NL9201844A - Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp. - Google Patents

Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp. Download PDF

Info

Publication number
NL9201844A
NL9201844A NL9201844A NL9201844A NL9201844A NL 9201844 A NL9201844 A NL 9201844A NL 9201844 A NL9201844 A NL 9201844A NL 9201844 A NL9201844 A NL 9201844A NL 9201844 A NL9201844 A NL 9201844A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
locking
tensioning elements
operating mechanism
parts
winding
Prior art date
Application number
NL9201844A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Veth Carrosseriefabriek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Veth Carrosseriefabriek B V filed Critical Veth Carrosseriefabriek B V
Priority to NL9201844A priority Critical patent/NL9201844A/nl
Publication of NL9201844A publication Critical patent/NL9201844A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G3/00Ambulance aspects of vehicles; Vehicles with special provisions for transporting patients or disabled persons, or their personal conveyances, e.g. for facilitating access of, or for loading, wheelchairs
    • A61G3/08Accommodating or securing wheelchairs or stretchers
    • A61G3/0808Accommodating or securing wheelchairs

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Storing, Repeated Paying-Out, And Re-Storing Of Elongated Articles (AREA)

Description

Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp, zoals een rolstoel in een voertuig.
Rolstoelen dienen voor het vervoer in een voertuig te worden vastgesjord. Hiertoe is een aantal inrichtingen bekend. Een eerste inrichting maakt gebruik van een in langsrichting op de laadvloer van het voertuig bevestigde vloerrail, waarin in diverse posities een verticale steun kan worden aangebracht. De steun draagt een zich in dwarsrichting uitstrekkend koppelstuk, dat tussen het frame van de rolstoel kan worden geklemd. Verder bevinden zich aan het koppelstuk verankeringspunten voor een heupgordel voor de inzittende van de rolstoel. Een andere bekende inrichting maakt gebruik van twee zich in dwarsrichting op de laadvloer van het voertuig uitstrekkende vloerrails, waarin telkens twee spanbanden zijn vastgemaakt. De vast te sjorren rolstoel wordt tussen beide vloerrails geplaatst, waarna de spanbanden respectievelijk aan de voorzijde en aan de achterzijde van het frame van de rolstoel worden vastgemaakt. Tevens wordt een heupgordel voor de inzittende van de rolstoel in de achterste rail vastgemaakt.
Een nadeel van deze bekende inrichtingen is, dat ze zwaar zijn en/of bestaan uit veel losse onderdelen, waardoor het gebruik gecompliceerd is en veel tijd vergt. Tevens blijkt, dat deze bekende systemen niet of nauwelijks voldoen aan moderne eisen ten aanzien van veiligheid.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij deze nadelen, op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn opgeheven.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door een aantal flexibele spanelementen, die op- en af-wikkelbaar zijn op respectievelijk van opwikkelvoorzleningen en die elk aan een vrij uiteinde zijn voorzien van grijpdelen, zoals haken, ogen of dergelijke, voor het aan het vast te sjorren voorwerp bevestigen van de spanelementen, welke spanelementen, samen met hun opwikkelvoorzleningen en een bedieningsmechanisme daarvoor, zijn opgenomen in een aan de ondergrond, zoals de laadvloer van een voertuig, bevestigbare kast.
Doordat de spanelementen, hun opwikkelvoorzieningen en een bedieningsmechanisme daarvoor zijn opgenomen in de genoemde kast is de montage van de inrichting uitermate eenvoudig. De inrichting volgens de uitvinding bezit geen afzonderlijk te monteren losse onderdelen, hetgeen het monteren tevens snel uitvoerbaar maakt. De grijpdelen van de flexibele spanelementen kunnen achter geschikte onderdelen van het frame van de rolstoel worden vastgehaakt, waarna de spanelementen met behulp van hun opwikkelvoorzieningen worden gespannen. Het op deze wijze vastsjorren van een rolstoel (of enig ander voorwerp) kan hierdoor snel en betrouwbaar plaatsvinden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding geldt, dat de opwikkelvoorzieningen elk bestaan uit in de opwikkelrichting belaste trommels, haspels of dergelijke, waarbij grendelvoorzleningen voor het in de gespannen stand vergrendelen van de spanelementen zijn toegepast. Met behulp van de grendelvoorzieningen kan het betreffende vastgesjorde voorwerp op betrouwbare wijze worden gefixeerd.
Verder bestaat de mogelijkheid, dat de grendelvoorzleningen bestaan uit op de spanelementen aangrijpende grendeldelen. Aldus kunnen de spanelementen in de spanpositie rechtstreeks worden gefixeerd.
Voor het functioneren van de grendeldelen is het van voordeel, wanneer deze door het bedieningsmechanisme in en buiten hun vergrendelende positie brengbaar zijn. Een constructieve mogelijkheid vormt een uitvoeringsvorm, waarbij elk grendeldeel is aangebracht op een in de kast door het bedieningsmechanisme heen en weer beweegbare slede, in een eerste positie waarvan de grendeldelen géén, en in een tweede positie wél hun grendelwerking uitoefenen. Door het op een heen en weer beweegbare slede plaatsen van de grendeldelen wordt de mogelijkheid verschaft, om enerzijds een gecontroleerde beweging hiervan te bewerkstelligen, en om anderzijds een aantal grendeldelen op dezelfde slede te plaatsen, zodat door het heen en weer bewegen van één slede een aantal grendeldelen tegelijkertijd kan worden geactiveerd.
Ter handhaving van de grendelwerking is het van voordeel, indien het bedieningsmechanisme de slede door een dode-puntsvergrendeling in de tweede positie houdt. In dit kader wordt een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting genoemd, waarbij de grendeldelen bestaan uit op zichzelf bekende touwklemmen met, door een longitudinale beweging van het spanelement in de ene richting, toenemende grendelkracht, waarbij de slede in langsrich-ting van de spanelementen beweegbaar is en de grendelwerking van de grendeldelen reeds begint voordat de door de dode-puntsvergren-deling bepaalde tweede positie van de slede is bereikt. Tijdens het vastsjorren van het betreffende voorwerp zorgen de, de opwik-kelvoorziening vormende, in de opwikkelrichting belaste trommels, haspels of dergelijke reeds voor het in zekere mate spannen van de spanelementen. Nadat de grendeldelen vervolgens, door een geschikte beweging van de slede, hun grendelwerking hebben verkregen beweegt de slede nog over korte afstand tot aan het bereiken van de tweede positie. Hierdoor worden de spanelementen verder gespannen, waardoor het voorwerp stevig wordt vastgesjord.
Voor een goede bevestiging, in het bijzonder van een rolstoel in een voertuig, bezit de inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur het kenmerk, dat deze is voorzien van vier spanelementen, waarvan de grendeldelen paarsgewijs zijn gerangschikt op twee, door een overbrengingsmechanisme verbonden, sledes.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 toont in bovenaanzicht een gedeelte van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in een ruststand, en fig. 2 toont in een overeenkomstig aanzicht deze inrichting in een werkzame stand.
Alvorens over te gaan tot een gedetailleerde bespreking van de in fig. 1 en fig. 2 in bovenaanzicht getoonde inrichting wordt opgemerkt, dat deze inrichting in deze figuren niet volledig is weergegeven. Aan de rechterzijde zijn de fig. 1 en 2 afgebroken; het weggelaten gedeelte van de inrichting komt in hoofdzaak overeen met het aan de linkerzijde wel weergegeven gedeelte, met uitzondering van een hierna te bespreken bedieningsmechanisme.
Thans verwijzend naar fig. 1 kan worden opgemerkt, dat de inrichting een kast 1 omvat binnen welke alle onderdelen van de inrichting zijn aangebracht en die, door niet nader getoonde middelen, aan de ondergrond (zoals de laadvloer van een voertuig) kan worden bevestigd. In de kast 1 zijn vier onafhankelijk werkende opwikkelvoorzleningen in de vorm van haspels 2 aangebracht. De haspels 2 dienen voor het op- en afwikkelen van flexibele spanelementen, in de getoonde uitvoeringsvorm flexibele kabels 3. Elke haspel 2 is inwendig voorzien van een veermechanisme, dat poogt de haspel 2 in de opwikkelrichting te roteren. Dergelijke veermecha-nismen zijn bekend, en behoeven geen nadere toelichting.
De kabels 3 strekken zich uit langs geleidingsrollen 4, tussen hierna te bespreken grendeldelen 5 en door een geleidings-oog 6. Aan hun vrije uiteinde zijn de kabels 3 voorzien van haken 7, die door middel van slechts schematisch aangeduide verbindingen beweegbaar met de kabels 3 zijn verbonden. In de in fig. 1 getoonde ruststand van de inrichting zijn de haken 7 opgenomen in passende opbergvakken 8. Niet getoond is, dat deze opbergvakken 8 aan de bovenzijde kunnen zijn voorzien van een afsluitplaat, waarin openingen zijn aangebracht voor het, tijdens het gebruik van de inrichting, doorvoeren van de haken 7.
Zoals reeds in het voorgaande werd opgemerkt, passeren de kabels 3 tussen grendeldelen 5. Deze grendeldelen 5 zijn telkens in paren aangebracht, zodanig dat zich aan weerszijden van een kabel 3 een grendeldeel 5 bevindt. Elk grendeldeel 5 kan roteren om een loodrecht op het vlak van de tekening staande as 9, die is bevestigd op een beweegbare slede 10. Inwendig zijn de grendeldelen 5 voorzien van niet nader aangeduide veren, welke de grendeldelen 5 pogen te roteren in de richting van de daartussen gelegen kabel 3. Uit dergelijke veerbelaste grendeldelen bestaande grendelvoorzleningen zijn reeds bekend in de vorm van conventionele touwklemmen, zoals bijvoorbeeld worden toegepast voor het vastzetten van lijnen op een zeilboot. Ze staan in de grendelstand de beweging van een kabel in één richting toe.
De slede 10 is in de langsrichting van de kabels 3 heen en weer beweegbaar door een bedieningsmechanisme 11. Geschikte geleidingen voor de slede 10 zijn aanwezig, doch niet expliciet aangeduid in de figuren. Het bedieningsmechanisme 11 omvat een eerste, op de slede 10 verzwenkbare arm 12, een hiermee verzwenk-baar gekoppelde, om een vaste as 13 verzwenkbare tweede arm 14, die aan zijn van de eerste arm 12 afgekeerde uiteinde is voorzien van een van een vertanding voorzien cirkelsegment 15 en tenslotte een met de vertanding van het cirkelsegment 15 in aangrijping zijnd tandwiel 16 dat door een handgreep 17 roteerbaar is om een vaste as 18.
Het valt direct in te zien, dat een rotatie van het tandwiel 18 door bediening van de handgreep 17 leidt tot een rotatie van de tweede arm 14 om de vaste as 13, waardoor tevens de eerste arm 12 om zijn op de slede 10 bevestigde draaipunt zal roteren. De rotatiebeweging van de tweede arm 14 (en derhalve de eerste arm 12) wordt beperkt door twee in de kast 1 aangebrachte aanslagen 19 en 20. Deze aanslagen zijn instelbaar.
Tenslotte is de inrichting voorzien van in de kast 1 gemonteerde vaste aanslagen 21, waarvan de functie hierna zal worden beschreven.
Zoals reeds eerder werd opgemerkt, is de inrichting in de fig. 1 en 2 niet volledig weergegeven; aan de rechterzijde bevindt zich een gedeelte, dat in hoofdzaak overeenkomt met het gedeelte, dat in het voorgaande is beschreven. Slechts het bedie-ningsmechanisme 11 is niet aanwezig in,het niet-weergegeven gedeelte van de inrichting. In plaats daarvan is de niet-weergegeven, aan de rechterzijde van de inrichting aanwezige slede via een overbrengingsmechanisme verbonden met de zichtbare slede 10. Dit overbrengingsmechanisme bestaat uit twee, met de respectievelijke sledes verbonden, heugels 22, die via een in de kast 1 gelagerd tandwiel 23 met elkaar in verbinding staan. De heugels 22 worden geleid door rollen 24, die op deze wijze eveneens zouden kunnen dienen als geleiding voor de beweging van de sledes 10. Het is thans volstrekt duidelijk, dat door het getoonde overbrengingsmechanisme een beweging van de weergegeven slede 10 naar rechts leidt tot een overeenkomstige beweging van de niet-weergegeven slede naar links.
De inrichting werkt als volgt:
In de in fig. 1 weergegeven stand bevindt de slede 10 zich in een positie, waarin de hierop verzwenkbaar gemonteerde grendeldelen 5 in aanraking komen met de vaste aanslagen 21. Hierdoor worden de grendeldelen 5 tegen hun veerkracht in weggezwenkt van de respectievelijke kabel 3, zodat deze ter plaatse van de haak 7 kan worden vastgegrepen en tegen de veerkracht van de haspels 2 in zo ver als gewenst van deze haspels 2 kan worden afgewikkeld. De kabels 3 kunnen met de haken 7 vervolgens achter een geschikt gedeelte van het vast te sjorren voorwerp, bijvoorbeeld het frame van een rolstoel, worden vastgehaakt. In fig. 2 zijn de haken niet weergegeven, aangezien ze zich in feite boven het vlak van tekening bevinden. Nadat de haken zijn vastgehaakt en de kabels zijn losgelaten zullen de veerbelaste haspels 2 de kabels 3 zover mogelijk opwikkelen. Vervolgens wordt de handgreep 17 in de richting van de wijzers van de klok geroteerd, waardoor het bedieningsmechanisme 11 wordt geactiveerd en de slede 10, gezien in fig. 1, naar rechts beweegt.
Na een korte verplaatsing van de slede naar rechts zullen de aanslagen 21 niet langer aangrijpen op de grendeldelen 5, zodat deze zullen aangrijpen op de betreffende zich tussen hen in uitstrekkende kabel 3. Tijdens de verdere beweging van de slede 10 zullen de grendeldelen 5 de betreffende kabels stevig spannen, waardoor het voorwerp (bijvoorbeeld rolstoel) stevig wordt vastgesjord. Tenslotte bereikt het bedieningsmechanisme 11 de in fig. 2 getoonde positie. Hierbij valt meteen op, dat de beide armen 12 en 14 een kleine hoek met elkaar insluiten. Tijdens de beweging vanuit de in fig. 1 getoonde stand naar de in fig. 2 getoonde stand hebben de armen 12 en 14 de positie, waarin ze in eikaars verlengde liggen, gepasseerd. Dit betekent, dat in de in fig. 2 getoonde stand de armen 12 en 14 het zogenaamde dode punt zijn gepasseerd, zodat een dode-puntsvergrendeling van de thans verkregen positie van de slede is bereikt. Voor het terugbewegen van de slede is het daadwerkelijk bedienen van het bedieningsmechanisme 11 met behulp van de handgreep 17 vereist.
Terwijl de in fig. 1 getoonde positie van de slede 10 in feite werd bepaald door de aanslag 19, wordt de in fig. 2 getoonde positie bepaald door de aanslag 20. Zoals eerder werd opgemerkt, zijn deze aanslagen instelbaar, zodat de beide uiterste posities van de slede naar wens kunnen worden ingesteld.
In de beschreven uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn vier kabels 3 toegepast. Derhalve kan het vast te sjorren voorwerp worden vastgemaakt met behulp van vier haken 7. Evenwel is het ook mogelijk, dat elk ander geschikt aantal kabels is toegepast; zelfs de toepassing van één enkele kabel behoort tot de mogelijkheden.
Verder is met behulp van het uit de heugels 22 en het tandwiel 23 bestaande overbrengingsmechanisme een koppeling verkregen tussen de getoonde slede 10 en de niet weergegeven andere slede. Evenwel is het ook mogelijk, dat een dergelijke overbren gingsmechanisme ontbreekt, en dat ter plaatse van de andere, niet getoonde, slede een met het bedieningsmechanisme 11 overeenkomend bedieningsmechanisme is toegepast. Hierdoor bestaat de mogelijkheid, om naar keuze slechts een aantal der toegepaste kabels te spannen.
Indien evenwel, in overeenstemming met de getoonde uitvoeringsvorm, gebruik wordt gemaakt van één enkel bedieningsmechanisme voor het bedienen van meer dan één slede, behoeft het overbrengingsmechanisme niet de vorm te bezitten zoals is getoond. Ook andere overbrengingsmechanismen, zoals stangenstelsels of dergelijke, behoren tot de mogelijkheden.
Verder zij opgemerkt, dat de manier, waarop de kabels worden bevestigd aan de vast te sjorren voorwerpen, kan variëren. In plaats van de getoonde haken 7 kunnen ook andere grijpdelen zijn toegepast, zoals ogen of dergelijke. Tenslotte kunnen de kabels 3 door elk ander soort flexibele spanelementen zijn vervangen, zoals touwen, banden, riemen of dergelijke.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de conclusies bepaalde kader der uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd. Alhoewel bij de beschrijving van de inrichting sprake is van een aan de ondergrond bevestigbare kast, kan deze kast ook worden gevormd door een tot de ondergrond behorend constructie-deel, zoals het chassis van een voertuig.

Claims (10)

1. Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp, zoals een rolstoel in een voertuig, gekenmerkt door een aantal flexibele spanelementen, die op- en afwikkelbaar zijn op resp. van opwikkelvoorzleningen en die elk aan een vrij uiteinde zijn voorzien van grijpdelen, zoals haken, ogen of dergelijke, voor het aan het vast te sjorren voorwerp bevestigen van de spanelementen, welke spanelementen, samen met hun opwikkelvoorzleningen en een be-dieningsmechanisme daarvoor, zijn opgenomen in een aan de ondergrond, zoals de laadvloer van een voertuig, bevestigbare kast.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opwikkelvoorzieningen elk bestaan uit in de opwikkelrichting belaste trommels, haspels of dergelijke, waarbij grendelvoorzieningen voor het in de gespannen stand vergrendelen van de spanelementen zijn toegepast.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de grendelvoorzieningen bestaan uit op de spanelementen aangrijpende grendeldelen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de grendeldelen door het bedieningsmechanisme in en buiten hun vergrendelende positie brengbaar zijn.
5. Inrichting volgens conclusie 4, methet kenmerk, dat elk grendeldeel is aangebracht op een in de kast door het bedieningsmechanisme heen en weer beweegbare slede, in een eerste positie waarvan de grendeldelen géén, en in een tweede positie wél hun grendelwerking uitoefenen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het bedieningsmechanisme de slede door een dode-puntsvergrendeling in de tweede positie houdt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de grendeldelen bestaan uit op zichzelf bekende touwklemmen met, door een longitudinale beweging van het spanelement in de ene richting, toenemende grendelkracht, waarbij de slede in langsrich-ting van de spanelementen beweegbaar is en de grendelwerking van de grendeldelen reeds begint voordat de door de dode-puntsvergrendeling bepaalde tweede positie van de slede is bereikt.
8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat deze is voorzien van vier spanelementen, waarvan de grendeldelen paarsgewijs zijn gerangschikt op twee, door een overbrengingsmechanisme verbonden, sledes.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spanelementen bestaan uit kabels, touwen, banden of dergelijke.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningsmechanisme ten minste een handmatig bedienbare zwengel bezit.
NL9201844A 1992-10-23 1992-10-23 Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp. NL9201844A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201844A NL9201844A (nl) 1992-10-23 1992-10-23 Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201844A NL9201844A (nl) 1992-10-23 1992-10-23 Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp.
NL9201844 1992-10-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201844A true NL9201844A (nl) 1994-05-16

Family

ID=19861418

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201844A NL9201844A (nl) 1992-10-23 1992-10-23 Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9201844A (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999022959A1 (en) * 1997-11-04 1999-05-14 C.N. Unwin Limited Improvements relating to tensioning apparatus
WO2006048636A1 (en) * 2004-11-01 2006-05-11 C. N. Unwin Limited Flooring structures with securements
CN103987353A (zh) * 2011-12-09 2014-08-13 丰田车体株式会社 轮椅固定装置
US9554625B2 (en) 2013-05-01 2017-01-31 Indiana Mills & Manufacutring, Inc. Apparatus for ratcheting multiple restraint webs via a single actuator
US10426674B2 (en) 2014-09-26 2019-10-01 Carbouw B.V. Securing system for wheelchairs in a vehicles and a method for unlocking and locking a securing system for wheelchairs in vehicles

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999022959A1 (en) * 1997-11-04 1999-05-14 C.N. Unwin Limited Improvements relating to tensioning apparatus
AU745593B2 (en) * 1997-11-04 2002-03-21 C.N. Unwin Limited Improvements relating to tensioning apparatus
US6406230B1 (en) 1997-11-04 2002-06-18 C. N. Unwin Limited Tensioning apparatus
WO2006048636A1 (en) * 2004-11-01 2006-05-11 C. N. Unwin Limited Flooring structures with securements
CN103987353A (zh) * 2011-12-09 2014-08-13 丰田车体株式会社 轮椅固定装置
US9554625B2 (en) 2013-05-01 2017-01-31 Indiana Mills & Manufacutring, Inc. Apparatus for ratcheting multiple restraint webs via a single actuator
US10426674B2 (en) 2014-09-26 2019-10-01 Carbouw B.V. Securing system for wheelchairs in a vehicles and a method for unlocking and locking a securing system for wheelchairs in vehicles

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4369009A (en) Load carrying system
US4913608A (en) Strap tightening device
US7100901B2 (en) Tension ratchet with a belt magazine, and belt magazine
US4155537A (en) Adjustable length strap tie down apparatus
EP0580392B1 (en) A belt tightening device
US6292984B1 (en) Load-support system employing instantaneously adjustable hook
US9102259B2 (en) Chain winch apparatus and methods of using the same
CZ57193A3 (en) Belt tightener for safety belt systems of motor vehicles
DE10138771B4 (de) System zur Sicherung einer Ladung
GB1507225A (en) Winches for straps belts or like flexible members
US4120076A (en) System employing a strap for stowing containers against a wall
US3915323A (en) Boat loader apparatus
US4993898A (en) Apparatus and system for tying down cargo
NL9201844A (nl) Inrichting voor het vastsjorren van een voorwerp.
GB2118501A (en) Roof rack device
US20220348130A1 (en) Transport cart for piece goods
US5746554A (en) Tie-down method for vehicle transporter
JP2008213796A (ja) 車両用荷役装置
WO1997010121A1 (en) Cargo-retaining device
CA2205702A1 (en) Securement device
US5316339A (en) Safety belt gripping mechanism
GB2317872A (en) Vehicle battery changeover apparatus
GB2038268A (en) Webbing winding and storage device
NL1028521C2 (nl) Transportwagen, alsmede laadinrichting.
GB2271973A (en) Winch assembly.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed