NL9400644A

NL9400644A - Method for manufacturing and interconnecting construction parts in a liquid-tight manner and assembly formed by applying this method.

Info

Publication number: NL9400644A
Application number: NL9400644A
Authority: NL
Inventors: Bernhard Leopold Ge Hollestein; Doede Hessel Van Kammen; Leen Baars
Original assignee: Bernhard Leopold George Holles
Priority date: 1994-04-21
Filing date: 1994-04-21
Publication date: 1995-12-01
Also published as: DE69527391D1; EP0678446A1; EP0678446B1; DE69527391T2

Description

Werkwijze voor het vervaardigen en onderling vloeistofdicht verbinden van constructiedelen en door toepassing van deze werkwijze gevormd samenstelMethod for manufacturing and interconnecting construction parts in a liquid-tight manner and assembly formed by applying this method

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen en onderling vloeistofdicht en star, doch losneembaar met elkaar verbinden van in een natte omgeving te gebruiken constructiedelen. Een voorbeeld van een dergelijke vloeistofdichte verbindingswijze is beschreven in het Europese octrooischrift EP-A-0 079 911.The invention relates to a method for manufacturing and mutually liquid-tight and rigidly but releasably connecting construction parts to be used in a wet environment. An example of such a liquid-tight connection method is described in European patent EP-A-0 079 911.

Bij de bekende werkwijze worden drijvende standaardcomponenten met elkaar verbonden ter vorming van bijvoorbeeld een ponton of iets dergelijks. Daarbij wordt gebruik gemaakt van standaardcomponenten die op elk van de vier hoekpunten van hun met elkaar te verbinden vlakken voorzien zijn van met elkaar samenwerkende, uitstekende verbindingselementen. Elk stel samenwerkende verbindingselementen omvat een op de ene drijvende standaardcomponent aangebracht vrouwelijk element, in de vorm van een oog, en een op de andere drijvende component aangebracht mannelijk verbindingselement, in de vorm van een in het oog passende holle pen. Bij de bekende werkwijze worden de twee drijvende componenten naar elkaar toe bewogen tot de vier uit het verbindingsvlak van de eerste component stekende holle pennen opgenomen zijn in de eveneens uitstekende ogen van de andere drijvende component, waarna door elke holle pen en het bijbehorende oog een bout gestoken en met behulp van een moer bevestigd en gespannen wordt, teneinde een starre verbinding tussen de drijvende componenten te bewerkstelligen.In the known method, floating standard components are joined together to form, for example, a pontoon or the like. Standard components are used which, at each of the four corners of their surfaces to be joined, are provided with mutually co-acting, protruding connecting elements. Each set of co-operating connecting members comprises a female element, in the form of an eye, mounted on one floating standard component, and a male connecting element, arranged on the other floating component, in the form of an eye-fitting hollow pin. In the known method, the two floating components are moved towards each other until the four hollow pins protruding from the connecting surface of the first component are received in the likewise protruding eyes of the other floating component, after which a bolt is screwed through each hollow pin and the associated eye inserted and fastened with a nut, in order to achieve a rigid connection between the floating components.

Deze bekende werkwijze, die met name gebruikt wordt voor het samenbouwen van drijvende constructies zoals pontons, aanlegsteigers, werkeilanden en dergelijke op plaatsen die slecht toegankelijk zijn, heeft als voornaamste nadeel dat gebruik gemaakt wordt van buiten de omtrek van de drijvende standaarcomponenten uitstekende verbindingselementen. Hierdoor zijn de standaardcomponenten, die in het algemeen afmetingen hebben welke overeenkomen met die van zogeheten ISO-containers slechts met grote moeite te vervoeren, daar door de uitstekende delen de genormeerde contai-nermaten overschreden worden. Bovendien kan bij de bekende werkwijze de kracht van de verbinding niet aangepast worden aan de te verwachten belasting, daar immers altijd gebruik gemaakt wordt van vier bouten met een door de boring van de holle pen en het oog bepaalde diameter.This known method, which is used in particular for assembling floating structures such as pontoons, jetties, working islands and the like in places that are difficult to access, has the main drawback that use is made of connecting elements protruding outside the periphery of the floating standard components. As a result, the standard components, which generally have dimensions corresponding to those of so-called ISO containers, can only be transported with great difficulty, since the standard parts are exceeded by the protruding parts. Moreover, in the known method, the strength of the connection cannot be adapted to the expected load, since four bolts with a diameter determined by the bore of the hollow pin and the eye are always used.

Bij een ander bekend systeem voor het uit standaardcontainers samenstellen van een drijvende constructie, dat in de handel gebracht wordt door de B.V. Ravestein in Deest (NL), wordt eveneens gebruik gemaakt van aan de buitenzijde op de standaardcontainers aangebrachte verbindingselementen, hier echter in de vorm van een wig en een wigvormige opnameruimte. De wig wordt nog in de opnameruimte geborgd door een wigvormige pen. Dit systeem kent dezelfde nadelen als hiervoor besproken, terwijl daarnaast geen sluitende bevestiging kan worden gewaarborgd bij toepassing van wiggen.In another known system for assembling a floating construction from standard containers, which is marketed by the B.V. Ravestein in Deest (NL), use is also made of connecting elements mounted on the outside of the standard containers, but here in the form of a wedge and a wedge-shaped receiving space. The wedge is still secured in the receiving space by a wedge-shaped pin. This system has the same drawbacks as discussed above, while in addition a tight fit cannot be guaranteed when wedges are used.

Weer een ander systeem voor het uit de standaardcontainer samenstellen van een drijvende constructie staat bekend onder de handelsnaam "Flexifloat" en maakt gebruik van aan de buitenzijde van een deel van de containers aangebrachte uitstekende of mannelijke verbindingselementen, en in de buitenwand van een ander deel van de containers uitgespaarde opnemende of vrouwelijke verbindingselementen. Elk mannelijk element is voorzien van een kop en een daarachter gelegen insnoering, terwijl elk vrouwelijk element een opening in de wand en een daarachter verschuifbaar aangebrachte grendel vertoont. Elke grendel is voorzien van een sleufvormige uitsparing, waarvan de afmetingen overeenkomen met de afmetingen van de insnoering in het mannelijk element. Bij het met elkaar verbinden van de standaardcontainers worden de mannelijke elementen door de openingen van de vrouwelijke elementen met hun kop tot voorbij de grendel-elementen geduwd, waarna de grendelelementen naar beneden geschoven worden en zo de kop van elk mannelijk element achter het grendelelement geborgd wordt. Ook dit systeem heeft als nadeel dat een deel van de bevestigingselementen buiten de omtrek van de containers uitsteekt. Daarnaast neemt het systeem relatief veel ruimte in beslag, en bestaat het gevaar dat bij hoge belastingen de schuifgrendels vervormen en niet meer los te nemen zijn. Ook is de verdeling van de verbindingskrachten over de verschillende verbindingselementen niet bepaald.Yet another system for assembling a floating structure from the standard container is known under the trade name "Flexifloat" and uses protruding or male connecting elements arranged on the outside of part of the containers, and in the outer wall of another part of the container. the receptacles of female or female connecting elements. Each male element is provided with a head and a constriction located behind it, while each female element has an opening in the wall and a latch which can be slid behind it. Each latch is provided with a slotted recess, the dimensions of which correspond to the dimensions of the constriction in the male element. When connecting the standard containers together, the male elements are pushed through the openings of the female elements with their heads past the locking elements, after which the locking elements are pushed down and thus the head of each male element is secured behind the locking element . This system also has the drawback that part of the fastening elements protrude beyond the circumference of the containers. In addition, the system takes up a relatively large amount of space, and there is a risk that the sliding locks will deform and can no longer be removed under high loads. Nor is the distribution of the connecting forces between the various connecting elements determined.

Tenslotte is uit het Europese octrooischrift EP-A-0 469 655 een werkwijze bekend voor het star met elkaar verbinden van standaardcontainers tot een drijvend ponton, waarbij elke container op zijn hoekpunten voorzien is van speciale bevestigingsblokken, en twee blokken telkens met elkaar verbonden worden door een zware trekstang, die hydraulisch op een bepaalde voorspanning wordt gebracht. Daarbij worden de containers niet met hun vlakken tegen elkaar getrokken, maar is tussen de containers om elke trekstang een vervormbaar afstandselement aangebracht.Finally, European patent EP-A-0 469 655 discloses a method for rigidly connecting standard containers to a floating pontoon, wherein each container is provided at its corners with special fixing blocks, and two blocks are each connected by a heavy pull rod, which is hydraulically brought to a certain preload. The containers are not pulled with their surfaces against each other, but a deformable spacer element is arranged between the containers around each pull rod.

Hoewel bij deze werkwijze geen buiten de container uitstekende verbindingsdelen toegepast hoeven te worden, heeft hij toch een aantal nadelen. Zo zijn de benodigde voorzieningen aan de containers relatief zwaar en kostbaar, en is de verbindingskracht nauwelijks aan te passen aan de te verwachten belasting. Daarnaast is het voorspannen van de trekstangen door middel van hydraulische vijzels moeilijk werk, met name wanneer dit in een hoek van een gesloten container dient te worden uitgevoerd. Ook vergt de bevestiging van de trekstangen speciaal gereedschap. Tenslotte kunnen de buiten de containers gelegen afstandselementen bij het koppelen of losnemen van de containers beschadigd worden of verloren gaan.Although no connecting parts protruding outside the container have to be used in this method, it nevertheless has a number of drawbacks. For example, the necessary facilities on the containers are relatively heavy and expensive, and the connecting force can hardly be adjusted to the expected load. In addition, prestressing of the tie rods by hydraulic jacks is difficult work, especially when it is to be performed in a corner of a closed container. The mounting of the tie rods also requires special tools. Finally, the spacers located outside the containers may be damaged or lost when coupling or detaching the containers.

De uitvinding beoogt te voorzien in een werkwijze van de hiervoor beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zich niet voordoen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, door het vervaardigen van de constructiedelen, het bepalen van een benodigde verbindingskracht daartussen, het uit de verbindingskracht en de sterkte van een stel samenwerkende standaard verbindingselementen bepalen van een benodigd aantal stellen verbindingselementen, het in de constructiedelen aanbrengen van openingen, het verdeeld vanaf de binnenzijde van de constructiedelen door de openingen in te verbinden vlakken daarvan aanbrengen van de verbindingselementen, en het star met elkaar verbinden van de samenwerkende elementen van elk verbindingsstel.The object of the invention is to provide a method of the type described above, in which the drawbacks mentioned do not arise. This is achieved according to the invention, by manufacturing the structural parts, determining a required connecting force between them, determining from the connecting force and the strength of a set of cooperating standard connecting elements a required number of sets of connecting elements, arranging openings in the construction parts distributing the connecting elements from the inner side of the structural parts by connecting the openings in surfaces to be connected, and rigidly connecting the cooperating elements of each connecting set.

Bij voorkeur toegepaste varianten van de werkwijze volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclu-sies 2 tot 6.Preferred variants of the method according to the invention form the subject-matter of the subclaims 2 to 6.

De uitvinding betreft verder een samenstel van constructiedelen dat gevormd is door toepassing van de hiervoor beschreven werkwijze. Een dergelijk samenstel vertoont bij voorkeur ten minste twee, langs onderling evenwijdige zijvlakken door middel van ten minste één stel samenwerkende standaard verbindingselementen star met elkaar verbonden constructiedelen, waarbij de verbindingselementen vanaf de binnenzijde van constructiedelen losneembaar aangebracht zijn.The invention further relates to an assembly of construction parts formed by applying the above-described method. Such an assembly preferably has at least two construction parts rigidly connected to each other along longitudinal parallel surfaces by means of at least one set of co-operating standard connecting elements, the connecting elements being detachably arranged from the inside of construction parts.

Voorkeursuitvoeringen van het samenstel volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies 9 tot 16.Preferred embodiments of the assembly according to the invention form the subject-matter of the subclaims 9 to 16.

Tenslotte betreft de uitvinding nog de verschillende afzonderlijke delen van het samenstel, met name de drijvende standaardcomponent. De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:Finally, the invention also relates to the various separate parts of the assembly, in particular the floating standard component. The invention is now elucidated on the basis of an example, reference being made to the attached drawing, in which:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een uit een aantal drijvende standaardcomponenten gevormd samenstel volgens de uitvinding;Fig. 1 is a perspective view of an assembly according to the invention formed from a number of floating standard components;

Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch detailaanzicht is van een verbindingsstel voor toepassing in het samenstel volgens de uitvinding;Fig. 2 is a partially cut-away perspective detail view of a connector assembly for use in the assembly according to the invention;

Fig. 3 een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht is volgens de pijlen Ill-m in fig. 2;Fig. 3 is a partial sectional view according to arrows Ill-m in FIG. 2;

Fig. 4 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht is van een opening in een standaardcomponent en een eerste uitvoeringsvorm van een afsluitorgaan daarvoor;Fig. 4 is a partially cutaway perspective view of an opening in a standard component and a first embodiment of a closure member therefor;

Fig. 5 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm van een afsluitorgaan voor een opening; enFig. 5 is a partially cutaway perspective view of a second embodiment of an opening closure member; and

Fig. 6 een met fig. 2 overeenkomend aanzicht is van een tweetal standaardcomponenten voor de vorming van de starre verbinding, waarbij de ene standaardcomponent voorzien is van een zoekorgaan.Fig. 6 is a view corresponding to FIG. 2 of two standard components for forming the rigid connection, the one standard component being provided with a locator.

Een samenstel 1 van een aantal star, maar losneembaar met elkaar verbonden, drijvende standaardcomponenten 2 (fig. 1) vormt bijvoorbeeld een ponton of een drijvende kademuur voor het dragen van bijvoorbeeld een kraan 3 of het opslaan van lading 4. Elke standaardcomponent, die bijvoorbeeld van staal vervaardigd kan zijn, en waarvan de buitenafmetingen overeenkomen met door de Internationale Standaard Organisatie vastgestelde containermaten, vertoont in zijn zijvlakken 5,6 een serie regelmatig verdeeld aangebrachte openingen 7, een deel waarvan gebruikt kan worden voor het doorleiden van stellen verbindingselementen 8 (fig. 2).For example, an assembly 1 of a number of rigid, but releasably connected, floating standard components 2 (fig. 1) forms a pontoon or a floating quay wall for carrying, for instance, a crane 3 or storing cargo 4. Any standard component, which for example can be made of steel, and the outer dimensions of which correspond to container dimensions determined by the International Standard Organization, in its side surfaces 5,6 it has a series of regularly distributed openings 7, a part of which can be used for passing sets of connecting elements 8 (fig. 2).

De verbindingselementen 8 worden dus vanuit de binnenzijde van de drijvende componenten 2 aangebracht, en de componenten 2 vertonen derhalve geen uitstekende delen. Elke standaardcomponent 2 is verder op zijn hoeken voorzien van volgens ISO-normen vervaardigde fittingen, zodat de standaardcomponent 2 als een normale ISO-container gehanteerd en vervoerd kan worden. Hierdoor kan eenvoudig en snel een groot aantal standaardcomponenten naar een lokatie gebracht worden waar een drijvend samenstel geconstrueerd dient te worden. Het aantal stellen verbindingselementen dat tussen elk stel drijvende standaardcomponenten 2 aangebracht dient te worden, wordt bepaald door de verwachte maximale belasting op de verbinding tussen twee aangrenzende standaardcomponenten 2 te delen door de maximaal toelaatbare belasting op een stel standaard verbindingselementen. De niet voor het doorleiden van verbindingselementen 8 gebruikte openingen 7 kunnen daarbij afgesloten worden door hieronder nader te beschrijven afsluitorganen. Anderzijds is het natuurlijk ook mogelijk dat in elke drijvende standaardcomponent 2 slechts zoveel openingen 7 aangebracht zijn als voor de te vormen verbinding noodzakelijk. Doordat voor het verbinden van de standaardcomponenten 2 daarin slechts openingen 7 aangebracht hoeven te worden, zijn de standaard- componenten 2 relatief prijsgunstig te vervaardigen, en relatief eenvoudig aan te passen.The connecting elements 8 are thus arranged from the inside of the floating components 2, and the components 2 therefore do not have any protruding parts. Each standard component 2 is furthermore fitted at its corners with fittings manufactured according to ISO standards, so that the standard component 2 can be handled and transported as a normal ISO container. As a result, a large number of standard components can easily and quickly be brought to a location where a floating assembly has to be constructed. The number of sets of connectors to be fitted between each set of floating standard components 2 is determined by dividing the expected maximum load on the joint between two adjacent standard components 2 by the maximum allowable load on a set of standard connectors. The openings 7 not used for the passage of connecting elements 8 can thereby be closed off by closing means to be described further below. On the other hand, it is of course also possible that in each standard floating component 2 only as many openings 7 are provided as are necessary for the connection to be formed. Because openings for connecting the standard components 2 only have to be provided therein, the standard components 2 are relatively inexpensive to manufacture and relatively easy to adapt.

Elk stel verbindingselementen 8 omvat een bout 9 en een bijbehorende moer 10 met een bepaalde standaardmaat. In het getoonde voorbeeld wordt als bout 9 gebruik gemaakt van een zogeheten hoogvaste of HV-bout met een nominale diameter van 30 millimeter. De openingen 7 hebben ten opzichte van deze maat een ruimte tolerantie, zodat ook wanneer de tegenover elkaar gelegen openingen 7 niet geheel in register liggen, toch de bout 9 door de openingen 7 gestoken kan worden. Teneinde een waterdichte verbinding te waarborgen, is de moer 10 uitgevoerd als waterdichte dopmoer, terwijl tussen de kop 33 van de bout 9 en de opening 7 in de containerwand 5 een waterdichte bus 11 aangebracht is. De moer 10 omvat een cilindrisch deel 12 en een door lassen 25 daarmee verbonden sluitplaat 13. Evenzo vertoont de bus 11 een cilindrisch deel 14 en een daaraan gelaste sluitplaat 15. Teneinde de moer 10 en de bus 11 op waterdichte wijze met hun bijbehorende opening 7 te verbinden, wordt gebruik gemaakt van klemveren 16. Elke veer 16 is een in hoofdzaak ü-vormige torsieveer, waarvan de benen in verschillende vlakken gelegen zijn. Deze veer 16 wordt tussen de sluitplaat 13, respectievelijk 15 van de moer 10, de bus 11 en een tweetal opsluitlijsten 17 geslagen, waardoor de moer 10 en de bus 11 nauwsluitend tegen de wand 5 van een respectievelijke container gedrukt worden. De opsluitlijsten 17 zijn elk verbonden met in de container gelaste versterkingsribben 18. Teneinde de veer 16 eenvoudig tussen de sluitplaat 13, respectievelijk 15 en de opsluitlijsten 17 te kunnen duwen of slaan, zijn zijn uiteinden voorzien van afgeschuinde zoekvlakken 19. De opsluitlijsten 17 lopen niet door tot de bodem 35 van de container 2. Hierdoor zal het uiteinde van een van de benen van elke veer 16 de neiging hebben onder de opsluitlijst 17 naar de buitenzijde van de container te bewegen (de benen liggen immers in ontspannen toestand niet in één vlak), waardoor de veer 16 als het ware naar de bodem 35 toe getrokken wordt.Each set of connecting elements 8 comprises a bolt 9 and an associated nut 10 of a certain standard size. In the example shown, as bolt 9, a so-called high-strength or HV bolt with a nominal diameter of 30 millimeters is used. The openings 7 have a space tolerance relative to this measure, so that even when the opposite openings 7 are not completely in register, the bolt 9 can still be inserted through the openings 7. In order to ensure a watertight connection, the nut 10 is designed as a watertight cap nut, while a watertight sleeve 11 is arranged between the head 33 of the bolt 9 and the opening 7 in the container wall 5. The nut 10 comprises a cylindrical part 12 and a sealing plate 13 connected to it by welding 25. Likewise, the sleeve 11 has a cylindrical part 14 and a sealing plate 15 welded to it. In order to waterproof the nut 10 and the sleeve 11 with their associated opening 7 clamping springs 16 are used. Each spring 16 is a substantially u-shaped torsion spring, the legs of which are located in different planes. This spring 16 is driven between the closing plate 13 and 15 of the nut 10, the sleeve 11 and two retaining strips 17, respectively, whereby the nut 10 and the sleeve 11 are pressed snugly against the wall 5 of a respective container. The locking strips 17 are each connected to reinforcing ribs 18 welded in the container. In order to be able to easily push or punch the spring 16 between the closing plate 13, 15 respectively and the locking strips 17, its ends are provided with beveled search surfaces 19. The locking strips 17 do not run through to the bottom 35 of the container 2. As a result, the end of one of the legs of each spring 16 will tend to move under the retaining frame 17 to the outside of the container (after all, the legs are not in one plane when relaxed ), as a result of which the spring 16 is pulled, as it were, towards the bottom 35.

De moer 10 is voorzien van een schroefdraaddeel 20 (fig. 3), dat samenwerkt met een schroefdraaddeel 21 van de bout 9. De lengte van het schroefdraaddeel 20 in de moer 10 is zodanig afgestemd op de lengte van het schroefdraaddeel 21 van de standaard HV-bout 9, dat wanneer de bout 9 geheel in de moer 10 gedraaid is een goede, starre verbinding tussen de twee containers 2 plaatsheeft, terwijl verder gewaarborgd wordt dat de schroefdraad 21 van de bout 9 nooit het eind van de schroefdraad 20 van de moer 10 bereikt. De kracht waarmee de bout 9 en moer 10 onderling verbonden worden, wordt daarbij overigens zo groot gekozen, dat de wrijvingskracht tussen de onderling verbonden vlakken van de containers 2 voldoende is om daarop werkende dwarskrachten te weerstaan. De lengte van de schroefdraadsectie 20 wordt bepaald door een uitsparing 22 in de moer 10. Deze uitsparing 22 fungeert overigens ook als geleidings- en zoekope-ning bij het onderling positioneren en vervolgens verbinden van de container. De moer 10 wordt overigens tegen rotatie geborgd, doordat zijn eindvlak 13 rotatievast opgesloten is tussen de verstevigingsribben 18.The nut 10 is provided with a threaded part 20 (fig. 3), which cooperates with a threaded part 21 of the bolt 9. The length of the threaded part 20 in the nut 10 is adapted to the length of the threaded part 21 of the standard HV bolt 9, that when the bolt 9 is fully screwed into the nut 10, a good, rigid connection takes place between the two containers 2, while further ensuring that the screw thread 21 of the bolt 9 never ends the screw thread 20 of the nut 10 reached. Incidentally, the force with which the bolt 9 and nut 10 are mutually connected is chosen so great that the frictional force between the mutually connected surfaces of the containers 2 is sufficient to withstand transverse forces acting thereon. The length of the threaded section 20 is determined by a recess 22 in the nut 10. Incidentally, this recess 22 also functions as a guide and search opening when the container is mutually positioned and subsequently joined. The nut 10 is otherwise secured against rotation, because its end face 13 is enclosed rotationally between the reinforcing ribs 18.

Ter vorming van een waterdichte verbinding tussen de dopmoer 10 en de wand 5 van de container, is de moer 10 voorzien van een ringvormige uitsparing 23, waarin een pakkingsring, bijvoorbeeld een 0-ring of een zogeheten quadring aangebracht is. Onder invloed van de klemkracht van de veer 16 en de trekkracht van de bout 9 wordt de pakkingsring 24 strak tegen de containerwand 5 getrokken, waardoor een goede afdichting wordt gewaarborgd. Teneinde eventueel in de moer 10 achtergebleven vocht bij het indraaien van de bout 9 de mogelijkheid te geven te ontsnappen, is de lasverbinding 25 onderbroken uitgevoerd, ter vorming van (microscopische) uitlaatopeningen 26 (fig. 2).In order to form a watertight connection between the cap nut 10 and the wall 5 of the container, the nut 10 is provided with an annular recess 23, in which a packing ring, for example an O-ring or a so-called quad ring, is arranged. Under the influence of the clamping force of the spring 16 and the tensile force of the bolt 9, the packing ring 24 is pulled tight against the container wall 5, so that a good sealing is ensured. In order to allow any moisture remaining in the nut 10 to escape when the bolt 9 is screwed in, the weld connection 25 is interrupted, in order to form (microscopic) outlet openings 26 (fig. 2).

De bus 11 is aan zijn naar de opening 7 toegerichte einden voorzien van een kegelvormige zoekopening 27, alsmede van een ringvormige uitsparing 28 waarin eveneens een pakkingsring 29 is aangebracht. Daarnaast is nabij de sluitplaat 15 nog een ringvormige uitsparing 30 in het cilindrisch deel 14 van de bus 11 aangebracht, waarin een pakkingring 31 opgenomen. Deze pakkingring 31 vormt met de steel 32 van de bout 9 een waterdichte afsluiting. De wrij-vingskracht tussen de pakkingring 31 en de steel 32 van de bout is zodanig gekozen, dat ook wanneer de bout 9 los in de bus 11 ligt, deze door de buiten de container heersende waterdruk niet uit de bus 11 geduwd zal worden. Wanneer dus de bus 11 met daarin de bout 9 in de container 2 geïnstalleerd is, sluit deze de opening 7 waterdicht af. Tussen de kop 33 van de bout 9 en het eindvlak 15 van de bus 11 is overigens nog een krachtverdelingsring 34 aangebracht.The sleeve 11 is provided at its ends facing the opening 7 with a conical search opening 27, as well as an annular recess 28 in which a packing ring 29 is also arranged. In addition, an annular recess 30 is arranged near the closing plate 15 in the cylindrical part 14 of the sleeve 11, in which a packing ring 31 is received. This packing ring 31 forms a watertight seal with the stem 32 of the bolt 9. The frictional force between the packing ring 31 and the stem 32 of the bolt is chosen such that even if the bolt 9 is loose in the sleeve 11, it will not be pushed out of the sleeve 11 by the water pressure prevailing outside the container. Thus, when the sleeve 11 with the bolt 9 therein is installed in the container 2, it closes the opening 7 watertight. Incidentally, a force distribution ring 34 is arranged between the head 33 of the bolt 9 and the end face 15 of the sleeve 11.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm van de moer 10 en bus 11 zijn de kegelvormige zoekopeningen 22,27 vervangen door cilindervormige uitsparingen, en zijn de ringvormige uitsparingen 23,28,30 voor de pakkingringen 24,29,31 vervallen. Bij deze uitvoeringsvorm wordt in elk van de cilindervormige uitsparingen in de moer 10 en de bus 11 naar keuze een stapel ringvormige pakkingen of een enkele cilindrische pakking aangebracht. Hierdoor wordt eveneens een goede afdichting bewerkstelligd, terwijl een dergelijke moer of bus daarnaast eenvoudiger en derhalve tegen geringere kosten te vervaardigen is.In an alternative embodiment of the nut 10 and sleeve 11, the conical search holes 22, 27 have been replaced by cylindrical recesses, and the annular recesses 23, 28, 30 for the packing rings 24, 29, 31 have been omitted. In this embodiment, a stack of annular packings or a single cylindrical pack is optionally provided in each of the cylindrical recesses in the nut 10 and the sleeve 11. A good sealing is hereby also achieved, while such a nut or sleeve is also easier to manufacture and therefore at less cost.

Teneinde de container 2 tijdelijk waterdicht te kunnen afsluiten bijvoorbeeld bij tussenopslag van de container op de wal, wanneer daarin openingen 7 zijn aangebracht die niet gebruikt worden voor het doorleiden van een verbindingsmiddel 8, kunnen in de niet gebruikte openingen 7 afsluitorganen 36 aangebracht worden (fig. 4). Elk afsluit-orgaan 36 vertoont een steel 37 waarvan de diameter nagenoeg overeenkomt met de diameter van de opening 7, en waarop een aantal evenwijdige, veerkrachtig buigzame omtreksribben 38 is aangebracht, die in de gemonteerde toestand van het afsluitorgaan 36 de ruimte tussen de steel 37 en de binnenwand van de opening 7 volledig afsluiten. Ter verdere afsluiting en teneinde het hanteren van, met name het verwijderen van het afsluitorgaan te vereenvoudigen, is aan het eind van de steel een sluitplaat 39 met ten opzichte van de opening 7 grotere diameter aangebracht. Dergelijke afsluitorganen 36, die overigens slechts een beperkte waterdruk kunnen weerstaan en derhalve voor langdurig gebruik niet bijzonder geschikt zijn, kunnen natuurlijk ook vanaf de buitenzijde in de openingen 7 container 2 gedrukt worden.In order to be able to seal the container 2 temporarily watertight, for instance during intermediate storage of the container on the shore, when openings 7 are provided therein that are not used for the passage of a connecting means 8, closing members 36 can be arranged in the unused openings 7 (fig. 4). Each closure member 36 has a stem 37, the diameter of which corresponds substantially to the diameter of the opening 7, and on which a number of parallel, resiliently flexible circumferential ribs 38 are provided, which, in the mounted condition of the closure member 36, provide the space between the stem 37 and completely closing the inner wall of the opening 7. For further sealing and in order to simplify the handling of, in particular the removal of, the closing member, a closing plate 39 with a larger diameter relative to the opening 7 is arranged at the end of the stem. Such closing members 36, which incidentally can only withstand a limited water pressure and are therefore not particularly suitable for long-term use, can of course also be pressed into the openings 7 of container 2 from the outside.

Voor semi-permanente afdichting van een opening 7 kan gebruik gemaakt worden van een andere uitvoeringsvorm van een afsluitorgaan, dat in figuur 5 aangeduid is met het verwijzingscijfer 40. Het afsluitorgaan 40 omvat een schotelvormig lichaam 41 met een uitstekend deel 42 dat nauwsluitend in de opening 7 past. In het schotelvormig deel 41 is een ringvormige pakking 50 opgenomen, die in gemonteerde toestand van het afsluitorgaan 40 voor een waterdichte afsluiting van de opening 7 zorgdraagt. Het schotelvormig lichaam 41 wordt eerst vanaf de binnenzijde van de container 2 in de opening 7 geschoven, waarna een enigszins buigzame, U-vormige sluitplaat 43 tussen het lichaam 41 en de opsluit-lijsten 17 geplaatst wordt. De sluitplaat 43 is voorzien van een bijvoorbeeld door vloeiboren gevormde centrale opening met binnenschroefdraad 44, waarin een spanbout 45 gedraaid wordt. De spanbout 45 wordt zover aangedraaid dat zijn eindvlak 58 in een uitsparing 53 in het afsluitorgaan 40 rust. Vervolgens wordt door het verder aandraaien van de spanbout 45 de U-vormige sluitplaat 43 veerkrachtig uitgebogen, waardoor het afsluitorgaan 40 onder voorspanning in de opening 7 gedrukt wordt. Op deze wijze wordt het afsluitorgaan 40 geborgd tegen losschieten bij het optreden van onverwacht hoge waterdrukken of stootbelastingen.For semi-permanent sealing of an opening 7, use can be made of another embodiment of a closing member, which is indicated by reference numeral 40 in Figure 5. The closing member 40 comprises a cup-shaped body 41 with a protruding part 42 which fits snugly in the opening 7 fits. An annular gasket 50 is incorporated in the cup-shaped part 41, which ensures that the opening 7 is watertight in the mounted state of the closing member 40. The saucer-shaped body 41 is first slid into the opening 7 from the inside of the container 2, after which a slightly flexible, U-shaped closing plate 43 is placed between the body 41 and the retaining frames 17. The closing plate 43 is provided with, for example, a central opening with internal thread 44 formed by fluid drilling, into which a clamping bolt 45 is screwed. The clamping bolt 45 is tightened so that its end face 58 rests in a recess 53 in the closing member 40. Subsequently, by further tightening the clamping bolt 45, the U-shaped closing plate 43 is bent out resiliently, whereby the closing member 40 is pressed into the opening 7 under pretension. In this way, the closing member 40 is secured against slipping when unexpectedly high water pressures or impact loads occur.

Teneinde de drijvende standaardcomponenten of containers 2 ten opzichte van elkaar te kunnen positioneren, voordat zij met elkaar verbonden worden, kan in één van de containers één of meer zoekorganen 46 aangebracht worden.In order to be able to position the floating standard components or containers 2 relative to each other before they are connected to each other, one or more search members 46 can be arranged in one of the containers.

Elk zoekorgaan 46 (fig. 6) omvat een cilindrisch lichaam 49 met een uitstekend deel 47 dat uitloopt in een conische punt 48. Het cilindrisch lichaam 49, dat voorzien is van een pakkingring 51, wordt net als het afsluitorgaan 40 bevestigd met behulp van een losse sluitplaat 54, die echter niet veerkrachtig buigzaam is, en een borgboutje 55, dat door een opening 56 in de sluitplaat 54 in een opening 57 in het zoekorgaan 46 geschroefd wordt. Bij het naar elkaar toe bewegen van de drijvende standaardcomponenten 2 zal het conische uiteinde 48 van het zoekorgaan 49 op een bepaald moment in contact komen met de rand van de opening 7 van de te verbinden container 2, en daarlangs binnendringen. Vervolgens kunnen dan de noodzakelijke verbindingselementen 8 aangebracht en bevestigd worden.Each locator 46 (Fig. 6) includes a cylindrical body 49 with a protruding portion 47 that tapers into a conical tip 48. The cylindrical body 49, which is provided with a grommet 51, is mounted just like the closure member 40 using a loose closing plate 54, which is not resiliently flexible, and a retaining bolt 55, which is screwed through an opening 56 in the closing plate 54 into an opening 57 in the locator 46. When the floating standard components 2 move towards each other, the conical end 48 of the locator 49 will at some point come into contact with the edge of the opening 7 of the container 2 to be connected, and penetrate therealong. The necessary connecting elements 8 can then be fitted and attached.

De afmetingen van de moer 10 en de bus 11 zijn overigens in hoofdzaak gelijk gekozen, zodat de moer en de bus uitgewisseld kunnen worden. De vraag aan welke zijde van de verbinding een moer 10 en aan welke zijde een bus 11 met bout 9 toegepast moet worden, kan daardoor beantwoord worden afhankelijk van de bereikbaarheid van de verbindinge-lementen 8 in hun respectievelijke container 2. Daar immers de moer 10 rotatie- en translatievast geborgd is, behoeven slechts aan de zijde van de bout 9 handelingen uitgevoerd te worden. Dit kan dan geschieden in de best toegankelijke container 2.The dimensions of the nut 10 and the sleeve 11 are otherwise substantially the same, so that the nut and the sleeve can be exchanged. The question on which side of the connection a nut 10 and on which side a sleeve 11 with bolt 9 must be applied can therefore be answered depending on the accessibility of the connecting elements 8 in their respective container 2. Since the nut 10 rotation and translation-proof, operations need only be performed on the side of the bolt 9. This can then take place in the most accessible container 2.

Doordat elke container 2 in elk van zijn vlakken 5,6 voorzien is van rijen openingen 7 met een standaard tussenafstand van bijvoorbeeld 1 voet (0,3m) kan met het systeem volgens de onderhavige uitvinding elke denkbare drijvende configuratie gevormd worden. Zo kunnen de drijvende standaardcomponenten 2 met hun zijvlakken 5 onderling zodanig verbonden zijn dat hun kopse vlakken 6 een doorlopend vlak vormen zoals getoond in het linker deel van figuur 1, of verprongen zoals eveneens in figuur 1 getoond. Ook kan het kopse vlak 6 van één standaardcomponent 2 tegen het langsvlak 5 van een andere standaardcomponent 2 getrokken worden. Tenslotte zijn nog verschillende bouwhoogten mogelijk.Because each container 2 is provided in each of its surfaces 5,6 with rows of openings 7 with a standard intermediate distance of, for example, 1 foot (0.3m), any conceivable floating configuration can be formed with the system according to the present invention. For example, the floating standard components 2 with their side surfaces 5 can be mutually connected such that their end faces 6 form a continuous surface as shown in the left part of figure 1, or staggered as also shown in figure 1. The end face 6 of one standard component 2 can also be drawn against the longitudinal face 5 of another standard component 2. Finally, different building heights are possible.

Doordat de bevestigingselementen 8 onafhankelijk zijn van de daardoor te verbinden constructiedelen, kunnen zij eenvoudig en tegen geringe kosten uitgewisseld worden. Ook de vervaardigings- en vervangingskosten van de constructiedelen worden daardoor relatief laag gehouden.Because the fastening elements 8 are independent of the construction parts to be connected thereby, they can be exchanged easily and at low cost. This also keeps the manufacturing and replacement costs of the construction parts relatively low.

Hoewel in de voorbeelden moeren en bussen getoond zijn met ringvormige en cilindrische pakkingen in een kop-vlak of aan de binnenzijde, is elke configuratie denkbaar, waarbij de moer, de bus en de bout zowel in gespannen als in niet gemonteerde toestand met de container telkens een waterdicht geheel vormen.Although in the examples, nuts and bushings are shown with annular and cylindrical gaskets in a face or on the inside, any configuration is conceivable in which the nut, the bush and the bolt are both tensioned and unassembled with the container form a watertight whole.

Hoewel de uitvinding hiervoor toegelicht is aan de hand van het waterdicht met elkaar verbinden van drijvende containers, is hij toepasbaar in elke situatie waarin cont-structiedelen in een natte omgeving vloeistofdicht met elkaar verbonden dienen te worden.Although the invention has been elucidated above on the basis of the watertight connection of floating containers, it is applicable in any situation in which construction parts must be connected liquid-tight in a wet environment.

Claims

Method for manufacturing and mutually liquid-tight and rigidly, but releasably connecting together construction parts to be used in a wet environment, characterized by manufacturing the construction parts, determining a required connecting force between them, removing the connecting force and the strength of a set of cooperating standard connecting elements determining a required number of sets of connecting elements, arranging openings in the construction parts, distributing the connecting elements distributed from the inside of the construction parts through surfaces to be connected in the openings, and rigidly connecting the cooperating elements of each connecting set.

A method according to claim 1, characterized in that during the manufacture of the construction parts a large number of openings are provided therein at a certain intermediate distance and provided with detachable closing means, and the closing means are removed from a required number of openings for connecting.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that each set of connecting elements comprises a bushed bolt and an associated nut of a certain standard size, and the openings are formed with a wide tolerance relative to the standard size.

Method according to claim 3, characterized in that the bolt and nut incorporated in the sleeve are each registered and retained for sealing with their associated opening.

Method according to any one of the preceding claims, characterized in that for connecting through at least one of the openings of one of the construction parts a search member protruding outside the plane to be connected is inserted, and the construction parts are maneuvered such that the search member is received in the corresponding opening in the other construction part.

Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the structural parts are standard floating components and a floating assembly is formed by connecting them.

Assembly of construction parts, apparently formed by applying the method according to any one of the preceding claims. An assembly according to claim 7, characterized by at least two construction parts rigidly connected to each other along mutually parallel surfaces by means of at least one set of co-operating standard connecting elements, wherein the connecting elements are detachably arranged from the inside of the construction parts.

Assembly according to claim S, characterized in that each set of connecting elements comprises a bolt and a corresponding nut of a certain standard size, and each of the construction parts at least in its connecting plane one or more openings with a wide tolerance relative to the standard size shows.

10. Assembly as claimed in claim 9, characterized in that the nut is a watertight cap nut, and a watertight sleeve is arranged between the bolt and its associated opening.

Assembly according to claim 10, characterized in that the dimensions of the nut and the sleeve are substantially the same.

Assembly according to claim 10 or 11, characterized by means for holding the nut and sleeve with bolt in register with their associated opening.

Assembly according to claim 12, characterized in that the retaining means each comprise at least one substantially U-shaped torsion spring.

Assembly according to any one of claims 9-13, characterized in that at least one of the construction parts has a greater number of openings than the number of bolts and nuts, the distance between adjacent openings being constant, and the free openings are each provided with a closing member.

Assembly according to claim 14, characterized in that in at least one of the free openings a locating protruding outside the connecting surface is inserted.

Assembly according to any one of claims 7-15, characterized in that the construction parts are standard floating components.

Floating standard component, evidently intended for use in an assembly according to claim 16.

Floating standard component according to claim 17, characterized by a rectangular bottom, a number of rectangular upright walls surrounding the bottom, and a rectangular deck connecting the walls, wherein at least one of the walls is provided with a number of openings arranged at fixed intervals, and wherein the dimensions of the bottom, walls and deck are selected such that the outer circumference of the floating component meets international container standards.

Connecting set, evidently intended for use in an assembly according to any one of claims 7-16.

A watertight cap nut, evidently intended for use in an assembly according to any one of claims 10-16.

A watertight sleeve, evidently intended for use in an assembly according to any one of claims 10-16.

22. U-shaped torsion spring, evidently intended for use in an assembly according to any one of claims 13-16.