NL9302017A - Opslag- en transportsamenstel. - Google Patents

Description

Titel: Opslag- en transportsamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een opslag- entransportsamenstel, omvattende ten minste een container, eentransportvoertuig dat is voorzien van hijsmiddelen en is inge¬richt voor het opnemen en vervoeren van containers, en eeninzamelvoertuig dat is voorzien van een inrichting voor hetopnemen en onder kanteling in het voertuig leegstorten vancontainers.

Huis- en bedrijfsafval wordt gebruikelijk in contai¬ners verzameld en periodiek of op afroep door daarin gespecia¬liseerde bedrijven met behulp van daarvoor speciaal ingerichtevoertuigen afgevoerd naar verwerkingsinstallaties of deponeer-plaatsen zoals een vuilnisstortplaats. Daarbij zijn ten minstetwee systemen te onderscheiden.

Met name kleine en middelgrote afvalcontainers wordenmet behulp van een inzamelvoertuig ter plaatse geleegd, waarnade container wordt teruggeplaatst en het inzamelvoertuig deinhoud van bij voorkeur een aantal containers tegelijkertijdvoor verdere verwerking afvoert. Het inzamelvoertuig is daar¬toe voorzien van een opneem- en uitstortinrichting waarmee decontainer kan worden aangegrepen, opgenomen en gekanteld,zodanig dat de inhoud van de container met name onder invloedvan de zwaartekracht in het inzamelvoertuig wordt gedeponeerd,vanaf de achterzijde of de voorzijde van het voertuig. Decontainer is daartoe voorzien van specifieke aangrijppuntenaan twee tegenover elkaar liggende zijden. Dit systeem wordtverder inzamelsysteem genoemd.

Met name grote en middelgrote containers worden nietter plaatse geleegd maar met behulp van een til-transportvoer-tuig tezamen met de inhoud opgenomen en integraal afgevoerdvoor verdere verwerking van het afval, waarbij indien noodza-kelijk de volle container ter plaatse wordt vervangen door eenlege. Het til-transportvoertuig is daartoe voorzien van hijs¬middelen, zoals een portaalkraan met kettingen of dergelijke,een laadvloer en eventueel geleidingsmiddelen op de laadvloer voor het geleiden van de container. Een voor dit systeembruikbare container is voorzien van bevestigingsmiddelen,ingericht voor samenwerking met de hijsmiddelen en van gelei-dingsmiddelen nabij de bodem, voor samenwerking met de gelei-dingsmiddelen op de laadvloer van het voertuig. Dit systeemwordt verder oplaadsysteem genoemd.

Met een til-transportvoertuig kunnen aanmerkelijkzwaardere containers worden opgenomen en vervoerd dan met hetinzamelvoertuig, maar het til-transportvoertuig heeft hetnadeel dat slechts een beperkt volume kan worden vervoerd.Immers, het maximale volume wordt bepaald door de inhoud vande te vervoeren container. Met een inzamelvoertuig kan daaren¬tegen een relatief groot volume worden meegevoerd. Immers, eengroot aantal containers kan na elkaar worden geleegd in deinzamelbak van het inzamelvoertuig, waarbij bovendien decontainers zelf niet mee vervoerd worden.

Voor gebruik van het inzamelsysteem is een speciaaldaarop aangepaste container noodzakelijk, die niet kan wordengebruikt bij het oplaadsysteem vice versa. Derhalve zal voor¬afgaand aan het gebruik moeten worden bepaald welk verwer¬kingssysteem zal worden gekozen, en kan niet bij geheel ofgedeeltelijke vulling van de containers achteraf wordenbepaald met welk soort voertuig het afval zal worden afge¬voerd, afhankelijk van bijvoorbeeld de beschikbaarheid van desoort container bij de plaatsing, de vullingsgraad en hetgezamenlijk gewicht van de container en inhoud, het aantal opte halen of te legen containers en de beschikbaarheid van derespectieve voertuigen. Bovendien kunnen de containers voorgebruik bij het inzamelsysteem niet eenvoudig worden aange¬voerd met behulp van een in gebruik relatief goedkoop til-transportvoertuig .

De uitvinding beoogt derhalve een samenstel van de inde aanhef beschreven soort, waarbij elke container naar keuzemet behulp van één van beide voertuigen kan worden gemanipu¬leerd. Het samenstel is daartoe volgens de uitvinding geken¬merkt doordat het transportvoertuig en het inzamelvoertuig op zichzelf bekende voertuigen zijn, waarbij de container isvoorzien van middelen voor gestuurde samenwerking met zowelhet transportvoertuig als het inzamelvoertuig, één en anderzodanig dat de container zowel door het transportvoertuig kanworden opgenomen en vervoerd als door het inzamelvoertuig kanworden opgenomen en daarin worden geleegd.

Met het samenstel volgens de uitvinding kan met éénsoort container worden volstaan voor zowel het inzamelsysteemwaarbij gebruik wordt gemaakt van een inzamelvoertuig, als hetoplaadsysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van een til-trans-portvoertuig. Daardoor worden de nadelen van de beide bekendesystemen vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Hetsamenstel volgens de uitvinding maakt derhalve een flexibelebedrijfsvoering mogelijk bij relatief lage investeringen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een containerdie in het bijzonder geschikt is voor gebruik in het samenstelvolgens de uitvinding, die aan ten minste één einde is voor¬zien van bevestigingsmiddelen voor een tilarm of sleepmiddelenomvattende hijsmiddelen van een til-transportvoertuig en/ofaan twee tegenover elkaar staande wanden is voorzien vanbevestigingsmiddelen, ingericht voor samenwerking metopneemopeningen van kettingen of kabels of dergelijke hijsmid¬delen van een portaalkraanwagen of dergelijk til-transport¬voertuig, en voorzien van ten minste één stortopening.

De container wordt volgens de uitvinding gekenmerktdoordat ten minste twee tegenover elkaar staande wanden zijnvoorzien van aangrijpmiddelen, ingericht voor samenwerking meteen opneem- en uitstortinrichting van een huisvuilwagen ofdergelijk inzamelvoertuig. Daardoor kan de container metbehulp van de tilarm of sleepmiddelen van een til-transport¬voertuig daarop worden getrokken en daar vanaf worden gescho¬ven ofwel met behulp van de hijsmiddelen van een til-trans¬portvoertuig daarop worden geplaatst en daar vanaf wordengenomen terwijl de container bovendien met behulp van deopneem- en uitstortinrichting van een inzamelvoertuig daarinkan worden geleegd.

De container volgens de uitvinding is bovendien bijvoorkeur voorzien van ten minste twee hijsogen nabij de boven¬zijde daarvan en van uitsparingen nabij de onderzijde, inge¬richt voor samenwerking met heftrucklepels. Daardoor kan decontainer met behulp van ten minste vier principieel verschil¬lende opneeminrichtingen worden opgenomen, waardoor verplaat¬sing, transport en leging van de container te allen tijdemogelijk is. Bovendien is de container in een voorkeursuitvoe¬ring voorzien van wielen of dergelijke rolinrichtingen nabijde bodem, waardoor de container eenvoudig kan worden ver¬plaatst met de hand of met behulp van relatief lichte voertui¬gen.

Bij gebruik van containers op plaatsen waar de door decontainers ingenomen ruimte zo beperkt mogelijk dient te zijn,zoals bijvoorbeeld off-shore inrichtingen is het belangrijkdat de containers dicht naast elkaar kunnen worden geplaatst,waarbij het bovendien van groot belang is dat de containersvan verschillende zijden kunnen worden gebruikt. De containervolgens de uitvinding is daarom in een voorkeursuitvoering tenopzichte van twee verticale middenvlakken spiegel-symmetrisch,waarbij de aangrijpmiddelen voor de opneem- en uitstortinrich-ting van het inzamelvoertuig op elke betreffende wand tenminste twee op verschillende hoogten boven de bodem aange¬brachte aangrijppunten omvat, die worden gevormd door zichvanaf de wand uitstrekkende, uitneembare pennen.

Aangezien de pennen uitneembaar zijn kunnen de contai¬ners met de zijwanden tegen elkaar aan worden gezet, waardoorde door de containers ingenomen ruimte minimaal is. Het isdaarbij bijzonder voordelig wanneer de container een in hoofd¬zaak rechthoekige boven- en onderzijde heeft, waarbij de wan¬den die zijn voorzien van de bevestigingsmiddelen voor dehijsmiddelen van het til-transportvoertuig zich naar buitenhellend ten opzichte van de bodem uitstrekken, en waarbij dezich haaks daarop uitstrekkende wanden in hoofdzaak verticaalzijn. Daardoor wordt een maximale inhoud van de container ver¬kregen doordat de verticale wanden geheel tegen elkaar kunnen aansluiten, waarbij de hellende wanden zorgen dat de inhoudvan de container tijdens het leegstorten eenvoudig uit de con¬tainer kan glijden bij kanteling over een as die evenwijdigloopt aan één van de hellende zijden.

In nadere uitwerking van de container strekken de uit¬sparingen, ingericht voor samenwerking met de lepels van eenvorkheftruck zich in hoofdzaak evenwijdig aan de verticalewanden uit. De container kan dan met behulp van een vorkhef¬truck eenvoudig worden verplaatst, ook wanneer de containersmet de verticale zijden tegen elkaar zijn geplaatst.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal een aantaluitvoeringsvoorbeelden van de container volgens de uitvinding,onder verwijzing naar de tekening, worden beschrevenFig. 1 toont de container in vooraanzicht; fig. 2 toont de container in zij-aanzicht; fig. 3 toont de container in zij-aanzicht, in aangrij- ping met het hijsorgaan van een til-transportvoertuig; fig. 4 toont de container in vooraanzicht, in aangrij-ping met de opneem- en uitstortinrichting van een huisvuilwa-gen; en fig. 5 toont de container schematisch in perspecti¬visch aanzicht, in aangrijping met de lepels van een vorkhef¬truck en de kabels van een hijsinrichting, waarbij de contai¬ner is voorzien van loopwielen.

Het samenstel volgens de uitvinding bestaat uit tenminste een container 1, een til-transportvoertuig 100 en eeninzamelvoertuig 200 (fig. 3 en 4). Het til-transportvoertuigis bijvoorbeeld een protaalkraanwagen, maar kan ook een voer¬tuig zijn dat is uitgerust met een knik-tilarm of sleepinrich-ting, waarmee de container op een laadvloer van het voertuigkan worden getild c.q. gesleept. Het inzamelvoertuig is bijvoorkeur een afval-inzamelvoertuig waarbij de opneem- en uit¬stort inrichting aan de achterzijde daarvan is aangebracht,maar deze kan uiteraard ook aan één van de andere zijden vanhet voertuig zijn aangebracht.

De container zoals getoond in de figuren is voorzienvan een bodem 2, een tweetal kopwanden 3 en twee zijwanden 4.Aan de bovenzijde is de container gesloten door een tweetalvanaf een de twee kopwanden 3 aan de bovenzijde verbindendemiddenbalk 6 naar de zijwanden 4 aflopende dekselvlakken 7waarbij elk dekselvlak 7 is voorzien van een tweetal inwerp-openingen 8 die afsluitbaar zijn door nabij de middenbalk 6 omzich langs de middenbalk 6 uitstrekkende assen 9 scharnierbaarbevestigde deksels 10.

De kopwanden 3 strekken zich vanaf de bodem 2 verti¬caal uit, terwijl de zijwanden 4 zich vanaf de bodem 2 naarbuiten hellend uitstrekken. Onder de bodem zijn ten minstetwee, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de kopwanden 3 tussende zijwanden uitstrekkende lepeluitsparingen 11 opgenomen opafstand van de kopwanden 3. De lepeluitsparingen 11 wordengevormd door onder de bodem bevestigde U- of doosprofielen,waarop de container kan worden afgesteund. In de lepeluitspa¬ringen 11 kan een vorkheftruck 400 met zijn lepels de contai¬ner aangrijpen (fig. 5). Nabij de uiteinden van de middenbalk6 zijn aan de bovenzijde daarvan twee hijsogen 12 aangebracht,voor de bevestiging van hijskettingen of -kabels (fig. 5) vaneen lier of dergelijk hijstoestel 300. Bovendien kan de con¬tainer zijn voorzien van nabij de bodem aangebrachte loopwie¬len 500 (fig. 5).

De container is aan beide zijden nabij de bovenrand 13van elke zijwand 4 voorzien van een tweetal paddestoelvormigebevestigingsmiddelen 14, gevormd door een zich vanaf de zij¬wand 4 uitstrekkend pijpdeel 15 en een daarop bevestigde flens16. Aan deze bevestigingsmiddelen 14 kunnen de kettingen vaneen hijsinrichting van een til-transportvoertuig 100 (fig. 3)worden bevestigd.

Elke kopwand 3 is voorzien van een grote uitstortope-ning 17, die afsluitbaar is met behulp van een klep 18 die aande bovenzijde scharnierbaar is bevestigd en aan de onderzijdeis voorzien van een slotmechanisme 19. Nabij de bovenzijde 20is elke kopwand 3 voorzien van een tweetal paren aangrijpings- pennen 21, 22 die bij voorkeur losneembaar in gaten 23 in dekopwand 3 zijn bevestigd. De pennen 21, 22 hebben zodanigeafmetingen, en zijn zodanig geplaatst dat de container metbehulp van de opneem- en uitstortinrichting van een inzamel-voertuig 200 (fig. 4) van rechts in fig. 1 kan worden aange¬grepen, opgenomen en gekanteld met behulp van de pennen 21, envan links met de pennen 22. In een alternatieve uitvoering vanhet samenstel volgens de uitvinding zijn de pennen 21, 22 aande opneem- en uitstortinrichting voorzien, en zijn de kopwan-den 3 slechts voorzien van de gaten waarin de pennen opneem¬baar zijn.

De container die als voorbeeld is weergegeven in defiguren heeft ongeveer de volgende proporties.

De container is ter hoogte van de langsranden 13 vande zijwanden 4 1900 mm breed, en nabij de bodem 1700 mm, decontainer heeft een lengte van 2060 mm en een totale hoogtevan 1450 mm, waarbij de langsranden 13 van de zijwanden 4 op1100 mm boven de bodem 2 zijn aangebracht. De container heefteen totale inhoud van 4 m3. Elke zijwand 4 sluit een hoek inmet de verticaal van 85°, en elk dekselvlak sluit een hoek inmet de horizontaal van 25°. De gegeven maten zijn alle slechtsvoorbeelden, en kunnen naar gelang de gewenste ruimte in decontainer en de gebruikte voertuigen binnen het samenstel vol¬gens de uitvinding worden aangepast.

De container kan als volgt worden gebruikt.

Een lege container kan met behulp van bijvoorbeeld eentil-transportvoertuig 100, of met een vorkheftruck 400 of eenhijsinrichting 300 vanaf bijvoorbeeld een wagen of schip naareen verzamelplaats worden gebracht, of rijdend op de wielen500 naar een dergelijke plaats worden geduwd of getrokken.

Deze veelzijdigheid heeft het voordeel dat de container infeite op elke plek kan worden neergezet, zonder dat speciaaléén soort voertuig beschikbaar dient te zijn. Op de verzamel¬plaats kan de container worden gevuld met verschillende soor¬ten afval, afhankelijk van het aanbod.

Indien de container in voldoende mate is gevuld, ofwanneer een bepaalde tijdsduur is verstreken kan de containerworden geleegd. Afhankelijk van bijvoorbeeld de vullingsgraaden het gezamenlijke gewicht van de container en inhoud, hetaantal op te halen of te legen containers en de beschikbaar¬heid van de respectieve voertuigen kan daarbij de meest prac-tische wijze van afvoer van het afval worden gekozen: hetinzamelsysteem of het oplaadsysteem. Deze keuze kan derhalvezowel voorafgaand aan het plaatsen van de container, als opelk moment daarna worden gemaakt.

Bij keuze voor het inzamelsysteem wordt de containerter plaatse van de inzamelplaats in het inzamelvoertuiggeleegd. Daartoe wordt het inzamelvoertuig naar de inzamel¬plaats gereden, en daar wordt vanaf één van de zijwand-zijden4 de opneem- en uitstortinrichting om de kopwanden 3 van decontainer heen geplaatst, zodanig dat de pennen 21 of 22 aanbeide zijden van de container worden aangegrepen.

Bij het opnemen en kantelen van de container metbehulp van de opneem- en uitstortinrichting van het inzamel¬voertuig 200 vallen de kleppen 10 aan de naar het voertuiggekeerde zijde van de container open en valt de inhoud langsde hellende zijwand 4 onder invloed van met name de zwaarte¬kracht automatisch in het inzamelvoertuig 200. Het inzamel¬voertuig 200 kan bovendien zijn voorzien van een vermaalin-richting waarmee het afval enigszins uit de container kan wor¬den getrokken en in vermalen toestand in het voertuig kan wor¬den gedeponeerd. Nadat de inhoud van de container in het inza¬melvoertuig is gestort wordt de container op de inzamelplaatsteruggezet, klaar voor hernieuwd gebruik, en kan met het inza¬melvoertuig een volgende container worden geleegd.

Bij keuze voor het oplaadsysteem wordt de containerter plaatse van de inzamelplaats met behulp van de kabels ofkettingen van de hijsinrichting, zoals bijvoorbeeld de por-taalkraan van een portaalkraanwagen op het til-transportvoer-tuig 100 geplaatst en tezamen met de inhoud afgevoerd naar eenverwerkingsinrichting, alwaar de inhoud van de container via een van de kleppen 18 uit de container wordt verwijderd, dijvoorkeur door kanteling van de container om een as, nagenoegevenwijdig aan de kopwanden 3. De vol meegenomen containerwordt desgewenst op de afvalverzamelplaats vervangen door eenlege container. Op een til-transportvoertuig wordt gebruike¬lijk slechts een beperkt aantal, relatief zware containersvervoerd.

Doordat de container ten opzichte van de twee verti¬cale middenvlakken Μ, N nagenoeg symmetrisch is uitgevoerd,kan de container zowel door het til-transportvoertuig 100, alsdoor het inzamelvoertuig 200, als door de vorkheftruck 400 vantwee diametraal gelegen zijden worden aangevat en gemanipu¬leerd, waardoor de plaatsingspositie op de inzamelplaats wei¬nig kritisch is. Bovendien maken de eventueel aangebrachtewielen 500 een verplaatsing met de hand of met lichte voertui¬gen mogelijk.

Bij gebruik van containers op plaatsen waar slechtseen beperkte ruimte beschikbaar is en de containers slechts opzeer specifieke momenten kunnen worden geleegd, zoals bijvoor¬beeld op een boorplatform of vergelijkbare off-shore installa¬tie, zijn de maatvoering, de handelbaarheid en de plaatsings¬mogelijkheden van de containers van bijzonder groot belang.Indien de container te groot is wordt daardoor veel ruimteingenomen, terwijl de kans groot is dat de containers op hetmoment van legen slechts gedeeltelijk zijn gevuld, hetgeenbetekent dat derhalve een kleinere container had kunnen wordengebruikt. Indien de container te klein is zal een te grootaantal containers gebruikt moeten worden, hetgeen een grootaantal laad- en loshandelingen met zich meebrengt.

Bij de handelbaarheid en de plaatsingsmogelijkhedenvan de container is het van bijzonder groot belang dat decontainers dicht bij elkaar kunnen worden geplaatst en deson¬danks goed manipuleerbaar blijven. Doordat bij de containervolgens de uitvinding de pennen 21, 22 uitneembaar zijn beves¬tigd kunnen de containers met de verticale kopwanden 3 tegenelkaar aan worden gezet, waardoor op optimale wijze van de beschikbare ruimte gebruik kan worden gemaakt. Aangezien decontainers vanaf de zijwand met een heftruck 400 of met behulpvan kettingen op de hijsogen 12 of de paddestoelvormige beves¬tigingspunten 14 kunnen worden aangegrepen kunnen de dichttegen elkaar geplaatste containers toch eenvoudig worden opge¬pakt en weggenomen.

Het gebruik van de containers volgens de uitvinding opoff-shore installaties heeft het verdere voordeel dat degebruiker niet afhankelijk is van het verwerkingssysteem datis gekozen door de gemeente waar de containers aan land dienente worden gebracht. Dit betekent dat de gebruiker van de off¬shore installatie altijd kan kiezen voor dezelfde containers,ongeacht waar hij de off-shore installatie heeft geplaatst enwaar hij de containers aan land dient te brengen, hetgeenrelatief lage investeringskosten met zich meebrengt.

Het is duidelijk dat de uitvinding geenszins isbeperkt tot de uitvoeringsvoorbeelden zoals weergegeven in defiguren. Zo kan de container eveneens zijn voorzien van beves¬tigingsmiddelen voor andere til-, hef- en/of kantelinrichtin-gen en kunnen de inwerpopeningen bijvoorbeeld zijn afgedektmet rolluiken of naar een zijde wegklapbare of -schuifbareluiken. Voorts kan het samenstel volgens de uitvinding uiter¬aard andere voertuigen en containers van verschillende afme¬tingen en uitvoeringstypen omvatten, zolang de containers metzowel het til-transportvoertuig als met het inzamelvoertuigkunnen worden gemanipuleerd.

Claims (27)

1. Opslag- en transportsamenstel, omvattende ten minste eencontainer, een transportvoertuig dat is voorzien van hijsmid¬delen en is ingericht voor het opnemen en vervoeren van con¬tainers, en een inzamelvoertuig dat is voorzien van eeninrichting voor het opnemen en onder kanteling in het voertuigleegstorten van containers, met het kenmerk, dat het trans¬portvoertuig en het inzamelvoertuig op zichzelf bekende voer¬tuigen zijn, waarbij de container is voorzien van middelenvoor gestuurde samenwerking met zowel het transportvoertuigals het inzamelvoertuig, één en ander zodanig dat de containerzowel door het transportvoertuig kan worden opgenomen en ver¬voerd als door het inzamelvoertuig kan worden opgenomen endaarin worden geleegd.

2. Container, in het bijzonder geschikt voor gebruik bijeen samenstel volgens conclusie 1, waarbij de container aanten minste één einde is voorzien van bevestigingsmiddelen vooreen tilarm of sleepmiddelen omvattende hijsmiddelen van eentil-transportvoertuig, voorzien van ten minste één stortope-ning, met het kenmerk, dat ten minste twee tegenover elkaarstaande wanden zijn voorzien van aangrijpmiddelen, ingerichtvoor samenwerking met een opneem- en uitstortinrichting vaneen huisvuilwagen of dergelijk inzamelvoertuig, één en anderzodanig dat de container met behulp van de tilarm of sleepmid¬delen van een til-transportvoertuig daarop kan worden getrok¬ken en daar vanaf kan worden geschoven en dat de container metbehulp van de opneem- en uitstortinrichting van het inzamel¬voertuig daarin kan worden geleegd.

3. Container, in het bijzonder geschikt voor gebruik bijeen samenstel volgens conclusie 1, waarbij twee tegenoverelkaar staande wanden zijn voorzien van bevestigingsmiddelen,ingericht voor samenwerking met opneemopeningen van kettingen of kabels of dergelijke hijsmiddelen van een portaalkraanwagenof dergelijk til-transportvoertuig, voorzien van ten minsteéén stortopening, met het kenmerk, dat ten minste twee tegen¬over elkaar staande wanden zijn voorzien van aangrijpmiddelen,ingericht voor samenwerking met een opneem- en uitstortinrich¬ting van een huisvuilwagen of dergelijk inzamelvoertuig, éénen ander zodanig dat de container met behulp van de hijsmidde¬len van een til-transportvoertuig daarop kan worden geplaatsten daar vanaf kan worden genomen en dat de container metbehulp van de opneem- en uitstortinrichting van het inzamel¬voertuig daarin kan worden geleegd.

4. Container volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, datde container is voorzien van ten minste twee hijsogen, diezijn aangebracht nabij de bovenzijde van de container.

5. Container volgens één der conclusies 2-4, met het ken¬merk, dat de container is voorzien van uitsparingen nabij deonderzijde, ingericht voor samenwerking met heftrucklepels.

6. Container volgens één der conclusies 2-5, met het ken¬merk, dat de bevestigingsmiddelen voor de hijsmiddelen van het^il-transportvoertuig zich vanaf de betreffende wanden uit¬strekkende pijpstukken omvatten, waarbij elk pijpstuk aan hetvan de wand afgekeerde einde is voorzien van een buiten hetpijpstuk uitstekende flens.

7. Container volgens één der conclusies 2-6, met het ken¬merk, dat de aangrijpmiddelen voor de opneem- en uitstortin¬richting van het inzamelvoertuig op elke betreffende wand tenminste twee op verschillende hoogten boven de bodem aange¬brachte aangrijppunten omvat.

8. Container volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat deaangrijppunten worden gevormd door zich vanaf de wand uit¬strekkende pennen.

9. Container volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat depennen uitneembaar zijn.

10. Container volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat deaangrijppunten worden gevormd door gaten.

11. container voigens conclusie ö, y or iuf met net Kenmerjc,dat elke betreffende wand vier aangrijppunten omvat, diepaarsgewijs gespiegeld ten opzichte van een verticaal vlakzijn aangebracht, één en ander zodanig dat de container met deopneem- en uitstortinrichting vanaf ten minste twee zijden kanworden opgenomen.

12. Container volgens één der conclusies 2 - 11, met hetkenmerk, dat de container alzijdig in hoofdzaak gesloten is,waarbij ten minste één afsluitbare in- en uitvoeropening isopgenomen in de bovenzijde.

13. Container volgens één der conclusies 2-12, met hetkenmerk, dat de container alzijdig in hoofdzaak gesloten is,waarbij een afsluitbare in- en uitvoeropening is opgenomen inten minste één wand.

14. Container volgens één der conclusies 2 - 13, met hetkenmerk, dat de container ten opzichte van twee verticale mid¬denvlakken spiegel-symmetrisch is.

15. Container volgens één der conclusies 2 - 14, met hetkenmerk, dat de bevestigingsmiddelen en de aangrijpmiddelen opverschillende wanden zijn aangebracht.

16. Container volgens één der conclusies 2-15, met hetkenmerk, dat elke wand die zich uitstrekt tussen twee wandendie zijn voorzien van de bevestigingsmiddelen voor de hijsmid¬delen van het til-transportvoertuig is voorzien van een in- enuitvoeropening.

17. Container volgens één der conclusies 12 - 16, met hetkenmerk, dat elke in- en uitvoeropening bedienbaar is vanafeen zijde die zich uitstrekt tussen twee tegenoverliggendezijden die zijn voorzien van aangrijpmiddelen.

18. Container volgens één der conclusies 2-17, met hetkenmerk, dat de container een in hoofdzaak rechthoèkige boven¬en onderzijde heeft, waarbij de wanden die zijn voorzien vande bevestigingsmiddelen voor de hijsmiddelen van het til-transportvoertuig zich naar buiten hellend ten opzichte van debodem uitstrekken, en waarbij de zich haaks daarop uitstrek¬kende wanden in hoofdzaak verticaal zijn

19. Container volgens conclusie 18, met het kenmerk, datelke hellende wand een hoek insluit met de bodem van de con¬tainer van tussen de 60° en 90°, en bij voorkeur 85°.

20. Container volgens één der conclusies 12 - 19, met hetkenmerk, dat elk vlak waarin een in- en uitvoeropening in debovenzijde van de container is gelegen hellend is aangebracht.

21. Container volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat elkvlak waarin een in- en uitvoeropening in het bovenvlak van decontainer is gelegen een hoek met de horizontaal insluit vantussen de 10° en 45°, en bij voorkeur 25°.

22. Container volgens één der conclusies 2 - 21, met hetkenmerk, dat de container een lengte heeft van maximaal2200 mm, en bij voorkeur 2060 mm, de bodem een breedte heeftvan maximaal 1850 mm, en bij voorkeur 1700 mm, de maximalebreedte van de container 2000 mm, en bij voorkeur 1900 mm is,de maximale hoogte van de container 1700 mm, en bij voorkeur1450 mm is, en de hellende wand een hoogte boven de bodemheeft van maximaal 1450 mm, en bij voorkeur 1100 mm.

23. Container volgens één der conclusies 2-22, met hetkenmerk, dat de container een inhoud heeft van tussen de 2 m3en 8 m3, en bij voorkeur 4 m3.

24. Container volgens één der conclusies 2 - 23, met hetkenmerk, dat telkens twee aangrijppunten voor de opneem- enuitstortinrichting van het inzamelvoertuig in verticale rich¬ting ongeveer 240 mm, en in horizontale richting 1130 mm uitelkaar zijn aangebracht, waarbij het laagste aangrijpingspuntnabij een hoekpunt van de container is aangebracht, op onge¬veer 1085 mm boven de grond.

25. Container volgens één der conclusies 2 - 24, met hetkenmerk, dat de container is voorzien van wielen of dergelijkerolinrichtingen nabij de bodem.

26. Container volgens conclusie 5 en één der conclusies 18 -25, met het kenmerk, dat de uitsparingen, ingericht voorsamenwerking met de lepels van een vorkheftruck zich in hoofd¬zaak evenwijdig aan de in hoofdzaak verticale wanden uitstrek¬ken.

27. Werkwijze voor het opslaan en afvoeren van goederenzoals afval met behulp van een container volgens één der con¬clusies 2 - 26, in het bijzonder geschikt voor gebruik op eenoff-shore inrichting, waarbij een lege container op de grondwordt geplaatst vanaf een portaalkraanwagen of op een off¬shore inrichting vanaf een schip met behulp van een lier, decontainer wordt gevuld, waarna de container indien nodig metbehulp van een lier wordt teruggeplaatst op een schip en wordtgelost op een kade, waarna de container naar keuze wordtgeleegd in een inzamelvoertuig met behulp van de opneem- enuitstortinrichting daarvan en wordt teruggeplaatst of gevuldwordt afgevoerd met behulp van een til-transportvoertuig.