Het vervangbare vulstuk 62 van de rupsbandschoen is getoond in de fig. 9 tot en met 13, 18 en 19, en bevat een veerkrachtig wegvulstuk 84 dat in een vorm is vervaardigd uit een veerkrachtig materiaal 86 (fig. 10) voor aangrijping met de grond tijdens de voertuigverplaatsing. Eerste en tweede verbindingsorganen 88 en 90 van het pentype van de rupsbandschoen zijn het best getoond in fig. 31 en werken samen voor het verschaffen van een losmaakbare verbinding die het ver vangbare wegvulstuk 62 vastzet op het schoenhuis 76, op een manier die hierna vollediger zal worden beschreven.As shown in Figure 3, the track shoes 60 of adjacent shoe structures 70 are placed relatively close together and, as shown in Figure 4, are placed between the ground G and the road wheels 54 during the driving of the associated tank. As shown in Figures 6 and 7, each track shoe includes a binocular shaped shoe housing 76 with a pair of formed metal sheet housing parts 78 of the same cross section. The shoe housing 76 also includes a pair of end plates 80 which cooperate in securing the pair of housing members 78 together in a manner as will be described more fully below. As best shown in Figures 14 to 17 and 20, the track shoe also includes a road wheel shim 81 of a resilient material 82 (Figures 16 and 17), which is molded in situ on one side of the track. shoe housing 76. The replaceable track shoe shim 62 is shown in Figures 9 to 13, 18 and 19, and includes a resilient shim 84 that is molded from a resilient material 86 (Figure 10) for engagement. with the ground during vehicle movement. First and second pin type connecting members 88 and 90 of the crawler shoe are best shown in Fig. 31 and cooperate to provide a releasable connection which secures the replaceable road shim 62 to the shoe housing 76 in a manner that will be more complete hereinafter. are described.

In de fig. 6, 7 en 15 bepaalt de constructie van elk schoenhuisdeel 78 bij voorkeur een langwerpige penopening 92 met een gewoonlijk ronde dwarsdoorsnede, zich uitstrekkend tussen de eindplaat 80 met de einden van de huisdelen opgenomen in complementaire bijbehorende openingen 94 (fig. 6) in de eindplaten 80 en daarop vastgezet, zoals getoond is in fig. 7, door een geschikte hardsoldering. Elk schoenhuisdeel 78 bevat een paar verzette flenzen 96 en 98, waarbij de ene flens 96 korter is dan de andere flens 98 op elk van zijn einden. Dezelfde dwarsdoorsneden van de huisdelen 78 zijn ten opzichte van elkaar tegengesteld gericht zodat de verzette flenzen 96 en 98 ineengrijpen, zoals het best is getoond in fig. 17. Een verbinding, die bij voorkeur wordt verschaft door lassen 100, zet de langere flenzen 98 aan elkaar vast ten einde een bevestiging van de huisdelen 7S aan elkaar te verschaffen.In Figs. 6, 7 and 15, the construction of each shoe housing portion 78 preferably defines an elongated pin opening 92 of a usually circular cross section extending between the end plate 80 with the ends of the housing portions received in complementary associated openings 94 (Fig. 6 ) in the end plates 80 and secured thereon, as shown in Fig. 7, by suitable brazing. Each shoe housing portion 78 includes a pair of offset flanges 96 and 98, one flange 96 being shorter than the other flange 98 at each of its ends. The same cross sections of the housing members 78 face each other so that the opposed flanges 96 and 98 interlock, as best shown in Fig. 17. A connection, which is preferably provided by welding 100, engages the longer flanges 98 together in order to provide a fastening of the housing parts 7S to each other.

Zoals getoond is in fig. 7 bepalen de flenzen 96 en 98 van het schoenhuisdeel 78 een lijf 102 dat zich uitstrekt tussen de verlengde penopeningen 92 zijdelings tussen de eindplaten 80. Elk schoenhuisdeel 78, zoals het best in fig. 15 is getoond, bevat eveneens een penplaatsings-groef 104 die geplaatst is vlakbij het lijf 102 en die gericht is naar de bijbehorende verlengde penopening 92. Elke eind-plaatopening 94 bevat eveneens een complementair groefdeel 106 dat het gedeelte van het huisdeel opneemt dat de bijbehorende pengroef 104 bepaalt. Zoals hierna vollediger zal worden beschreven worden de|pengroeven 104 gebruikt voor het beletten van een rotatie van de penconstructies 64, welke hierboven zijn vermeld in samenhang met fig. 2. Tussen de pengroeven 104, bepaalt het lijf 102 van de huisdelen 78 een opening 108 die een langwerpige rechthoekige vorm heeft, zoals getoond is in fig. 7. Het wegwielvulstuk 81, zoals hierboven is vermeld, wordt ter plaatse in een vorm ver- vaardigd op het gemonteerde schoenhuis 76, waarbij het veerkrachtige materiaal 82 daarvan zich uitstrekt door de lijfopening 108, zoals getoond is in fig. 16, tussen de overstaande zijden van het lijf 102 ten einde de bevestiging van het wegwielvulstuk op de huisdelen 78 op te voeren. Een geschikt kleefmiddel wordt bij voorkeur eveneens aangebracht op de huisdelen 78 voordat ter plaatse in een vorm het wegwielvulstuk 81 wordt vervaardigd ten einde de bevestiging van het materiaal op het schoenhuis verder op te voeren.As shown in Fig. 7, the flanges 96 and 98 of the shoe housing portion 78 define a web 102 extending between the elongated pin openings 92 laterally between the end plates 80. Each shoe housing portion 78, as best shown in Fig. 15, also includes a pin locating groove 104 positioned adjacent to the body 102 and facing the associated elongated pin opening 92. Each end plate opening 94 also includes a complementary groove portion 106 that receives the portion of the housing portion defining the associated pin groove 104. As will be described more fully below, the pin grooves 104 are used to prevent rotation of the pin structures 64, which have been mentioned above in connection with Fig. 2. Between the pin grooves 104, the body 102 of the housing members 78 defines an opening 108 having an elongated rectangular shape, as shown in Fig. 7. The road wheel shim 81, as mentioned above, is molded in situ on the mounted shoe housing 76, the resilient material 82 of which extends through the web opening 108, as shown in FIG. 16, between the opposite sides of the body 102 to increase the attachment of the road wheel shim to the housing members 78. A suitable adhesive is preferably also applied to the housing parts 78 before the road wheel shim 81 is manufactured in situ in a mold to further enhance the attachment of the material to the shoe housing.

Zoals het best is getoond in de fig. 4 en 6 hebben de schoenhuiseindplaten 80 elk een paar nokken 109 die samenwerken voor de vorming van een groef 109a. Overstaande einden van het huisdeellijf 102 zijn opgenomen in de nokgroeven 109a, zoals het best is getoond in de fig. 4 en 7, voor samenwerking met de bevestiging, verschaft door het hardsolderen bij de plaatsing van de huisdelen 78 en de eind-platen 88 ten opzichte van elkaar.As best shown in Figures 4 and 6, the shoe housing end plates 80 each have a pair of cams 109 which cooperate to form a groove 109a. Opposite ends of the body part body 102 are received in the cam grooves 109a, as best shown in Figs. 4 and 7, for cooperation with the fastening provided by brazing upon the placement of the body parts 78 and the end plates 88 at relative to each other.

Zoals hierboven is vermeld met betrekking tot fig. 31, is het vervangbare vulstuk 62 losmaakbaar op het rupsband-schoenhuis 76 vastgezet door de eerste en tweede pen-verbindingsorganen 88 en 90 die in bijbehorende holten 110 en 112 van het paar eindplaten 80 zijn opgenomen. Zoals hierna vollediger wordt beschreven heeft een vasthoudorgaan 114 van het vervangbare wegvulstuk 62 veerkrachtige tegen-houderdelen 116 en 118 die respectievelijk in aangrijping zijn met einden van de pennen 88 en 90 die buitenwaarts vanuit de bijbehorende eindplaten 80 uitsteken. Het eerste verbindingsorgaan 88 van het pentype is uit de bijbehorende eindplaatopening 110 verwijderbaar door ponsen, hetgeen gemakkelijk kan worden uitgevoerd met een hamer en een pons, en wordt daardoor bewogen naar rechts in het ledige gebied 120, begrensd door het wegvulstukmateriaal 86. Het veerkrachtige tegenhouderdeel 116 is dan vrij zodat de linkerzijde van het vervangbare wegvulstuk 62 naar beneden kan draaien om het rechter penverbindingsorgaan 90 zodat de benedenzijde van de linkereindplaat 80 wordt vrijgemaakt en een beweging van het vervangbare wegvulstuk naar links mogelijk wordt gemaakt zodat het veerkrachtige tegenhouder-deel 118 buiten aangrijping komt met het penverbindingsorgaan 90 zodat het wegvulstuk dan vrij is voor verplaatsing.As noted above with respect to Fig. 31, the replaceable shim 62 is releasably secured to the track shoe housing 76 by the first and second pin connectors 88 and 90 received in associated recesses 110 and 112 of the pair of end plates 80. As described more fully below, a retainer 114 of the replaceable road spacer 62 has resilient retainer members 116 and 118 engaged with ends of pins 88 and 90 projecting outwardly from the associated end plates 80, respectively. The first pin type connector 88 is removable from the associated end plate opening 110 by punching, which can be easily performed with a hammer and punch, and is thereby moved to the right in the void region 120 bounded by the spacer material 86. The resilient retainer member 116 is then free so that the left side of the replaceable road spacer 62 can rotate downwardly around the right pin connector 90 to expose the bottom side of the left end plate 80 and allow movement of the replaceable road spacer to the left so that the resilient retainer portion 118 is outwardly engages the pin connector 90 so that the filler is then free to move.

Een nieuw wegvulstuk 62 wordt weer op de schoen 60 geplaatst door eerst het veerkrachtige tegenhouderdeel 118 in te zetten voor aangrijping met het penverbindingsorgaan 90 en waarbij vervolgens het wegvulstuk daarop met de bewegingsrichting van de wijzers van een klok meer wordt gedraaid in de algemene stand, getoond in fig. 31. Het penverbindingsorgaan 88, dat vooraf was verwijderd, zoals hierboven is beschreven, wordt vervolgens ingezet in het linkereinde van de bijbehorende eindolaatholte 110 en naar de getoonde stand gedreven voor aangrijping met het veerkrachtige tegenhouderdeel 116. Tijdens de aanvankelijke plaatsing wordt het veerkrachtige tegenhouderdeel 118 elastisch vervormd en wordt het veerkrachtige tegenhouderdeel 116 vervolgens vervormd als de pen 88 in de vastgezette stand is gedreven. Ten einde de vervanging te vergemakkelijken heeft de pen 88 een gepunt einde 88a dat aanvankelijk in aangrijping is met het veerkrachtige tegenhouderdeel 116. Zoals getoond met het penverbindingsorgaan 88, getoond in fig. 32, hebben zowel het penverbindingsorgaan 88 als 90 een spiraalvormige dwarsdoorsnede die een veilige plaatsing daarvan in de bijbehorende eindplaatholte waarborgt ondanks de vervaar-digingstoleranties, waarbij de penverbindingsorganen na verwijdering uit de eindplaten nog weer opnieuw kunnen worden gebruikt.A new road spacer 62 is repositioned on the shoe 60 by first inserting the resilient retainer portion 118 for engagement with the pin connector 90 and then rotating the road spacer thereon clockwise in the general position, shown in Fig. 31. The pin connector 88, which was previously removed, as described above, is then inserted into the left end of the associated end olate cavity 110 and driven to the position shown for engagement with the resilient retainer portion 116. During initial deployment, the resilient retainer portion 118 elastically deformed, and the resilient retainer portion 116 is subsequently deformed when the pin 88 is driven in the secured position. In order to facilitate replacement, the pin 88 has a pointed end 88a which is initially engaged with the resilient retainer portion 116. As shown with the pin connector 88 shown in Fig. 32, both the pin connector 88 and 90 have a spiral cross section that ensures safe placement thereof in the associated end plate cavity despite manufacturing tolerances, whereby the pin connectors can be reused after removal from the end plates.

In de fig. 8 en 9 bevat het vervangbare wegvulstuk 62 een metalen steunplaat 124 die gevormd wordt door ponsen en die een paar pentroggen 126 heeft. Elke pentrog 126 heeft overstaande einden 128 en 130 en een gewoonlijk halfcirkelvormige dwarsdoorsnede die uitmondt in dezelfde richting als de andere pentrog, zoals getoond is in fig. 12. De geponste metalen steunplaat 124 heeft eveneens een lijf 132 dat zich uitstrekt tussen de pentroggen 126, zoals getoond is in de fig. 8 en 9, ten einde daarmede samen te werken bij het bepalen van een halve binoculaire configuratie. Het veerkrachtige materiaal 86 van het wegvulstuk 84 wordt ter plaatse in een vorm vervaardigd op de gevormde metalen steun 124 op de overstaande zijde daarvan als de richting waarnaar de pentroggen 126 uitmonden. Een geschikt kleefmiddel wordt bij voorkeur aangebracht op de gevormde metalen steun 124 ten einde het vastzetten tussen het materiaal 86 van het wielvulstuk en de steun na het ter plaatse in de vorm vervaardigen wordt vergemakkelijkt.In Figures 8 and 9, the replaceable road spacer 62 includes a metal backing plate 124 formed by punching and having a pair of pin troughs 126. Each pin trough 126 has opposite ends 128 and 130 and a usually semicircular cross section that opens in the same direction as the other pen trough, as shown in Fig. 12. The punched metal support plate 124 also has a web 132 extending between the pin troughs 126, as shown in FIGS. 8 and 9 to cooperate therewith in determining a semi binocular configuration. The resilient material 86 of the spacer 84 is molded in place on the formed metal support 124 on the opposite side thereof as the direction to which the pin troughs 126 open. A suitable adhesive is preferably applied to the formed metal support 124 to facilitate tightening between the wheel spacer material 86 and the support after on-site molding.

Zoals het best is getoond door een gecombineerde verwijzing naar de fig. 8 t/m 11, is het veerkrachtige tegenhoudorgaan 114, dat hierboven is beschreven, gemonteerd op het lijf 132 van de gevormde metalen steun 124 tussen de twee pentroggen 126 en is het paar veerkrachtige tegen-houderdelen 116 en 118 daarvan respectievelijk geplaatst vlakbij de overstaande einden 128 en 130 van de pentroggen. Zoals hierboven is vermeld worden deze veerkrachtige tegen-houderdelen 116 en 118 elastisch vervormd tijdens de montage van het vervangbare wegvulstuk 62 op de bijbehorende rupsbandschoen, zoals hierboven is beschreven.As best shown by a combined reference to Figs. 8 to 11, the resilient retainer 114 described above is mounted on the body 132 of the formed metal support 124 between the two pen troughs 126 and the pair resilient retainer members 116 and 118 thereof disposed adjacent the opposite ends 128 and 130 of the pen troughs, respectively. As noted above, these resilient retainer members 116 and 118 are elastically deformed during mounting of the replaceable shim 62 on the associated track shoe as described above.

Zoals het best is getoond in de fig. 10 en 11 wordt de de voorkeur verdienende constructie van het tegenhoudorgaan 114 belichaamd door een langt^erpige bladveer met een tussendeel 134 dat gelegen is tussen het lijf 132 van de metalen steun 124 en het veerkrachtige wegvulstuk 84 verschaft door het veerkrachtige materiaal 86, dat ter plaatse op de ondersteuning is verbonden. Een paar klinknagels 136 verschaft een verbinding die het tussendeel 134 van het bladveertegenhoudorgaan 114 verzekert, waarbij de overstaande einden van de bladveer de veerkrachtige tegen-houderdelen 116 en 118 verschaft. Ingevolge een montage van het vervangbare wegvulstuk 62 op het schoenhuis 76 zijn de koppen van de klinknagels 136 opgenomen in gevormde in-drukkingen 138 van het wegwielvulstukmateriaal 82, zoals getoond is in de fig. 16 en 18.As best shown in FIGS. 10 and 11, the preferred construction of the retainer 114 is embodied by an elongated leaf spring with an intermediate portion 134 located between the body 132 of the metal support 124 and the resilient spacer 84. provided by the resilient material 86, which is bonded to the support on site. A pair of rivets 136 provide a connection securing the intermediate portion 134 of the leaf spring retainer 114, the opposite ends of the leaf spring providing the resilient retainer members 116 and 118. Following mounting of the replaceable road spacer 62 on the shoe housing 76, the heads of the rivets 136 are received in formed depressions 138 of the road wheel spacer material 82, as shown in Figures 16 and 18.

Zoals getoond is in de fig. 10 en 11 hebben de veerkrachtige tegenhouderdelen 116 en 118, die de einden van het bladveertegenhoudorgaan 114 vormen, respectievelijke gebogen einddelen 140 en 142 die bijbehorende openingen 144 en 146 van het verbindingsorgaan begrenzen, welke openingen halfcirkelvormig zijn voor het respectievelijk opnemen van de penverbindingsorganen 88 en 90, welke hierboven zijn beschreven met betrekking tot fig. 31. Zoals getoond is in de fig. 10 en 11 zijn de openingen 148 en 150 aangebracht in het lijf 132 vlakbij de einden van het bladveertegenhoudorgaan 114 ten einde een elastische vervorming van de veerkrachtige tegenhouderdelen 116 en 118 tijdens de montage van het vervangbare wegvulstuk 62 mogelijk te maken, zoals hierboven is beschreven.As shown in Figs. 10 and 11, the resilient retainer members 116 and 118, which form the ends of the leaf spring retainer 114, have respective curved end members 140 and 142 defining associated openings 144 and 146 of the connector, which openings are semicircular for respectively receiving the pin connectors 88 and 90 described above with respect to Figure 31. As shown in Figures 10 and 11, the openings 148 and 150 are provided in the body 132 adjacent the ends of the leaf spring retainer 114 to terminate allow elastic deformation of the resilient retainer members 116 and 118 during mounting of the replaceable road spacer 62, as described above.

Zoals het best is getoond in de fig. 8, 9 en 11 t/n 13, bevat de gevormde metalen steunplaat 124 van het vervangbare wegvulstuk versterkingsribben 152 die zich uitstrekken over de pentroggen 126. Zoals getoond zijn drie van de ribben 152 aangebracht op elke trog 126, waarbij twee van de ribben respectievelijk zijn geplaatst vlakbij de einden van de trog en waarbij een derde ribbe centraal is gelegen tussen de einden van de trog. Eveneens is elke trog voorzien van holten 154 bij de pentroggen, waarbij twee holten bij voorkeur zijn aangebracht op elke trog zodat er één holte aanwezig is tussen elk paar versterkingsribben 152. Zoals getoond is in fig. 13 strekt zich het veerkrachtige materiaal 86 van het veerkrachtige wegvulstuk 84 uit in de holten 154 van de metalen steun 124 bij de pentroggen ten einde daarmede samen te werken bij het vastzetten van het veerkrachtige materiaal na het ter plaatse vervaardigen daarvan in een vorm op de steun.As best shown in Figures 8, 9 and 11 to 13, the formed metal support plate 124 of the replaceable road spacer includes reinforcing ribs 152 extending over the pin troughs 126. As shown, three of the ribs 152 are provided on each trough 126, wherein two of the ribs are respectively positioned near the ends of the trough and a third rib is centrally located between the ends of the trough. Also, each trough is provided with cavities 154 at the pent troughs, two cavities preferably being arranged on each trough so that one cavity is present between each pair of reinforcing ribs 152. As shown in Fig. 13, the resilient material 86 of the resilient filler 84 into the recesses 154 of the metal support 124 at the pen troughs to cooperate therewith in securing the resilient material after its in-situ molding on the support.

Het vervangbare wegvulstuk 62, dat hierboven is be- schreven en getoond is in fig, 18, wordt aldus op de rups-bandschoen 60 vastgezet door plaatsing daarvan tussen de eindplaten 80 voor een bevestiging door de penverbindings-organen 88 en 90, zoals hierboven is beschreven en getoond is in fig. 19. Voor het vastzetten van het vervangbare wegvulstuk 62, heeft de rupsbandschoen 60 op de overstaande zijde, getoond in fig. 18, de in fig. 20 getoonde constructie, waarbij het wegwielvulstuk 81 ter plaatse in een vora is vervaardigd op het schoenhuis, op de manier zoals hierboven is beschreven.Thus, the replaceable path spacer 62 described above and shown in Fig. 18 is secured to the track shoe 60 by placing it between the end plates 80 for attachment by the pin connectors 88 and 90 as above. described and shown in Fig. 19. To secure the replaceable road spacer 62, the track shoe 60 on the opposite side shown in Fig. 18 has the construction shown in Fig. 20, with the road wheel spacer 81 in place in a configuration is manufactured on the shoe body, as described above.

Zoals hierboven is beschreven met betrekking tot fig. 2, bevat elke schoenconstructie 70 een paar zijdelings op één lijn gelegen rupsbandschoenen 60, uitgevoerd zoals hierboven is beschreven, en een paar van de pen-constructies 64 die het paar rupsbandschoenen verbindt. De constructie van elke penconstructie 64, als getoond in fig.22, bevat een bus 156 die is opgenomen in de rupsbandschoenen van de bijbehorende schoenconstructie, zoals hierna vollediger wordt beschreven. De bus 156 bevat een paar busdelen 158 van metaalplaat die gevormd zijn voor de vorming van een ronde opening 160 (fig. 30) door de bus. De pen 66 van de constructie 64 wordt opgenomen in de opening van de bus 156, zoals getoond is in fig. 22, en heeft overstaande einden 162 die buitenwaarts vanuit de bus 156 uitsteken ten einde een verbinding van aangrenzende schoenconstructies door verbindingsorganen bij de overstaande einden van de pennen daarvan mogelijk te maken, zoals hierna vollediger zal worden beschreven. Met de pen 66 geplaatst in de bus 156, wordt een veerkrachtige bus 164, het best getoond in fig. 20, in een vorm vervaardigd uit een geschikt elastomeer materiaal, ter plaatse tussen de bus en de pen, en verbonden met zowel de bus als de pen zodat een relatieve rotatie daartussen over de lengte van de penconstructie wordt geregeld door elastische vervorming van de veerkrachtige bus. Ten einde behulpzaam te zijn bij het verzekeren van de verbinding van de bus 164, verdient het de voorkeur eerst een geschikt kleefmiddel op de pen 66 en op de binnenzijde van de bus 156 aan te brengen voordat het ter plaatse in de vorm vervaardigen van de bus plaats heeft.As described above with respect to Fig. 2, each shoe structure 70 includes a pair of laterally aligned track shoes 60 constructed as described above, and a pair of the pin structures 64 connecting the pair of track shoes. The construction of each pin structure 64, as shown in Fig. 22, includes a sleeve 156 included in the track shoes of the associated shoe structure, as described more fully below. The sleeve 156 includes a pair of metal sheet sleeve portions 158 formed to form a circular opening 160 (FIG. 30) through the sleeve. The pin 66 of the structure 64 is received in the opening of the sleeve 156, as shown in Figure 22, and has opposite ends 162 protruding outwardly from the sleeve 156 to connect adjacent shoe structures through connectors at the opposite ends. of its pins, as will be more fully described hereinafter. With the pin 66 placed in the sleeve 156, a resilient sleeve 164, best shown in Fig. 20, is molded from a suitable elastomeric material at the location between the sleeve and the pin and connected to both the sleeve and the pin so that a relative rotation therebetween along the length of the pin structure is controlled by elastic deformation of the resilient sleeve. In order to assist in securing the connection of the sleeve 164, it is preferable to first apply an appropriate adhesive to the pin 66 and to the inside of the sleeve 156 before locally molding the sleeve takes place.

Zoals het best is getoond in fig. 30 wordt elke penconstructie 64 samengedrukt en vervolgens ingezet door de huisopeningen 92 van het bijbehorende paar rupsbandschoenen 60. Diametraal tegenovergelegen openingen 166 tussen de busdelen 158 zijn aangebracht ten einde de samendrukking toe te laten die het inzetten van de penconstructie 64 in de rupsbandschoen 60 mogelijk maakt. Opgemerkt wordt dat de mate van noodzakelijke samendrukking betrekkelijk gering is, slechts in de orde van grootte van ongeveer 5% of dergelijke, als vergeleken met de samendrukking die noodzakelijk bij gebruikelijke bussen voor penconstructies van gebruikelijke rupsbanden, waarbij de bussen zijn uitgevoerd als afzonderlijke componenten, in tegenstelling tot de onderhavige ter plaatse in een vorm vervaardigde bus. Als zodanig is het veel gemakkelijker de penconstructies 64 in de rupsbandschoenen 60 in te zetten ten einde een vervanging of reparatie van elke schoenconstructie mogelijk te maken, zoals noodzakelijk kan zijn.As best shown in Fig. 30, each pin assembly 64 is compressed and then deployed through the housing apertures 92 of the associated pair of track shoes 60. Diametrically opposite openings 166 are provided between the bush members 158 to permit compression to deploy the pin construction 64 in the track shoe 60. It should be noted that the amount of compression required is relatively low, only on the order of about 5% or the like, as compared to the compression necessary in conventional pin construction bushings of conventional tracks, the bushings being constructed as separate components, as opposed to the present molded in-situ bushing. As such, it is much easier to deploy the pin structures 64 in the track shoes 60 to allow replacement or repair of any shoe construction as may be necessary.

In fig. 30 bevat elke pen en busconstructie 64 een plaatsingsflens 168 die is opgenomen in de groef 104 van het huis van de bijbehorende rupsbandschoen ten einde een rotatie daarvan ten opzichte van de rupsbandschoen te beletten. De plaatsingsflens 168 wordt samenwerkend bepaald door gevormde flenzen 170 van de busdelen 158 en door een uitstekende nok 172 van de bus 164, waarbij de nok geplaatst is tussen de busdeelflenzen 170. Einden van de busdeelflenzen 170 zijn ten opzichte van elkaar op afstand geplaatst door de aangrenzende opening 166, die hierboven is beschreven, zodat een samendrukking van de busnok 172 en de rest van de bus 164 mogelijk wordt gemaakt, zoals hierboven is beschreven, tijdens het inzetten van de penconstructie 64 in de rupsbandschoen.In FIG. 30, each pin and sleeve assembly 64 includes a locating flange 168 that is received in the groove 104 of the housing of the associated crawler shoe to prevent rotation thereof relative to the crawler shoe. The locating flange 168 is co-determined by shaped flanges 170 of the sleeve members 158 and by a protruding cam 172 of the sleeve 164, the cam being disposed between the sleeve partial flanges 170. Ends of the sleeve partial flanges 170 are spaced apart by the adjacent opening 166, described above, to allow compression of the bushing cam 172 and the rest of the bushing 164, as described above, during the insertion of the pin assembly 64 into the track shoe.

Zoals het best is getoond in fig. 22 bevat de bus 156 van de penconstructie 64 op afstand geplaatste bus-gedeelten 156a met de pen 66 zich daartussen uitstrekkend voor het verschaffen van een plaats 174 van het centrale verbindingsorgaan voor de penconstructie, zoals hierna vollediger wordt beschreven. De op afstand geplaatste gedeelten 156a van de bus hebben eveneens buiteneinden van-waaruit de overstaande einden 162 van de pen 66 buitenwaarts uitsteken voor het verschaffen van plaatsen 176 voor een eindverbindingsorgaan, zoals hierna vollediger wordt beschreven. Elk busgedeelte 156a bevat een paar van de bus-delen 158, zoals hierboven is beschreven en het best in fig. 30 is getoond. Elk der busdelen 158 bevat een hoofddeel 178 met een gewoonlijk halfcirkelvormige dwarsdoorsnede en bevat eveneens hetjgebogen flensdeel 170 , hierboven beschreven, voor samenwerking met de busnok 172 voor het verschaffen van de plaatsingsflens 168.As best shown in Fig. 22, the sleeve 156 of the pin structure 64 includes spaced sleeve portions 156a with the pin 66 extending therebetween to provide a location 174 of the pin structure central connector, as will be more fully described hereinafter. described. The spaced portions 156a of the sleeve also have outer ends from which the opposite ends 162 of the pin 66 project outwardly to provide locations 176 for an end connector, as described more fully below. Each bus portion 156a includes a pair of the bus portions 158, as described above and best shown in Fig. 30. Each of the sleeve portions 158 includes a main portion 178 of a usually semicircular cross-section and also includes the curved flange portion 170 described above for co-operation with the sleeve cam 172 to provide the placement flange 168.

In fig. 33 is de binneneindplaat 80 van elke rups-bandschoen 60 voorzien van een Omega-vornige klem 180 die toebehoort aan elke penconstructie 64 voor het vasthouden van de penconstructie in de rupsbandschoen. Een geschikte frees of een andere bewerking wordt gebruikt voor het aanbrengen van een paar sleuven 182 door elk schoenhuisdeel 78 en gedeeltelijk in de binneneindplaat, zoals getoond. Na het inzetten van de penconstructie 64 in de rupsbandschoen 60, worden de sleuven 182 aan de binnenzijde vanuit de binneneinden van de busdelen 158 van de penconstructie geplaatst.In Fig. 33, the inner end plate 80 of each track shoe 60 is provided with an Omega-shaped clamp 180 belonging to each pin structure 64 for retaining the pin structure in the track shoe. A suitable mill or other operation is used to make a pair of slots 182 through each shoe housing portion 78 and partially into the inner end plate, as shown. After inserting the pin assembly 64 into the track shoe 60, the slots 182 are placed on the inside from the inner ends of the bush members 158 of the pin construction.

De klemmen 180 hebben geschikte gereedschapsholten 183 die gebruikt worden voor het drijven van de benen 184 van de klem naar elkaar toe ten einde zijn montage mogelijk te maken, zoals getoond, met een plaatsingsnok 186 daarvan die op één lijn ligt met de busflenzen 170. De gemonteerde klemmen 180 zijn aldus in aangrijping met de binneneinden van de busdelen 158 ten einde te beletten dat de pencon-structies 64 vanuit de rupsbandschoenen worden teruggetrokken.The clamps 180 have suitable tool cavities 183 which are used to drive the legs 184 of the clamp towards each other to allow its mounting, as shown, with a locating cam 186 thereof aligned with the sleeve flanges 170. The mounted clamps 180 thus engage the inner ends of the sleeve members 158 to prevent the pin structures 64 from being retracted from the track shoes.

Het is eveneens uit fig. 33 duidelijk dat de pen 66 van de penconstructie 64 een hol tussendeel 188 heeft dat is opgenomen in de bus 156, alsmede de massieve einden 162, getoorfiin fig. 23, zoals hierna vollediger wordt beschreven.It is also apparent from Figure 33 that the pin 66 of the pin structure 64 has a hollow intermediate portion 188 received in the sleeve 156, as well as the solid ends 162, shown in Figure 23, as described more fully below.

In fig. 23 bevat de penconstructie van elke schoen-constructie de langwerpige pen 66 die zich uitstrekt door de bijbehorende schoenconstructie, zoals hierboven is beschreven, en die het holle tussendeel 188 heeft waarvan de ronde dwarsdoorsnede is beschreven met betrekking tot fig. 33. Dit holle tussendeel 188 van de pen 66 verschaft een lichtgewicht constructie die het gewicht van de rupsband zonder einde aanzienlijk vermindert gezien het grote aantal pennen dat gebruikt wordt op elke tank,waarmede, twee van de rupsbanden zonder einde worden gebruikt. Het holle tussendeel 188 van de pen heeft overstaande einden 190 waartussen een gelijkmatige dwarsdoorsnede bij voorkeur is aangebracht. De pen 66 bevat eveneens het paar overstaande einden 162, hierboven vermeld in samenhang met de beschrijving van de penconstructie 64. Deze peneinden 162 strekken zich uit vanuit de einden 190 van het tussenpengedeelte 188 en hebben een massieve constructie voor het verschaffen van plaatsen met grote sterkte voor bevestiging van de eindverbindings-organen, die zich uitstrekken tussen de schoenconstructies, zoals hierna vollediger zal worden beschreven.In Figure 23, the pin structure of each shoe structure includes the elongated pin 66 extending through the associated shoe structure, as described above, and having the hollow intermediate portion 188 whose round cross section is described with respect to Figure 33. This hollow intermediate portion 188 of pin 66 provides a lightweight construction that significantly reduces the weight of the endless track, given the large number of pins used on each tank, using two of the endless tracks. The hollow intermediate portion 188 of the pin has opposite ends 190 between which an even cross-section is preferably provided. The pin 66 also includes the pair of opposite ends 162, noted above in connection with the description of the pin structure 64. These pin ends 162 extend from the ends 190 of the intermediate pin portion 188 and have a solid construction for providing high strength locations. for attaching the end connectors, which extend between the shoe structures, as will be described more fully below.

In fig. 23 hebben de overstaande einden 190 van het holle tussenpengedeelte 188 bij voorkeur gelaste verbindingen 192 op de massieve peneinden 162. Deze gelaste verbindingen 192 zijn bij voorkeur vervaardigd door middel van draaiend lassen. Opgemerkt wordt dat elk massief einde 162 van de pen 66 een ronde holte 194 heeft, die op één lijn ligt met de centrale holte 196 door het holle tussendeel 188 van de pen. Deze holten 194 van het peneinde vergemakkelijken een opeenlijnligging tijdens het draaiend lassen waarbij de gelaste verbindingen 192 worden verschaft.In Fig. 23, the opposite ends 190 of the hollow intermediate pin portion 188 preferably have welded joints 192 on the solid pin ends 162. These welded joints 192 are preferably made by rotary welding. It should be noted that each solid end 162 of the pin 66 has a round cavity 194 aligned with the central cavity 196 through the hollow intermediate portion 188 of the pin. These pin end cavities 194 facilitate an alignment during rotary welding to provide the welded joints 192.

Zoals getoond is in de fig. 23, 27 en 29 heeft elk massief peneinde 162 een plat oppervlak 198 voor het richten van de pen ten opzichte van een bijbehorend eind-verbindingsorgaan, zoals hierna vollediger zal worden beschreven. Bovendien bevat elk massief peneinde 162 eveneens een bevestigingsgroef 200 voor een eindverbindingsorgaan, welke geplaatst is diametraal tegenover het platte oppervlak 198 daarvan dat gebruikt wordt voor het richten van de pen. Het platte oppervlak 198 van het peneinde heeft een gekromd binnendeel 202, terwijl de bevestigingsgroef 200 een gekromd binnendeel 204 heeft. Deze gekromde binnendelen 200 en 204 beletten spanningsconcentraties bij de belasting van de pen tijdens gebruik. Eveneens heeft elk massief peneinde 162 een conisch eindoppervlak 206 dat over de omtrek op één lijn ligt met de bevestigingsgroef 200 voor het vergemakkelijken van een montage van een bijbehorend eindverbindingsorgaan, zoals hierna zal worden beschreven. Op gemerkt wordt dat elk massief peneinde 162 is getoond met een eindholte 208 welke gebruikt wordt bij het ondersteunen van de pen tijdens zijn fabricage. Terwijl de eind'nolten 208 de peneinden 162 minder dan volledig stijf maken, zijn de dwarsdoorsneden van de peneinden volledigraass iefbinnenwaarts vanwaar de bijbehorende eindverbindingsorganen juist buitenwaarts van de buiteneinden van de holten 194 zijn gemonteerd. De massieve plaatsen bevinden zich daar waar de spanningen van de peneinden allereerst worden opgenomen en zij verschaffen daardoor een constructie van grote sterkte ondanks de holle constructie van het tussendeel 188 voor gewichtsvermindering.As shown in Figs. 23, 27 and 29, each solid pin end 162 has a flat surface 198 for aligning the pin with respect to an associated end connector, as will be described more fully below. In addition, each solid pin end 162 also includes an end connector mounting groove 200 positioned diametrically opposite the flat surface 198 thereof used to direct the pin. The flat surface 198 of the pin end has a curved inner part 202, while the mounting groove 200 has a curved inner part 204. These curved inner parts 200 and 204 prevent stress concentrations from loading the pin during use. Also, each solid pin end 162 has a conical end surface 206 that is circumferentially aligned with the mounting groove 200 to facilitate mounting of an associated end connector, as will be described below. It is noted that each solid pin end 162 is shown with an end cavity 208 used in supporting the pin during its manufacture. While the end holes 208 make the pin ends 162 less than fully rigid, the cross sections of the pin ends are fully race-inward from where the associated end connectors are mounted just outward from the outer ends of the cavities 194. The solid sites are located where the pin end stresses are initially absorbed and thereby provide a high strength construction despite the hollow construction of the weight reduction intermediate portion 188.

In de fig. 3 en 4 is de middengeleiding 68 van elke schoenconstructie 70 geplaatst tussen het paar schoenen 60 daarvan, waarvan de wegwielvulstukken 81 en de wegvulstukken 84 in tegengestelde richtingen wijzen en verbonden zijn door het bijbehorende paar penconstructies, zoals hierboven is beschreven. Opgemerkt wordt dat de middengeleiding 68 van elke schroefconstructie 70 niet een verbindende functie vervult tussen aangrenzende schoenconstructies en de belas- ting daarvan is aldus niet onderworpen aan extra krachten anders dan die welke noodzakelijk zijn voor het verschaffen van de geleiding van de rupsband op het bijbehorende voertuig.In Figures 3 and 4, the center guide 68 of each shoe structure 70 is interposed between the pair of shoes 60 thereof, the road wheel shims 81 and the road shims 84 point in opposite directions and are connected by the associated pair of pin structures as described above. It should be noted that the center guide 68 of each screw structure 70 does not perform a connecting function between adjacent shoe structures and the load thereof is thus not subject to additional forces other than those necessary to provide the track guidance on the associated vehicle. .

Zoals getoond is in fig. 4 bevat de middengeleiding 68 een paar geleidingsorganen 210, die elk een bevestigings-nokdeel 212 en een gedeelte 214 van de centrale geleiding hebben. Een veerkrachtig materiaal 216 is verbonden met beide geleidingsorganen 210, bij voorkeur door een vervaardiging in een vorm ter plaatse, waarbij een geschikt kleefmiddel eerst wordt aangebracht op elk geleidingsorgaan ten einde de verbinding op te voeren. De nokdelen 212 en geleidingsgedee1 ten 214 van elk geleidingsorgaan 210 liggen op één lijn met die van de andere na de vervaardiging in een vorm ter plaatse ten einde samenwerkend een bevestigings-nok 218 en een uitsteeksel 220 van de centrale geleiding te verschaffen. Een verbinding, verschaft door verbindingsorganen 222 van het pentype, bevestigt de bevestigingsnok 218 tussen de zijdelings op afstand geplaatste schoenen 60 van de bijbehorende schoenconstructies 70, op een wijze welke hierna zal worden beschreven, waarbij het uitsteeksel 220 van de centrale geleiding zich vanuit de schoenconstructie uitstrekt in de richting waar naar de wegwielvulstukken 81 van de schoenconstructie zijn gericht. Het uitsteeksel 220 wordt opgenomen tussen zijdelings op afstand geplaatste geleidingsplaten 223 van de wegwielen 54 ten einde de geleidingsfunctie te verschaffen die de rupsband in zijn stand houdt ten opzichte van de wegwielen tijdens de verplaatsing van het voertuig.As shown in Fig. 4, the center guide 68 includes a pair of guide members 210, each of which has a mounting cam portion 212 and a portion 214 of the center guide. A resilient material 216 is bonded to both guide members 210, preferably by on-site molding, where a suitable adhesive is first applied to each guide member to increase the connection. The cam portions 212 and guide portions 214 of each guide member 210 are aligned with those of the other after manufacture in an on-site mold to cooperate to provide a mounting cam 218 and a projection 220 of the center guide. A connection, provided by pin type connectors 222, secures the mounting cam 218 between the laterally spaced shoes 60 of the associated shoe structures 70, in a manner which will be described below, with the projection 220 of the central guide extending from the shoe structure extends in the direction toward which the road wheel spacers 81 of the shoe structure are directed. The protrusion 220 is received between laterally spaced guide plates 223 of the road wheels 54 to provide the guiding function that maintains the track in relation to the road wheels during the movement of the vehicle.

In de fig. 1, 4 en 5 is het uitsteeksel 214 van de middengeleiding 68 voorzien van een opening 224 in beide geleidingsdelen 214 en in het veerkrachtige materiaal 216 dat de geleidingsorganen 210 met elkaar verbindt. Onder de opening 224, zoals getoond in fig. 4, zijn de montage-nokdelen 212 van de geleidingsorganen 210 verder van elkaar op afstand geplaatst dan de geleidingsdelen 214 ten einde op deze plaats een extra hoeveelheid veerkrachtig materiaal 216 te verschaffen en een daaruit volgende vergrote samendrukbaarheid, die het verwijderen van de middengeleiding vergemakkelijkt, zoals hieronder wordt beschreven. Elk montagenokdeel 212 bevat een holte 226 van het ver-bindingsorgaan voor het opnemen van het bijbehorende penverbindingsorgaan 222. Het paar penverbindingsorganen 222 heeft bij voorkeur de vorm van een spiraal, hierboven beschreven met betrekking tot fig. 31, en werkt samen bij het vastzetten van de middengeleiding 68 tussen de schoenen 60 van de bijbehorende schoenconstructie 70.In Figures 1, 4 and 5, the protrusion 214 of the center guide 68 has an opening 224 in both guide members 214 and in the resilient material 216 connecting the guide members 210 together. Under the opening 224, as shown in Fig. 4, the mounting cam parts 212 of the guide members 210 are spaced farther apart than the guide parts 214 to provide an additional amount of resilient material 216 at this location and a consequent enlarged compressibility, which facilitates the removal of the center guide, as described below. Each mounting cam portion 212 includes a cavity 226 of the connector for receiving the associated pin connector 222. The pair of pin connectors 222 is preferably in the form of a coil, described above with reference to Figure 31, and cooperates in securing the center guide 68 between the shoes 60 of the associated shoe construction 70.

Zoals getoond is in de fig. 30 en 31 bevat de binneneindplaat 80 van elke rupsbandschoen 60 een vertikale sleuf 228 waarin het bijbehorende penverbindingsorgaan 222 steekt vanuit een montageholte 230 in de eindplaat. Elk geleidingsorgaan 210, zoals getoond is in fig. 5, heeft een montagenok die is voorzien van een montageflens 232 welke is opgenomen in de bijbehorende eindplaatsleuf 228, waarbij het penverbindingsorgaan 222 daarvan de middengeleiding in zijn stand vastzet in samenwerking met het andere penverbindingsorgaan op de andere zijde van de middengeleiding.As shown in Figs. 30 and 31, the inner end plate 80 of each track shoe 60 includes a vertical slot 228 into which the associated pin connector 222 projects from a mounting cavity 230 in the end plate. Each guide member 210, as shown in Fig. 5, has a mounting cam including a mounting flange 232 which is received in its associated end plate slot 228, with its pin connector 222 securing the center guide in position in conjunction with the other pin connector on the other side of the center guide.

Op het benedeneinde van de middengeleiding 68 zijn de montageflenzen 232 voorzien van conische oppervlakken 234 die in een benedenwaartse richting convergeren. Een geschikt gereedschap met conische oppervlakken voor aangrijping met de conische flensoppervlakken 234 wordt gebruikt voor het naar elkaar toedrukken van de montagenokdelen 212 een einde de middengeleiding 68 te verwijderen wanneer een vervanging of reparatie noodzakelijk is. Een dergelijke beweging van de montagenokdelen 212 naar elkaar toe maakt de centrale geleiding 68 vrij van de schoenconstructie wanneer de montage-flenzen 232 de binneneinden van de penverbindingsorganen 222 vrijmaken. Eveneens zijn de conische oppervlakken 234 in aangrijping met de einden van de penverbindingsorganen 222 ingevolge een montage en het naar elkaar toedrukken van de montagenokken 212 ten einde een benedenwaartse beweging van de middengeleiding mogelijk te maken totdat de penverbindings-organen 222 in de bijbehorende holte 226 bewegen voor vastzetting. Elk geleidingsorgaan 210 is voorzien van een plaatsingsflens 236 die geplaatst is tussen zijn geleidings-deel 210 en het montagenokdeel 212 en in aangrijping kan worden gebracht met de bovenrand van de aangrenzende schoen-eindplaat 80 ten einde de middengeleiding in de gemonteerde stand op de juiste wijze te plaatsen.At the lower end of the center guide 68, the mounting flanges 232 are provided with conical surfaces 234 which converge in a downward direction. A suitable tool with conical surfaces for engagement with the conical flange surfaces 234 is used to press the mounting cam members 212 together to remove the center guide 68 when replacement or repair is necessary. Such movement of the mounting cam members 212 toward each other releases the center guide 68 from the shoe structure when the mounting flanges 232 expose the inner ends of the pin connectors 222. Likewise, the conical surfaces 234 are engaged with the ends of the pin connectors 222 upon mounting and pressing the mounting bosses 212 together to permit downward movement of the center guide until the pin connectors 222 move into the associated cavity 226 for fixation. Each guide member 210 includes a locating flange 236 interposed between its guide portion 210 and the mounting cam portion 212 and engageable with the top edge of the adjacent shoe end plate 80 to properly position the center guide in the mounted position to place.

In fig. 2 bevat de rupsband 52 zonder einde voor het rupsbandvoertuig een aantal schoenconstructies, uitgevoerd als hierboven is beschreven, waarbij elke schoenconstructie het paar pennen 66 bevat waarvan de einden 162 vanuit overstaande zijden van de schoenconstructie buitenwaarts uitsteken. Eindverbindingsorganen 72 verbinden de aangrenzende peneinden 162 van aangrenzende schoenconstructies 70 op een wijze zoals hierna in meer bijzonderheden zal worden beschreven.In Fig. 2, the endless track 52 for the tracked vehicle includes a plurality of shoe structures, as described above, each shoe structure comprising the pair of pins 66, the ends 162 of which project outwardly from opposite sides of the shoe structure. End connectors 72 connect adjacent pin ends 162 of adjacent shoe structures 70 in a manner as will be described in more detail below.

In de fig. 26 t/m 29 bevat de constructie van het eindverbindingsorgaan 72 een lichaam 238 met een paar holten 240 voor het opnemen van het bijbehorende paar peneinden 162. Een veerkrachtig tegenhoudorgaan 242 is gemonteerd op het lichaam 240 van het verbindingsorgaan en is veerkrachtig in aangrijping met de peneinden 162 ten einde het lichaam van het verbindingsorgaan te bevestigen op de peneinden en daardoor een onderlinge verbinding van de aangrenzende schoenconstructies te verschaffen, waartoe deze peneinden behoren. Het aanbrengen van het veerkrachtige tegenhoudorgaan 242 voor het vastzetten van de peneinden met het lichaam 238 van het verbindingsorgaan op de beschreven wijze schakelt de noodzaak van een gebruikelijk wigvormig verbindingsorgaan met een bijbehorende van schroefdraad voorziene verbinding uit, welke kan losgeraken zoals hierboven is beschreven.In Figs. 26-29, the construction of the end connector 72 includes a body 238 with a pair of cavities 240 for receiving the associated pair of pin ends 162. A resilient retainer 242 is mounted on the connector body 240 and is resilient engaged with the pin ends 162 to secure the body of the connector to the pin ends and thereby provide interconnection of the adjacent shoe structures to which these pin ends belong. The provision of the resilient retainer 242 for securing the pin ends to the connector body 238 in the manner described eliminates the need for a conventional wedge-shaped connector with an associated threaded connection, which can become loose as described above.

Voorts is, zoals hierna duidelijk zal zijn uit de volgende bespreking van de specifieke constructie van het eindverbindingsorgaan 72, het verwijderen en installeren van het eindverbindingsorgaan gemakkelijker en sneller, zodanig dat onderhoud in het veld wordt vergemakkelijkt en reparatie plaats heeft op dezelfde wijze als bij alle andere componenten van de rupsband zonder einde.Furthermore, as will be apparent from the following discussion of the specific construction of the end connector 72, removal and installation of the end connector is easier and faster, such that maintenance in the field is facilitated and repair takes place in the same manner as with all other components of the endless track.

Zoals het best is getoond in fig. 26 bevat elke holte 240 een plat oppervlak 244 voor het richten van het bijbehorende peneinde 162 door aangrijping van zijn plat oppervlak 198, zoals getoond is in fig. 27. Anders dan het platte oppervlak 244 heeft de rest van elke holte 240 een ronde vorm die concentrisch is met de centrale hartlijn van het bijbehorende peneinde 162. Een lange groef 246 van het lichaam van het verbindingsorgaan is getoond in de fig. 27 en 28 en bepaalt een tussenopening 248 in elke holte 240 waarbij het vasthoudorgaan 242 zich uitstrekt door de openingen ten einde de bijbehorende peneinden 162 vast te zetten. De groef 246 bevat eveneens een zitting 250 waarop het veerkrachtige tegenhoudorgaan 242 is gemonteerd, zoals hieronder wordt beschreven.As best shown in Fig. 26, each cavity 240 includes a flat surface 244 for aligning the associated pin end 162 by engaging its flat surface 198, as shown in Fig. 27. Unlike the flat surface 244, the remainder of each cavity 240 a round shape concentric with the central axis of the associated pin end 162. A long groove 246 of the connector body is shown in Figs. 27 and 28 and defines an intermediate opening 248 in each cavity 240, retaining member 242 extends through the openings to secure the associated pin ends 162. The groove 246 also includes a seat 250 on which the resilient retainer 242 is mounted, as described below.

Zoals getoond in de fig. 26, 27 en 28, bevat het veerkrachtige tegenhoudorgaan 242 een één geheel vormende bladveer 252 die is opgenomen in de groef 246 van het lichaam van het verbindingsorgaan, zodanig dat deze tijdens gebruik niet blootligt. De bladveer 252 van het tegenhoudorgaan bevat een tussendeel 254 dat aangrijpend met de zitting 250 van het tegenhoudorgaan is vastgezet door middel van een verbinding die bij voorkeur is uitgevoerd als een klinknagel 256, zoals het beste is getoond in fig. 27. Overstaande einden 258 van de bladveer 252 van het tegenhoudorgaan strekken zich uit vanuit het tussendeel 254 daarvan en door het bijbehorende paar tussenopeningen 248 in de holten 240 voor aangrijping met de bijbehorende peneinden 162. Elk einde 258 van de veer van het tegenhoudorgaan is in aan- gripping met het bijbehorende peneinde 162 in de inkeping 200 in de gemonteerde stand, zodanig dat daardoor het eindverbindingsorgaan 72 op het peneinde wordt vastgehouden. Het verdient de voorkeur dat van elk einde 258 van de veer van het tegenhoudorgaan het uiterste einddeel 260 de vorm heeft van een haak, zoals het beste is getoond in fig. 27, zodat dit kan worden gegrepen met een geschikt gereedschap en kan worden gebogen ten einde een verwijderen van het eindverbindingsorgaan 72 uit het bijbehorende paar peneinden 162 mogelijk te maken. Bij montage wordt het eindverbindingsorgaan 72 bewogen over het bijbehorende paar peneinden 162 en zijn de overstaande einden 258 daarvan in aangrijping met de penoppervlakken 206 met conisch einde (fig. 29) van de pennen zodanig dat een elastische buiging optreedt voor de beweging in de bijbehorende inkepingen 200, zoals getoond is .As shown in Figs. 26, 27 and 28, the resilient retainer 242 includes a unitary leaf spring 252 received in the groove 246 of the connector body so that it is not exposed during use. The leaf spring 252 of the retainer includes an intermediate portion 254 engaged with the seat 250 of the retainer by a connection preferably configured as a rivet 256, as best shown in FIG. 27. Opposite ends 258 of the leaf spring 252 of the retainer extends from the intermediate portion 254 thereof and through the associated pair of intermediate openings 248 into the cavities 240 for engagement with the associated pin ends 162. Each end 258 of the retainer spring is engaged with the associated pin end 162 in the notch 200 in the assembled position, such that the end connector 72 is thereby retained on the pin end. It is preferable that of each end 258 of the spring of the retaining member, the extreme end portion 260 is in the form of a hook, as best shown in Fig. 27, so that it can be gripped with a suitable tool and bent end to permit removal of the end connector 72 from the associated pair of pin ends 162. When assembled, the end connector 72 is moved over the associated pair of pin ends 162 and the opposite ends 258 thereof engage the conical end pin surfaces 206 (Fig. 29) of the pins such that elastic flexion occurs for movement in the associated notches 200, as shown.

Zoals duidelijk is uit de hierbovenstaande beschrijving van het eindverbindingsorgaan 72 vergemakkelijkt de betreffende constructie de montage van het eindverbindingsorgaan en wordt het demonteren vergemakkelijkt zodat onderhoud in het veld en reparatie kunnen worden uitgevoerd. Bovendien verschaft de constructie van het eindverbindingsorgaan 72 een doelmatige onderlinge verbinding tussen aangrenzende schoenconstructies 70 door aangrijping van de aangrenzende peneinden daarvan zonder dat een gebruikelijk wigvormig verbindingsorgaan en een bijbehorend van schroefdraad voorzien verbindingsorgaan vereist zijn, dat tijdens gebruik los kan geraken.As is clear from the above description of the end connector 72, the construction in question facilitates assembly of the end connector and facilitates disassembly so that field maintenance and repair can be performed. In addition, the construction of the end connector 72 provides effective interconnection between adjacent shoe structures 70 by engaging its adjacent pin ends without requiring a conventional wedge-shaped connector and an associated threaded connector to become detached during use.

In fig. 2 bevat de rupsband 52 zonder einde van de beschreven van rupsband voorziene tank een aantal schoenconstructies 70, welke hierboven zijn beschreven, die elk een paar zijdelings op afstand geplaatste schoenen 60 hebben en een paar ronde pennen 66 die zich uitstrekken tussen de schoenen, waarbij de centrale verbindingsorganen 74 aangrenzende schoenconstructies verbinden door uitstrekking tussen aangrenzende pennen daarvan op een plaats tussen de zijdelings op afstand geplaatste paren schoenen.In Fig. 2, the endless track 52 of the described tracked tank includes a plurality of shoe structures 70, described above, each having a pair of laterally spaced shoes 60 and a pair of round pins 66 extending between the shoes wherein the central connectors 74 connect adjacent shoe structures by extending between adjacent pins thereof at a location between the laterally spaced pairs of shoes.

Zoals hierboven is vermeld in samenhang met de beschrijving van de middengeleiding 68, zijn de geleidingsfunctie verschaft door de middengeleiding en de verbindingsfunctie verschaft door het centrale verbindingsorgaan 74 gescheiden, zodat de belasting voor elke functie geen belasting van de component verschaft die de andere functie vervult.As mentioned above in conjunction with the description of the center guide 68, the guide function provided by the center guide and the connection function provided by the center connector 74 are separated, so that the load for each function does not provide a load on the component performing the other function.

Een dergelijke scheiding van de belasting voor de geleidings-en centrumverbindingsfuncties verschaft de daaruit voortvloeiende rupsband 52 zonder einde, welke een belasting beter kan weerstaan en daardoor een langere levensduur heeft dan rupsbanden waar de centrale geleiding en het centrale verbindingsorgaan als één component zijn gecombineerd.Such load separation for the guide and center link functions provides the resulting endless track 52, which can better withstand a load and therefore has a longer life than tracks where the center guide and center link are combined as one component.

In de fig. 3, 24 en 25 bevat het centrale verbindingsorgaan 74 een paar klemmen 262 en 264 die twee paren klem-oppervlakken 266 en 268 bevatten. Een klemoppervlak 266 van elk paar klemoppervlakken bevat één plaats 270 voor aan-grijping van de bijbehorende pen 66 op zijn plaats 174 var. het centrale verbindingsorgaan (fic. 22) met lijnaanraking, welke de enige aangrijping daarvan met de pen vormt. Het andere klemoppervlak 268 van elk paar bevat twee op afstand gelegen plaatsen 272 en 274 met lijnaanraking voor het verschaffen van de enige aangrijping daarvan met de plaats 174 (fig. 22) van het centrale verbindingsorgaan van de bijbehorende pen 66. Een verbinding 276 zet de klemmen 262 en 264 op elkaar vast waarbij elk paar klemoppervlakken 266 en 268 met elke plaats 174 van het pen-centrale verbindingsorgaan (fig. 22) in aangrijping is op de drie plaatsen met lijnaanraking, welke met elkaar een driehoek vormen, zoals het beste is getoond in de fig. 5 en 25. Door aangrijping van de pennen met drie plaatsen met lijnaanraking in de driehoek is geen probleem van het verwijderen van de steun aanwezig zoals dat het geval is bij de gebruikelijke centrale ver-bindingsorganen, waar een oppervlak op oppervlak aan- raking-.is of vier of meer aangrijpingsplaatsen. Met deze gebruikelijke centrale verbindingsorganen leiden toleranties tot een verbindingsorgaan dat geen ondersteunende betrekking met de pennen tijdens een lange gebruiksduur kan handhaven.In Figs. 3, 24 and 25, the central connector 74 includes a pair of clamps 262 and 264 which include two pairs of clamping surfaces 266 and 268. A clamping surface 266 of each pair of clamping surfaces includes one location 270 for engaging the associated pin 66 in position 174 var. the central connector (fic. 22) with line contact, which forms its only engagement with the pin. The other clamping surface 268 of each pair includes two spaced locations 272 and 274 with line contact to provide their only engagement with the location 174 (Figure 22) of the central connector of the associated pin 66. A connector 276 secures the clamps 262 and 264 together with each pair of clamping surfaces 266 and 268 engaging each location 174 of the pin-central connector (Fig. 22) at the three line-contacting locations which form a triangle as best shown in Figs. 5 and 25. By engaging the three-position pins with line contact in the triangle, there is no problem of removing the support as is the case with the conventional central connectors, where a surface on surface touch. is four or more points of engagement. With these conventional central connectors, tolerances lead to a connector that cannot maintain a support relationship with the pins over a long period of use.

Zoals het beste is getoond in fig. 24 bevat de klem 262 een tussendeel 278 met een centrale verbindingsholte 280 en bevat deze eveneens een paar klemflenzen 282 die zich in tegengestelde richtingen vanuit de verbindingsholte uitstrekt, waarbij de ene klemplaats 270 op elk van deze klemflenzen wordt verschaft. De andere klem 266 bevat een tussendeel 284 met een centrale verbindingsholte 286 en bevat eveneens een paar klemflenzen 288 die zich in tegengestelde richtingen vanuit zijn verbindingsholte uitstrekt, waarbij de twee klemplaatsen 272 en 274 op elk van deze klemflenzen wordt verschaft .As best shown in Fig. 24, the clamp 262 includes an intermediate portion 278 with a central connecting cavity 280 and also includes a pair of clamping flanges 282 extending in opposite directions from the connecting cavity, the one clamping location 270 being placed on each of these clamping flanges provided. The other clamp 266 includes an intermediate portion 284 with a central connecting cavity 286 and also includes a pair of clamping flanges 288 extending in opposite directions from its connecting cavity, the two clamping positions 272 and 274 being provided on each of these clamping flanges.

Zoals getoond is in de fig. 24 en 25 bevat de verbinding 276 bij voorkeur een van schroefdraad voorziene bout 290 die zich uitstrekt door de centrale verbindings-holten 280 en 286 van beide klemmen 262 en 264 op een plaats tussen de twee pennen 266, verbonden door het centrale verbindingsorgaan 74. Een moer 292 van de verbinding 276 is op de bout 290 geschroefd ten einde de klemmen 262 en 264 op elkaar vast te zetten, waarbij elk paar der klemflenzen 282 en 288 met de bijbehorende pen 66 in aangrijping is op drie op afstand gelegen plaatsen 270, 272 en 274 met lijnaanraking, zoals hierboven is beschreven. De ene klem 262, gelegen tegenover de moer 292, bevat een longitudinale groef 294 die zich uitstrekt tussen de klemflenzen 282 daarvan en die een paar zijoppervlakken 296 bevat die naar elkaar toe zijn gericht. De bout 290 van de verbinding heeft een kop 298 die is opgenomen in de groef 294 en heeft een paar platte oppervlakken 300, die in aangrijping zijn met de zijoppervlakken 296 van de groef 294 in de ene klem 262 ten einde een vastdraaien van de moer 292 mogelijk te maken zonder gereedschap voor het plaatsen van de bout.As shown in Figs. 24 and 25, the connection 276 preferably includes a threaded bolt 290 extending through the central connection cavities 280 and 286 of both clamps 262 and 264 at a location between the two pins 266 connected through the central connector 74. A nut 292 of the connector 276 is screwed onto the bolt 290 to secure the clamps 262 and 264 together, each pair of clamping flanges 282 and 288 engaging three pin 66 remote locations 270, 272 and 274 with line touch, as described above. The one clamp 262, located opposite the nut 292, includes a longitudinal groove 294 extending between its clamping flanges 282 and containing a pair of side surfaces 296 facing each other. The joint bolt 290 has a head 298 received in the groove 294 and has a pair of flat surfaces 300 which engage the side surfaces 296 of the groove 294 in one clamp 262 to tighten the nut 292 possible without tools for installing the bolt.

Claims (6)

1. Rupsband zonder einde (52), met het kenmerk, dat eindverbindingsorganen (72) zich uitstrekken tussen de overstaande einden van de pennen (66) van aangrenzende schoenconstructies (70) en dat elke pen (66) een hol tussendeel (188) omvat voor het verschaffen van een licht-gewichtconstructie; dat het holle tussendeel (188) van de pen overstaande einden (190) heeft; en dat de overstaande einden (162) van de pen (66) een massieve constructie bij de overstaande einden (190) van het holle tussendeel (188) daarvan hebben voor het verschaffen van plaatsen met grote sterkte voor bevestiging van de eindverbindingsorganen (72) die zich uitstrekken tussen de schoenconstructies (70) .Endless track (52), characterized in that end connectors (72) extend between the opposite ends of the pins (66) of adjacent shoe structures (70) and each pin (66) comprises a hollow intermediate part (188) for providing a light weight construction; that the hollow intermediate portion (188) of the pin has opposite ends (190); and in that the opposite ends (162) of the pin (66) have a solid construction at the opposite ends (190) of their hollow intermediate part (188) to provide locations of high strength for attachment of the end connectors (72) extend between the shoe structures (70). 2. Rupsband zonder einde volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de overstaande einden (190) van het holle tussendeel (188) van de pen en de massieve peneinden (162) gelaste verbindingen (192) met elkaar hebben.The endless track belt according to claim 1, characterized in that the opposite ends (190) of the hollow intermediate part (188) of the pin and the solid pin ends (162) have welded connections (192) together. 3. Rupsband zonder einde volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk massief peneinde (162) een plat oppervlak (198) heeft voor het richten van de pen (66) ten opzichte van de bijbehorende eindverbindingsorganen (72) .An endless track belt according to claim 1 or 2, characterized in that each solid pin end (162) has a flat surface (198) for aligning the pin (66) with respect to the associated end connectors (72). 4. Rupsband zonder einde volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk massief peneinde (162) eveneens een bevestigingsinkeping (200) voor een eindverbindingsor-gaan bevat die geplaatst is diametraal tegenover het platte oppervlak (198) daarvan voor het richten van de pen (66) .The endless track belt according to claim 3, characterized in that each solid pin end (162) also includes an end connector mounting notch (200) positioned diametrically opposite its flat surface (198) for directing the pin. (66). 5. Rupsband zonder einde volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat zowel het platte oppervlak (198) als de bevestigingsinkeping (200) van elk massief peneinde (162) gekromde delen (202, 204, 206) heeft voor het beletten van spanningsconcentraties ingevolge een belasten van de pen (66) tijdens gebruik.The endless track belt according to claim 4, characterized in that both the flat surface (198) and the mounting notch (200) of each solid pin end (162) have curved parts (202, 204, 206) for preventing stress concentrations due to loading the pin (66) during use. 6. Rupsband zonder einde volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk massief peneinde (162) een taps eindoppervlak (206) bevat dat op de omtrek op één lijn ligt met de bevestigingsinkeping (200).An endless track belt according to claim 5, characterized in that each solid pin end (162) includes a tapered end surface (206) that is circumferentially aligned with the mounting notch (200).
NL9600019A 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins NL9600019A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/752,186 US4700992A (en) 1985-07-03 1985-07-03 Endless track and components thereof for track laying vehicle
US75218685 1985-07-03
NL8601721 1986-07-02
NL8601721A NL192195C (en) 1985-07-03 1986-07-02 Track shoe in an endless track for a tracked vehicle.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9600019A true NL9600019A (en) 1997-01-06

Family

ID=26646145

Family Applications (5)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9600018A NL9600018A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
NL9600020A NL9600020A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
NL9600021A NL9600021A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
NL9600019A NL9600019A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
NL9600022A NL9600022A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins

Family Applications Before (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9600018A NL9600018A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
NL9600020A NL9600020A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
NL9600021A NL9600021A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9600022A NL9600022A (en) 1985-07-03 1996-10-29 Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins

Country Status (1)

Country Link
NL (5) NL9600018A (en)

Also Published As

Publication number Publication date
NL9600022A (en) 1997-01-06
NL9600018A (en) 1997-01-06
NL9600020A (en) 1997-01-06
NL9600021A (en) 1997-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4840438A (en) Pin and bushing assembly for shoe assembly of track laying vehicle
US4765694A (en) Replaceable road pad for track shoe of track laying vehicle
EP0733543A2 (en) Crawler pad
EP0005895B1 (en) Track assembly element for a crawler vehicle
NL8601721A (en) TRACK WITHOUT END AND PARTS THEREOF FOR CATERPILLAR VEHICLE.
CA1038916A (en) Master link assembly for crawler tractor track assembly
US4359248A (en) Roadable grouser for track shoes
US6203127B1 (en) Track assembly for a wheeled vehicle
US4871216A (en) Hollow pin assembly for shoe assembly of track laying vehicle
US5069510A (en) Center connector for shoe assemblies of track laying vehicle
JPS63305083A (en) Caterpillar drive module and manufacture thereof
EP0264980A2 (en) Endless drive system
US2951578A (en) Rubber pad attachment for conveyor chain
NL9600019A (en) Vehicle track element having replaceable pads - with pads moulded to end plates and provided with holes for track pins
US4765695A (en) Center guide for shoe assembly of track laying vehicle
US4123119A (en) Track shoe with clamping means
US2882102A (en) Coupling link for a crawler vehicle track and continuous track using same
US3795431A (en) Track link with replaceable rail
US4455053A (en) Fabricated hinge track shoe
US4443041A (en) Track link including removable sprocket-engaging wear cap
JPH04232187A (en) Guide guard member assembly for caterpillar car
GB1590358A (en) Apex track shoe
GB1565423A (en) Scraper-chain assemblies for use in scraper-chain conveyors
AU8331087A (en) Endless track and components thereof for track laying vehicle
CA1153406A (en) Roadable grouser for track shoes

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed