NL9301853A

NL9301853A - Lock

Info

Publication number: NL9301853A
Application number: NL9301853A
Authority: NL
Original assignee: Diamond Flex B V; Armada Trading Bv
Priority date: 1993-10-27
Filing date: 1993-10-27
Publication date: 1995-05-16

Abstract

The invention relates to a lock, comprising a first lock casing with a projecting lock pin, and a second lock casing with a latching groove for accommodating the lock pin, which latching groove can rotate between a position in which it encloses the lock pin and a position in which it releases the lock pin, and is connected to a lock cylinder which is screwed into the second lock casing and can be actuated by a key, the direction for unscrewing the lock cylinder from the second lock casing being opposite to the direction of rotation of the latching groove from the position in which it encloses the lock pin to the position in which it releases the lock pin.

Description

SlotKey lock

De uitvinding heeft betrekking op een slot.The invention relates to a lock.

Alhoewel op de markt reeds talloze verschillende soorten sloten verkrijgbaar zijn, bestaat een onverminderde behoefte aan de ontwikkeling van nieuwe, inbraakveilige sloten. Derhalve beoogt de uitvinding een dergelijk slot te verschaffen.Although numerous different types of locks are already available on the market, there is an undiminished need for the development of new, burglar-resistant locks. The invention therefore aims to provide such a lock.

Overeenkomstig de onderhavige uitvinding wordt een slot verschaft, bestaande uit een eerste slothuis met een uitstekende slotpen, en een tweede slothuis met een grendel-groef voor het opnemen van de slotpen, welke grendelgroef, tussen een de slotpen opsluitende en de slotpen vrijgevende stand roteerbaar, is verbonden met een in het tweede slothuis geschroefde, door een sleutel bedienbare slotcilinder, waarbij de schroefrichting voor het losschroeven van de slotcilinder uit het tweede slothuis tegengesteld is aan de rotatierichting van de grendelgroef vanuit de de slotpen opsluitende naar de de slotpen vrijgevende stand.In accordance with the present invention, there is provided a lock consisting of a first lock housing having a protruding lock pin, and a second lock housing having a locking groove for receiving the lock pin, said locking groove rotatable between a locking pin and the locking pin releasing position, is connected to a key-operated lock cylinder screwed into the second lock housing, the screw direction for unscrewing the lock cylinder from the second lock housing opposite to the direction of rotation of the locking groove from the locking pin locking position to the locking pin releasing position.

Wanneer de slotpen is opgesloten in de grendelgroef, zijn eventuele pogingen om het slot op ongeautoriseerde wijze te openen gericht op, onder andere, pogingen om de slotcilinder uit het tweede slothuis te schroeven. Evenwel betekent dit, dat de grendelgroef dan naar de de slotpen opsluitende stand wordt geroteerd. Derhalve werken pogingen, om de slotcilinder uit het slothuis te schroeven het steviger vergrendelen van de slotpen in de grendelgroef in de hand. Op deze wijze is het slot volgens de uitvinding op uitermate effectieve wijze beveiligd tegen ongeautoriseerd openen.When the lock pin is locked in the locking groove, any attempts to open the lock in an unauthorized manner are directed, among other things, at attempts to unscrew the lock cylinder from the second lock housing. However, this means that the locking groove is then rotated to the position locking the lock pin. Therefore, attempts to unscrew the lock cylinder from the lock housing more securely lock the lock pin in the locking groove in the hand. In this way, the lock according to the invention is protected in an extremely effective manner against unauthorized opening.

Overeenkomstig een gunstige uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding is de grendelgroef gevormd in een ► op de slotcilinder aansluitende, en nauwpassend in een in het tweede slothuis gevormd kanaal opgenomen sluitbus. De sluitbus wordt onder invloed van een rotatie van de slotcilinder geroteerd tussen de de slotpen opsluitende en de de slotpen vrijgevende stand. Doordat de sluitbus nauwpassend in een in het i tweede slothuis gevormd kanaal is opgenomen worden een aantal extra voordelen verkregen. Het belangrijkste voordeel is, dat door de nauwe passing van de sluitbus in het in het tweede slothuis gevormde kanaal een vervorming van de sluitbus tijdens het daarop uitoefenen van een grote kracht wordt tegenge- . gaan. Een dergelijke grote kracht kan bijvoorbeeld worden uitgeoefend wanneer men poogt de slotpen uit de grendelgroef te trekken.In accordance with a favorable embodiment of the lock according to the invention, the locking groove is formed in a closing sleeve connecting to the lock cylinder and fitting snugly in a channel formed in the second lock housing. The closing sleeve is rotated under the influence of a rotation of the lock cylinder between the locking pin locking and the locking pin releasing position. A number of additional advantages are obtained because the closing sleeve is closely fitted in a channel formed in the second lock housing. The main advantage is that the close fit of the closing sleeve in the channel formed in the second lock housing prevents deformation of the closing sleeve during the application of a great force thereon. to go. Such a great force can be exerted, for example, when attempting to pull the lock pin out of the locking groove.

Een ander voordeel is, dat de slotpen en de hiermee samenwerkende sluitbus in de samengevoegde stand van de slot-huizen geheel van de omgeving zijn afgesloten, zodat enerzijds pogingen gericht op het vernielen van deze onderdelen nauwelijks mogelijk zijn en anderzijds deze onderdelen tegen weersinvloeden zijn beschermd.Another advantage is that the lock pin and the locking sleeve cooperating therewith are completely closed off from the surroundings in the assembled position of the lock houses, so that attempts aimed at destroying these parts are hardly possible on the one hand and these parts are protected against the weather on the other hand. .

Overeenkomstig een gunstige, constructieve uitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding geldt, dat de slotpen een op een verdunde hals aansluitende verdikte kop bezit, terwijl de grendelgroef bestaat uit een in de sluitbus gevormde holte voor het opnemen van de kop, welke holte met de omgeving in verbinding staat via een opening voor de doorvoer van de kop en een in de rotatierichting van de sluitbus hierop aansluitend vernauwd kanaal voor het opnemen van de hals van de slotpen. In de vrijgevende stand van de sluitbus kan de verdikte kop van de slotpen via de opening in respectievelijk uit de holte van de sluitbus worden bewogen. Wanneer de kop in de holte is bewogen, kan vervolgens door een rotatie van de sluitbus naar de opsluitende stand de kop achter het vernauwde kanaal worden opgesloten, waarbij de hals van de slotpen in dit vernauwde kanaal is aangebracht. In deze stand kan de slotpen niet uit de sluitbus worden verwijderd. Voor de rotatie van de sluitbus zorgt de hierop aansluitende slotcilinder.According to a favorable, constructional embodiment of the lock according to the invention, it holds that the lock pin has a thickened head connecting to a thinned neck, while the locking groove consists of a cavity formed in the closing sleeve for receiving the head, which cavity with the environment communicates via an opening for the passage of the head and a channel narrowed in the direction of rotation of the closing sleeve to accommodate the neck of the lock pin. In the releasing position of the locking sleeve, the thickened head of the locking pin can be moved through the opening into or out of the cavity of the locking sleeve, respectively. When the head has been moved into the cavity, the head can then be trapped behind the narrowed channel by rotating the closure sleeve to the locking position, the neck of the lock pin being arranged in this narrowed channel. The lock pin cannot be removed from the locking sleeve in this position. The lock cylinder connecting to it ensures the rotation of the locking sleeve.

In het algemeen zal in het tweede slothuis een zodanig op het de sluitbus opnemende kanaal aansluitend dwarska-naal zijn gevormd, dat dit in de vrijgevende stand van de sluitbus aansluit op de in de sluitbus gevormde opening, en in de opsluitende stand van de sluitbus aansluit op het vernauwde kanaal. Dit dwarskanaal zal hierbij bij voorkeur een diameter bezitten, die net voldoende is voor het laten passeren van de verdikte kop van de slotpen, zodat een nauwe passing wordt verkregen en de slothuizen in de samengevoegde stand nauwelijks een onderlinge beweging kunnen uitvoeren, die zou kunnen leiden tot het door onbevoegden verbreken van de verbinding tussen de slothuizen.Generally, in the second lock housing, a transverse channel connecting to the channel receiving the closing sleeve will be formed in such a way that it connects in the release position of the closing sleeve to the opening formed in the closing sleeve and connects in the locking position of the closing sleeve. on the narrowed channel. Preferably, this transverse channel will have a diameter just sufficient for the thickened head of the lock pin to pass, so that a close fit is obtained and the lock housings in the joined position can hardly perform a mutual movement, which could lead to unauthorized disconnection of the connection between the lock houses.

Verder bestaat de mogelijkheid, dat de slothuizen zijn voorzien van hun onderlinge grensvlak in de samengevoegde stand overlappende randen. Wanneer de slothuizen zijn samengevoegd, en de slotpen is opgesloten in de grendelgroef, verhinderen deze overlappende randen, dat een forceerwerktuig of dergelijke tussen de slothuizen wordt geperst teneinde deze onder uitoefening van een grote kracht uiteen te bewegen en de verbinding tussen de slothuizen te verbreken.Furthermore, it is possible that the lock housings are provided with overlapping edges in their mutual interface in the joined position. When the lock housings are joined together, and the lock pin is locked in the locking groove, these overlapping edges prevent a forming tool or the like from being forced between the lock housings in order to force them apart under great force and to break the connection between the lock housings.

Het slot volgens de uitvinding kan op diverse wijzen worden toegepast. In dit verband wordt een uitvoeringsvorm genoemd, waarbij de slothuizen zijn voorzien van uitsparingen voor het aanbrengen en bevestigen van de eindschakels van kettingen en zich door de uitsparingen uitstrekkende, de eindschakels opsluitende grendelpennen. De met behulp van de grendelpennen in de uitsparingen opgesloten eindschakels kunnen, na eenmaal te zijn aangebracht, nauwelijks op onbevoegde wijze uit de slothuizen worden verwijderd.The lock according to the invention can be used in various ways. In this connection, an embodiment is mentioned in which the lock housings are provided with recesses for arranging and fixing the end links of chains and locking pins extending through the recesses, which lock the end links. The end links enclosed in the recesses by means of the locking pins can hardly be removed from the lock housings in an unauthorized manner after being fitted.

Vanzelfsprekend is het ook mogelijk, om de slothuizen aan te brengen op andere elementen, zoals de uiteinden van kabels, stangen of andere, met behulp van het slot met elkaar te verbinden onderdelen.It is of course also possible to arrange the lock housings on other elements, such as the ends of cables, rods or other parts to be joined together by means of the lock.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel, bestaande uit ketting en een slot volgens de uitvinding.The invention also relates to an assembly consisting of a chain and a lock according to the invention.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het slot volgens de uitvinding is weergegeven.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, in which an embodiment of the lock according to the invention is shown.

Fig. l toont in zijaanzicht een uitvoeringsvorm van de het slot volgens de uitvinding vormende slothuizen;Fig. 1 shows a side view of an embodiment of the lock houses forming the lock according to the invention;

Fig. 2 toont een doorsnede door één der slothuizen overeenkomstig de lijn II-II in fig. 1, met op enige afstand van het slothuis de hierin op te nemen onderdelen;Fig. 2 shows a section through one of the lock housings according to the line II-II in FIG. 1, with the parts to be incorporated therein at some distance from the lock house;

Fig. 3 toont een langsdoorsnede volgens een vlak evenwijdig aan het vlak van de tekening door het andere slothuis uit fig. 1, met hierin opgenomen onderdelen;Fig. 3 shows a longitudinal section along a plane parallel to the plane of the drawing through the other lock housing of FIG. 1, with components included therein;

Fig. 4 toont een eerste aanzicht van een sluitbus, enFig. 4 shows a first view of a closing sleeve, and

Fig. 5 toont een aanzicht van de sluitbus overeenkomstig V in fig. 4.Fig. 5 shows a view of the closing sleeve corresponding to V in FIG. 4.

Het slot volgens de uitvinding bestaat uit een eerste slothuis 1 met uitstekende slotpen 2 en een tweede slothuis 3 met een later nader toe te lichten grendelgroef voor het opnemen van de slotpen 2. Uit een vergelijkende beschouwing van de figuren 1 en 2 blijkt, dat het eerste slothuis 1 in j hoofdzaak uit een massief vierkant blok bestaat, waarin aan één zijde een uitsparing 4 is gevormd voor het opnemen van de i slotpen 2. De slotpen 2 en de uitsparing 4 bezitten samenwerkende groeven 5, 6 voor het opnemen van een borgring 7. Eenmaal met behulp van de borgring 7 in de uitsparing 4 geborgd, kan de slotpen 2 niet meer uit de uitsparing 4 van het slothuis 1 worden verwijderd. Indien de uitsparing 4, de slotpen i en de borgring 7 cilindrisch zijn uitgevoerd kan de slotpen 2 wel roteren in de uitsparing 4.The lock according to the invention consists of a first lock housing 1 with protruding lock pin 2 and a second lock housing 3 with a locking groove to be explained later for receiving the lock pin 2. A comparative consideration of Figures 1 and 2 shows that the first lock housing 1 mainly consists of a solid square block, in which a recess 4 is formed on one side for receiving the lock pin 2. The lock pin 2 and the recess 4 have co-operating grooves 5, 6 for receiving a locking ring 7. Once secured in the recess 4 by means of the locking ring 7, the lock pin 2 can no longer be removed from the recess 4 of the lock housing 1. If the recess 4, the lock pin i and the locking ring 7 are cylindrical, the lock pin 2 can rotate in the recess 4.

Aan de tegenover gelegen zijde bezit het slothuis 1 een uitsparing 8, voor het opnemen van een eindschakel 9 van een ketting of dergelijke (in fig. 2 gestippeld weergegeven), ί die eenmaal aangebracht in de uitsparing 4 hierin kan worden geborgd door middel van een borgpen 10 die via een dwarskanaal 11 door de uitsparing 8 en de hierin aangebrachte eindschakel 9 kan passeren. Met behulp van een borgring 12 kan deze borgpen 10 onlosneembaar worden geborgd in het slothuis 1.On the opposite side, the lock housing 1 has a recess 8, for receiving an end link 9 of a chain or the like (shown in dotted lines in Fig. 2), which once fitted in the recess 4 can be secured by means of a locking pin 10 which can pass through a recess 8 through the recess 8 and the end link 9 arranged therein. With the aid of a locking ring 12, this locking pin 10 can be locked in a lockable manner in the lock housing 1.

> Vanzelfsprekend zal het slothuis 1 ook aan andere elementen dan een van schakels voorziene ketting kunnen worden bevestigd. Hierbij valt te denken aan kabels, stangen of andere constructieve delen.It goes without saying that the lock housing 1 can also be attached to elements other than a chain provided with links. This could include cables, rods or other structural parts.

Uit een vergelijkende beschouwing van fig. 1 en fig.From a comparative view of FIG. 1 and FIG.

> 3 blijkt, dat het tweede slothuis 3 is voorzien van een hoofdkanaal 13 met een hierin gevormde schouder 14.> 3 it appears that the second lock housing 3 is provided with a main channel 13 with a shoulder 14 formed therein.

De wand van het boven de schouder 14 gelegen gedeelte van het hoofdkanaal 13 is van schroefdraad voorzien, en hierin is een in fig. 3 weergegeven slotcilinder 15 schroefbaar. Deze ) slotcilinder 15 kan, na te zijn aangebracht, met behulp van lijm of mechanische vergrendelingen worden vastgezet.The wall of the portion of the main channel 13 located above the shoulder 14 is threaded, and a lock cylinder 15 shown in Fig. 3 can be screwed therein. This lock cylinder 15, after being fitted, can be secured by means of glue or mechanical locks.

In het onder de schouder 14 gelegen gedeelte van het hoofdkanaal 13 bevindt zich een sluitbus 16, die, zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 4, aan de bovenzijde is voor-) zien van een verbindingssleuf 17. In deze verbindingssleuf 17 grijpt een bedieningspen 18 van de slotcilinder 15 aan. Bij bediening van de slotcilinder 15 door een (niet getoonde) sleutel wordt de bedieningspen 18 om de langsas van de slotcilinder 15 geroteerd, waardoor de sluitbus 16 eveneens in ) het betreffende gedeelte van het hoofdkanaal 13 kan worden geroteerd.In the part of the main channel 13 located under the shoulder 14 there is a closing sleeve 16, which, as is most clearly shown in Fig. 4, is provided at the top with a connecting slot 17. An operating pin engages in this connecting slot 17 18 of the lock cylinder 15. When the lock cylinder 15 is operated by a key (not shown), the operating pin 18 is rotated about the longitudinal axis of the lock cylinder 15, so that the locking sleeve 16 can also be rotated in the relevant part of the main channel 13.

De sluitbus 16 is in het betreffende gedeelte van het hoofdkanaal 13 opgesloten door een opsluitplaat 19, die met behulp van een borgring 20 op de in het voorgaande beschreven wijze niet wegneembaar is vergrendeld. Dit betekent, dat eenmaal aangebracht het verwijderen van de sluitbus 16 uit het hoofdkanaal 13 niet mogelijk is.The closing sleeve 16 is enclosed in the relevant part of the main channel 13 by a retaining plate 19, which is locked in a detachable manner in the manner described above by means of a locking ring 20. This means that once applied the removal of the closing sleeve 16 from the main channel 13 is not possible.

De sluitbus 16 is door middel van een dwarskanaal 21 vanaf de voorzijde van het tweede slothuis 3 bereikbaar. Dit dwarskanaal 21 bezit een diameter, die in hoofdzaak overeenkomt met de diameter van de slotpen 2.The closing sleeve 16 is accessible from the front of the second lock housing 3 by means of a transverse channel 21. This transverse channel 21 has a diameter which substantially corresponds to the diameter of the lock pin 2.

Zoals duidelijk blijkt uit fig. 2, bezit de slotpen 2 een verdunde hals 22 en een daarop aansluitende verdikte kop 23. De aldus gevormde slotpen 2 moet met zijn kop 23 en hals 22 samenwerken met een in de sluitbus 16 gevormde grendel-groef. Verwijzend naar de figuren 4 en 5 bestaat deze grendel-groef in hoofdzaak uit een in de sluitbus 16 gevormde holte 24 voor het opnemen van de verdikte kop 23. De holte staat ter plaatse van een bepaalde omtrekspositie van de sluitbus 16 via een opening 25 in verbinding met de omgeving. Deze opening 25 is juist groot genoeg om de kop 23 van de slotpen 2 in de holte 24 te plaatsen of daaruit te verwijderen. In de rotatie-richting van de sluitbus 16 sluit op de opening 25 een vernauwd kanaal 26 aan, dat een afmeting bezit voor het laten passeren van de verdunde hals 22 van de slotpen 2.As is clear from Fig. 2, the lock pin 2 has a thinned neck 22 and a subsequent thickened head 23. The lock pin 2 thus formed must cooperate with its head 23 and neck 22 with a locking groove formed in the closing sleeve 16. Referring to Figures 4 and 5, this locking groove mainly consists of a cavity 24 formed in the closure sleeve 16 for receiving the thickened head 23. The cavity is located at a certain circumferential position of the closure sleeve 16 via an opening 25 connection with the environment. This opening 25 is just large enough to place or remove the head 23 of the lock pin 2 in the cavity 24. In the direction of rotation of the closing sleeve 16, a narrowed channel 26 connects to the opening 25, which is of a size for passing the thinned neck 22 of the lock pin 2.

In fig. 3 is verder zichtbaar, dat het slothuis 3 aan zijn achterzijde een uitsparing 27 bezit, waarin een borgpen 28 is geplaatst. De vormgeving en de werking van deze uitsparing 27 met borgpen 28 komt overeen met die van de uitsparing 8 en borgpen 10 in het eerste slothuis 1.Fig. 3 furthermore shows that the lock housing 3 has a recess 27 at its rear, in which a locking pin 28 is placed. The design and operation of this recess 27 with locking pin 28 corresponds to that of the recess 8 and locking pin 10 in the first lock housing 1.

Wanneer de slotpen 2 op de in het voorgaande beschreven wijze in het eerste slothuis 1 is vergrendeld en in het slothuis 3 alle genoemde onderdelen zijn aangebracht, kunnen de slothuizen 1 en 3 voor het sluiten van het slot aan elkaar i worden bevestigd. Hiertoe wordt de sluitbus 16 met behulp van de slotcilinder 15 verdraaid naar een stand, waarin de opening 25 aansluit op het dwarskanaal 21. Vervolgens wordt de kop 23 van de slotpen 2 via het dwarskanaal 21 en de opening 25 in de inwendige holte 24 van de sluitbus 16 geplaatst. Door vervol-i gens met behulp van de slotcilinder 15 de sluitbus 16 te roteren naar een stand, waarin het vernauwde kanaal 26 aansluit op het dwarskanaal 21 wordt de kop 23 van de slotpen 2 , opgesloten in de holte 24, en zijn de beide slothuizen 1 en 3 aan elkaar vergrendeld. Door de nauwe passing van de sluitbus 16 in het hoofdkanaal 13 in het tweede slothuis 3 is het uit de sluitbus 16 forceren van de slotpen 2 niet mogelijk.When the lock pin 2 is locked in the first lock housing 1 in the manner described above and in the lock housing 3 all the components mentioned are arranged, the lock housings 1 and 3 can be fastened together for closing the lock. For this purpose, the closing sleeve 16 is turned by means of the lock cylinder 15 to a position in which the opening 25 connects to the transverse channel 21. Then the head 23 of the lock pin 2 is inserted via the transverse channel 21 and the opening 25 into the internal cavity 24 of the locking sleeve 16 fitted. By subsequently rotating the locking sleeve 16 with the aid of the lock cylinder 15 to a position in which the narrowed channel 26 connects to the transverse channel 21, the head 23 of the lock pin 2 is enclosed in the cavity 24, and the two lock housings are 1 and 3 locked together. Due to the close fitting of the closing sleeve 16 in the main channel 13 in the second lock housing 3, the locking pin 2 cannot be forced out of the closing sleeve 16.

De schroefrichting voor het losschroeven van de slotcilinder 15 uit het hoofdkanaal 13 is tegengesteld aan de rotatierichting van de sluitbus 16 vanuit de de slotpen 2 opsluitende stand (waarin het vernauwde kanaal 26 aansluit op het dwarskanaal 21) naar de de slotpen 2 vrijgevende stand (waarin de opening 25 aansluit op het dwarskanaal 21). Derhalve leiden pogingen, om de slotcilinder 15 op onbevoegde wijze uit het slothuis 3 te schroeven tot het in de grendelstand houden van de sluitbus 16. Het onbevoegd openen van het slot wordt hierdoor tegengegaan.The screwing direction for unscrewing the lock cylinder 15 from the main channel 13 is opposite to the direction of rotation of the closing sleeve 16 from the position locking the pin 2 (in which the narrowed channel 26 connects to the transverse channel 21) to the position releasing the lock pin 2 (in which the opening 25 connects to the transverse channel 21). Therefore, attempts to unscrew the lock cylinder 15 from the lock housing 3 in an unauthorized manner lead to keeping the locking sleeve 16 in the locking position. Unauthorized opening of the lock is hereby prevented.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de slotpen 2 rota-tiesymmetrisch om zijn langsas, zodat in de vergrendelde stand de beide slothuizen 1 en 3 om deze langsas ten opzichte van elkaar kunnen roteren. Hierdoor wordt bij toepassing op de uiteinden van kettingen een grote bewegingsvrijheid verschaft.In the embodiment shown, the lock pin 2 is rotationally symmetrical about its longitudinal axis, so that in the locked position the two lock housings 1 and 3 can rotate about this longitudinal axis relative to each other. This provides great freedom of movement when applied to the ends of chains.

Tevens wordt hierdoor een mogelijkheid voor het forceren van het slot voorkomen.This also prevents the possibility of forcing the lock.

In de vergrendelde stand bevinden alle werkzame onderdelen van het slot zich binnen de slothuizen 1 en 3, zodat deze tegen onbedoeld openen zijn beschermd. Tevens hebben weersinvloeden nauwelijks vat op deze onderdelen.In the locked position, all active parts of the lock are located inside the lock housings 1 and 3, so that they are protected against accidental opening. Weather influences also have little influence on these parts.

Het is mogelijk, dat ter plaatse van de tegen elkaar te plaatsen vlakken 29 en 30 van de slothuizen 1 respectievelijk 3 samenwerkende randen (groeven en uitsteeksels) zijn aangebracht om de verbindingsnaad te overlappen. Het tussen de beide slothuizen in forceren van breekgereedschappen wordt hierdoor voorkomen. Vanzelfsprekend kunnen deze samenwerkende randen eveneens rotatiesymmetrisch zijn, waardoor de onderlinge rotatievrijheid van de slothuizen kan worden gehandhaafd.It is possible that, at the surfaces 29 and 30 of the lock housings 1 and 3 to be placed against each other, co-acting edges (grooves and protrusions) are provided to overlap the connecting seam. Forcing breaking tools between the two lock houses is thus prevented. Of course, these cooperating edges can also be rotationally symmetrical, so that the mutual rotation freedom of the lock housings can be maintained.

Wanneer de slothuizen zijn bevestigd aan de uiteinden van kettingen vormen ze geen losse onderdelen, dit in tegenstelling tot de bekende sloten. Het slot kan als samenstel, bestaande uit kettingen en hieraan bevestigde slothuizen worden geleverd, doch het is ook mogelijk, dat de slothuizen los worden geleverd om achteraf aan een ketting te worden bevestigd. Evenwel is het ook mogelijk, om de slothuizen aan andere constructieve elementen te bevestigen.When the lock housings are attached to the ends of chains, they do not form loose parts, in contrast to the known locks. The lock can be supplied as an assembly consisting of chains and lock housings attached thereto, but it is also possible that the lock housings are supplied loose for subsequent attachment to a chain. However, it is also possible to attach the lock houses to other structural elements.

Niet in de tekeningen getoond is, dat het mogelijk is om de holte 24 in de sluitbus 16 te voorzien van een naar het vernauwde kanaal 26 toegerichte kom, waardoor een op de slot-pen 2 uitgeoefende trekkracht leidt tot het centreren van de kop 23 in deze kom, zodat een onbedoelde rotatie van de sluitbus 16 in de richting van het vrijgeven van de slotpen 2 wordt voorkomen.It is not shown in the drawings that it is possible to provide the cavity 24 in the closing sleeve 16 with a cup directed towards the narrowed channel 26, whereby a tensile force exerted on the lock pin 2 leads to the centering of the head 23 in this bowl, so that an unintentional rotation of the closing sleeve 16 in the direction of releasing the lock pin 2 is prevented.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het door de conclusie bepaalde kader der uitvinding op velerlei wijzen kunnen worden gevarieerd.The invention is not limited to the embodiments described above, which can be varied in many ways within the scope of the invention as defined by the claim.

Claims

1. Lock, consisting of a first lock housing with a protruding lock pin, and a second lock housing with a locking groove for receiving the lock pin, which locking groove is rotatable between a position locking the lock pin and the release pin, in a the second lock housing is a screw-actuated key lock cylinder, the screw direction for unscrewing the lock cylinder from the second lock housing opposite to the direction of rotation of the locking groove from the locking pin locking position to the locking pin releasing position.

Lock according to claim 1, characterized in that the locking groove is formed in a closing sleeve connecting to the lock cylinder and fitting snugly in a channel formed in the second lock housing.

Lock according to claim 2, characterized in that the lock pin has a thickened neck connecting to a thinned neck, while the locking groove consists of a cavity formed in the closing sleeve for receiving the head, which cavity communicates with the environment via an opening for the passage of the head and a channel narrowed in the direction of rotation of the closing sleeve to accommodate the neck of the lock pin.

4. Lock according to any one of the preceding claims, characterized in that the lock housings are provided with their lower boundary surface in the joined position overlapping edges.

Lock according to any one of the preceding claims, characterized in that the lock housings are provided with recesses for arranging and securing the end links of chains and locking pins extending through the recesses, which lock the end links.

Assembly, consisting of a chain and a lock according to any one of the preceding claims.