NL9401025A - Connectorsamenstel. - Google Patents

Connectorsamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL9401025A
NL9401025A NL9401025A NL9401025A NL9401025A NL 9401025 A NL9401025 A NL 9401025A NL 9401025 A NL9401025 A NL 9401025A NL 9401025 A NL9401025 A NL 9401025A NL 9401025 A NL9401025 A NL 9401025A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
positioning piece
positioning
conductors
connector assembly
connector
Prior art date
Application number
NL9401025A
Other languages
English (en)
Inventor
Danny Morlion
Luc Jonckheere
Jan Peter Karel Van Koetsem
Original Assignee
Framatome Connectors Belgium
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Framatome Connectors Belgium filed Critical Framatome Connectors Belgium
Priority to NL9401025A priority Critical patent/NL9401025A/nl
Priority to EP95924303A priority patent/EP0765489B1/en
Priority to PCT/EP1995/002401 priority patent/WO1995035518A1/en
Priority to DE69516518T priority patent/DE69516518T2/de
Publication of NL9401025A publication Critical patent/NL9401025A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3873Connectors using guide surfaces for aligning ferrule ends, e.g. tubes, sleeves, V-grooves, rods, pins, balls
    • G02B6/3885Multicore or multichannel optical connectors, i.e. one single ferrule containing more than one fibre, e.g. ribbon type
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/381Dismountable connectors, i.e. comprising plugs of the ferrule type, e.g. fibre ends embedded in ferrules, connecting a pair of fibres
    • G02B6/3818Dismountable connectors, i.e. comprising plugs of the ferrule type, e.g. fibre ends embedded in ferrules, connecting a pair of fibres of a low-reflection-loss type
    • G02B6/382Dismountable connectors, i.e. comprising plugs of the ferrule type, e.g. fibre ends embedded in ferrules, connecting a pair of fibres of a low-reflection-loss type with index-matching medium between light guides
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3833Details of mounting fibres in ferrules; Assembly methods; Manufacture
    • G02B6/3847Details of mounting fibres in ferrules; Assembly methods; Manufacture with means preventing fibre end damage, e.g. recessed fibre surfaces
    • G02B6/3849Details of mounting fibres in ferrules; Assembly methods; Manufacture with means preventing fibre end damage, e.g. recessed fibre surfaces using mechanical protective elements, e.g. caps, hoods, sealing membranes
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3873Connectors using guide surfaces for aligning ferrule ends, e.g. tubes, sleeves, V-grooves, rods, pins, balls
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3897Connectors fixed to housings, casing, frames or circuit boards

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Mechanical Coupling Of Light Guides (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)

Description

Connectorsamenstel
De uitvinding heeft betrekking op een connectorsamen-stel voor het met elkaar verbinden van optische geleiders, voorzien van een eerste en een tweede connectordeel, waarbij elk connectordeel is voorzien van een positioneringsstuk met een of meer positioneringskanalen voor eerste respectievelijk tweede geleiders, waarbij elke geleider een contactvlak omvat in het bovenvlak van het bijbehorende positioneringsstuk en waarbij het eerste positioneringsstuk is voorzien van een re-ferentiegroef met tenminste een recht eerste referentievlak en het tweede positioneringsstuk is voorzien van een referentie-nok met tenminste een recht tweede referentievlak dat in de gekoppelde toestand van de connectordelen tegen het eerste referentievlak aanligt, welke referentievlakken zijn gelegen op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen .
Een connectorsamenstel van dit type is beschreven in EP-A-0 571 037 alsmede in de oudere Europese octrooiaanvrage 93203458. Dit bekende connectorsamenstel heeft het voordeel, dat het uit fabricage-oogpunt relatief eenvoudig is een referentievlak op een zeer nauwkeurig vooraf bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen aan te brengen, zodat door het eenvoudig tegen elkaar drukken van de referentievlakken een nauwkeurige positionering van de contactvlakken van de geleiders ten opzichte van elkaar wordt bereikt. Bij een connectorsamenstel van deze soort kan zich het probleem voordoen, dat lucht aanwezig is tussen de contactvlakken van de geleiders van de beide connectordelen. Tengevolge van breking aan de grensvlakken tussen de geleiders en lucht is dan geen goede signaaloverdracht meer mogelijk.
De uitvinding beoogt een connectorsamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de koppeling tussen de geleiders in de gekoppelde toestand van de connectordelen is verbeterd.
Hiertoe heeft het connectorsamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat bij tenminste een connectordeel een gedeelte van het bovenvlak van het positioneringsstuk en de in dit bovenvlak liggende contactvlakken van de geleiders zijn afgedekt door een kunststof folielaag die in de gekoppelde toestand van de connectordelen tussen de contactvlakken van de respectieve geleiders een gedefinieerd grensvlak vormt met een vooraf bepaalde brekingsindex.
Bij voorkeur is de folielaag losneembaar aangebracht op het positioneringsstuk. Hierdoor kan de folielaag na een of enkele malen ontkoppelen van de connectordelen eenvoudig worden vervangen.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het connectorsamenstel volgens de uitvinding schematisch is weergegeven .
Fig. 1 geeft in perspectief een eerste connectordeel van een connectorsamenstel volgens de uitvinding weer.
Fig. 2 geeft in perspectief een tweede connectordeel weer, dat te zanten met hét eerste connectordeel uit fig. 1 een uitvoeringsvorm van het connectorsamenstel volgens de uitvinding vormt.
Fig. 3 geeft in perspectief het tweede connectordeel uit fig. 2 weer, waarbij ter toelichting een folielaag niet is getoond, welke in normaal gebruik de contactvlakken van de geleiders afdekt.
Fig. 4 toont in perspectief op sterk vergrote schaal het positioneringsstuk van het eerste connectordeel uit fig.
1, waarbij voor de toelichting de geleiders niet zijn getekend .
Fig. 5 toont in perspectief op sterk vergrote schaal het positioneringsstuk van het tweede connectordeel in de in fig. 3 weergegeven toestand zonder folielaag.
Fig. 6 is een met fig. 5 overeenkomend aanzicht, waarbij de klemelementen en de folielaag los van het positioneringsstuk zijn getekend.
Fig. 7 toont sterk schematisch twee geleiders in de gekoppelde toestand van de connectordelen.
In de fig. 1 en 2 zijn een eerste connectordeel l en een tweede connectordeel 2 weergegeven van een uitvoeringsvorm van een connectorsamenstel voor het met elkaar verbinden van optische geleiders. Het eerste connectordeel 1 is voorzien van een eerste positioneringsstuk 3 die in fig. 4 in detail is weergegeven. Het positioneringsstuk 3 omvat naast elkaar lig gende positioneringskanalen 4 voor eerste geleiders die ter wille van de duidelijkheid in fig. 1 en 4 niet zijn weergegeven. Deze eerste geleiders die als optische geleiders zijn uitgevoerd, zijn in een printkaart 5 ingebed, waarin tevens het positioneringsstuk 3 is ingebed. Elke geleider is in een bijbehorend positioneringskanaal 4 geplaatst, zodat de positie van de geleiders wordt bepaald door de positioneringskanalen 4. Zoals uit fig. 4 blijkt, lopen deze positioneringskanalen 4 schuin naar het bovenvlak van het positioneringsstuk 3, zodat de uiteinden van de geleiders geleidelijk naar dit bovenvlak worden geleid. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld valt het bovenvlak van het positioneringsstuk 3 samen met het bovenvlak van de printkaart 5, doch desgewenst kan het positioneringsstuk 3 ten opzichte van het bovenvlak van de printkaart 5 uitsteken of zijn verzonken. De uit het positioneringsstuk 3 stekende delen van de geleiders worden door polijsten verwijderd zodanig dat contactvlakken van de geleiders in het bovenvlak van het positioneringsstuk 3 worden verkregen, zoals hierna nog zal worden beschreven.
Het connectordeel 1 is voorts voorzien van een huis 6 dat op de in fig. 1 getoonde wijze op de printkaart 5 is bevestigd en het positioneringsstuk 3 met de contactvlakken van de geleiders omgeeft.
Het in fig. 2 weergegeven tweede connectordeel 2 is voorzien van een huis 7 dat een dragerdeel 8 en een daarop verschuifbare kap 9 omvat. In het dragerdeel 8 is een positioneringsstuk 10 in drie onderling loodrechte richtingen x, y en z beweegbaar gemonteerd. Deze x-, y- en z-richtingen zijn door pijlen in fig. 2 schematisch aangeduid. Het positioneringsstuk 10 is in detail in de fig. 5 en 6 weergegeven en omvat evenals het positioneringsstuk 3 naast elkaar liggende positioneringskanalen 4 voor optische geleiders 11 van een kabel 12. De geleiders 11 worden in de positioneringskanalen 4 geleidelijk naar het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 geleid. Bij de fabricage worden de uit het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 stekende delen van de geleiders ll door polijsten verwijderd zodanig dat contactvlakken lla (zie fig. 5) in het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 worden verkregen, zoals hierna nog nader zal worden beschreven. In fig.
2 zijn de contactvlakken van de geleiders ll niet zichtbaar, doordat een deel van het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 en de contactvlakken van de geleiders 11 zijn afgedekt door een uit kunststof materiaal bestaande folielaag 13 die door klemelementen 14 op het positioneringsstuk 10 is bevestigd. In fig. 3 is het connectordeel 2 weergegeven, waarbij de folielaag 13 is verwijderd, zodat de uiteinden van de positione-ringskanalen 4 in het positioneringsstuk 10 zichtbaar zijn.
Het positioneringsstuk 3 is voorzien van een referen-tiegroef 15 met twee rechte referentievlakken 16 respectievelijk 17 die op zeer nauwkeurig bepaalde plaatsen in langs-respectievelijk dwarsrichting ten opzichte van de positione-ringskanalen 4 zijn gelegen. Het positioneringsstuk 10 is voorzien van een referentienok 18 met rechte referentievlakken 19 en 20, waarbij op dezelfde wijze als het referentievlak 16 respectievelijk 17 het referentievlak 19 op een zeer nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de langsrichting van de positioneringskanalen 4 is gelegen en het referentievlak 20 op een zeer nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de uiteinden 26 van de positioneringskanalen 4 is gelegen. Wanneer het connectordeel 2 in het connectordeel 1 wordt gestoken, wordt de referentienok 18 in de referentiegroef 15 geschoven en worden de referentievlakken 19, 20 tegen de referentievlakken 16, 17 gedrukt, zodat de positioneringskanalen 4 van de respectieve positioneringsstukken 3, 10 in langs- en dwarsrichting nauwkeurig ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd en daarmee de contactvlakken van de bijbehorende geleiders .
De werking van de samenwerking tussen referentiegroef 15 en referentienok 18 en de bijbehorende referentievlakken 16, 17 respectievelijk 19, 20 is nader beschreven in EP-A-0 571 037 en het connectorsamenstel als geheel is nader beschreven in de oudere Europese octrooiaanvrage 93203458, naar welke dokumenten voor een nadere toelichting wordt verwezen.
Zoals nader is beschreven in een octrooiaanvrage van gelijke datum van aanvraagster bestaat het positioneringsstuk 3 uit een dragerplaat 21 die bijvoorbeeld uit kunststof is vervaardigd, bijvoorbeeld door spuitgieten, en een hierop bevestigde dunne geleidingsplaat 22 die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd. De referentiegroef 15 met de referentievlakken 16, 17 is in deze geleidingsplaat 22 gevormd, zodat de nauwkeurigheid van de referentievlakken zeer hoog is. In de dragerplaat 21 is een overeenkomstige groef 23 aangebracht, waarvan de afmetingen tenminste gelijk aan doch bij voorkeur groter zijn dan de afmetingen van de referentiegroef 15.
In fig. 4 is het positioneringsstuk 3 weergegeven, voordat de geleiders zijn aangebracht. Uit fig. 4 blijkt, dat de dragerplaat 21 is voorzien van drie afgeknot kegelvormige polijstnokken 24 die door openingen 25 van de geleidingsplaat 22 steken. Deze openingen 25 zijn van een getande rand voorzien die op de bijbehorende polijstnok 24 aangrijpt, zodanig dat een bevestiging van de geleidingsplaat 22 op de dragerplaat 21 wordt gewaarborgd. De positioneringskanalen 4 monden uit in een V-vormige sleuf 26 in de geleidingsplaat 22, welke V-vormige sleuf 26 de ligging van het contactvlak van de bijbehorende geleider bepaalt. De positioneringskanalen 4 van de dragerplaat 21 zorgen voor een voorpositionering van de geleiders, terwijl de V-vormige sleuven 26 voor een fijnpositione-ring zorgdragen.
Tenslotte is de geleidingsplaat 22 voorzien van twee positioneringsopeningen 27, terwijl de dragerplaat 21 overeenkomstige openingen 28 bezit, waarvan de diameter tenminste gelijk is aan doch bij voorkeur groter is dan die van de openingen 27, zodat de diameter van de positioneringsopeningen 27 bepalend is. Voor het vervaardigen van het connectordeel 1 wordt het positioneringsstuk 3 met de positioneringsopeningen 27, 28 op positioneringspennen van een bedradingstafel geplaatst. Vervolgens worden de geleiders in de positioneringskanalen 4 geschoven, tot de uiteinden tenminste gedeeltelijk boven het bovenvlak van de geleidingsplaat 22 uitsteken. Vervolgens worden de geleiders in de open ruimte 29 en in de positioneringskanalen 4 met bijvoorbeeld een epoxyhars ingegoten. Hierbij zijn de referentiegroef 15 en de groef 23 en de positioneringsopeningen 27 afgedekt. Na het ingieten worden de uit de positioneringskanalen 4 stekende uiteinden van de geleiders door polijsten verwijderd, waarbij de polijstdiepte wordt gemeten door het oppervlak van de polijstnokken 24 te meten. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld dienen de con-tactvlakken in het bovenvlak van de geleidingsplaat 22 te liggen. Het bereiken van deze in fig. 4 weergegeven toestand wordt gesignaleerd door het oppervlak van de polijstnokken 24 continu te vergelijken met een vooraf bepaalde waarde, die overeenkomt met het oppervlak van een polijstnok in de doorsnede met het bovenvlak van de geleidingsplaat 22.
Zoals in fig. 5 is weergegeven, is het positione-ringsstuk 10 op dezelfde wijze opgebouwd uit een dragerplaat 30 die uit kleurstof is vervaardigd, bijvoorbeeld door spuit-gieten, en een geleidingsplaat 31 die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd. De referentienok 18 is als afzonderlijk onderdeel eveneens met zeer hoge nauwkeurigheid vervaardigd en is passend in een opening van de geleidingsplaat 31 gemonteerd. Ook kan de referentienok 28 als een geheel met de geleidingsplaat 26 worden uitgevoerd. Zoals uit fig. 5 blijkt is ook de dragerplaat 30 van afgeknot kegelvormige polijstnok-ken 24 voorzien, terwijl de geleidingsplaat 31 van openingen 25 met een getande rand is voorzien. Hiermede is de geleidingsplaat 31 op de dragerplaat 30 bevestigd. De positione-ringskanalen 4 monden ook bij het positioneringsstuk 10 uit in V-vormige sleuven 26 in de geleidingsplaat 31. Deze V-vormige sleuven 26 bepalen de plaats van de contactvlakken 11a van de geleiders 11.
In fig. 6 is het positioneringsstuk 10 weergegeven voordat de geleiders 11 in het positioneringsstuk zijn ingegoten, waarbij de klemelementen 14 en de folielaag 13 los van het positioneringsstuk 10 zijn getekend. In fig. 5 is te zien, dat na het ingieten van de geleiders 11 en het polijsten in het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 aan de ene zijde van de positioneringskanalen 4 een sleuf 40 aanwezig is met openingen 41, waarin het klemelement 14 onder inklemming van de folielaag 13 kan worden bevestigd. Hiertoe heeft het klemelement 14 pennen 42 die met een klempassing in de gaten 41 worden bevestigd. Op overeenkomstige wijze is aan de andere zijde van de positioneringskanalen 4 in het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 een sleuf 43 met gaten 44 gevormd voor een zelfde klemelement 14 met pennen 42 die met een klempassing in de gaten 44 bevestigbaar zijn. Aan de sleuf 40 respectievelijk 43 grenst een sleuf 45 via welke een werktuig onder het klemelement 14 kan worden gebracht voor het verwijderen daarvan. Hierdoor kan de folielaag 13 gemakkelijk worden vervangen.
Het toepassen van de folielaag 13 uit een geschikt kunststof materiaal heeft het voordeel, dat tussen de contact-vlakken van de geleiders van de beide connectordelen 1, 2 in de gekoppelde toestand geen lucht meer aanwezig kan zijn en de grenslaag tussen twee tegenover elkaar liggende contactvlakken 46 van de geleiders gevormd door de folielaag 13, zoals schematisch in fig. 7 is weergegeven. Het materiaal van de folielaag 13 is zodanig gekozen, dat de brekingsindex daarvan althans ongeveer overeenkomt met de brekingsindex van de geleiders, zodat een optimale overdracht van de ene naar de andere geleider wordt gewaarborgd.
Opgemerkt wordt, dat de sleuf 43 met de aangrenzende sleuf 45 desgewenst ook in het voorvlak van het positione-ringsstuk 10 kan zijn gevormd.
De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

Claims (7)

1. Connectorsamenstel voor het met elkaar verbinden van optische geleiders, voorzien van een eerste en een tweede connectordeel, waarbij elk connectordeel is voorzien van een positioneringsstuk met een of meer positioneringskanalen voor eerste respectievelijk tweede geleiders, waarbij elke geleider een contactvlak omvat in het bovenvlak van het bijbehorende positioneringsstuk en waarbij het eerste positioneringsstuk is voorzien van een referentiegroef met tenminste een recht eerste referentievlak en het tweede positioneringsstuk is voorzien van een referentienok met tenminste een recht tweede re-ferentievlak dat in de gekoppelde toestand van de connectorde-len tegen het eerste referentievlak aanligt, welke referentie-vlakken zijn gelegen op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen, met het kenmerk, dat bij tenminste een connectordeel een gedeelte van het bovenvlak van het positioneringsstuk en de in dit bovenvlak liggende contactvlakken van de geleiders zijn afgedekt door een kunststof folielaag die in de gekoppelde toestand van de connector-delen tussen de contactvlakken van de respectieve geleiders een gedefinieerd grensvlak vormt met een vooraf bepaalde brekingsindex.
2. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de folielaag losneembaar is aangebracht op het positioneringsstuk.
3. Connectorsamenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de folielaag op het positioneringsstuk is bevestigd door middel van losneembare klemelementen.
4. Connectorsamenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het positioneringsstuk aan weerszijden van de contactvlakken van de geleiders is voorzien van een uitsparing voor een klemelement, waarin het klemelement onder inklemming van de folielaag losneembaar bevestigbaar is.
5. Connectorsamenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke uitsparing twee gaten omvat en dat elk klemelement is voorzien van twee pennen die met een klempas-sing in de gaten zijn opgenomen.
6. Connectorsamenstel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat op elke uitsparing een tweede uitsparing aansluit voor het invoeren van een werktuig voor het losnemen van het klemelement.
7. Connectorsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een of beide positioneringsstuk-ken is/zijn samengesteld uit een dragerplaat en een gelei-dingsplaat die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd, waarbij tenminste de uiteinden van de positioneringskanalen in de geleidingsplaat zijn gevormd en de referentiegroef respectievelijk de referentienok deel uitmaakt van de geleidingsplaat.
NL9401025A 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel. NL9401025A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401025A NL9401025A (nl) 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel.
EP95924303A EP0765489B1 (en) 1994-06-22 1995-06-20 Connector assembly
PCT/EP1995/002401 WO1995035518A1 (en) 1994-06-22 1995-06-20 Connector assembly
DE69516518T DE69516518T2 (de) 1994-06-22 1995-06-20 Steckervorrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401025A NL9401025A (nl) 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel.
NL9401025 1994-06-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401025A true NL9401025A (nl) 1996-02-01

Family

ID=19864343

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401025A NL9401025A (nl) 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0765489B1 (nl)
DE (1) DE69516518T2 (nl)
NL (1) NL9401025A (nl)
WO (1) WO1995035518A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2822211A1 (de) * 1977-05-27 1978-11-30 Philips Nv Kupplungsvorrichtung mit lichtleitenden fasern
GB2054192A (en) * 1979-07-02 1981-02-11 Itt Fibre optic connector
EP0497011A1 (en) * 1991-01-29 1992-08-05 BELL TELEPHONE MANUFACTURING COMPANY Naamloze Vennootschap Circuit board assembly
EP0571037A1 (en) * 1992-05-20 1993-11-24 Framatome Connectors International Connector assembly

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9401023A (nl) * 1994-06-22 1996-02-01 Framatome Connectors Belgium Connectorsamenstel.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2822211A1 (de) * 1977-05-27 1978-11-30 Philips Nv Kupplungsvorrichtung mit lichtleitenden fasern
GB2054192A (en) * 1979-07-02 1981-02-11 Itt Fibre optic connector
EP0497011A1 (en) * 1991-01-29 1992-08-05 BELL TELEPHONE MANUFACTURING COMPANY Naamloze Vennootschap Circuit board assembly
EP0571037A1 (en) * 1992-05-20 1993-11-24 Framatome Connectors International Connector assembly

Also Published As

Publication number Publication date
DE69516518D1 (de) 2000-05-31
EP0765489A1 (en) 1997-04-02
DE69516518T2 (de) 2000-08-10
WO1995035518A1 (en) 1995-12-28
EP0765489B1 (en) 2000-04-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9200884A (nl) Connectorsamenstel.
EP0109648B1 (en) Flat type plastic connector means for splicing a plurality of optical fibres
US7441965B2 (en) Connector
US8021058B1 (en) Fabrication of optical devices and assemblies
EP0312298B1 (en) Bar code reader head
US4973127A (en) Multifiber optical connector and method of making same
JPH07504770A (ja) ハイブリッド光集積回路の製造方法および発光装置
DE102008063407B4 (de) Eine optoelektronische oberflächenmontierte Vorrichtung und ein Verfahren zum Bilden einer optoelektronischen oberflächenmontierten Vorrichtung
DE69014051D1 (de) Vorrichtung für optische Datenübertragung mit parallelen Kanälen für eine lineare Anordnung von optischen Elementen.
US20110262079A1 (en) Optical ferrule, optical ferrule molding die, manufacturing method of optical ferrule, and ferrule with optical fiber
KR20040086477A (ko) 광섬유 페룰
JPH10507848A (ja) オプチカルインターフェースを有する光素子カプセル
FR2719912A1 (fr) Dispositif de connexion de fibres optiques à des guides d'ondes formés dans un substrat.
US4059345A (en) Fixture for mounting bar lens array in electrophotographic apparatus
NL9401025A (nl) Connectorsamenstel.
NL9500329A (nl) Positioneringsstuk voor optische geleiders.
FR2351424A1 (fr) Egaliseur optique a indice de refraction gradue pour transmission de signaux sur guides optiques multimode
NL9401023A (nl) Connectorsamenstel.
US5666446A (en) Method for producing a cover for an integrated optical circuit and cover for an integrated optical circuit
NL9401024A (nl) Connectorsamenstel.
NL9401458A (nl) Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders.
US4969153A (en) Laser tube and power supply
NL1024107C2 (nl) Optisch uitrichtingssysteem.
DE69210492D1 (de) Optische Einheit für die Verwendung in einem Laserstrahldrucker
NL9202172A (nl) Connectorsamenstel.