NL9200030A - Tremolo inrichting. - Google Patents

Tremolo inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9200030A
NL9200030A NL9200030A NL9200030A NL9200030A NL 9200030 A NL9200030 A NL 9200030A NL 9200030 A NL9200030 A NL 9200030A NL 9200030 A NL9200030 A NL 9200030A NL 9200030 A NL9200030 A NL 9200030A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tremolo
string
base block
fulcrum
strings
Prior art date
Application number
NL9200030A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Enserink Anton Rudolf
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Enserink Anton Rudolf filed Critical Enserink Anton Rudolf
Priority to NL9200030A priority Critical patent/NL9200030A/nl
Priority to AU33689/93A priority patent/AU3368993A/en
Priority to DE69317760T priority patent/DE69317760T2/de
Priority to EP93902577A priority patent/EP0620944B1/en
Priority to AT93902577T priority patent/ATE164699T1/de
Priority to US08/256,516 priority patent/US5522297A/en
Priority to PCT/NL1993/000006 priority patent/WO1993014490A1/en
Priority to JP5512346A priority patent/JPH07504995A/ja
Publication of NL9200030A publication Critical patent/NL9200030A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G10MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
    • G10DSTRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G10D3/00Details of, or accessories for, stringed musical instruments, e.g. slide-bars
    • G10D3/14Tuning devices, e.g. pegs, pins, friction discs or worm gears
    • G10D3/147Devices for altering the string tension during playing
    • G10D3/153Tremolo devices

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Stringed Musical Instruments (AREA)
  • Centrifugal Separators (AREA)
  • Treatment Of Liquids With Adsorbents In General (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)

Description

Tremolo inrichting.
De uitvinding betreft een tremolo voor een snaarinstrument, omvattend tenminste een tremoloveer die enerzijds is verbonden met een aan de kast van het snaarinstrument verbonden fulcrumblok en anderzijds met een om kantelpunten kantelbaar basisblok, bestemd voor bevestiging van snaren, en waarbij de kantelpunten worden gevormd door tenminste twee gleuf vormige middelen op het basisblok die samenwerken met puntvormige middelen, welke in hoogte instelbaar op de kast van het snaarinstrument zijn bevestigd.
Een dergelijke tremolo is bekend uit DE-C-3,832.127.
De snaarspanning van de gezamelijke snaren uit deze bekende inrichting staat om het kantelpunt in evenwicht met de tremoloveer, terwijl het bedienen van de tremolowerking geschiedt door een trek- of drukkracht op een hefboom (hierna te noemen: 'tremolo-arm’) uit te oefenen, waarbij het basisblok kantelt, waardoor een respectieve verhoging of verlaging van de snaarspanning wordt bewerkstelligd.
Deze bekende tremolo heeft tenminste twee scherp gevormde punten die als kantelpunt voor de tremolo dienen, en die samenwerken met twee respectieve V-vormige sleuven. Daarbij maken de de scherp gevormde punten deel uit van een star aan de kast van het snaarinstrument bevestigd fulcrumblok van de tremolo, terwijl de V-vormige sleuven zich op het kantelende deel van de tremolo bevinden. Bij deze constructie is de arm, waarover de snaarspanning tegen de tremoloveer uitstaat, bepaald, en voor alle snaren hetzelfde. Dit is bezwaarlijk, omdat de hoge snaren van een snaarinstrument veel minder reageren op een bepaalde kanteling van het basisblok dan de lage. Hierdoor ontstaan als nadelen, dat de harmonische opbouw van tezamen gespeelde tonen (accoorden) door tremologebruik verstoord wordt, terwijl het tremolo-bereik van de hoogste snaren te klein is. Het is eveneens bezwaarlijk, dat de arm waarover de spankracht van de snaren staat, bepaald is. Hierdoor vertoont de bekende tremolo bij verschillende, door de gebruiker gekozen snaartypen- en dikten, een verschillende werking.
Voorts is de bekende inrichting voorzien van een stelsel van trekveren als tremoloveer, welke met een arm tegenover de gezamelijk snaarspanning staan. Deze veren resoneren hinderlijk mee in het frequentiedomein van de met de snaren opgewekte trillingen.
De uitvinding heeft als doel de genoemde nadelen op te heffen.
Daartoe heeft de tremolo volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding het kenmerk, dat de puntvormige middelen van het fulcrumblok en de gleufvormige middelen van het basisblok zodanig zijn aangebracht, dat de lengte van de arm waarover iedere snaar kantelt bij bediening van de tremolo per snaar verschillend kan worden ingesteld.
In een andere voorkeursuitvoering is de tremolo volgens de uitvinding voorzien van snaargeleidingsmiddelen voor iedere snaar met het kenmerk, dat de gleufvormige middelen twee reeksen van ieder tenminste één gleuf omvatten, waarbij de ene gleufreeks verder van de snaargeleidingsmiddelen is verwijderd dan de andere gleufreeks, één en ander zodanig dat de hoogste snaren een langere kantelweg bezitten dan de laagste snaren bij bediening van de tremolo. Door een dergelijke constructie toe te passen wordt een enigszins schuine draai-as teweeg gebracht en zijn de bovengenoemde bezwaren betreffende de harmonische onbalans en het geringe effekt op de hoogste snaren bij tremologebruik opgeheven.
In weer een andere voorkeursuitvoering heeft de tremolo volgens de uitvinding het kenmerk, dat de puntvormige middelen van het fulcrumblok twee fulcrumbouten omvatten, ieder voorzien van een ronde, uitstekende van een scherpe rand voorziene kop, welke fulcrumbouten draaibaar in het fulcrumblok zijn aangebracht en samenwerken met de gleufvormige middelen op het basisblok. Opgemerkt wordt, dat het toepassen van twee fulcrumbouten in een tremolo, die in hoogte verstelbaar aan de kast van het snaarinstrument zijn bevestigd, op zichzelf bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 4.I7I.66I. Daarmee kan echter niet de schuine draai-as en de variabele draaiarm worden ingesteld. Bovendien wordt daar niet gebruik gemaakt van de scherpe rand van de ronde kop om een scherp gedefiniëerd kantelpunt te verkrijgen.
In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de snaargeleidingsmiddelen uit zadels en heeft de uitvinding het kenmerk dat de hoogte van ieder individueel zadel, waarover een snaar loopt, ten opzichte van het basisblok met behulp van een hoogte-instelbout instelbaar is.
In nog een andere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding het kenmerk, dat ieder zadel individueel in in het basisblok aangebrachte groeven verplaatsbaar is, waarbij de groeven in de lengterichting van de snaren zijn aangebracht en ieder zadel met behulp van een eigen mensuurbout langs de groef kan worden verplaatst.
Hiermee wordt een zeer stabiele constructie van het zadel bereikt.
In nog een andere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding het kenmerk, dat iedere mensuurbout van een schroefdraad is voorzien die samenwerkt met een eigen, van een schroefdraad voorziene opening in het basisblok een en ander zodanig, dat de mensuurbouten via de openingen aan de van de snaren afgekeerde zijde van het basisblok kunnen worden verdraaid. Door deze maatregelen kunnen de mensuurbouten eenvoudig worden versteld, zonder dat de gebruiker door de aanwezige snaren wordt gehinderd.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm heeft de tremolo volgens de uitvinding het kenmerk, dat de tremoloveer een draaiveer is, die zich in een holte binnen het basisblok bevindt. Daarmee kan de tremolo een compacte en resonantie-arme structuur worden gegeven. Opgemerkt wordt, dat het toepassen van een draaiveer in een tremolo op zichzelf bekend is uit het Duitse Offenlegungsschrift 3·5*0*583· In de daar getoonde inrichting is deze echter niet opgenomen in een holte van een basisblok en draagt deze niet bij tot een compacte structuur.
Uit de Europese octrooiaanvrage 0.157*419 is op zichzelf een zadel voor een snaar bekend, dat in de hoogte en in de lengterichting van de snaar verstelbaar is. De daar gebruikte mensuurbouten zijn echter moeilijk toegankelijk voor de gebruiker. Bovendien zijn de daar toegepaste zadels niet zijdelings gefixeerd.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een tekening, die slechts is bedoeld ter illustratie en niet ter beperking van de uitvindingsgedachte. De tekening toont:
Fig. 1 een overzicht van een tremolo volgens de uitvinding;
Fig. 2 een overzicht van de tremolo waarin de verschillende onderdelen daarvan los zijn weergegeven;
Fig. 3 een bovenaanzicht van de tremolo;
Fig. 4 een snaarstemkop;
Fig. 5 een van de op de tremolo aangebracht zadels.
De tremolo volgens de uitvinding zal eerst worden beschreven aan de hand van fig. 1 en 2. In een basisblok 103 bevindt zich een opening, waarin een tremolo-arm 101 kan worden gestoken. De opening kan zijn voorzien van een ring 112, terwijl de tremolo-arm 101 eventueel een knop 113 aan diens uiteinde heeft. Voorts heeft de tremolo stemknoppen 102, voor iedere snaar 108 één. Aan de hand van fig. 4 zal hieronder nog nader op de constructie van de stemknop 102 worden ingegaan. De snaren 108 worden over zadels 104, die in fig. 5 vergroot zijn weergegeven, door geschikt gedimensioneerde openingen in het basisblok 103 naar de stemknoppen 102 geleid.
Het basisblok is verbonden met de uiteinden van een draaiveer 105, die bij zijn middenpositie 140 met behulp van een bout 109 met een fulcrum-blok 116 is verbonden. De middenpositie 140 van de draaiveer 105 wordt grijpend vastgepakt door een haak 119, die over de bout 109 kan schuiven. De kop 118 van de bout 109 is zo gevormd dat de bout 109, indien deze in het fulcrum-blok 116 is aangebracht, met de beweging van het middendeel van de veer kan verdraaien. Op het uiteinde van de bout 109 bevindt zich een veerinstelknop 121. Door de veerinstelknop 121 te verdraaien kan de middenpositie l40 van de draaiveer 105 ten opzichte van het vaste fulcrum-blok 116 in de lengterichting van de bout 109 worden verplaatst en kan de draaiveer 105 dus een basisspanning worden gegeven en kan deze basisspanning eenvoudig worden gecorrigeerd.
Het fulcrum-blok 116 is onwrikbaar aan de kast van het (niet getoonde) snaarinstrument bevestigd met behulp van bouten 117. Bovenop het fulcrum-blok 116 en tegenover elkaar bevinden zich twee fulcrum-bouten 106, 107. De afstand tussen beide fulcrum-bouten 106, 107 komt overeen met de afstand van de gleufvormige middelen 130 en 131 op het basisblok 103 · De beide fulcrum-bouten 106, 107 zijn onafhankelijk van elkaar in hoogte instelbaar. Beide fulcrum-bouten 106, 107 hebben een ronde, buiten de as van de bouten uitstekende vorm met een scherpe rand. De scherpe rand van fulcrum-bout 106 is in contact met en werkt samen met een van drie v-vormige gleuven 131 in basisblok 103, terwijl de scherpe rand van de kop van fulcrum-bout 107 in contact is met en samenwerkt met een van drie v-vormige gleuven 130 in basisblok 103. De keuze voor een scherpe rand die samenwerkt met v-vormige gleuven bewerkstelligt, dat de wrijving en bijgevolg eveneens de slijtage tijdens gebruik van de tremolo minimaal is, maar is niet wezenlijk voor de uitvinding. Evenmin beperkt de uitvinding zich tot drie v-vormige gleuven. Met elk aantal van meer dan één kan de uitvinding in principe worden toegepast. Ook een traploos instelbare gleufhoogte is in principe toepasbaar. De gleuven 131 bevinden zich dichter bij de daarboven gelegen snaar dan de gleuven 130, zodat als de tremolo wordt bediend, het basisblok 103 sen asymmetrische, schuine kantelbeweging ten opzichte van het vaste fulcrum-blok 116 uitvoert. Worden de bassnaren aan de zijde van het basisblok 103 net de sleuven 131 aangebracht en de hoge snaren aan de andere zijde bij de sleuven 130, dan neemt de lengte van de arm waarover de snaren kantelen toe van de dunste naar de dikste snaar. Daarmee kan worden bewerkstelligd, dat de toonval of -toename van alle snaren meer bij elkaar in de buurt blijft dan met klassieke tremolo's kan worden bereikt. Bovendien kan het wegvallen van een toon worden gehandhaafd, zonder dat de bassnaren in contact komen met een vaak toegepast magnetisch opneemelement van het snaarinstrument. Normaal gesproken kan de toon van een hoge E-snaar maximaal 4 keer een halve toon dalen, terwijl met de inrichting volgens de uitvinding een toonval van zes tot zeven keer een halve toon kan worden bereikt.
De preciese toonval of -toename per snaar hangt af van de lengte van de arm waarover elke snaar kan worden gekanteld en dus van het contactpunt tussen de sleuven 131 en de fulcrum-bout 106, respectievelijk de sleuven 130 en de fulcrum-bout 107. Beide genoemde contactpunten hangen af van de keuze van de drie gleuven 130, respectievelijk 131 waarin de scherpe kant van de kop van fulcrum-bout 107, respectievelijk 106 aanvankelijk is geplaatst. Door vooraf te kiezen met welke van de drie gleuven 130, respectievelijk 131 de fulcrum-bout 107, respectievelijk 106 moet samenwerken, wordt vooraf een grove instelling en werking van de tremolo bepaald. Bij aangebrachte en gespannen snaren 108 kan dan nog een verdere grove en fijn-instelling worden verkregen door respectievelijk de hoogte van de fulcrumbouten 106, 107 en de zadels 104 in hoogte te verstellen, zoals hieronder nog zal worden toegelicht. Iedere gebruiker kan dus naar wens een licht of zwaar te bedienen tremolo instellen, alsmede de precieze toonval of -toename bij bediening van de tremolo.
Het stemmechanisme zal worden toegelicht aan de hand van de fig. 3 en 4. Bij elke snaar 108 hoort een stemknop 102. In elke stemknop 102 bevindt zich een snaarslede 111, die voorzien is van een opening waardoorheen de snaar 108 is geleid. Het snaar (bal) einde 132 van de snaar bevindt zich tijdens gebruik binnen de stemknop 102 en is zo groot, dat deze niet door de genoemde opening van de snaarslede 111 kan schieten. De snaarslede 111 heeft tenminste een vlakke zijkant die zodanig samenwerkt met de opening in het basisblok 103 waardoorheen de snaar 108 en de snaarslede 111 worden geleid, dat de snaarslede niet kan verdraaien ten opzichte van het basisblok 103 · Voorts is de snaarslede voorzien van een schroefdraad die samenwerkt met een schroefdraad aan de binnenzijde van de stemknop. Door aan de stemknop te draaien kan derhalve de snaar strakker of losser worden gespannen en de juiste toon worden ingesteld. Bij voorkeur worden de opeenvolgende stemknoppen 102 van de opeenvolgende snaren versprongen ten opzichte van elkaar aangebracht, zoals getoond in fig. 3. zodat het stemmen van een snaar niet wordt gehinderd door de naburige stemknoppen, noch het stemmen van een snaar tot verdraaiing van een naburige stemknop en dus tot ontstemming van een naburige snaar leidt.
In de constructie van fig. 4 rust de stemknop 102 via een ring 110 los tegen het basisblok 103· Het is ook mogelijk middelen aan te brengen, die voorkomen dat de stemknop 102 van het basisblok 103 valt, als de snaar 108 knapt.
Fig. 5 toont een zadel 104 waarover een snaar 108 wordt geleid. Fig. 1, 2 en 3 tonen de posities van de zadels 104 op de tremolo, terwijl in fig. 2 de drie onderdelen van het zadel 104 zijn weergegeven: een zadelblok 137. een hoogte-instelbout ll4 en een mensuurins telhout II5. Bij bevestiging van het zadel 104 op de tremolo wordt de mensuurinstelbout 115 bovenop het basisblok 103 in de opening 133 (fig· 2 en 3) ingebracht. Het zadelblok 137 bevindt zich gedeeltelijk in een v-vormige groef 135» zodat dit niet kan bewegen in een richting loodrecht op de richting van de snaren. De mensuurbout 115 is in een van een schroefdraad voorziene opening 136 van het zadelblok 137 gedraaid. Met een imbus-sleutel of kleine schroevedraaier kan de mensuurbout 115 eenvoudig via de opening 133 worden verdraaid, zodat het zadelblok 137 eenvoudig in de lengterichting van de snaren kan worden versteld. Aan de andere zijde van het zadelblok dan waar zich de mensuurbout bevindt, is een doorloop 134 voor een snaar 108 aangebracht. Vlak daarnaast bevindt zich de bovengenoemde hoogte-instelbout 114. Door de hoogte-instelbout 114 te verdraaien kan het zadel 104 worden gekanteld rondom de as van de mensuurinstelbout 115 · Bijgevolg kan de doorloop 134 voor de snaar 108 eenvoudig zowel in hoogte als in lengterichting van de snaar worden ingesteld. De getoonde constructie is eenvoudig te vervaardigen, betrouwbaar en degelijk. Tegelijkertijd is de constructie zeer compact zonder dat aangebrachte snaren de instelling van de zadels 104 hinderen: daarvoor noodzakelijk gereedschap kan eenvoudig langs deze snaren worden geleid zonder daarmee in contact te komen. Opgemerkt wordt nog, dat de opening 136 in het zadel 104 niet persé van een schroefdraad hoeft te zijn voorzien. Het kan ook zijn dat de mensuur aan zijn gehele buitenzijde van een schroefdraad is voorzien en samenwerkt met een schroefdraad in de opening 133 van het basisblok 103» terwijl de mensuurbout 115 draaibaar in het zadel 104 is geklonken.
De hoogte van iedere snaar is met behulp van de zadels 104 individueel instelbaar. Het primaire doel daarvan is een optimalisatie van de "action”, dat wil zeggen de hoogte van de snaar boven de hals, hetgeen voor iedere bespeler van een snaarinstrument aan een persoonlijk voorkeur is gebonden. In de onderhavige uitvinding wordt echter met behulp van de zadels voor iedere snaar bereikt, dat de lengte van de arm waarover iedere snaar kantelt bij bediening van de tremolo apart kan worden ingesteld. De toonverandering bij bediening van de tremolo heeft aldus door de uitvoeringsvorm van de zadels 104 nog een fijn-instelling per snaar.

Claims (7)

1. Tremolo voor een snaarinstrument, omvattend tenminste een tremoloveer die enerzijds is verbonden met een aan de kast van het snaarinstrument verbonden fulcrumblok en anderzijds met een om kantelpunten kantelbaar basisblok, bestemd voor bevestiging van snaren, en waarbij de kantelpunten worden gevormd door tenminste twee gleufvormige middelen op het basisblok die samenwerken met puntvormige middelen, welke in hoogte instelbaar op de kast van het snaarinstrument zijn bevestigd met het kenmerk, dat de puntvormige middelen (106, 107) van het fulcrumblok (116) en de gleufvormige middelen (130, 131) van het basisblok (103) zodanig zijn aangebracht, dat de lengte van de arm waarover iedere snaar kantelt bij bediening van de tremolo (100) per snaar verschillend kan worden ingesteld.
2. Tremolo volgens conclusie 1 voorzien van snaargeleidingsmiddelen voor iedere snaar met het kenmerk, dat de gleufvormige middelen twee reeksen (130, 131) van ieder tenminste één gleuf omvatten, waarbij de ene gleufreeks (130) verder van de snaargeleidingsmiddelen (104) is verwijderd dan de andere gleufreeks (131)» één en ander zodanig dat de hoogste snaren een langere kantelweg bezitten dan de laagste snaren bij bediening van de tremolo.
3. Tremolo volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de puntvormige middelen van het fulcrumblok (116) twee fulcrumbouten (106, 107) omvatten ieder voorzien van een ronde, uitstekende, van een scherpe rand voorziene kop, welke fulcrumbouten draaibaar in het fulcrumblok (116) zijn aangebracht en samenwerken met de gleufvormige middelen (130, 131)·
4. Tremolo volgens conclusie 2 of 3 waarin de snaargeleidingsmiddelen bestaan uit zadels met het kenmerk, dat de hoogte van ieder individueel zadel (104), waarover een snaar loopt, ten opzichte van het basisblok (103) met behulp van een hoogte-instelbout (114) individueel instelbaar is.
5. Tremolo volgens een van de conclusies 2 tot en met 4 met het kenmerk, dat ieder zadel (104) individueel in in het basisblok aangebrachte groeven (135) verplaatsbaar is, waarbij de groeven (135) in de lengterichting van de snaren zijn aangebracht en ieder zadel (104) met behulp van een eigen mensuurbout (115) langs de groef (135) kan worden verplaatst.
6. Tremolo volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat iedere mensuurbout (115) van een schroefdraad is voorzien die samenwerkt met een eigen, van een schroefdraad voorziene opening (133) in het basisblok (103) een en ander zodanig, dat de mensuurbouten (115) via de openingen (133) aan de van de snaren afgekeerde zijde van het basisblok (103) kunnen worden verdraaid.
7- Tremolo volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de tremoloveer (105) een draaiveer is, die zich in een holte binnen het basisblok (103) bevindt.
NL9200030A 1992-01-09 1992-01-09 Tremolo inrichting. NL9200030A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200030A NL9200030A (nl) 1992-01-09 1992-01-09 Tremolo inrichting.
AU33689/93A AU3368993A (en) 1992-01-09 1993-01-08 Tremolo apparatus
DE69317760T DE69317760T2 (de) 1992-01-09 1993-01-08 Vibrato vorrichtung
EP93902577A EP0620944B1 (en) 1992-01-09 1993-01-08 Vibrato apparatus
AT93902577T ATE164699T1 (de) 1992-01-09 1993-01-08 Vibrato vorrichtung
US08/256,516 US5522297A (en) 1992-01-09 1993-01-08 Tremolo apparatus pivotable about an adjustable pivoting axis
PCT/NL1993/000006 WO1993014490A1 (en) 1992-01-09 1993-01-08 Tremolo apparatus
JP5512346A JPH07504995A (ja) 1992-01-09 1993-01-08 トレモロ装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200030 1992-01-09
NL9200030A NL9200030A (nl) 1992-01-09 1992-01-09 Tremolo inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200030A true NL9200030A (nl) 1993-08-02

Family

ID=19860270

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200030A NL9200030A (nl) 1992-01-09 1992-01-09 Tremolo inrichting.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US5522297A (nl)
EP (1) EP0620944B1 (nl)
JP (1) JPH07504995A (nl)
AT (1) ATE164699T1 (nl)
AU (1) AU3368993A (nl)
DE (1) DE69317760T2 (nl)
NL (1) NL9200030A (nl)
WO (1) WO1993014490A1 (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10017872A1 (de) * 2000-04-11 2001-10-25 Harald Hoentsch Vorrichtung zum Erzeugen einer Rückstellkraft bei einem Tremolo für ein Saiteninstrument
US5198601A (en) 1990-10-31 1993-03-30 Mccabe Geoffrey Tuning means for stringed musical instrument
US5986191A (en) * 1996-10-21 1999-11-16 Mccabe; Geoffrey Tuning means for fulcrum tremolo
US6143967A (en) * 1999-03-29 2000-11-07 Smith; Alexander M. Tremolo for guitar
US7297851B2 (en) * 2005-06-28 2007-11-20 Caldwell Marcus Guitar bridge apparatus
DK176968B1 (da) * 2006-12-20 2010-08-09 Schur Packaging Systems As Fremgangsmåde og apparat til at lægge et omslagsark om en stak
FR2957184A1 (fr) * 2010-03-04 2011-09-09 Mickael Russe Nouveau bras de vibrato ergonomique pour guitare electrique
US8940986B1 (en) * 2013-11-19 2015-01-27 Nole F. Edwards Tremolo and bridge device for stringed instruments
US9502010B1 (en) * 2014-08-22 2016-11-22 William Cardozo Guitar tremolo bridge
CN105096917A (zh) * 2015-09-14 2015-11-25 瑞安市中联电声乐器有限公司 吉他颤音桥码
US9691364B1 (en) * 2016-04-22 2017-06-27 Geoffrey Lee McCabe Integrated pivot mechanism for fulcrum tremolo
US10157597B1 (en) 2018-09-12 2018-12-18 Gunnar K. Green Tremolo locking device
US11100905B1 (en) 2020-10-20 2021-08-24 Daniel Swartz Tremolo device

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4541320A (en) * 1983-01-20 1985-09-17 Sciuto Michael N Stringed instrument saddle lock
US4632005A (en) * 1984-10-01 1986-12-30 Steinberger Sound Corporation Tremolo mechanism for an electric guitar
US4742750A (en) * 1985-12-10 1988-05-10 Storey David C Adjustable fine tuning bridge system and tremolo for stringed musical instruments
DE3543583A1 (de) * 1985-12-10 1987-06-11 Gerhard Peter Einzelsaitenhalter fuer saiteninstrumente
US4787285A (en) * 1987-10-07 1988-11-29 Gotoh Gut Yugen Kaisha Anchor bolt device for tremold device
DE3832127A1 (de) * 1988-09-19 1990-03-22 Harald Jaeger Gitarre
US5359144A (en) * 1993-05-21 1994-10-25 Robert Benson Pitch changing apparatus for stringed instrument tremolo

Also Published As

Publication number Publication date
AU3368993A (en) 1993-08-03
DE69317760D1 (de) 1998-05-07
JPH07504995A (ja) 1995-06-01
EP0620944A1 (en) 1994-10-26
ATE164699T1 (de) 1998-04-15
US5522297A (en) 1996-06-04
WO1993014490A1 (en) 1993-07-22
DE69317760T2 (de) 1998-07-30
EP0620944B1 (en) 1998-04-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4967631A (en) Tremolo and tuning apparatus
KR890003823B1 (ko) 브리지(Bbridge)와 테일피이스(tailpiece)가 결합된 어셈블리(ASSEMBLY)
NL9200030A (nl) Tremolo inrichting.
US5097737A (en) Tuner system for a stringed instrument
US4632005A (en) Tremolo mechanism for an electric guitar
EP0157419B1 (en) Adjustable bridge and tuning unit for a stringed musical instrument
US7339102B2 (en) Cam activated tremolo bridge
EP0338523A2 (en) Vibrato apparatus having broken string compensation feature
US4487100A (en) Adjustable musical bridge assembly
US5520082A (en) Tremolo bridge for guitars
GB2414850A (en) Tuning apparatus for stringed musical instrument
US10229659B2 (en) Low-friction bridge for stringed instrument
US4782732A (en) Split tremolo device
US20180040312A1 (en) String tensioner for stringed instrument
US6034311A (en) Height adjustable point retention bar assembly
US9734804B1 (en) Drop tuner for fulcrum tremolo
US4697493A (en) Tremolo control arm retainer
US5088375A (en) Tremolo device for string musical instrument
US7470841B1 (en) Tuning apparatus for stringed instrument
US5277094A (en) Device for inserting strings
US5373769A (en) Variably adjustable tremolo anchor
US6184450B1 (en) Universal, multi-position, tuning mechanism and bridge for stringed musical instruments
US4936182A (en) Sharping lever for a musical instrument
US4932302A (en) Tremolo device for a guitar
US6143967A (en) Tremolo for guitar

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed