NL9102161A - Pallet van hergebruikt kunststof materiaal. - Google Patents

Description

4

Titel; Pallet van hergebruikt kunststof materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een pallet van hergebruikt kunststof materiaal.

Pallets vervaardigd van kunststof zijn uit de praktijk bekend. De bekende pallets omvatten veelal holle delen, die door spuitgieten zijn vervaardigd en die ter verkrijging van een voldoende stevige pallet zijn opgevuld met schuim-materiaal. Een bezwaar van deze bekende pallets is, dat de pallets die dikwijls ruw behandeld worden, makkelijk beschadigd kunnen worden, bijvoorbeeld door de lepels van een vorkheftruck, indien de beschadiging een barst of zelfs een weggebroken deel van een wand van een hol deel van de pallet tot gevolg heeft, is een dergelijke pallet voor een groot aantal toepassingen niet meer bruikbaar. In het bijzonder in de voedingsmiddelenindustrie kan een dergelijke pallet niet meer gebruikt worden wegens het gevaar van bacterie-ontwikkeling en schimmelvorming binnen in het door de barst of het weggebroken wanddeel toegankelijk geworden holle deel van de pallet.

Zo kan in slachterijen bloed van geslachte dieren via een barst in de wand van een hol deel van een pallet tussen de wand en de schuimvulling kruipen en kan zich aldaar een bacteriekolonie ontwikkelen, die vervolgens op de pallet geplaatst vlees kan besmetten. Een beschadigde pallet kan daarom in die gevallen niet meer gebruikt worden. Ook kan een dergelijke beschadigde pallet niet of niet op economisch verantwoorde wijze gerepareerd worden.

Voorts zijn van hergebruikt kunststof materiaal vervaardigde massieve pallets bekend. Dergelijke pallets zijn minder gevoelig voor beschadigingen, maar kunnen in geval van beschadiging evenmin gerepareerd worden.

Ook dienen de massieve pallets relatief zwaar te worden uitgevoerd om voldoende stevigheid te verkrijgen en zijn massieve pallets slechts met behulp van gecompliceerde spuitgietmallen te vervaardigen.

De uitvinding beoogt een pallet ter beschikking te stellen, die op relatief eenvoudige wijze uit kunststof afvalmateriaal vervaardigd kan worden, en die makkelijk te repareren, relatief licht en geschikt voor toepassing in de voedingsmiddelenindustrie is.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een pallet van hergebruikt kunststof materiaal daardoor gekenmerkt, dat de pallet is samengesteld uit spijkerbare balken of klossen, die op bekende wijze uit kunststof afvalmateriaal zijn vervaardigd, en tenminste één op de balken of klossen bevestigd dek, dat bestaat uit spijkerbare planken, die eveneens van kunststof afvalmateriaal zijn vervaardigd.

In het volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 en figuur 2 tonen bij wijze van voorbeeld schematisch een tweetal pallets volgens de uitvinding; figuur 3 toont schematisch in dwarsdoorsnede een plank voor een pallet volgens de uitvinding; figuur 4 toont schematisch een voorbeeld van een methode om het uiteinde van een holle kunststof plank voor een pallet volgens de uitvinding af te dichten; en figuur 5 toont schematisch een ander voorbeeld van een methode om het uiteinde van een holle kunststof plank af te dichten.

Figuur 1 en figuur 2 tonen bij wijze van voorbeeld twee typen pallets volgens de uitvinding. De getoonde pallets zijn gebruikelijke types, die reeds in houten uitvoering verkrijgbaar zijn. Figuur 1 toont een enkel-deks pallet 1 met een dek 2, dat uit planken 3 t/m 8 is gevormd, die met een korte onderlinge tussenafstand op een drietal steunbalken 9,10,11 zijn bevestigd. De getoonde pallet is een tweewegs-pallet, hetgeen betekent, dat de pallet aan twee zijden door de lepels van een vorkheftruck of de armen van een hefwagentje opgepakt kunnen worden. De planken kunnen door nieten of middels spijkers op de balken zijn bevestigd. Voor toepassing in de voedingsmiddelenindustrie worden bij voorkeur roestvast stalen spijkers gebruikt.

De in figuur 2 getoonde pallet 12 is een dubbeldeks pallet met twee dekken 13 en 14, die beide geschikt zijn om lading te dragen. De dekken zijn weer uit planken 15 t/m 19 respectievelijk 20 t/m 24, opgebouwd, die zijn bevestigd op telkens uit drie klossen zoals aangegeven bij 25,26,27 en twee verbindingsplanken, zoals de planken 28, 29, samengestelde steunorganen. Deze pallet is een vierwegs pallet, zoals in de tekening is te zien.

De figuren 1 en 2 tonen slechts voorbeelden van pallets die volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd.

De uitvinding is echter van toepassing op alle typen pallets die in houten uitvoering bekend zijn of gemaakt kunnen worden.

De balken of klossen zijn op één der daartoe bekende wijzen, bijvoorbeeld met behulp van het zogenaamde "Reverzer"-process, dat in het Britse octrooi 1435934 is beschreven, uit thermoplastisch kunststof afvalmateriaal met behulp van een geschikte mal vervaardigd. In een praktische uitvoeringsvorm kunnen de balken of klossen bijvoorbeeld uit LDPE(low density polyetheen) zijn vervaardigd.

De planken kunnen op soortgelijke wijze en uit soortgelijk materiaal zijn vervaardigd, doch worden bij voorkeur middels extrusie vervaardigd. Een geschikt materiaal is HDPEÜiigh density polyetheen). Beide materialen zijn als industrie-afval verkrijgbaar.

De planken worden bij voorkeur middels roestvast stalen spijkers en met behulp van een spijkermachine op de klossen of balken bevestigd.

Een op deze wijze vervaardigde pallet is goed te reinigen en tamelijk ongevoelig voor beschadigingen.

Daardoor is een pallet volgens de uitvinding zeer geschikt voor toepassing in de voedingsmiddelenindustrie, zoals bijvoorbeeld in slachterijen. Bloed kan bijvoorbeeld niet in het materiaal van de pallet trekken zoals bij houten pallets wel het geval is.

Mocht zich toch een beschadiging voordoen, dan kan de pallet meestal op envoudige wijze gerepareerd worden, bijvoorbeeld door een plank te vervangen of derge-lijke. Oude planken kunnen weer als grondstof voor de fabricage van nieuwe planken gebruikt worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van holle planken. Een dwarsdoorsnede van een voorbeeld van een holle plank 30 is getoond in figuur 3. De getoonde plank heeft ter versteviging een aantal zich in de langs-richting van de plank uitstrekkende inwendige schotten.

In het getoonde voorbeeld zijn vier schotten 31 t/m 34 toegepast, die de beide brede langswanden 35,36 met elkaar verbinden.

Bij het afkorten van dergelijke holle planken ontstaan aan de uiteinden openingen. Deze openingen dienen voor een aantal toepassingen afgedicht te worden.

Een eerste afdichtmethode is getoond in figuur 4. Volgens de in figuur 4 toegepaste methode wordt in de kopse kant van een plank een sleuf gefreest, die zich evenwijdig aan de eindranden van de brede oppervlakken 35,36 van de plank en ongeveer op de halve dikte van de plank uitstrekt. In de sleuf kan dan een in dwarsdoorsnede T-vormig eindstuk geschoven worden, dat vervolgens vastgelast of vastgelijmd kan worden om kier-vorming te voorkomen. Figuur 4 toont deels een doorsnede langs de lijn IV-IV in figuur 3. Het in dwarsdoorsnede T-vormige eindstuk 37 heeft in het getoonde voorbeeld een afdekflens 38 met afmetingen, die corresponderen met de breedte en de dikte van de plank 30, en een in een sleuf 39 in de plank reikend been 40. Het been 40 heeft bij voorkeur een verdikt uiteinde, zodat het eindstuk niet in de lengterichting van de plank los getrokken kan worden. In het getoonde voorbeeld heeft het been 40 een pijlpuntvormig uiteinde 41. Andere vormen zijn natuurlijk ook mogelijk evenals desgewenst de toepassing van meer benen, of van een eindstuk met uitsteeksels die klemmend in de holtes tussen*de schotten en de zijwanden van een plank kunnen worden opgenomen. De afdekflens 38 kan zoals reeds vermeld rondom aan de plank vastgelast worden.

Figuur 5 illustreert in een soortgelijk aanzicht als figuur 4 een alternatieve methode, waarbij een met onderbroken lijnen aangegeven deel van de plank is verwijderd, bijvoorbeeld door frezen, zodanig dat van één der brede zijwanden een vrij liggend uiteinde 50 overblijft.

Het vrij liggende uiteinde heeft een zodanige lengte, dat het onder toevoeging van warmte tegen het kopse einde van de plank gebogen kan worden, zoals met een pijl 51 aangegeven, en dan juist het kopse einde afdekt. Daarbij wordt het omgebogen uiteinde in de afdekkende stand vastgelast of -gelijmd.

Door de toepassing van holle planken als hierboven beschreven wordt een relatief lichte maar toch stevige pallet verkregen.

In een praktische uitvoeringsvorm kunnen de planken bijvoorbeeld 20 mm dik en 100 mm breed zijn. De pallet zelf kan dezelfde maten hebben als voor houten pallets gebruikelijk is, doch kan in beginsel elke gewenste maat hebben.

Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kan een pallet volgens de uitvinding ook van andere grondstoffen dan HDPE en LDPE vervaardigd worden. Ook kunnen mengsels van deze materialen en toeslagstoffen toegepast worden. Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (15)

1. Pallet vervaardigd van hergebruikt kunststof materiaal, met het kenmerk, dat de pallet is samengesteld uit spijkerbare balken of klossen, die op bekende wijze uit kunststof afvalmateriaal zijn vervaardigd, en tenminste één op de balken of klossen bevestigd dek, dat bestaat uit spijkerbare planken, die eveneens van kunststof afvalmateriaal zijn vervaardigd.

2. Pallet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de planken door middel van spijkers van roestvast staal op de balken of klossen zijn bevestigd.

3. Pallet volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de planken door extrusie zijn vervaardigd.

4. Pallet volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de balken of klossen in hoofdzaak uit LDPEdow density polyetheen) bestaan.

5. Pallet volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de planken in hoofdzaak uit HDPE(high density polyetheen) bestaan.

6. Pallet volgens één der conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk, dat althans een aantal planken althans deels hol is.

7. Pallet volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de holle planken zijn voorzien van een aantal zich in de lengterichting van de planken uitstrekkende schotten, die inwendig de beide brede zijden van de planken met elkaar verbinden.

8. Pallet volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de planken aan de kopse einden zijn afgedicht middels een eindstuk.

9. Pallet volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het eindstuk een afdekflens heeft die langs de omtreksrand rondom aan de plank is vastgelast of -gelijmd.

10. Pallet volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het eindstuk één of meer in gemonteerde toestand in de holle plank reikende bevestigingsdelen heeft.

11. Pallet volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het eindstuk een T-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij het been van de T-vorm in gemonteerde toestand in een in de schotten en de smalle langsranden van de plank aangebrachte sleuf ligt.

12. Pallet volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het in de sleuf liggende been een verdikt uiteinde heeft, dat in een corresponderend verwijd deel van de sleuf ligt.

13. Pallet volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verdikte uiteinde in dwarsdoorsnede pijlpuntvormig is.

14. Pallet volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het eindstuk is gevormd uit een voorbij het kopse einde van een plank reikend vrij liggend uiteinde van tenminste één der wanden van de holle plank, welk uiteinde tegen het kopse einde van de plank is gevouwen en vastgelast of -gelijmd.

15. Plank voor een pallet volgens één der conclusies 3 t/m 14.