NL9401892A

NL9401892A - Hoisting system provided with a lorry and a hydraulic crane

Info

Publication number: NL9401892A
Application number: NL9401892A
Authority: NL
Original assignee: Hyva International Inc N V
Priority date: 1994-11-14
Filing date: 1994-11-14
Publication date: 1996-06-03

Abstract

The lorry comprises, inter alia, a set of chassis bars which run in the direction of travel and to which two front support members and two rear support members are attached in such a manner that, during hoisting, the weight of the hoisting system and the weight of the load which is being hoisted by the hoisting system, via the support members, bring about a supporting force on the ground. The hydraulic crane is provided with an actuating system which controls the movements of the crane according to various operating modes which depend on the safety status. A safety system, which is coupled to the actuating system, is provided with sensors which interact with the two front support members and the two rear support members and, during hoisting, measure the supporting force, the safety system moving the control system into the various control modes according to the measure supporting forces.

Description

Hijsinrichting, voorzien van een vrachtwagen en een daarop bevestigde hydraulische kraanHoist, equipped with a truck and a hydraulic crane mounted on it

De uitvinding betreft een hijsinrichting overeenkomstig de inleiding van conclusie 1.The invention relates to a hoisting device according to the preamble of claim 1.

Dergelijke hijsinrichtingen zijn al vele jaren bekend. Een dergelijke inrichting komt meestal tot stand doordat een door de ene fabrikant geleverde hydraulische kraan bevestigd wordt op een door een andere fabrikant geleverde vrachtwagen. Tot voor kort waren de hydraulische kranen ten opzichte van de vrachtwagens meestal beperkt van omvang en was het voldoende om aan de kraan steunorganen, bijvoorbeeld uitschuif bare steunpoten te bevestigen, waarmee voorkomen werd dat de hijsinrichting kantelde. De beveiliging tijdens het gebruik vond plaats met het met de kraan mee geleverde bedieningssysteem, waarbij de risico's voor onveilige situaties beperkt waren.Such hoists have been known for many years. Such a device is usually created in that a hydraulic crane supplied by one manufacturer is mounted on a truck supplied by another manufacturer. Until recently, the hydraulic cranes in relation to the trucks were usually of limited size and it was sufficient to attach support members, for example extendable support legs, to the crane, thereby preventing the hoisting device from overturning. Protection during use took place with the control system supplied with the crane, whereby the risks for unsafe situations were limited.

Door de komst van zwaardere hydraulische laadkranen, waarmee grotere lasten getild kunnen worden is de situatie veranderd. Nu worden er hijsinrichtingen gebouwd waarbij de kraan een last die overeenkomt met het laadvermogen van de vrachtwagen in één keer kan tillen. Dit stelt aan de beveiliging van de hijsinrichting als combinatie van vrachtwagen en kraan geheel andere eisen.The situation has changed with the arrival of heavier hydraulic loading cranes, which can lift larger loads. Lifting devices are now being built in which the crane can lift a load corresponding to the load capacity of the truck in one go. This places completely different requirements on the safety of the hoisting device as a combination of truck and crane.

De bekende beveiligingssystemen voor een combinatie van een kraan en een vrachtwagen zijn gecompliceerd en benutten niet het volledige beschikbare hijsvermogen. Ook zijn daarbij geen voorzieningen die controleren of alle voor de veiligheid en stabiliteit van de hijsinrichting noodzakelijke handelingen zijn verricht.The known safety systems for a combination of a crane and a truck are complicated and do not use the full available lifting capacity. Nor are there any provisions that check whether all actions necessary for the safety and stability of the hoisting device have been carried out.

De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren op te heffen en is daartoe uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie l.The object of the invention is to eliminate the above-mentioned drawbacks and is to that end carried out in accordance with the feature of claim 1.

Door sensoren toe te passen die de door de steunorganen op de ondergrond veroorzaakte kracht meten, wordt direct waargenomen of de hijsinrichting nog stabiel staat en ook of de steunorganen op de goede manier zijn geplaatst en wordt de werking van de kraan aan de optredende situatie aangepast.By using sensors that measure the force caused by the supporting members on the ground, it is immediately observed whether the hoisting device is still stable and also whether the supporting members are positioned correctly and the operation of the crane is adapted to the situation occurring.

Door de sensoren krachten te laten meten die direct afhankelijk zijn van de last, het eigen gewicht van de hijsinrichting, de eventuele ballast of lading die op de hijsinrichting aanwezig is, van de positie van de steunorganen en van de positie van de last zijn alle relevante gegevens direct verwerkt. Hierdoor is op eenvoudige wijze een beveiliging voor de hijsinrichting mogelijk, die aansluit aan de in de praktijk optredende situaties.By having the sensors measure forces that are directly dependent on the load, the weight of the hoisting device, any ballast or load that is present on the hoisting device, the position of the supporting members and the position of the load, all relevant data processed immediately. This makes it possible in a simple manner to protect the hoisting device, which corresponds to the situations that occur in practice.

Ook wordt op eenvoudige wijze rekening gehouden met de vervormingen die in de vrachtwagen optreden ten gevolge van de belastingen en die de belastingverdeling over de verschillende steunorganen beïnvloeden en wordt de mogelijkheid gegeven dat de hijsinrichting met slechts drie steunorganen volledig steunt op de ondergrond, zonder dat dit een bezwaar is voor de stabiliteit.The deformations that occur in the truck as a result of the loads and which affect the load distribution between the various support members are also taken into account in a simple manner and the possibility is given that the hoisting device with only three support members fully supports the ground, without this is an objection to stability.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.Preferred embodiments of the device according to the invention are defined in the dependent claims.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van tekeningen van enkele uitvoeringsvoorbeelden. Vergelijkbare onderdelen zijn daarbij steeds zoveel mogelijk voorzien van hetzelfde verwijzingsnummer.The invention is explained below with reference to drawings of some exemplary embodiments. Comparable parts are always provided with the same reference number as much as possible.

De tekeningen bestaan uit de volgende figuren: fig. 1 toont in zijaanzicht een vrachtwagen met een laadbak en een hydraulische kraan, fig. 2 toont een hijsinrichting vergelijkbaar met die van fig. 1 in achteraanzicht, fig. 3 toont in zijaanzicht een trekker met een steunschotel, waarop een oplegger gemonteerd kan worden en voorzien van een hydraulische kraan, fig. 4 toont een schematisch voorstelling van de diverse krachten die tijdens het hijsen van een last optreden, fig. 5 toont een schematisch overzicht van het bedieningssysteem van de hijsinrichting, fig. 6 toont de sensor waarmee de belasting ter plaatse van de achteras wordt gemeten, en fig. 7 toont de druksensor voor het meten van de oliedruk in de steunpoot.The drawings consist of the following figures: fig. 1 shows in side view a truck with a loading platform and a hydraulic crane, fig. 2 shows a hoisting device similar to that of fig. 1 in rear view, fig. 3 shows in side view a tractor with a support plate, on which a trailer can be mounted and equipped with a hydraulic crane, fig. 4 shows a schematic representation of the various forces that occur during the lifting of a load, fig. 5 shows a schematic overview of the operating system of the hoisting device, fig. 6 shows the sensor measuring the load at the rear axle, and FIG. 7 shows the pressure sensor for measuring the oil pressure in the support leg.

Op een in fig. 1 getoonde vrachtwagen 1 is een hydraulische kraan 8 geplaatst. De vrachtwagen 1 is op gebruikelijke wijze opgebouwd uit een stel chassisbalken 2 waaraan de meeste onderdelen van de vrachtwagen zijn aangebracht, zoals het niet getoonde aandrijfsysteem en een cabine 5. Als de kraan 8 niet in gebruik is, rusten de chassisbalken 2 via een verenpakket 26 en een stel voorwielen 4 en een veersteun 28, een verenpakket 55 en één of meer stellen achterwielen 3 op een wegdek 17. Op de chassisbalken 2 is een tussenchassis 6 bevestigd, en daarop is een laadbak 7 gemonteerd. In de laadbak 7 kan lading vervoerd worden, die bijvoorbeeld door de hydraulische kraan 8 gelost kan worden.A hydraulic crane 8 is placed on a truck 1 shown in Fig. 1. The truck 1 is constructed in the usual way from a set of chassis beams 2 to which most parts of the truck are mounted, such as the drive system (not shown) and a cabin 5. When the crane 8 is not in use, the chassis beams 2 rest via a spring package 26 and a set of front wheels 4 and a spring support 28, a spring package 55 and one or more sets of rear wheels 3 on a road surface 17. An intermediate chassis 6 is mounted on the chassis beams 2, and a loading box 7 is mounted thereon. Cargo can be transported in the cargo box 7, which can for instance be unloaded by the hydraulic crane 8.

De hydraulische kraan 8, die om een verticale rota-tie-as 53 kan roteren en met een voet 54 op de chassisbalken 2 rust, heeft een eerste arm 9, een tweede arm 10 en een telescooparm 11 waaraan een lasthaak 12 bevestigd is. De eerste arm 9 en de tweede arm 10 en respectievelijk de tweede arm 10 en de telescooparm 11 roteren ten opzichte van elkaar om een draaipunt 15. De rotatie om het draaipunt 15 wordt bereikt door een hydraulische cilinder 13. Het in- en uitschuiven van de telescooparm 11 gebeurt met een telescoopcilinder 14. De kraan kan roteren om de verticale rotatie-as 53 door middel van een niet getekende hydromotor.The hydraulic crane 8, which can rotate about a vertical rotation axis 53 and rests on the chassis beams 2 with a foot 54, has a first arm 9, a second arm 10 and a telescopic arm 11 to which a load hook 12 is attached. The first arm 9 and the second arm 10 and the second arm 10 and the telescopic arm 11 respectively rotate relative to each other about a pivot point 15. The rotation about the pivot point 15 is achieved by a hydraulic cylinder 13. The extension and retraction of the telescopic arm 11 is done with a telescopic cylinder 14. The crane can rotate about the vertical rotation axis 53 by means of a hydraulic motor (not shown).

Als voorste steunorgaan is ter plaatse van de hydraulische kraan 8 aan iedere zijde van de vrachtwagen 1 een voorste steunpoot 16 aan de chassisbalken 2 bevestigd.As a front support member, a front support leg 16 is attached to the chassis beams 2 on each side of the truck 1 at the location of the hydraulic crane 8.

Deze steunpoten 16 kunnen loodrecht op de lengte-as van de vrachtwagen 1 uitgeschoven worden. Nadat de steunpoten 16 uitgeschoven zijn, wordt een aan de onderzijde van de poot bevestigde voet 22 op het wegdek 17 geplaatst, bijvoorbeeld doordat de steunpoot 16 is uitgevoerd als hydraulisch cilinder, waarbij de voet 22 aan de zuigerstang van deze cilinder is bevestigd.These support legs 16 can be extended perpendicular to the longitudinal axis of the truck 1. After the support legs 16 have been extended, a foot 22 attached to the underside of the leg is placed on the road surface 17, for instance because the support leg 16 is designed as a hydraulic cylinder, the foot 22 being attached to the piston rod of this cylinder.

In fig. 2 is het achteraanzicht getoond van een hijsinrichting vergelijkbaar met die van fig. 1, waarbij de voorste steunpoten 16 op het wegdek 17 geplaatst zijn. Teneinde te voorkomen dat de voeten 22 van de steunpoten 16 onvoldoende steun op het wegdek 17 vinden, is er op bekende wijze een verdeelplaat 27 onder gelegd.Fig. 2 shows the rear view of a hoisting device similar to that of Fig. 1, wherein the front support legs 16 are placed on the road surface 17. In order to prevent the feet 22 of the support legs 16 from finding insufficient support on the road surface 17, a distribution plate 27 has been placed in a known manner.

De steunpoot 16 is bevestigd aan een buitendeel 23 van de steunbalk, die inschuifbaar is in een tussendeel 24 van de steunbalk, die ook weer schuifbaar is in een niet getoond, aan de chassisbalken 2 bevestigd middendeel. Doordat tussendeel 24 en buitendeel 23 in het middendeel schuiven, blijft de breedte van de steunbalk in ingeschoven toestand kleiner dan die van de vrachtwagen 1.The support leg 16 is attached to an outer part 23 of the support beam, which is slidable into an intermediate part 24 of the support beam, which is also slidable in a middle part (not shown) fixed to the chassis beams 2. Because intermediate part 24 and outer part 23 slide into the middle part, the width of the support beam in the retracted position remains smaller than that of the truck 1.

De achterzijde van de vrachtwagen 1 steunt in deze uitvoeringsvorm via de veren 55, een achteras 21 en de wielen 3 op het wegdek. Daarbij vormen de wielen 3, achteras 21 en veren 55 te zamen het achterste steunorgaan, waarbij duidelijk is dat het kantelen om de lengte-as van de vrachtwagen 1 voor een belangrijk deel voorkomen wordt door de steunpoten 16.The rear side of the truck 1 in this embodiment rests on the road surface via the springs 55, a rear axle 21 and the wheels 3. The wheels 3, rear axle 21 and springs 55 together form the rear supporting member, it being clear that tilting about the longitudinal axis of the truck 1 is largely prevented by the supporting legs 16.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is een vrachtwagen 1 getoond, die eveneens is uitgerust met een hydraulische kraan 8. De kraan is met de voet 54 op een frame 18 bevestigd, waarbij dit frame 18 op de chassisbalken 2 is bevestigd. Ter plaatse van de voet 54 van de kraan 8 zijn de voorste steunpoten 16 aan de chassisbalken aangebracht.In the embodiment according to Fig. 3, a truck 1 is shown, which is also equipped with a hydraulic crane 8. The crane is mounted with a foot 54 on a frame 18, this frame 18 being mounted on the chassis beams 2. At the location of the foot 54 of the crane 8, the front supporting legs 16 are mounted on the chassis beams.

In deze uitvoeringsvorm is als achterste steunorgaan aan de achterkant van de vrachtwagen 1 aan iedere zijde een achterste steunpoot 25 bevestigd. De steunpoten 25 steunen op de ondergrond met voet 22.In this embodiment, a rear support leg 25 is attached to the rear of the truck 1 as a rear support member on each side. The support legs 25 support on the ground with foot 22.

Op het frame 18 is een steunschotel 19 bevestigd, waaraan op bekende wijze een niet getoonde oplegger gekoppeld kan worden. Met deze oplegger wordt bijvoorbeeld de lading vervoerd, die met behulp van de kraan 8 geladen of gelost kan worden.A support plate 19 is mounted on the frame 18, to which a semi-trailer (not shown) can be coupled in a known manner. With this trailer, for example, the load is transported, which can be loaded or unloaded with the aid of crane 8.

Het frame 18 en een onder de chassisbalken 2 aangebrachte chassisversterking 20 geven extra sterkte aan de chassisbalken 2 zodat de krachtdoorleiding van de voet 54 naar de op het wegdek steunende voorste steunpoten 16 en achterste steunpoten 25 probleemloos kan plaatsvinden.The frame 18 and a chassis reinforcement 20 arranged under the chassis beams 2 provide additional strength to the chassis beams 2, so that the force transmission from the foot 54 to the front supporting legs 16 and rear supporting legs 25 resting on the road can take place without problems.

In fig. 4 is de belastingsituatie getoond tijdens het hijsen van een last met een gewicht G, die op een afstand V, de vlucht, van de verticale rotatie-as 53 van de kraan 8 gehesen wordt. De hijsinrichting heeft steunpoten aan voor- en achterzijde, hierbij hebben de voorste steunpoten 16 en de achterste steunpoten 25 op bekende wijze de hijsinrichting van het wegdek getild, zodat het eigen gewicht Z van de hijsinrichting, dat aangrijpt in het zwaartepunt, en het gewicht van de last G via de vier steunpoten door het wegdek worden ondersteund. Het eigen gewicht Z omvat alle op de hijsinrichting aanwezige massa's, waaronder ook bijvoorbeeld de in de laadbak aanwezige ballast of lading.In fig. 4 the load situation is shown during the lifting of a load with a weight G, which is hoisted at a distance V, the flight, from the vertical rotation axis 53 of the crane 8. The hoisting device has supporting legs at the front and rear, the front supporting legs 16 and the rear supporting legs 25 have lifted the hoisting device from the road in a known manner, so that the own weight Z of the hoisting device, which engages in the center of gravity, and the weight of the load G is supported by the road surface via the four support legs. The self-weight Z comprises all masses present on the hoisting device, including, for example, the ballast or load present in the loading body.

Elke steunpoot ondervindt een reactiekracht S, waarbij de grootte van de verschillende reacties afhankelijk is van de last G en van de positie van de last G ten opzichte van de steunpoten en het zwaartepunt van de hijsinrichting.Each support leg experiences a reaction force S, the magnitude of the different reactions being dependent on the load G and on the position of the load G relative to the support legs and the center of gravity of the hoist.

De verbinding tussen de voorste steunpoten en de achterste steunpoten vindt plaats via de chassisbalken 2 en het frame 18. Deze constructie-elementen zijn relatief smal, lang, en in lengterichting niet torsiestijf, waardoor ten gevolge van elastische vervorming rotatie van het vlak waarin de voorste steunpoten liggen ten opzichte van het vlak waarin de achterste steunpoten liggen bij relatief lage belasting optreedt .The connection between the front support legs and the rear support legs takes place via the chassis beams 2 and the frame 18. These construction elements are relatively narrow, long, and in the longitudinal direction not torsionally rigid, as a result of which, due to elastic deformation, rotation of the plane in which the front support legs lie relative to the plane in which the rear support legs lie at a relatively low load.

In de praktijk blijkt dat doordat de hiervoor genoemde elastische vervorming al bij relatief lage belasting optreedt, bij de in fig. 4 getoonde belastingsituatie bijvoorbeeld de steunkracht Sl nul kan worden en dat deze steunpoot eventueel vrij komt van de grond, zonder dat tijdens het hijsen van last G een instabiele situatie ontstaat.It has been found in practice that because the aforementioned elastic deformation already occurs at a relatively low load, in the load situation shown in Fig. 4, for example, the supporting force Sl can become zero and that this supporting leg may become free of the ground, without during lifting G creates an unstable situation.

Een instabiele situatie ontstaat echter wel als nog maar twee steunorganen de belasting van G en Z opnemen. Deze instabiele situatie kan ontstaan tijdens het hijsen van de last G, tijdens het roteren om de verticale rotatie-as 53 of bij het vergroten van de vlucht V van de last.However, an unstable situation arises when only two support bodies take up the load on G and Z. This unstable situation can arise during lifting of the load G, during rotation about the vertical rotation axis 53 or when increasing the flight V of the load.

In het in fig. 4 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is uitgegaan van vier steunpoten, het is echter ook mogelijk dat bijvoorbeeld de achterste steunpoten niet aanwezig zijn, maar dat de achterwielen als steunorganen functioneren. In die gevallen treedt de hiervoor genoemde elastische vervorming sneller op, doordat ook het inveren van het verenpakket 55 (zie de fig. 1 en 2) bijdraagt tot de rotatie van het vlak van de voorste steunorganen ten opzichte van het vlak van de achterste steunorganen.In the exemplary embodiment shown in Fig. 4, four support legs are assumed, but it is also possible, for example, that the rear support legs are not present, but that the rear wheels function as support members. In those cases, the aforementioned elastic deformation occurs more quickly, because the springing of the spring package 55 (see Figures 1 and 2) also contributes to the rotation of the plane of the front supporting members relative to the plane of the rear supporting members.

Tijdens het hijsen van een last wordt gebruik gemaakt van een bedieningssysteem 56 dat schematisch is weergegeven in fig. 5. Een kraanbesturingssysteem 31 is gekoppeld met een motorbedieningskast 33, van waaruit de diverse motoren en cilinders via aansluitingen 35 worden aangestuurd. Teneinde te voorkomen dat tijdens het gebruik van de kraan de vrachtwagen zal gaan rijden, is het kraanbesturingssysteem 31 gekoppeld met een in de cabine gemonteerde wegrijd-beveiliging 41.During the lifting of a load use is made of an operating system 56 which is schematically shown in Fig. 5. A crane control system 31 is coupled to an engine control box 33, from which the various engines and cylinders are controlled via connections 35. In order to prevent the truck from driving during use of the crane, the crane control system 31 is coupled with a cab-mounted protection mechanism 41.

Het kraanbesturingssysteem 31 wordt bediend met een bedieningspaneel 29 en een signaleringspaneel 30, waarbij bijvoorbeeld een directe hijsfunctie via een bedieningsknop 37 op het bedieningspaneel 29 wordt aangestuurd. In het signaleringspaneel 30 zijn naast een groep lampen 38 waarmee de bedrijfstoestand wordt weergegeven alsmede een groep lampen 39 waarmee de beveiligingstoestand wordt weergegeven ook diverse instel- en overbruggingsschakelaars 40 aangebracht. In verband met vergroot bedieningsgemak is het mogelijk dat het bedieningspaneel 29 en het kraanbesturingssysteem 31 draadloos met elkaar verbonden zijn.The crane control system 31 is operated with a control panel 29 and a signaling panel 30, whereby, for example, a direct lifting function is controlled via an operating button 37 on the control panel 29. In addition to a group of lamps 38 with which the operating status is displayed, as well as a group of lamps 39 with which the safety status is displayed, various setting and bypass switches 40 are also arranged in the signaling panel 30. In connection with increased ease of operation, it is possible that the control panel 29 and the crane control system 31 are wirelessly connected to each other.

De beveiliging tegen overbelasting van de kraan en zijn aandrijvingen is opgenomen in het kraanbesturingssysteem 31. Deze beveiliging voorkomt dat schade aan de kraan optreedt. De beveiliging van het platform waarop de kraan geplaatst is, hier de vrachtwagen 1, vindt plaats in een met het kraanbesturingssysteem 31 gekoppeld beveiligingssysteem 32.The overload protection of the crane and its drives is included in the crane control system 31. This protection prevents damage to the crane from occurring. The protection of the platform on which the crane is placed, here the truck 1, takes place in a protection system 32 coupled to the crane control system 31.

Het beveiligingssysteem 32 neemt door middel van diverse sensoren de beveiligingstoestand van de hijsinrichting waar, en beïnvloedt het gebruik van de kraan. Het beveiligingssysteem 32 is verbonden met hierna te bespreken steunpootsensoren 34 en framebelastingsensoren 36.The safety system 32 detects the safety status of the hoisting device by means of various sensors and influences the use of the crane. The security system 32 is connected to support leg sensors 34 and frame load sensors 36 to be discussed below.

Het beveiligingssysteem 32 bewaakt de stabiliteit van de hijsinrichting tijdens het laden en lossen door met de sensoren 34 de kracht te meten waarmee de steunorganen op het wegdek staan.The security system 32 monitors the stability of the hoisting device during loading and unloading by measuring with the sensors 34 the force with which the support members stand on the road surface.

Nadat ten minste vier steunorganen met een van te voren ingestelde minimale kracht op het wegdek afsteunen, wordt dit door de sensoren 34 gedetecteerd en wordt de kraan-bediening vrijgegeven.After at least four support members support on the road surface with a preset minimum force, this is detected by the sensors 34 and the crane operation is released.

Op het moment dat gedetecteerd wordt dat een van de vier steunorganen met minder dan de minimale kracht afsteunt, bijvoorbeeld met minder dan 2000 kgf, geeft het beveiligingssysteem 32 een signaal aan het kraanbesturingssysteem 31, waarna dit in een andere besturingsmode gaat werken, waarbij bijvoorbeeld alle snelheden waarmee de kraan beweegt tot 70% teruggebracht worden.When it is detected that one of the four support members is supporting with less than the minimum force, for example with less than 2000 kgf, the protection system 32 gives a signal to the crane control system 31, after which it starts to operate in a different control mode, for example all speeds at which the crane moves are reduced to 70%.

Op het moment dat de sensoren 34 constateren dat nog maar twee steunorganen met een kracht groter dan de minimale kracht op het wegdek staan, gaat opnieuw een signaal naar het kraanbesturingssysteem 31, dat dan overschakelt in de volgende besturingsmode. Daarbij worden alle bewegingen van de kraan wegens kantelgevaar geblokkeerd en kan de kraan alleen vlucht-verkleinende bewegingen maken.When the sensors 34 detect that only two support members with a force greater than the minimum force are on the road, a signal is again sent to the crane control system 31, which then switches to the next control mode. In addition, all movements of the crane are blocked due to the risk of tipping and the crane can only make flight-reducing movements.

De bedieningsman kan nu alleen het kantelgevaar opheffen door de last in de richting van de verticale rotatie-as van de kraan te verplaatsen. Eventueel kan de kraan zodanig geprogrammeerd worden, als alle daarvoor benodigde gegevens in de kraanbesturing bekend zijn, dat alleen bewegingen mogelijk zijn waarbij de last met de kortste weg naar het door de steunorganen omsloten oppervlak wordt bewogen. Nadat het kantelgevaar is opgeheven, worden de bewegingen vrijgegeven en kan de last weer vrij verplaatst worden.The operator can now only remove the risk of tipping by moving the load in the direction of the vertical axis of rotation of the crane. Optionally, the crane can be programmed in such a way that all the necessary data are known in the crane control, so that only movements are possible in which the load is moved with the shortest path to the surface enclosed by the supporting members. After the risk of tipping is eliminated, the movements are released and the load can be moved freely again.

Eventueel is het beveiligingssysteem 32 ook uitgerust met een beveiliging om overbelasting van het frame of de chassisbalken te voorkomen. In de situatie dat de vrachtwagen op drie steunorganen steunt, is de elastische vervorming door rotatie om de lengte-as aanzienlijk, waardoor er grote spanningen in het frame en de chassisbalken kunnen optreden.Optionally, the protection system 32 is also equipped with a protection to prevent overloading of the frame or chassis beams. In the situation where the truck rests on three support members, the elastic deformation by rotation about the longitudinal axis is considerable, which can cause large stresses in the frame and the chassis beams.

Door de vervorming met een framebelastingsensor 36 te meten, kan bij overschrijding van een van te voren ingestelde waarde in het kraanbesturingssysteem een besturingsmode gekozen worden waarbij uitsluitend spanningsverlagende bewegingen worden toegestaan, zoals verkleinen van de vlucht of zodanig roteren om de verticale draaiingsas van de kraan dat de last langs de kortste weg naar het door de steunorganen ingesloten vlak wordt bewogen.By measuring the deformation with a frame load sensor 36, when a preset value in the crane control system is exceeded, a control mode can be selected in which only voltage-reducing movements are allowed, such as reducing the flight or rotating around the vertical axis of rotation of the crane that the load is moved along the shortest path to the plane enclosed by the support members.

In fig. 6 is een uitvoering getoond van een sensor waarmee gemeten wordt of de kracht waarmee een met een veer-blad 55 afgeveerd wiel 3 groter of kleiner is dan een bepaalde ingestelde waarde.Fig. 6 shows an embodiment of a sensor with which it is measured whether the force with which a wheel 3 sprung with a spring blade 55 is greater or less than a determined set value.

Daartoe is aan de chassisbalk 2 een benaderingsscha-kelaar 42 aangebracht, die een signaal geeft als de afstand tussen veerblad 55 en de schakelaar kleiner wordt dan een bepaalde waarde. Deze situatie is in de figuur met een onderbroken lijn getekend, en treedt op als de belasting groter is dan een bepaalde waarde. De sensor is zodanig opgesteld dat tijdens het rijden over de weg, waarbij de belasting op het wiel 3 vele malen groter is dan de minimale belasting, of in andere situaties waarbij een grote belasting optreedt, de sensor niet beschadigd wordt.For this purpose, an approach switch 42 is provided on the chassis beam 2, which gives a signal when the distance between the spring blade 55 and the switch becomes smaller than a certain value. This situation is drawn with a broken line in the figure, and occurs when the load is greater than a certain value. The sensor is arranged such that during driving on the road, where the load on the wheel 3 is many times greater than the minimum load, or in other situations where a large load occurs, the sensor is not damaged.

In fig. 7 is een drukschakelaar 43 getekend, die geplaatst is aan de drukzijde van een cilinder 44 van de steun-poten, als deze uitgevoerd zijn als hydraulische cilinder. Nadat de steunpoten op het wegdek geplaatst zijn, wordt de olietoevoer naar de cilinders 44 afgesloten, en wordt de oliedruk uitsluitend bepaald door de steunpuntsreactie op de poot. De oliedruk in de cilinder 44 kan onder volle belasting van de poot oplopen tot 600 bar. De drukschakelaar 43 moet daarbij detecteren of de belasting minder wordt dan bijvoorbeeld 2000 kgf, wat overeenkomt met bijvoorbeeld 40 bar oliedruk.Fig. 7 shows a pressure switch 43, which is placed on the pressure side of a cylinder 44 of the support legs, if these are designed as a hydraulic cylinder. After the support legs are placed on the road surface, the oil supply to the cylinders 44 is shut off, and the oil pressure is determined solely by the support point reaction on the leg. The oil pressure in the cylinder 44 can rise to 600 bar under full load on the leg. The pressure switch 43 must thereby detect whether the load is less than, for example, 2000 kgf, which corresponds to, for example, 40 bar oil pressure.

De drukschakelaar 43 bestaat uit een huis 47, dat oliedicht bevestigd is aan de cilinder 44. In een olieruimte 45, die afgesloten is door een bewegende zuiger 46, heerst dezelfde druk als in cilinder 44. De zuiger 46 is voorzien van afdichtingsringen 52 en een schakelstang 50. De schakelstang 50 schuift door een gat in een stelschroef 49.The pressure switch 43 consists of a housing 47, which is oil-tightly attached to the cylinder 44. In an oil space 45, which is closed by a moving piston 46, the same pressure prevails as in cylinder 44. The piston 46 is provided with sealing rings 52 and a shifting rod 50. The shifting rod 50 slides through a hole in an adjusting screw 49.

De stelschroef 49 drukt een veer 48 tegen de achterzijde van de zuiger 46. De veer 48 is zodanig uitgevoerd dat bij grote oliedruk de zuiger 46 via de veer 48 tegen de stelschroef rust, en dat bij lagere druk de zuiger 46 weer naar de cilinder wordt gedrukt. Een benaderingsschakelaar 51 schakelt als de schakelstang meer of minder dan een bepaalde waarde uit de stelschroef 49 steekt.The adjusting screw 49 presses a spring 48 against the rear of the piston 46. The spring 48 is designed such that with high oil pressure the piston 46 rests against the adjusting screw via the spring 48, and at lower pressure the piston 46 is returned to the cylinder. printed. An proximity switch 51 switches when the shift rod protrudes more or less than a certain value from the set screw 49.

Claims

Hoisting device, provided with a truck (1) and a hydraulic crane (8) mounted thereon, the truck including a set of chassis beams (2) running in the direction of travel, to which two front support members (16) and two rear support members (3) 25) are secured in such a way that during lifting the weight (Z) of the hoisting device and the weight (G) of the load hoisted by the hoisting device cause a supporting force (S) on the ground (17) via the supporting members, whereby the hydraulic crane (8) is provided with an operating system (31) which controls the movements of the crane (8) in accordance with different control modes dependent on the safety condition, characterized in that a safety system (32) coupled to the operating system is provided with sensors (34, 42, 43) co-operating with the two front and the two rear support members, which measure the support force during hoisting and the protection system on the basis of the measured s forces the operating system into the different operating modes.

Hoisting device according to claim 1, characterized in that the safety system is provided with means which bring the operating system into a first control mode, wherein the movements of the crane are fully released, if four supporting forces are greater than a set minimum value.

Hoisting device according to claim 2, characterized in that the safety system is provided with means which bring the operating system from the first control mode into a second control mode, the movements of the crane being released to a limited extent, if only three supporting forces are greater than a preset minimum value.

Hoisting device according to claim 3, characterized in that the safety system is provided with means which bring the control system of the second into a third machining mode, wherein all load moment increasing movements are prevented if only two supporting forces are greater than a set minimum value.

Hoisting device according to any one of the preceding claims, characterized in that the sensor comprises a switch (42, 51) which switches at a set value of the supporting force.

Hoisting device according to claim 5, characterized in that the switch is an approach switch which switches when a spring (48, 55) has reached a set spring under the influence of the supporting force.

Hoisting device according to any one of the preceding claims, characterized in that at least two front or two rear support members are built up of retractable and extendable hydraulic cylinders (16,25) which are attached to an extendable support beam (23,24).

Hoisting device according to claim 7, characterized in that the sensor is a pressure switch (43) controlled by the pressure present in the hydraulic cylinder.

Hoist according to claim 1, characterized in that the protection system (32) comprises sensors that measure the deformation of the chassis beams (2) and wherein the measured values also influence the choice of control mode in which the control system ( 31) brought by the security system.