NL9302174A

NL9302174A - Closing device for the door of a housing.

Info

Publication number: NL9302174A
Application number: NL9302174A
Authority: NL
Original assignee: Krone Ag
Priority date: 1993-01-27
Filing date: 1993-12-13
Publication date: 1994-08-16
Also published as: ITTO930999A1; ES2114350A1; ITTO930999A0; NL194244C; ES2114350B1; IT1261402B; DE4302835C1; BR9400345A; CN1069942C; NL194244B; CN1092840A

Abstract

The door closure (1) has a bolt (3) holding the housing door (2) in its closed position and an associated operating device (4). A locking device (6) allows 2-stage operation of the bolt, with a remote unlocking of the second operating stage activated upon the first operating stage being switched in. Pref. distributor housing has a plug socket allowing activation of the remote unlocking of the second operating stage via a communications and data line, linked to an identification control, for preventing unauthorised access. USE/ADVANTAGE - For cable distributor housing for communications and data appts.. For increased security against unauthorised access.

Description

Sluitinrichting voor de deur van een behuizing.Closing device for the door of a housing.

De uitvinding heeft betrekking op een sluitinrichting voor de deur van een behuizing, in het bijzonder een kabel-vertakkingsbehuizing van de communicatie- en gegevenstech-niek, met een de sluitstand van de deur aan de behuizing borgende grendel en met een bedieningsinrichting voor de grendel.The invention relates to a closing device for the door of a housing, in particular a cable branching housing of the communication and data technology, with a latch securing the closing position of the door on the housing and with an operating device for the latch.

Het is bekend, om op openlijk toegankelijke straten en pleinen opgestelde behuizingen, in het bijzonder kabelver-takkingsbehuizingen (KVZ) van de communicatie- en gegévens-techniek, die belangrijke kabelverbindingen beveiligd tegen manipulatie moeten beschermen, te voorzien van een de sluitstand van de deur aan de behuizing borgende grendel en van een regelmatig als veiligheidsslot uitgevoerde bedieningsinrichting voor de grendel. Ook is aan de grendel nog een afzonderlijk, door middel van een van buitenaf te bedienen krukschijf aan te drijven grendelstangstelsel toegewezen. Het is echter gebleken, dat ondanks toepassing van het veiligheidsslot als bedieningsinrichting voor de grendel ook dergelijke sluitinrichtingen door onbevoegden worden geopend, om bij de zich in de behuizing bevindende kabelverbindingen te komen, bijvoorbeeld met als doel het afluisteren van communicatie- en gegevensleidingen. Ook kan niet worden gecontroleerd, welke bevoegde personen de sluitinrichting hebben bediend en de behuizing hebben geopend.It is known to provide enclosures, in particular cable junction housings (KVZ) of the communication and data technology, which are designed to protect important cable connections against manipulation, in openly accessible streets and squares, with the closing position of the door bolt locking on the housing and of a control device for the bolt regularly designed as a safety lock. The bolt is also assigned to a separate locking rod system, which can be driven by means of a crank disc which can be operated from the outside. However, it has been found that, despite the use of the security lock as the actuating device for the bolt, such locking devices are also opened by unauthorized persons, in order to access the cable connections located in the housing, for example with the aim of eavesdropping on communication and data lines. It is also not possible to check which authorized persons have operated the locking device and opened the housing.

De uitvinding heeft derhalve tot doel, een sluitinrichting van het type volgens de aanhef te verschaffen, die met het oog op de beveiliging tegen onbevoegde bediening wezenlijk verbeterd is.The object of the invention is therefore to provide a closing device of the type according to the preamble, which has been substantially improved in view of the protection against unauthorized operation.

Voor het bereiken van dit doel voorziet de uitvinding erin, dat een twee bedieningsfasen voor de grendel bezittende vergrendelingsinrichting en een na het inschakelen van de eerste bedieningsfase te activeren afstandsontgrendeling voor de tweede bedieningsfase van de grendel zijn verschaft. De sluitinrichting volgens de uitvinding met een afstandbe-dieningsbeveiliging verbetert de beveiliging tegen onbevoegde bediening in belangrijke mate, doordat zelfs een bevoegde bedieningspersoon de grendel op de plaats van de te beveili- gen behuizing alleen in zijn eerste bedieningsfase kan brengen en vervolgens de activering voor de tweede bedieningsfase van de grendel moet afwachten. Dit kan plaatsvinden door het tot stand brengen van een communicatieverbin-; ding tussen de zich op de plaats van de behuizing bevindende bevoegde bedieningspersoon en een bedieningscentrale, die na een signaal van de bevoegde bedieningspersoon de afstands-ontgrendeling voor de tweede bedieningsfase van de grendel activeert. Het tot stand brengen van de communicatieverbin- > ding vindt plaats via een geschikte verbinding (telefoonlei-ding, radioverkeer, o.i.d.).In order to achieve this object, the invention provides that a locking device having two operating phases for the bolt and a remote unlocking for the second locking phase to be activated after the first operating phase has been switched on are provided. The locking device according to the invention with a remote control protection significantly improves the protection against unauthorized operation, because even an authorized operator can bring the latch at the location of the housing to be protected only in his first operating phase and then the activation for the the second operating phase of the bolt must wait. This can be done by establishing a communication link; between the authorized operator in the housing location and a control center which, after receiving a signal from the authorized operator, activates the remote release for the second operating phase of the latch. The communication connection is established via a suitable connection (telephone line, radio traffic, etc.).

Bij de voorkeuruitvoeringsvorm zijn aan de grendel een afdekelement voor een opening in de deur, en aan de opening een in de behuizing aangebrachte contactbus voor activering > van de afstandsontgrendeling voor de tweede bedieningsfase van de grendel, en aan de contactbus een met de afstandsontgrendeling verbonden communicatie- en gegevensleiding toegewezen, waarbij de afstandsontgrendeling na een door een bedieningscentrale (AMT) via de communicatie- en gegevens- ) leiding toegevoerde impuls de tweede bedieningsfase van de grendel vrijgeeft. De contactbus dient daarbij voor het tot stand brengen van de communicatieverbinding met de bedieningscentrale, door welke de afstandsontgrendeling voor de tweede bedieningsfase van de grendel wordt geactiveerd, > nadat de bevoegde bedieningspersoon na het inschakelen van de eerste bedieningsfase van de grendel via de door middel van de contactbus tot stand gebrachte communicatieverbinding een identificatie heeft overgebracht.In the preferred embodiment, on the latch there is a cover element for an opening in the door, and on the opening a contact socket arranged in the housing for activation of the remote release for the second operating phase of the latch, and on the socket a communication connected to the remote release - and data line assigned, the remote release releasing the second operating phase of the latch after a pulse supplied by a control center (AMT) via the communication and data line. The socket serves to establish the communication link with the control center, which activates the remote release for the second operating phase of the bolt,> after the authorized operator has switched on the first operating phase of the bolt via the the contact established communication link has transferred an identification.

Bij de verder geprefereerde uitvoeringsvorm wordt voor ) het blokkeren van de grendel voorafgaand aan het bereiken van de eerste bedieningsfase een dwarsgrendel gebruikt, die is verbonden met een elektrisch stuurorgaan, dat door middel van de afstandsontgrendeling te bedienen is. Zodra de dwarsgrendel teruggetrokken is, kan de zich ter plekke bevindende 5 bevoegde bedieningspersoon de tweede bedieningsfase voor de grendel inschakelen, zodat de sluitinrichting volledig bedienbaar en daarmee de deur van de behuizing helemaal te openen is.In the further preferred embodiment, to lock the latch prior to reaching the first operating phase, a transverse latch is used which is connected to an electrical controller operable by the remote release. As soon as the transverse latch is retracted, the on-site authorized operator can activate the second operating phase for the latch, so that the closing device can be fully operated and thus the door of the housing can be fully opened.

De uitvinding is in het onderstaande aan de hand van een in de tekeningen afgebeelde sluitinrichting voor de deur van een kabelvertakkingsbehuizing van de communicatie- en gegevenstechniek nader toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 een aanzicht van de binnenzijde van de deur met zich daaraan bevindende sluitinrichting; fig. 2 de sluitinrichting volgens fig. 1 in een vergrote afbeelding? fig. 3 een doorsnede door de sluitinrichting volgens de lijn III-III in fig. 2 en fig. 4 een aanzicht van de dwarsgrendel.The invention is explained in more detail below with reference to a closing device for the door of a cable branching housing of the communication and data technology shown in the drawings. In the drawing: Fig. 1 shows a view of the inside of the door with closing device located thereon; Fig. 2 shows the closing device according to Fig. 1 in an enlarged image? Fig. 3 shows a cross-section through the closing device along the line III-III in Fig. 2 and Fig. 4.

De sluitinrichting 1 voor de deur (2) van een niet nader weergegeven behuizing, in het bijzonder kabelvertak-kingsbehuizing (KVZ) van de communicatie- en gegevenstechniek, omvat een de sluitstand van de deur 3 aan de behuizing borgende grendel 3 en een in de vorm van een veiligheidsslot 5 uitgevoerde bedieningsinrichting 4 voor de grendel 3, evenals een twee bedieningsfasen voor de grendel 3 bezittende vergrendelingsinrichting 6. Aan de grendel 3 is verder een afzonderlijk, door middel van een van buitenaf te bedienen, van een grendelnok 8 voorziene krukschijf 7 aan te drijven grendelstangstelsel 9, 10 toegewezen, dat is voorzien van verdere grendelnokken 11, 12. Terwijl de grendelnok 8 dient voor zijdelingse vergrendeling van de deur 2 aan de behuizing, dienen de beide grendelnokken 11, 12 voor het ten opzichte van de behuizing vergrendelen van de beide overige zijden van de deur 2. De deur 2 is in de behuizing zwenkbaar gemonteerd door middel van twee deurscharnieren 14, die is uitgerust met een niet nader weergegeven, via verbindingska-bels 16 met een bedieningscentrale (AMT) verbonden sensor-schakelaar ter herkenning van de deurstand (open of gesloten). De deur 2 en de behuizing bestaan uit kunststof, in het bijzonder polyester.The closing device 1 for the door (2) of a housing (not shown in more detail), in particular cable branching housing (KVZ) of the communication and data technology, comprises a latch 3 locking the door 3 on the housing and a locking element in the housing. In the form of a safety lock 5 operating device 4 for the bolt 3, as well as a locking device comprising two operating stages for the bolt 3. On the bolt 3 there is furthermore a separate crank disc 7 provided with an locking cam 8, which can be operated from the outside. Driven locking bar assembly 9, 10, provided with further locking lugs 11, 12. While the locking lug 8 serves for lateral locking of the door 2 to the housing, the two locking lugs 11, 12 serve for locking with respect to the housing from the other two sides of the door 2. The door 2 is pivotally mounted in the housing by means of two door hinges 14, which are Equipped with a sensor switch (not shown), connected via connection cables 16 to a control unit (AMT), to detect the door position (open or closed). The door 2 and the housing are made of plastic, in particular polyester.

Het met een kruisvormig sleutelgat 15 voor een niet nader weergegeven kruissleutel uitgevoerde veiligheidsslot 5 is op de binnenzijde van de deur 2 bevestigd door middel van vier van buiten door boringen van de deur 2 gestoken blind-kopbouten 17. Het veiligheidsslot 5 voert de grendel 3 voer een daarop aangebrachte tandheugel 18, die garandeert, dat de kruissleutel in het sleutelgat 15 gemakkelijk en zonder druk bediend kan worden. Het in fig. 2 rechts weergegeven einde van de grendel 3 grijpt achter een grendelnok 19 van de krukschijf 7 en arrêteert in deze, in fig. 2 weergegeven sluitstand de deur 2 in de behuizing door middel van de drie grendelnokken 8, 11, 12. Op het in fig. 2 linkereinde van het veiligheidsslot 5 is een metalen adapterstuk 20 aangebracht, dat door middel van twee blindkopbouten 17 is vastgezet aan het veiligheidsslot 5. Het adapterstuk 20 omvat een U-vorraige beugel 21, die in fig. 2 naar links gericht is en tegen het in fig. 2 getoonde linkereinde van de grendel 3 aanslaat, wanneer deze volledig geopend is en met zijn in fig. 2 weergegeven rechtereinde de grendelnok 19 van de krukschijf 7 vrijgeeft. Tussen de basis 22 van de U-vormige beugel 21 en het adapterstuk 20 wordt een dwarsgrendel 23 geleid, die haaks op de langsrichting van de grendel 3 gemonteerd is en in het middengebied een doorgangsopening 24 voor de grendel 3 bezit, zoals in fig. 4 is weergegeven. De dwarsgrendel 23 kan door middel van een aan het ondereinde van het adapterstuk 20 met een flens bevestigde, als stuur-orgaan dienende elektromagneet 25 vanuit een eerste bedie-ningsfase, waarin deze het verschuiven van de grendel 3 verhindert, in de tweede bedieningsfase worden gebracht, waarin de grendel 3 door de doorgangsopening 24 in de dwarsgrendel 23 heen kan gaan en in de tweede bedieningsfase kan worden gebracht, waarbij het in fig. 2 linkse, aan de kop-zijde gelegen einde van de grendel 3 tegen de basis 22 van de U-vormige beugel 21 aanslaat. Daarmee is gewaarborgd, dat in de eindstand van de grendel 3 bij het aanslaan tegen de basis 22 van de beugel 21, de kruissleutel niet uit het sleutelgat 15 kan worden gehaald. De een component van een afstandsontgrendeling voor de sluitinrichting 1 vormende elektromagneet 25 is via bij de afstandsontgrendeling behorende verbindingsleidingen 26 verbonden met de niet nader weergegeven bedieningscentrale.The safety lock 5 provided with a cross-shaped keyhole 15 for a cross key (not shown in more detail) is secured to the inside of the door 2 by means of four blind-head bolts 17 inserted through the holes of the door 2 from the outside. The safety lock 5 carries the bolt 3 a rack 18 mounted thereon, which ensures that the cross key in keyhole 15 can be operated easily and without pressure. The end of the bolt 3 shown on the right in fig. 2 engages behind a locking cam 19 of the crank disc 7 and locks the door 2 in the housing in the closed position shown in fig. 2 by means of the three locking cams 8, 11, 12. On the left end of the security lock 5 in fig. 2 is mounted a metal adapter piece 20, which is fastened to the security lock 5 by means of two blind head bolts 17. The adapter piece 20 comprises a U-shaped bracket 21, which is turned to the left in fig. facing the left end of the latch 3 shown in Figure 2 when it is fully open and with its right end shown in Figure 2 releasing the latching cam 19 of the crank disc 7. A transverse latch 23 is mounted between the base 22 of the U-shaped bracket 21 and the adapter piece 20, which is mounted at right angles to the longitudinal direction of the latch 3 and has a passage 24 for the latch 3 in the central area, as shown in Fig. 4 has been displayed. The transverse latch 23 can be brought into the second operating phase by means of a flanged electromagnet 25 mounted on the lower end of the adapter piece 20 serving as a control member, from a first operating phase, in which it prevents the latch 3 from sliding. in which the latch 3 can pass through the passage opening 24 in the transverse latch 23 and be brought into the second operating phase, the end of the latch 3 on the left-hand side of the latch 3 lying in fig. 2 against the base 22 of the U-shaped bracket 21 engages. This ensures that, in the end position of the latch 3, when striking the base 22 of the bracket 21, the cross key cannot be removed from the keyhole 15. The electromagnet 25 forming a component of a remote release for the closing device 1 is connected to the control center (not shown in more detail) via connecting lines 26 associated with the remote release.

Aan de grendel 3 is in het gebied tussen het veiligheidsslot 5 en de krukschijf 7 een L-vormige zwenkarm 29 met een aan het vrije einde gevormd afdekelement 27 voor een opening 28 in de deur 2 toegewezen, welke op de binnenzijde van de deur 2 in een draaias is gemonteerd en is voorzien van een sleufgat 31, waarin een op de grendel 3 aangebrachte stift 32 grijpt. De sluitstand van de zwenkarm 29 is in fig. 2 in doorgetrokken lijnen weergegeven. De open-standen van de zwenkarm 29 in de eerste en tweede bedieningsfase van de grendel 3 zijn in fig. 2 in streeplijnen weergegeven. Aan de opening 28 in de deur 2 is een in de behuizing aangebrachte, tot de afstandsontgrendeling behorende contactbus 33 toegewezen, die via een houder 34 op de binnenzijde van de deur 2 is vastgezet. De contactbus 33 is via eveneens tot de afstandsontgrendeling behorende communicatie- en gegevenslei-dingen 13 eveneens verbonden met de niet nader weergegeven bedieningscentrale.In the area between the safety lock 5 and the crank disc 7, the latch 3 is assigned an L-shaped pivoting arm 29 with a cover element 27 formed at the free end for an opening 28 in the door 2, which is located on the inside of the door 2 a rotary shaft is mounted and is provided with a slotted hole 31 into which a pin 32 arranged on the latch 3 engages. The closed position of the pivot arm 29 is shown in solid lines in Fig. 2. The open positions of the pivoting arm 29 in the first and second operating phases of the latch 3 are shown in broken lines in Fig. 2. The opening 28 in the door 2 is assigned a contact sleeve 33 which is arranged in the housing and which belongs to the remote release and which is secured via a holder 34 on the inside of the door 2. The contact socket 33 is also connected to the control center (not shown in more detail) via communication and data lines 13 also belonging to the remote release.

De beschreven sluitinrichting 1 werkt als volgt:The described closure device 1 works as follows:

In de in fig. 2 weergegeven sluitstand arrêteert de grendel 3 met zijn volledig uit het veiligheidsslot 5 bewogen rechtereinde de grendelnok 19 van de krukschijf 7, die met de grendelnokken 8, 11 en 12 de deur 2 aan de behuizing in de sluitstand borgt, waarbij de grendelnokken 8, 11 en 12 op de binnenzijden van het niet weergegeven deurpaneel op niet afgebeelde sluitvlakken komen te liggen. Voor het openen van de deur 2 moet de sluitinrichting 1 door middel van een in het kruisvormige sleutelgat 15 ingebrachte kruissleutel in werking gesteld worden, waarbij de kruissleutel de grendel 3 via de tandheugel 18 alleen kan terugtrekken in zijn eerste bedieningsfase, waarin het in fig. 2 afgebeelde linkereinde van de grendel 3 tegen de dwarsgrendel 23 aanstoot, die zich in een stand bevindt, waarin de doorgangs-opening 24 niet in lijn ligt met de grendel 3 (ruststand van de tot de afstandsontgrendeling behorende elektromagneet 25).In the closed position shown in Fig. 2, the bolt 3 with its right-hand end fully moved out of the safety lock 5 locks the locking cam 19 of the crank disc 7, which secures the door 2 to the housing with the locking cams 8, 11 and 12 in the closed position, wherein the locking lugs 8, 11 and 12 on the inner sides of the door panel (not shown) come to rest on locking surfaces (not shown). To open the door 2, the closing device 1 must be actuated by means of a cross key inserted in the cross-shaped keyhole 15, the cross key being able to retract the latch 3 via the rack 18 only in its first operating phase, in which it is shown in FIG. 2, the left end of the latch 3 shown abuts the transverse latch 23, which is in a position in which the passage 24 is out of alignment with the latch 3 (rest position of the remote release solenoid 25).

Gelijktijdig met het verschuiven van de grendel 3 naar zijn eerste bedieningsfase wordt de zwenkarm 29 vanuit zijn in fig. 2 in doorgetrokken lijnen weergegeven stand weggezwenkt naar zijn in fig. 2 in gestreepte lijnen weergegeven eerste zwenkstand, waarin het afdekelement 27 van de zwenkarm 29 de opening 28 in de deur 2 vrijgeeft. Het verzwenken van de zwenkarm 29 vindt plaats om de draaias 30 ervan, onder werking van de in het sleuf gat 31 van de zwenkarm 29 grijpende stift 32, die op de naar de deur toegekeerde binnenzijde van de grendel 3 is aangebracht.Simultaneously with the shifting of the latch 3 to its first operating phase, the pivot arm 29 is pivoted away from its position shown in full lines in Fig. 2 to its first pivot position shown in broken lines in Fig. 2, in which the cover element 27 of the pivot arm 29 opening opening 28 in door 2. The pivoting of the pivoting arm 29 takes place about its pivot axis 30, under the action of the pin 32 engaging in the slotted hole 31 of the pivoting arm 29, which is arranged on the inside of the latch 3 facing the door.

Nu kan de bevoegde bedieningspersoon door de opening 28 in de deur 2 heen de contactbussen 33 bereiken en een. commu-nicatieinrichting aansluiten op de communicatie- en gege-vensleidingen 13 van de contactbus 33, zodat de bevoegde bedieningspersoon is verbonden met de bedieningscentrale (AMT) ter activering van de afstandsontgrendeling. In plaats van de contactbussen 33 kan ook een magneetkaart lezer (niet weergegeven) worden gebruikt, die is verbonden met een automatische gegevensinzameling in de centrale. Pas na een computergestuurde centrale gegevensverwerking kan de vrijgave van de tweede bedieningsfase door middel van afstandsontgrendeling volautomatisch plaatsvinden. Door uitwisseling van informatie tussen de bevoegde bedieningspersoon en een bedieningspersoon in de bedieningscentrale kan nu van daar uit via de op de elektromagneet 25 aangesloten verbindings-leidingen 26 een impuls worden geleid, die na een via de afstandsontgrendeling toegevoerde impuls de tweede bedieningsfase vrijgeeft. 'De tweede bedieningsfase geeft de grendel 3 vrij, en dit houdt in, dat de elektromagneet 25 vanuit zijn ruststand uit de dwarsgrendel 23 verschuift naar een stand, waarin de doorgangsopening 24 in de dwarsgrendel 23 in lijn met de grendel 3 van het veiligheidsslot 5 komt te liggen. De bevoegde bedieningspersoon kan nu door het verder draaien van de kruissleutel, die in de tandheugel 18 van de grendel 3 grijpt, de grendel verder in fig. 2 naar links verschuiven, tot de linker kopzijde ervan tegen de basis 22 van de U-vormige beugel 21 aanslaat, nadat de dwarsgrendel 23 de doorgangsopening 24 van de grendel 3 doorkruist heeft. In deze tweede bedieningsfase van de grendel 3 geraakt het rechtse, vrije einde ervan buiten in-grijping met de bedieningsnok 19 van de krukschijf 7, die nu door een verder bedieningswerktuig in de krukschijf 7 te steken, verdraaid kan worden, zodat de grendelnokken 8, 11 i en 12 buiten ingrijping met de sluitplaten op de binnenzijde van het deurpaneel geraken en de deur 2 kan worden geopend.Now the authorized operator can reach through the opening 28 in the door 2 the sockets 33 and one. connect the communication device to the communication and data lines 13 of the socket 33, so that the authorized operator is connected to the control center (AMT) to activate the remote release. Instead of the sockets 33, a magnetic card reader (not shown) can also be used, which is connected to an automatic data collection in the exchange. Only after a computer-controlled central data processing can the second operating phase be released fully automatically by means of remote release. By exchanging information between the authorized operator and an operator in the operator center, a pulse can now be passed from there via the connecting lines 26 connected to the electromagnet 25, which releases the second operating phase after a pulse supplied via the remote release. The second operating phase releases the latch 3, and this means that the electromagnet 25 shifts from the rest position of the transverse latch 23 to a position in which the passage 24 in the transverse latch 23 aligns with the latch 3 of the safety lock 5 to lay down. The competent operator can now, by further turning the cross key, which engages the rack 18 of the latch 3, move the latch further in fig. 2 to the left, until its left end face against the base 22 of the U-shaped bracket 21 after the transverse latch 23 has crossed the passage opening 24 of the latch 3. In this second operating phase of the bolt 3, the right-hand, free end thereof becomes out of engagement with the operating cam 19 of the crank disc 7, which can now be rotated by inserting a further operating tool into the crank disc 7, so that the locking cams 8, 11 i and 12 get out of engagement with the strike plates on the inside of the door panel and door 2 can be opened.

Claims

Locking device for the door of a housing, in particular a cable branching housing of the communication and data technology, with a bolt locking the closing position of the door on the housing and an operating device for the bolt, characterized in that a two operating phases locking device (6) comprising the bolt (3) and a remote unlocking for the second operating phase of the bolt (3) to be activated after the first operating phase has been switched on are provided.

Locking device according to claim 1, characterized in that on the bolt (3) a cover element (27) for an opening (28) in the door (2) and on the opening (28) in the housing a socket (33). ) to activate the remote release for the second operating phase of the latch (3).

Locking device according to claim 2, characterized in that the contact socket (33) is assigned a communication and data line (13) connected to the remote unlocking device, and that the remote unlocking device is connected after a control center via the communication and data line (13) ) impulse supplied releases the second operating phase of the latch (3).

Locking device according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the actuating device for the bolt (3) is designed as a safety lock (5) and on the bolt (3) carrying the cover element (27) on the inside of the door (2) is pivotally mounted, the opening (28) in the door (2) pivots (29) covering the door (2) in the closed position.

Locking device according to claim 4, characterized in that behind the rear end of the latch (3) is a locking device (6) provided with a through-opening (24) and operated by an electric control means by means of the remote release adjustable transverse latch (23) is fitted.

Locking device according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the remote release is provided with an electromagnet (25) as a control element for actuating the transverse latch (23).

Locking device according to any one of claims 1 to 6, characterized in that the door (2) has a door hinge (14) fitted with a sensor switch for detecting the position of the door (open or closed), and the sensor switch via connecting lines (16) is connected to the control center (AMT) for central data processing, in order to be able to check the position of the door (2) when the remote control is activated and to activate an alarm in the event of a fault .

Locking device according to claim 2, characterized in that a magnetic card reader (not shown), which is connected to an automatic data collection in the control center, is provided for releasing the second operating phase of the latch (3).