NL9401312A - Vergrendelingsinrichting voor een afsluitorgaan, in het bijzonder een deur. - Google Patents

Description

Vergrendelingsinrichting voor een afsluitorgaan, in het bijzonder een deur

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vergrendelingsinrichting voor een afsluitorgaan, in het bijzonder een deur, voorzien van een verbindingsdeel met montage-middelen voor het monteren van het verbindingsdeel aan een vast deel binnen een door het afsluitorgaan af te sluiten ruimte en aan of nabij de te openen zijde hiervan zodanig, dat een kracht in de openingsrichting van het afsluitorgaan kan worden weerstaan, alsmede een met het verbindingsdeel samenwerkend slotorgaan voor het van buiten de af te sluiten ruimte op slot doen van het afsluitorgaan met behulp van de vergrendelingsinrichting·

Inrichtingen voor de vergrendeling van afsluitorganen zijn reeds in gebruik met het doel de af te sluiten ruimte te beveiligen tegen inbraak. In de praktijk, blijkt de beveiliging van dergelijke vergrendelingsinrichtingen voor bijvoorbeeld garagedeuren onvoldoende te zijn. Met behulp van een breekorgaan, zoals een koevoet, is een met een dergelijke inrichting vergrendelde garagedeur gemakkelijk open te breken. Uit US-A-3.285.646 en AU-A-7.216 zijn vergrendelingsinrichtingen van de in de aanhef genoemde soort bekend in de toepassing voor garagedeuren. Deze inrichtingen geven een betere beveiliging, maar hebben als nadeel dat ze specifiek voor een bepaald type deur zijn bedoeld en niet door bijvoorbeeld een doe-het-zelver achteraf als extra beveiliging kunnen worden aangebracht .

De uitvinding beoogt een vergrendelingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, welke enerzijds op eenvoudige en doelmatige wijze door een doe-het-zelver als extra vergrendeling kan worden aangebracht en anderzijds het afsluitorgaan, bijvoorbeeld een deur, zodanig vergrendelt, dat inbraak via het afsluitorgaan ten minste aanzienlijk wordt bemoeilijkt.

Voor het bereiken van dit doel wordt de vergrendelingsinrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het verbindingsdeel is voorzien van een vinger, die in een van binnen naar buiten verlopend gat in het afsluitorgaan kan ste- ken en is uitgevoerd met middelen voor ingrijping met het slotorgaan.

Een dergelijke vergrendelingsinrichting kan op eenvoudige wijze eventueel naast een reeds aangebrachte vergrendeling op een afsluitorgaan worden aangebracht. De vergrendelingsinrichting volgens de uitvinding is vrijwel op ieder af-sluitorgaan, onafhankelijk van het type en van de wijze van openen en sluiten, aan te brengen. In de vergrendelde stand is het afsluitorgaan geblokkeerd tussen het in de afgesloten ruimte aangebrachte verbindingsdeel en het uitwendig aangebrachte en kraakbestendige slotorgaan. Een dergelijke grotendeels aan de binnenzijde van de af te sluiten ruimte aan te brengen vergrendelingsinrichting garandeert een optimale beveiliging tegen inbraak.

Een eenvoudige en doeltreffende uitvoering van de vergrendelingsinrichting volgens de uitvinding is die, waarbij de montagemiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat het verbindingsdeel losneembaar met het vaste deel binnen de af te sluiten ruimte te verbinden is. Door deze maatregel is het verbindingsdeel, na het ontgrendelen van de vergrendelingsinrichting en na het openen van het afsluitorgaan, te verwijderen. Het verbindingsdeel vormt derhalve geen obstakel bij het gebruik van de af te sluiten ruimte. Het verbindingsdeel kan weer worden aangebracht bij het sluiten en vergrendelen van het af-sluitorgaan. Vanzelfsprekend is het verbindingsdeel niet losneembaar in de openingsrichting van het afsluitorgaan.

Hierbij is het voordelig, wanneer de montagemiddelen als pennen zijn uitgevoerd, die los in gaten in het vaste deel althans ongeveer loodrecht op de openingsrichting van het af-sluitorgaan kunnen worden geplaatst. Hierdoor kan het verbindingsdeel eenvoudig en snel worden aangebracht en weer worden verwijderd. Deze pennen zijn in het bijzonder geschikt voor de montage in de bodem van de af te sluiten ruimte.

Hierbij is het tevens gunstig, wanneer de pennen losneembaar in gaten in het verbindingsdeel zijn aangebracht. De gaten in het verbindingsdeel kunnen hierdoor vóór het in gebruik nemen van de vergrendelingsinrichting tevens als hulpmiddel worden gebruikt voor het eenmalig aftekenen van de boorgaten in het vaste deel.

Een gunstige uitvoering van de vergrendelingsinrich- ting volgens de uitvinding is die, waarbij de vinger een zodanige lengte bezit dat deze in gemonteerde toestand door het afsluitorgaan heen naar buiten steekt voor aangrijping door het slotorgaan. Door deze maatregel blijft de constructie eenvoudig en goedkoop. Het verbindingsdeel sluit via de vinger direct op het slotorgaan aan, zonder gebruik te maken van bijvoorbeeld een extra bedieningsstang.

Hierbij is het voordelig, wanneer de middelen voor ingrijping met het slotorgaan bestaan uit een in de vinger gevormd oog, waarin het slotorgaan, bij voorkeur in de vorm van een in de handel verkrijgbaar stevig hangslot kan worden gestoken. Hierdoor blijft de constructie zeer compact en is het vrijwel onmogelijk voor een inbreker het slot te forceren, in het bijzonder indien zo weinig mogelijk van de vinger naar buiten steekt en deze vinger uiteraard sterk is uitgevoerd, terwijl de gebruiker zelf op eenvoudige wijze het slotorgaan kan openen en verwijderen.

Bovendien kan de vergrendelingsinrichting volgens de uitvinding zijn voorzien van een verstevigingsplaat die aan de buitenzijde van het afsluitorgaan rondom het gat hierin met een aan de vinger aangepast doorvoergat aanbrengbaar is. Deze plaat dient om de deur rondom het gat te verstevigen en tevens om het gat in de deur op een nette wijze af te dekken.

Tenslotte is een gunstige uitvoering van de vergren-delingsinrichting die, waarbij het verbindingsdeel als een haaks hoekprofiel is uitgevoerd, waarvan de ene flens met de vinger is verbonden en de andere flens voor verbinding met de montagemiddelen is ingericht. Wanneer daarbij nog het verbindingsdeel uit roestvaststaal is vervaardigd, ontstaat een nagenoeg onkraakbare vergrendeling.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de vergrendel ingsinr icht ing voor een afsluitorgaan volgens de uitvinding schematisch weergeeft.

Fig. 1 is een vooraanzicht van een kanteldeur van een garage, die met een uitvoeringsvoorbeeld van de vergrende-lingsinrichting volgens de uitvinding is uitgerust; fig. 2 is een vergrote dwarsdoorsnede van het uitvoe-ringsvoorbeeld van fig. 1 langs de lijn II-II.

Fig. 1 toont een afsluitorgaan 1 in gesloten toe- stand, welk afsluitorgaan in dit geval bestaat uit een kantelbare garagedeur 1, welke met een standaardslot 2 en een uitvoer ingsvoorbeeld van de vergrendelingsinrichting 3 volgens de uitvinding is uitgerust.

Fig. 2 toont op grotere schaal de in fig. 1 weergegeven vergrendelingsinrichting 3 in een dwarsdoorsnede. Het is duidelijk, dat in een grondvlak 4 van een af te sluiten ruimte 5, in dit geval de betonnen garagevloer 4, nabij de te openen zijde van de garagedeur 1 gaten 6 zijn aangebracht. Deze gaten 6 zijn afgestemd op montagemiddelen in de vorm van pennen 7, voor het monteren van een verbindingsdeel 8 van de vergrendelingsinrichting 3 aan de garagevloer 4. Hiertoe is het verbindingsdeel 8 voorzien van met schroefdraad uitgeruste gaten 9, waarvan de diameter correspondeert met die van de pennen 7. Zoals in figuur 2 is weergegeven, zijn de pennen 7 voor een deel eveneens voorzien van schroefdraad voor montage in de gaten 9 van het verbindingsdeel 8. De pennen 7 zijn derhalve los in de garagevloer 4 geplaatst, maar uiteraard alleen in de richting loodrecht op de openingsrichting van de garagedeur 1. In de openingsrichting vormen de pennen 7 en het verbindingsdeel 8 een stevige vergrendeling. Het verbindingsdeel 8 is als een haaks hoekprofiel uitgevoerd, waarvan de horizontale flens 10 op de garagevloer 4 rust en de verticale flens 11 ter hoogte van de bovenrand hiervan met een vinger 12 is verbonden. De vinger 12, die althans ongeveer loodrecht op de verticale flens 11 van het verbindingsdeel 8 is bevestigd, bijvoorbeeld gelast, steekt door een van binnen naar buiten verlopend gat 13 in de garagedeur 1 naar buiten. In de vinger 12 is een oog 14 gevormd, dat zich bij een gesloten garagedeur 1 aan de buitenzijde van de garagedeur 1 bevindt. In het oog 14 is in gemonteerde toestand een hangslot (niet weergegeven) gestoken. Aan de buitenzijde van de garagedeur 1 is met behulp van bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld popnagels 15 een met een doorvoergat 16 uitgevoerde verstevigingsplaat 17 zodanig aangebracht, dat het doorvoergat 16 in lijn ligt met het gat 13 van de garagedeur 1. De afmetingen van zowel het gat 13 van de garagedeur 1 als het doorvoergat 16 van de verstevigingsplaat 17 zijn aan de dwarsafmetingen van de vinger 12 aangepast.

Het ontgrendelen van de vergrendelingsinrichting volgens de tekening verloopt als volgt. Voor- of nadat het stan- daardslot 2 is ontgrendeld, wordt het niet weergegeven hangslot met een sleutel geopend en uit het oog 14 van de vinger 12 verwijderd. Vervolgens kan de garagedeur 1 op de gebruikelijke wijze in de richting van de pijl worden geopend. Bij het openen van de garagedeur 1 blijven het verbindingsdeel 8 en de daarmee verbonden vinger 12 op hun plaats. Na het openen van de garagedeur 1 kan het verbindingsdeel 8 inclusief de pennen 7 uit de garagevloer 4 door eenvoudigweg oplichten worden verwijderd, daar de pennen 7 los in de gaten 6 van de garagevloer 4 zitten. Het aanbrengen van de vergrendeling gebeurt in omgekeerde volgorde.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een vergrendelingsinrichting voor een afsluitorgaan verschaft, die op eenvoudige wijze eventueel naast een bestaande vergrendeling op vrijwel ieder type afsluitorgaan kan worden aangebracht en die in vergrendelde stand een kraakbestendige vergrendeling vormt. Daarnaast is het mogelijk de vergrende-lingsinrichting bij geopende stand van het afsluitorgaan al naar gelang de wensen van de gebruiker te verwijderen.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beeld, welke op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd. Zo kan het verbindingsdeel 8 niet met pennen 7, maar met inslagpluggen zijn aangebracht.

Verder is het mogelijk de afmetingen en de bevesti-gingsplaats van het verbindingsdeel 8 te variëren, afhankelijk van de deurafmetingen en het type deur.

Tenslotte zijn binnen het kader van de uitvinding uitvoeringsvoorbeelden van een vergrendelingsinrichting volgens de uitvinding mogelijk, voor het vergrendelen van deuren van materiaal- of bootcontainers, vrachtwagens, caravans, archiefkasten, doch ook ramen etc.

Claims (9)

1. Vergrendelingsinrichting voor een afsluitorgaan, in het bijzonder een deur, voorzien van een verbindingsdeel met montagemiddelen voor het monteren van het verbindingsdeel aan een vast deel binnen een door het afsluitorgaan af te sluiten ruimte en aan of nabij de te openen zijde hiervan zodanig, dat een kracht in de openingsrichting van het afsluit-orgaan kan worden weerstaan, alsmede een met het verbindingsdeel samenwerkend slotorgaan voor het van buiten de af te sluiten ruimte op slot doen van het afsluitorgaan met behulp van de vergrendelingsinrichting, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel (8) is voorzien van een vinger (12), die in een van binnen naar buiten verlopend gat (13) in het afsluitorgaan (1) kan steken en is uitgevoerd met middelen (14) voor ingrij-ping met het slotorgaan.

2. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de montagemiddelen (7) zodanig zijn uitgevoerd dat het verbindingsdeel (8) losneembaar met het vaste deel (4) binnen de af te sluiten ruimte (5) te verbinden is.

3. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de montagemiddelen als pennen (7) zijn uitgevoerd, die los in gaten (6) in het vaste deel (4) althans ongeveer loodrecht op de openingsrichting van het afsluitorgaan (1) kunnen worden geplaatst.

4. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de pennen (7) losneembaar in gaten (9) in het verbindingsdeel (8) zijn aangebracht.

5. Vergrendelingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vinger (12) een zodanige lengte bezit dat deze in gemonteerde toestand door het af-sluitorgaan (1) heen naar buiten steekt voor aangrijping door het slotorgaan.

6. Vergrendelingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor ingrij-ping met het slotorgaan bestaan uit een in de vinger (12) gevormd oog (14), waarin het slotorgaan, bij voorkeur in de vorm van een hangslot kan worden gestoken.

7. Vergrendelingsinrichting volgens één der voorgaan- de conclusies, gekenmerkt door een verstevigingsplaat (17) die aan de buitenzijde van het afsluitorgaan (1) rondom het gat (13) hierin met een aan de vinger (12) aangepast doorvoergat (16) aanbrengbaar is.

8. Vergrendelingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel (8) als een haaks hoekprofiel is uitgevoerd, waarvan de ene flens (11) met de vinger (12) is verbonden en de andere flens (10) voor verbinding met de montagemiddelen (7) is ingericht.

9. Vergrendelingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste het verbindingsdeel (8) met de vinger (12) uit roestvast staal is vervaardigd .