NL9401938A - Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. - Google Patents
Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9401938A NL9401938A NL9401938A NL9401938A NL9401938A NL 9401938 A NL9401938 A NL 9401938A NL 9401938 A NL9401938 A NL 9401938A NL 9401938 A NL9401938 A NL 9401938A NL 9401938 A NL9401938 A NL 9401938A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- article
- bentonite
- rod
- fibers
- borehole
- Prior art date
Links
- 229910000278 bentonite Inorganic materials 0.000 title claims description 42
- 239000000440 bentonite Substances 0.000 title claims description 42
- SVPXDRXYRYOSEX-UHFFFAOYSA-N bentoquatam Chemical compound O.O=[Si]=O.O=[Al]O[Al]=O SVPXDRXYRYOSEX-UHFFFAOYSA-N 0.000 title claims description 42
- 238000007789 sealing Methods 0.000 title description 4
- 239000000835 fiber Substances 0.000 claims description 27
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 26
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 26
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 26
- 238000001125 extrusion Methods 0.000 claims description 11
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 8
- 239000004033 plastic Substances 0.000 claims description 7
- 229920003023 plastic Polymers 0.000 claims description 7
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims description 6
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims description 6
- -1 polypropylene Polymers 0.000 claims description 6
- 230000003313 weakening effect Effects 0.000 claims description 5
- 239000004743 Polypropylene Substances 0.000 claims description 4
- 229920001155 polypropylene Polymers 0.000 claims description 4
- 241000208202 Linaceae Species 0.000 claims description 3
- 235000004431 Linum usitatissimum Nutrition 0.000 claims description 3
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 claims description 3
- 235000013311 vegetables Nutrition 0.000 claims description 2
- 239000003673 groundwater Substances 0.000 description 14
- 238000012544 monitoring process Methods 0.000 description 9
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 6
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 5
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 4
- 230000008961 swelling Effects 0.000 description 4
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 3
- 239000000463 material Substances 0.000 description 3
- 239000004698 Polyethylene Substances 0.000 description 2
- 238000000605 extraction Methods 0.000 description 2
- 239000008187 granular material Substances 0.000 description 2
- 229930014626 natural product Natural products 0.000 description 2
- 229920000573 polyethylene Polymers 0.000 description 2
- 239000000843 powder Substances 0.000 description 2
- 239000004952 Polyamide Substances 0.000 description 1
- GUJOJGAPFQRJSV-UHFFFAOYSA-N dialuminum;dioxosilane;oxygen(2-);hydrate Chemical compound O.[O-2].[O-2].[O-2].[Al+3].[Al+3].O=[Si]=O.O=[Si]=O.O=[Si]=O.O=[Si]=O GUJOJGAPFQRJSV-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000010304 firing Methods 0.000 description 1
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 1
- 239000003365 glass fiber Substances 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 230000003699 hair surface Effects 0.000 description 1
- 238000002347 injection Methods 0.000 description 1
- 239000007924 injection Substances 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
- 238000002156 mixing Methods 0.000 description 1
- 229910052901 montmorillonite Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000005022 packaging material Substances 0.000 description 1
- 239000008188 pellet Substances 0.000 description 1
- 230000035515 penetration Effects 0.000 description 1
- 229920002647 polyamide Polymers 0.000 description 1
- 229920000728 polyester Polymers 0.000 description 1
- 238000003825 pressing Methods 0.000 description 1
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 1
- 239000002689 soil Substances 0.000 description 1
- 239000000243 solution Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C04—CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
- C04B—LIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
- C04B40/00—Processes, in general, for influencing or modifying the properties of mortars, concrete or artificial stone compositions, e.g. their setting or hardening ability
- C04B40/06—Inhibiting the setting, e.g. mortars of the deferred action type containing water in breakable containers ; Inhibiting the action of active ingredients
- C04B40/0608—Dry ready-made mixtures, e.g. mortars at which only water or a water solution has to be added before use
- C04B40/0616—Dry ready-made mixtures, e.g. mortars at which only water or a water solution has to be added before use preformed, e.g. bandages
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B33/00—Sealing or packing boreholes or wells
- E21B33/10—Sealing or packing boreholes or wells in the borehole
- E21B33/13—Methods or devices for cementing, for plugging holes, crevices or the like
- E21B33/134—Bridging plugs
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Geology (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Revetment (AREA)
- Preparation Of Clay, And Manufacture Of Mixtures Containing Clay Or Cement (AREA)
- Manufacturing Of Tubular Articles Or Embedded Moulded Articles (AREA)
Description
Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten.
De uitvinding heeft betrekking op een voort¬brengsel voor het af dichten van boorgaten in de grond,omvattend een hoeveelheid bentoniet die onder invloed vanwater zwelt van een vorm, waarin het voortbrengsel ge¬schikt is om in het boorgat ingebracht te worden, naar eenvorm, waarin het boorgat afgedicht wordt.
Het is bekend om boorgaten af te dichten metbehulp van doorgaans een meter lange kokers, die elkgevormd worden door een kartonnen omhulsel dat aan deeinden afgesloten is door middel van kartonnen kapjes,kunststof kapjes en/of lijm en gevuld is met bentonietkor-rels. Dergelijke, met bentoniet gevulde kokers zijn bij¬voorbeeld omschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage90.01081 op naam van aanvraagster. Wanneer een boorgatgevuld moet worden, worden de gevulde kokers één voor éénneergelaten in het boorgat, of wanneer daarin nog eenverhuizing aanwezig is, binnen die verhuizing, die daarnagetrokken wordt. Door de inwerking van het grondwater ophet karton van de omhulsels verweekt dit, met het uitein¬delijke gevolg dat de bentonietkorrels door toegetredengrondwater onder het uiteendrukken van het omhulsel zwel¬len, tot zelfs acht A negen maal hun oorspronkelijk volu¬me, voor het bewerkstelligen van de afdichting van hetboorgat. De betreffende kartonnen kokers zijn tijdensfabricage voorzien van een verzwakking om het toetreden van het grondwater tot de bentonietkorrelkern te bespoedi¬gen. Een met deze, met bentoniet gevulde kokers af tesluiten boorgat kan bijvoorbeeld dienst hebben gedaan bijseismisch onderzoek, of dat nog doen, in welk geval bene¬den in het boorgat, op de gewenste hoogte, een spring-stoflading geplaatst zal zijn.
Het komt ook voor dat in een boorgat een peil-of monsterbuis geplaatst wordt om de stijghoogte van hetwater in een aquifer of een artesische laag te meten ofwatermonsters te nemen. In dat geval moet voorkomen wordendat het grondwater uit die laag in het boorput omhoog kanontsnappen of grondwater uit een andere laag toe kan stro¬men. Dit kan ook gewenst zijn wanneer in het boorgat eenonttrekkingspunt geplaatst is voor grondwater, en voorko¬men moet worden dat het grondwater in het boorgat omhoogontsnapt buiten de onttrekkingsleiding om. Dergelijkeafsluitingen worden tot nu toe op vrij omslachtige wijze,bijvoorbeeld door het in de ringruimte tussen buis enboorgatwand storten van bentonietkorrels, op het filter-grindpakket dat eerder in de ringruimte gestort is.
Een doel van de uitvinding is een voortbrengselvan de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, dat opeenvoudige wijze te vervaardigen is en in het veld gemak¬kelijk en op betrouwbare wijze aangebracht kan worden inhet boorgat en voorts snelwerkend is.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereiktdoordat in het in de aanhef omschreven voortbrengsel dehoeveelheid bentoniet de vorm heeft van een aaneengeslotenmassa, waarin vezels zijn opgenomen. Aldus is het voort¬brengsel gechikt om gehanteerd, getransporteerd en ge¬plaatst te worden, terwijl voor het afzonderlijke voort¬brengsel geen bijzondere verpakkingsmaterialen nodigzullen zijn, in het bijzonder tijdens de vervaardiging entijdens de plaatsing, waardoor niet alleen vervaardigings-gemak en daardoor besparing op vervaardigingskosten ver¬kregen wordt, maar ook een snellere werking.
Bij voorkeur zijn de vezels in hoofdzaak gelijk- matig verdeeld in de massa bentoniet. De vezels, diebijvoorbeeld een lengte hebben van 6-20 mm en een diameterhebben van een of meerdere tientallen Mineters kunnen vankunststof vervaardigd zijn, zoals polypropeen, eventueelbehandeld om hydrofiele eigenschappen te verkrijgen.Dergelijke vezels hebben geen of nauwelijks invloed op dezwelcapaciteit van de bentoniet.
Een interessante mogelijkheid is het gebruik vanplantaardige vezels, in het bijzonder vlasvezels. Ookdergelijke vezels beïnvloeden de zwelcapaciteit van debentoniet nauwelijks. Zij hebben het voordeel dat zij eennatuurproduct zijn, en samen met de bentoniet het voort¬brengsel volgens de uitvinding tot een zuiver natuurpro¬duct maken. Hierdoor wordt voorkomen dat in de gebruiks-toestand vreemd, niet natuurlijk en niet afbreekbaarmateriaal in de grond aanwezig is.
Zoals in de inleiding besproken is kan hetvoortbrengsel de vorm hebben van een staaf, en daarmee zalvolgens de uitvinding ook de massa bentoniet de vormhebben van een staaf. Om het inbrengen van deze staven tevergemakkelijken is het voordelig indien de staaf eencentrale langsholte heeft. Hierdoor kan een draad gevoerdworden, die aan zijn ondereind verbonden is met een middelom de onderste staaf te steunen en door de centrale langs-holtes van de staaf en bovengelegen staven heen naar boventoe loopt om daar met geschikte middelen aangegrepen teworden om met de daaromheen aangebrachte staven neergela¬ten te worden in het boorgat. Om het aanbrengen van dedraad in de staven te vergemakkelijken is het voordeligindien de langsholte een zijwaartse opening heeft. Dedraad kan dan snel van opzij in de staaf worden gebracht.
De langsholte in de staven kan ook geschikt zijnom plaats te bieden aan ontstekingsdraden van een eerderin een boorgat geplaatste springlading. Deze draden blij¬ven dan in hoofdzaak gevrijwaard van bijzondere belastin¬gen, die breuk van de draden zouden kunnen veroorzaken.
Teneinde het oppervlak dat aangeboden wordt aan het grondwater te vergroten, is het voordelig indien destaaf voorzien is van een aantal radiaal gerichte armen oflobben. Deze kunnen binnenwaarts gericht zijn, maar stekenbij voorkeur uit van het buitenoppervlak van de staven,opdat het door het water eerst aangetroffen oppervlak zogroot mogelijk is. De armen en lobben zorgen bovendienvoor een grotere buigsterkte van de staaf.
In het geval een onder spanning staande grondwa¬ter laag in een boorgat afgesloten moet wórden, kan metvoordeel gebruik worden gemaakt van een buis- of ringvor¬mig voortbrengsel volgens de uitvinding. Ook de buis kanvoorzien zijn van armen of lobben die uitsteken van haaroppervlak. Een dergelijke buis is eenvoudig te vervaardi¬gen, te transporteren, in opslag te houden en te plaatsen.
Het kan voorkomen dat nadat een kolom bento-nietstaven in een boorgat aangebracht is, gas ontsnapt uiteen gaspocket die direct grenst aan het boorgat. Het gaskan dan met een hoge snelheid door het boorgat omhoogontwijken, welke snelheid zodanig hoog kan zijn, dat erals gevolg van wrijvingsverschijnselen een reële kans isdat de bovenste en daarondergelegen bentonietstaven uithet boorgat gestoten worden, hetgeen gevaar kan opleverenvoor mensen en materieel ter plaatse.
De uitvinding heeft als verder een doel hiervooreen gemakkelijke oplossing te verschaffen en voorzietdaartoe in een samenstel waarbij opeenvolgende staven metelkaar verbonden zijn door koppelingen, die voorzien zijnvan twee tegengestelde aangrijpeinden, die zelf voorzienzijn van ankermiddelen voor verankerende aangrijping vaneen betreffende staaf. Door de staven met elkaar te koppe¬len wordt het gewicht van de bovenste staaf vergroot enzal deze weerstand kunnen bieden aan de opwaartse krachtenuitgeoefend door het ontsnappend gas.
Bijzonder plaatsingsgemak wordt verkregen indiende staven, zoals in het voorgaande omschreven, een door¬gaande langsholte bezitten, waarin de koppelingen met hunaangrijpeinden ingebracht kunnen worden om dan met weer- haken het binnenoppervlak van de staaf aan te grijpen. Deweerhaken zijn hierbij bij voorkeur inklapbaar om gemakke¬lijk ingebracht te kunnen worden, maar zullen bij eentegengestelde beweging de binnenwand van de staaf veran¬kerend aangrijpen.
De koppelingen zijn bij voorkeur als geheelgevormd, waarbij de weerhaken en het kernlichaam van dekoppeling bijvoorbeeld middels een zogenaamd levend schar¬nier, bij voorkeur met ongefixeerde scharnieras, met hetkernlichaam verbonden zijn.
Het plaatsingsgemak wordt verder vergroot wan¬neer het kernlichaam in het lengtemidden daarvan voorzienis van een aanslag, zodat steeds verzekerd wordt dat hetkoppellichaam met weerhaken diep genoeg in beide metelkaar te verbinden staven zal steken.
De koppeling kan ook een functie vervullentijdens het inbrengen van een stavenstreng. Een dergelijkestavenstreng zal uit plaatsingsgemak vóór het binnengaanvan het boorgat om een leitrommel gevoerd worden, waardoorde staven ten opzichte van elkaar onder een van 180°afwijkende hoek zullen staan. Deze hoekvervorming kanopgenomen worden in een scharnier in het koppellichaam,zodat de staven ook dan in hoofdzaak vrijgehouden wordenvan buigende momenten.
De uitvinding zal nu nader toegelicht worden aande hand van een aantal in de bijgevoegde tekening weerge¬geven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1A-1C respectievelijk een isometrischaanzicht, dwarsdoorsnede en stapeling van een eerstestaafvormige voorkeursuitvoeringsvorm van het voortbreng¬sel volgens de uitvinding; figuren 2A-2D een aantal alternatieve uitvoe¬ringsvormen van een staafvormig voortbrengsel volgens deuitvinding, telkens gezien op een kops eind; figuren 3A en 3B respectievelijk in isometrischaanzicht en in bovenaanzicht, wanneer aanwezig in eenboorgat, van een buisvormige voorkeursuitvoeringsvorm van het voortbrengsel volgens de uitvinding; figuren 4A-4J enige alternatieve uitvoeringsvor¬men van het voortbrengsel volgens de uitvinding; figuur 5 in zij-aanzicht een gedeelte van eenkoppelingsorgaan voor staafvormige voortbrengsels volgensde uitvinding; en figuren 6A-6C respectievelijk een zij-aanzicht,vooraanzicht en onderaanzicht van een tweede uitvoerings¬vorm van een koppelorgaan voor de staafvormige voortbreng¬sels volgens de uitvinding.
In figuur IA is de bentoniet staaf 1 weergege¬ven, die, zoals in figuur 1B aanschouwelijk is gemaakt,vermengd is met vezels 8. De staaf 1 is een extrusiepro-duct en heeft tijdens extrusie, als gevolg van de gekozenvorm van de extrusiekop, een aantal radiaal van de hart¬lijn S uitstekende lobben 2, die tussen zich in spleten 6bepalen om het buitenoppervlak van de staaf 1 in verhou¬ding met de hoeveelheid gebruikt materiaal groot te maken,met een voldoende buigsterkte.
De vezels 8 kunnen glasvezels zijn, met bijvoor¬beeld een lengte van 6 mm lang, een dikte van 0,2 mm eneen breedte van 0,5 tot 2,0 mm. Kunststofvezels zijn ookgeschikt, zoals vezels van polyamide, polyetheen, polyes-tervezels. Ook kunnen polypropeenvezels gebruikt worden,bijvoorbeeld hydrofiele polypropeenvezels van rond 6 mm x18 micron. Met een beetje water laten deze vezels zichuitstekend mengen met het gebruikte bentoniet, bij voor¬keur in een gewichtsverhouding van lOO(bentonietpoeder)-30(water)-1(vezels). Het mengsel wordt vervolgens geëxtru-deerd tot de staaf 1.
Een andere voordelige mogelijkheid wordt gevormddoor vlasvezels. Deze kunnen een lengte hebben van 5 è 10mm.
Het bentoniet dat gebruikt wordt heeft een hoogmontmorillonietgehalte, bijvoorbeeld 80%. Het bentonietwordt aangevoerd in poeder, granulaat of pelletvorm (vóórof tijdens menging vergruisd) en gemengd met de voornoemde vezels alvorens middels extrusie of bijvoorbeeld in eenvorm persen tot de gewenste vorm gebracht te worden. Bijextrusie werken de vezels mee in het volledig gevuldhouden van de doorstroomopening in de extrusiekop, waardit anders een probleem zou kunnen geven daar het geëxtru-deerde materiaal steeds de weg van de minste weerstandzoekt en om die reden het doorstroomprofiel niet geheelzou vullen, met als resultaat dat het eindproduct een nietvolledige doorsnede zou hebben.
De staaf 1 heeft een lengte van 0,5 m en eengrootste dikte van 34 mm en bezit een centrale holte 3,die naar opzij overgaat in een spleet 4, die in verbindingstaat met de omgeving. Hierdoor kunnen installatiedradenof ontstekingsdraden gemakkelijk in de staaf 1 ingevoerdworden. Ter plaatse van de monding van de spleet 4 vormende aangrenzende lobben 2 steunnokken 5, die bestemd zijnom te komen rusten op de bovenste lobben 2 van een onder¬liggende staaf 1. Dit is weergegeven in figuur 1C, waarineen verzameling gestapelde staven 1 weergegeven is, dierusten op ondergrond 50, bijvoorbeeld een transportpallet.Duidelijk is te zien dat de bovenste lobben 2 met opper¬vlakken 7a steun bieden aan de steunnokken 5, terwijl ookde aan weerszijden daarvan gelegen lobben 2 telkens eensteunpunt vormen. In zijdelingse richting kunnen de zij¬waarts gerichte lobben 2 ter plaatse van 7b de stabiliteitverhogen. Op deze wijze kunnen de staven op niet-verspron-gen wijze gestapeld worden tot handzame pakketten, waarnazij met een aantal, bijvoorbeeld zestien stuks, ontwikkeldworden met een polyetheenfolie voor transport naar hetboorgat, om te voorkomen dat het vocht in de buitenluchtte zeer inwerkt op de bentoniet.
In figuur 2Ά is de staaf 11, gezien op de kop,weergegeven. Deze staaf 11 is voorzien van een, in ditgeval niet centraal gelegen holte 13, die via spleet 14 incontact staat met de omgeving en daardoor een installatieof ontstekingsdraad kan ontvangen. De staaf 11 is voortsvoorzien van een aantal geïsoleerde, doorgaande holtes 19, die een binnenoppervlak vormen voor grondwatercontact.
In figuur 2B is een direct alternatief voor dedoorsnedevorm van figuur 1B weergegeven. Deze staaf 21omvat een groter aantal lobben 22, die van elkaar geschei¬den zijn door spleten 26. De centrale doorgaande holte 23staat via spleet 24 in contact met de omgeving. De tweeaan weerszijden van de spleet 24 gelegen lobben 22 vormenschouders 25, waarmee de staaf 21 tijdens transport kanrusten op een in gelijke zin gerichte, daaronder geplaats¬te staaf 22. Voor extrusie kan de doorsnedevorm van figuur2B wat moeilijker zijn dan de doorsnedevorm van figuur 1B,doch voordelig bij eerstgenoemde is dat het trefoppervlakvoor het grondwater vergroot is.
In figuur 2C is een staaf 31 weergegeven, dievoorzien is van een inwendige doorgaande holte 33, dieonder meer begrensd wordt door een aantal radiaal binnen¬waarts reikende lobben 32, die tussen zich spleten 36bepalen. Hier is gekozen voor een groot inwendig oppervlakvoor grondwatercontact. Het stapelen van staaf 31 is doorde vorm van het buitenoppervlak eenvoudiger dan het gevalis bij de in het voorgaande genoemde staven.
In figuur 2D is de staaf 41 weergegeven, die netals de staaf van figuur 2C voorzien is van inwendigelobben 42, die in de holte 43 reiken. Via een spleet 44staat de holte 43 echter in verbinding met de omgeving,zodat met behoud van het stapelingsgemak van de staaf vanfiguur 2C toch een vrij snel contact van het grondwatermet het (vergrote) binnenoppervlak van de staaf 41 gerea¬liseerd wordt.
In figuur 3A is een buisvormig voortbrengsel 101weergegeven, dat net als de bovenbesproken staven ver¬vaardigd is van een mengsel van bentoniet met vezels, doorhet mengsel in een vorm te persen. De buis 101 bepaalt eenafgesloten holte 103. Een dergelijke buis is geschikt ombijvoorbeeld langs een peilbuis neergelaten te worden, omop een gewenste, in verticale zin lokale plaats voorafdichting te zorgen. In figuur 3B is de grond 150 weerge¬ geven, waarin een boorgat 109 aanwezig is. In het boorgat109, dat bijvoorbeeld een diameter heeft van 100 mm,steekt verticaal een peilbuis 170 met boring 180, diebijvoorbeeld een diameter heeft van 50 mm. VÓ6r het momentdat weergegeven is in de schets zijn een of meer vezelver-sterkte bentonietbuizen 101 volgens de uitvinding neerge¬laten tot op een grindpakket dat in het boorgat gestort isen zich ter plaatse van het filter bevindt, en daarna doorinwerking daarop van grondwater gezweld tot bentonietmassa160. De buis kan hierbij een binnendiameter van 54 mm eneen buitendiameter van 72 mm hebben. Binnen enige etmalenzal de in figuur 3B weergegeven situatie verkregen zijn.Tijdens het zwellen zorgen de vezels er voor dat de bento¬nietmassa 160 aaneengesloten blijft, zonder het zwelgedragnadelig te beïnvloeden. De buizen 101 kunnen tot aan hetmaaiveld gestapeld zijn.
In het algemeen heeft het de voorkeur om de bin¬nendiameter van de buis zo dicht mogelijk bij die van depeilbuis te kiezen. Dit kan echter problemen geven bij hetop de peilbuis plaatsen van de bentonietbuizen, waarbij deuitstekende moffen van de verbindingen van de peilbuis¬stukken opschuiving van de buizen zouden kunnen hinderen.De betonietbuis is daarom bij voorkeur voorzien van een oftwee evenwijdig met haar hartlijn lopende verzwakkingen,waar de buis gemakkelijk verbroken kan worden.
Bij één verzwakking kan men de buis aldaaropenen tot de (open) bentonietbuis zijwaarts op de peil¬buis geschoven kan worden, voordat de peilbuis neergelatenwordt. Bij twee verzwakkingen, die diametraal tegenoverelkaar liggen, kunnen na scheiding beide helften tegen depeilbuis geplaatst worden en daarna met een beetje waterter plaatse van de breukplaatsen weer met elkaar verbondenworden of middels touw op de peilbuis gebonden worden. Opvoordelige wijze kunnen de verzwakkingen tijdens extrusievan de buis gevormd worden, middels een dunne, plaatvormi¬ge steun voor de doorn in de extrusiekop, welke doorn debuisholte creëert. Benedenstrooms van de steun, in de extrusiekop, zal de bentonletmassa zich weer samenvoegenom een doorgaande buiswand te vormen, zodat het voort¬brengsel sterk genoeg is om tijdens transport en hanteringzijn vorm te behouden. Niettemin is in de wand een rela¬tief zwak punt gevormd, alwaar met opzettelijk opgelegdelokale trekkrachten de wand verbroken kan worden.
In figuren 4A-4J zijn alternatieve vezelver-sterkte bentonietprofielen weergegeven die voor algemeneafdichtingsdoeleingen gebruik kunnen worden. De samenstel¬ling is gelijk aan die van de voornoemde voortbrengersvoor het af dichten van boorgaten. Hiervan is de buis 111aan de buitenzijde voorzien van lobben 112, die tussenzich spleten 116 bepalen, en aan de binnenzijde van tanden118, die tussen zich groeven 119 bepalen. In de figuren4B-4J zijn verdere doorsnedevormen voor bentonietstoppro-fielen weergegeven. Achtereenvolgens worden een reep 121,een vierkant 131, een rechthoek 141, een L-vorm 151, eenlange L-vorm 161, een U-vorm 171, een T-vorm 181, eencirkel-vorm 191 en een zeshoekvorm 201 weergegeven. Delengte kan variëren, afhankelijk van de wijze van inzet.
In de figuren 5, 6A, 6B en 6C zijn koppelorganenweergegeven, waarmee vezelversterkte bentonietstavenvolgens de uitvinding met elkaar aan de kopse eindengekoppeld kunnen worden, om te voorkomen dat ze uit hetboorgat geschoten worden als gevolg van ontsnapping viahet boorgat van gas uit een gaspocket, of ter verhogingvan installatiegemak, door ze te gebruiken in plaats vaninstallatiedraden.
In figuur 5 is iets meer dan de helft weergege¬ven van een in twee richtingen werkend koppelorgaan 300,dat een als één geheel gevormd kunststof koppellichaam 301omvat, met twee met elkaar via scharnier 304 verbondenlangwerpige lijven 302, die nabij het symmetrievlak M, datdoor het scharnier 304 heengaat, voorzien zijn van cirkel¬vormige flenzen 303, die bestemd zijn om aan te komentegen het kopse vlak van de met elkaar te verbinden sta¬ven. Aan het distale eind zijn de lijven 302 voorzien van twee radiaal naar buiten stekende weerhaken 305, die aanhun uiteinden scherpe verankeringspunten 307 bezitten enmiddels scharniergebieden 309 scharnierbaar zijn verbondenmet de lijven 302. Tussen zich vormen de weerhaken 305 eenspleet 306, zodat zij onafhankelijk van elkaar, op detekening gezien, opwaarts kunnen bewegen om een verkleindedoorsnede te vormen voor het koppelorgaan, teneinde inge¬voerd te kunnen worden in een centrale holte van eenvezelversterkte bentonietstaaf volgens de 'uitvinding. Inde weergegeven stand van de weerhaken 305 grijpen zij dewanden van de holte van die bentonietstaven aan. Om tevoorkomen dat het koppelorgaan gemakkelijk uit de holtevan de bentonietstaven getrokken kan worden, door wegklap¬pen van de weerhaken 305 in neerwaartse richting, zoals opde tekening gezien, zijn de beide weerhaken aan hun naarelkaar toegekeerde oppervlak 308 gevormd als aanslagenvoor de telkens tegenoverliggende weerhaak 305.
In de figuren 6A-6C is een alternatieve, tweevezelversterkte bentonietstaven volgens de uitvinding metelkaar verbindende, doch nu van één weerhaak voorzienekoppelorgaan afgeheeld. Begrepen zal worden dat enkel deonderste helft en dan zonder scharnier, weergegeven is.Het als één geheel gevormde kunststof koppelorgaan 400omvat een koppellichaam 401, dat een symmetrievlak M bezitdat door het scharnier 404 heengaat. Het koppellichaam 401omvat aan weerszijden van het symmetrievlak H staven 402,die in hoofdzaak cilindervormig zijn en eindigen in eenstrookvormig scharnier 409, door middel waarvan een weer¬haak 405 verbonden is met de staaf 402. De weerhaak 405bezit, zoals duidelijk te zien is in figuur 6C, concavezijden die uitkomen in een scherpe punt 407, om goed inhet binnenoppervlak van de bentonietstaaf te kunnen drin¬gen. Aan de andere kant is de staaf 402 voorzien van eenaanslag 408, waartegen het door spleet 406 gescheidenachtereind 403 in aanslag kan komen, wanneer een trek¬kracht wordt uitgeoefend op het koppelorgaan, van debentonietstaaf af die daarmee verankerd is, af. Een derge¬ lijk koppelorgaan is gemakkelijk te spuitgieten van kunst¬stof, snel te plaatsen en betrouwbaar in werking, zonderde staven kapot te drukken.
Het zal duidelijk zijn dat de koppelingen ookanders uitgevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld met eenvast, mechanisch scharnier (scharnierpen).
Claims (20)
1. Voortbrengsel voor het maken van afdichtingenin boorgaten in de grond, omvattend een hoeveelheid bento-niet die onder invloed van water zwelt van een vorm,waarin het voortbrengsel geschikt is om in het boorgatgebracht te worden naar een vorm, waarin het boorgatafgedicht wordt door de gezwelde hoeveelheid bentoniet,waarbij de hoeveelheid bentoniet de vorm heeft van eenaaneengesloten massa, waarin de vezels zijn opgenomen.
2. Voortbrengsel volgens conclusie 1, waarbij devezels in hoofdzaak gelijkmatig verdeeld zijn in de massabentoniet.
3. Voortbrengsel volgens conclusie l of 2, waarbij de vezels vervaardigd zijn van kunststof, zoalspolypropeen.
4. Voortbrengsel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vezels plantaardig, in het bijzonder vlasvezelszijn.
5. Voortbrengsel volgens een der conclusies 1-4,waarbij de massa bentoniet de vorm heeft van staven, diebij voorkeur gevormd zijn om op elkaar gestapeld te kunnenworden.
6. Voortbrengsel volgens conclusie 5, waarbij destaaf een centrale doorgaande langsholte bezit, die eenzijwaartse opening heeft.
7. Voortbrengsel volgens conclusie 5 of 6, waarbij de staaf een aantal radiaal gerichte armen oflobben bezit.
8. Voortbrengsel volgens conclusie 7, waarbij dearmen of lobben van binnen naar buiten reiken.
9. Voortbrengsel volgens conclusie 7 of 8, waarbij de armen in hoofdzaak gelijkmatig over de omtrek verdeeld zijn.
10. Voortbrengsel volgens een der conclusies 5- 9, waarbij de staaf een lengte van ongeveer 0,5 meterheeft.
11. Voortbrengsel volgens een der conclusies 5- 10, waarbij de staaf door middel van extrusie vervaardigdis.
12. Voortbrengsel volgens een der conclusies 1-4, waarbij de massa gesloten buisvormig is, eventueel meteen axiale verzwakking.
13. Voortbrengsel volgens conclusie 12, waarbijde massa een lengte heeft die in de orde van grootte vantien maal de diameter ligt.
14. Voortbrengsel volgens conclusie 12 of 13waarbij de buis voorzien is van radiaal gerichte uitsteek¬sels, die bij voorkeur gelijkmatig verdeeld over de omtrekzijn.
15. Samenstel van een aantal staven volgens eender conclusies 5-14, waarbij opeenvolgende staven ofbuizen met elkaar verbonden zijn door koppelingen, dievoorzien zijn van twee tegengestelde aangrijpeinden, diezelf voorzien zijn van ankermiddelen voor verankerendeaangrijping van een betreffende staaf of buis.
16. Samenstel volgens conclusie 15, waarbij dekoppeling een kernlichaam omvat met aan beide aangrijp¬einden weerhaken, die een naar binnen gekeerd oppervlakvan de staaf of buis aangrijpen.
17. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij deweerhaken zodanig verbonden zijn met het kernlichaam datzij verplaatsbaar zijn tussen een ingetrokken stand en eenzijwaarts uitstekende, werkzame stand. IS. Samenstel volgens conclusie 16 of 17, waar¬bij de weerhaken en het kernlichaam als één geheel metelkaar gevormd zijn.
19. Samenstel volgens een der conclusies 15-18,waarbij de koppeling nabij het lengtemidden daarvan voor¬zien is van aanslagen voor aanslag tegen kopse vlakken van de staven.
20. Samenstel volgens een der conclusies 15-19,waarbij de koppeling nabij het midden daarvan voorzien isvan scharniermiddelen voor scharnierbeweging in een vlakwaarin de lengte-as van de koppeling zich bevindt.
21. Koppeling kennelijk geschikt voor toepassingin het samenstel volgens een der conclusies 15-20.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9401938A NL9401938A (nl) | 1994-11-21 | 1994-11-21 | Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. |
DE29518299U DE29518299U1 (de) | 1994-11-21 | 1995-11-20 | Bentonitgegenstände für das Abdichten von Bohrlöchern |
DE1995143277 DE19543277A1 (de) | 1994-11-21 | 1995-11-20 | Betonitgegenstände für das Abdichten von Bohrlöchern |
NL1001708A NL1001708C1 (nl) | 1994-11-21 | 1995-11-21 | Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9401938A NL9401938A (nl) | 1994-11-21 | 1994-11-21 | Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. |
NL9401938 | 1994-11-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9401938A true NL9401938A (nl) | 1996-07-01 |
Family
ID=19864915
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9401938A NL9401938A (nl) | 1994-11-21 | 1994-11-21 | Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (2) | DE29518299U1 (nl) |
NL (1) | NL9401938A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1010059C2 (nl) * | 1998-09-10 | 2000-03-15 | Eijkelkamp Agrisearch Equip Bv | Peilbuissamenstel. |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4919989A (en) * | 1989-04-10 | 1990-04-24 | American Colloid Company | Article for sealing well castings in the earth |
-
1994
- 1994-11-21 NL NL9401938A patent/NL9401938A/nl unknown
-
1995
- 1995-11-20 DE DE29518299U patent/DE29518299U1/de not_active Expired - Lifetime
- 1995-11-20 DE DE1995143277 patent/DE19543277A1/de not_active Withdrawn
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4919989A (en) * | 1989-04-10 | 1990-04-24 | American Colloid Company | Article for sealing well castings in the earth |
US4936386A (en) * | 1989-04-10 | 1990-06-26 | American Colloid Company | Method for sealing well casings in the earth |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1010059C2 (nl) * | 1998-09-10 | 2000-03-15 | Eijkelkamp Agrisearch Equip Bv | Peilbuissamenstel. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE29518299U1 (de) | 1996-03-21 |
DE19543277A1 (de) | 1996-06-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5605413A (en) | Highway barricade | |
US7674511B2 (en) | Closed reinforcement fiber package, as well as chain packing consisting of such closed packages | |
US4044513A (en) | Earth anchor | |
US4096673A (en) | Method of anchoring | |
US6340522B1 (en) | Three-dimensional twisted fibers and processes for making same | |
AU2002254927A1 (en) | Closed reinforcement fibre package, as well as chain packing consisting of such closed packages | |
AU2002315323A1 (en) | Method for dosing reinforcing fibres for the manufacturing of fibre concrete and the used chain packing | |
KR102112633B1 (ko) | 콘크리트 팩 삽입장치를 이용한 콘크리트 블록 구조물 시공 방법 | |
NL9401938A (nl) | Voorwerpen van bentoniet voor het afdichten van boorgaten. | |
AU2010257889A1 (en) | A mobile apparatus and method for filling an elongated bag with particulate material | |
US7922426B2 (en) | Tie linking filled sandbags and use in a barrier formed from filled sandbags | |
FR2724965A1 (fr) | Procede d'introduction d'une masse de remplissage dans un espace creux a l'interieur d'un gainage tubulaire de tirant ou de cable | |
ES2461990T3 (es) | Método y planta para producir un perfil de fibra de vidrio para usarse como un elemento de refuerzo para fortalecer una pared de excavación | |
AU2006203138B2 (en) | Fence Support Shell | |
BE1008199A5 (fr) | Procede pour faconner un bloc de forme et dimensions stables a partir d'un melange de polymeres. | |
EP1907635A1 (en) | Ground reinforcement | |
EP0452355B1 (en) | Manufacturing method for a flexible container | |
FR2912733A1 (fr) | Reservoir de type tremie comprenant au moins un element en saillie de son pourtour interne | |
CA1210942A (en) | Strengthening a matrix | |
US20020088691A1 (en) | Flexible screw conveyor with center tensioning core | |
US833814A (en) | Mold. | |
US366457A (en) | Alexandee ceawfobd chenoweth | |
NL1010734C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van steunelementen. | |
US432037A (en) | Machine for molding spools or bobbins | |
US872262A (en) | Wall construction. |