NL9100697A - Stortgoeddroger. - Google Patents

Description

Uittreksel.

Een stortgoeddroger is voorzien van een kast met een materiaalinlaat- en een -uitlaatopening en een luchtinlaat- en een -uitlaatopening. Een transportinrichting is in de kast opgesteld voor het transporteren van het stortgoed daardoor van de materiaalinlaat-opening naar de materiaaluitlaatopening. Een luchtbehandelingsinrich-ting omvat een subsysteem van toevoer leidingen, dat is verbonden met de luchtinlaat en een subsysteem van retour leidingen, dat is verbonden met de luchtuitlaat. Een aanjager levert een luchtstroom door het subsysteem van toevoerleidingen en zuigt lucht aan uit het subsysteem van retourleidingen voor recirculatie door een afscheider en een verhitter.

Stortaoeddroaer.

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op de behandeling van stortgoed en in het bijzonder op een stortgoed-droger.

Verschillende soorten stortgoed worden behandeld in een continu proces, in tegenstelling met een ladingsgewijze proces. Een dergelijk algemeen bekend continu proces omvat het verwijderen van vocht uit het te behandelen materiaal. Zo hebben bijvoorbeeld talrijke materialen, inclusief voedsel en voer, een relatief hoog vochtgehalte gedurende bepaalde fasen van de bereiding. Dit vocht kan aanwezig zijn in de grondstoffen, of het kan zijn toegevoegd gedurende de behandeling. Zo kunnen bijvoorbeeld extrusie-inrichtingen worden gebruikt voor het koken en vormen van materialen met betrekkelijk hoge vochtgehalten, en drogers worden soms in aansluiting op extrusie-inrichtingen gebruikt, om een overmaat vocht uit de geëxtrudeerde producten te verwijderen.

Een eerder type stortgoeddroger omvat een kast met een of meer transporteurparten, die daardoorheen lopen, en een netwerk van leidingen voor het toevoeren en opnemen van verwarmde lucht, die langs de kast zijn aangebracht. Verwarmde lucht kan door middel van een aanjager worden toegevoerd aan een onderste gedeelte van de kastruimte om opwaarts door de met materiaal beladen transportbanden te stromen. De verwarmde lucht kan dan worden verzameld aan de bovenzijde van de kast en met de luchtbehandelingsinrichting worden teruggevoerd naar de onderzijde van de kast. Ofschoon de verwarmde lucht voor een doelmatig energiegebruik met een dergelijke inrichting kan worden gerecircu-leerd, kunnen bepaalde bezwaren optreden. De statische luchtdruk en de luchtstroomsnelheid hebben de neiging kleiner te worden bij een groter wordende afstand van de luchttoevoerinlaten langs één zijde van de kast hetgeen leidt tot een ongelijkmatige lucht stroming en droging. De verwarmde lucht kan langs een grote hoeveelheid materiaal in de droogkast stromen en in de plaats daarvan de kortste weg nemen naar de luchtuitlaten, die aan de zijkant van de droogkast met de luchtbehandelingsinrichting zijn gelegen. Hieruit kan een ongelijkmatige droging van het product en een ondoelmatig energieverbruik voortvloeien.

Een ander probleem bij sommige bekende drogers is, dat zij soms in brand vliegen, wanneer deeltjes (bijv. stof en fijne deeltjes) worden ontstoken door de verhitters. Verscheidene soorten stortgoed, omvattende korrelvormige voedings- en voerproducten, kunnen brandbare stof en fijne deeltjes produceren. De branders en andere warmtebronnen van sommige bekende drogers hebben deze brandbare deeltjes ontstoken en branden in drogers kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.

Het plaatsen van de luchtbehandelingsinrichting naast de droger bij bekende drogerconstructies droegen ook bij tot het vergroten van het benodigde vloeroppervlak daarvan, hetgeen een ernstig bezwaar kan zijn bij behandelingsruimten met een beperkt vloeroppervlak.

Bekende drogers hebben andere uitvoeringsvormen en plaatsen voor de luchtbehandelingsinrichting gehad; echter tot nu toe was geen stortgoeddroger beschikbaar met de voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding. De onderhavige uitvinding is gericht op deze gebreken van bekende stortgoeddrogers.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een stortgoeddroger voorgesteld, die is voorzien van een kast met materiaalinlaat-en -uitlaatopeningen en luchtinlaat- en -uitlaatopeningen. Een transportinrichting transporteert stortgoed door de kast van de-materiaal-inlaatopening naar de materiaaluitlaatopening en omvat vier individuele eindloze transportbanden, die het materiaal langs vier doorgangen (twee in elke richting) door de kast transporteren. De transportbanden hebben open of poreuze constructies, die het doorstromen van droog-lucht daardoor toelaten. Een luchtbehandelingsinrichting omvat een toevoerleiding, die is verbonden met de luchtinlaatopening in de kast, en een afvoerleiding, die is verbonden met de luchtuitlaatopeningen. Retourlucht uit de afvoerleiding stroomt in een cycloonafscheider voor het verwijderen van fijne stof en deeltjes uit de retourluchtstroom en een aanjager of ventilator recirculeert de gereinigde lucht door een verhitter en de luchttoevoerleiding. De luchtinlaten zijn opgesteld in paren van ten opzichte van elkaar verplaatste inlaten aan tegenover elkaar liggende zijden van de kast voor het creëren van een wervelende luchtstroom in onderste delen van de kast.

De doeleinden en voordelen van de onderhavige uitvinding omvatten: het verschaffen van een droger voor stortgoed; het verschaffen van een dergelijke droger, die kan worden aangepast voor het drogen van verscheidene soorten stortgoed; het verschaffen van een dergelijke droger die een betrekkelijk klein vloeroppervlak vereist; het verschaffen van een dergelijke droger, die gerecirculeerde lucht reinigt voor het herverhitten daarvan, om het gevaar voor brand te verkleinen; het verschaffen van een dergelijke droger met een wervelend luchtstromingspatroon; het verschaffen van een dergelijke droger met relatief gelijkmatige luchtstromingskarakterstieken in gewenste delen van een droogkast daarvan; het verschaffen van een dergelijke droger, die bijdraagt tot het toevoeren van hetere lucht aan heter, droger stortgoed; het verschaffen van een dergelijke droger, die is voorzien van meerdere transporteurparten die verticaal boven elkaar liggen; het verschaffen van een dergelijke droger, die in verscheidene lengten kan worden vervaardigd; het verschaffen van een dergelijke droger, die langer of korter kan-worden gemaakt door het toevoegen of verwijderen van secties; het verschaffen van een dergelijke droger> die kan worden aangepast voor een betrekkelijk hoog debiet; het verschaffen van een dergelijke droger, die kan worden aangepast voor een betrekkelijk hoog debiet; het verschaffen van een dergelijke droger, die kan worden'aangepast voor gebruik met verscheidene verwarmingsmiddelen; het verschaffen van een dergelijke droger is doelmatig werkt, economisch kan worden vervaardigd, een lange levensduur heeft en bijzonder goed geschikt is voor het gestelde doel. Andere doeleinden en voordelen van deze uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving in combinatie met de bijgaande tekeningen, waarin bij wijze van voorbeeld bepaalde uitvoeringsvormen van deze uitvinding zijn weergegeven.

De tekeningen maken deel uit van deze beschrijving en tonen uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding en verscheidene doeleinden en kenmerken daarvan.

Figuur 1 is een zij-aanzicht van een stortgoeddroger, waarin de onderhavige uitvinding is toegepast, waarbij delen zijn weggebroken om de inwendige constructie te laten zien.

Figuur 2 is een gedeeltelijke horizontale doorsnede op een grotere schaal van de droger volgens de lijn II-II in figuur 1.

Figuur 3 is een verticale dwarsdoorsnede op een grotere schaal van de droger in hoofdzaak volgens de lijn III-III in figuur 1.

Figuur 4 is een verticale dwarsdoorsnede van een droger met een uitvoeringsvorm, soortgelijk aan die van een soort bekende droger.

Zoals is vereist, zijn hierin gedetailleerde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding beschreven; het spreekt echter vanzelf, dat de beschreven uitvoeringsvormen slechts uitvoeringsvoor-beelden van de uitvinding zijn, die in verscheidene vormen kan worden belichaamd. Daarom mogen bepaalde hierin beschreven constructieve en functionele details niet worden beschouwd als een beperking, maar slechts als een basis voor de conclusies en als een representatieve basis voor het onderwijzen van de deskundige voor het gevarieerd toepassen van de onderhavige uitvinding in nagenoeg elke geschikt gedetailleerde constructie.

In de volgende beschrijving zal een bepaalde terminologie worden gebruikt alleen voor het gemak van de beschrijving en deze zal niet beperkend zijn. Zo zullen bijvoorbeeld de woorden "opwaarts", "neerwaarts", "rechts" en "links" betrekking hebben op richtingen in de tekeningen waarnaar wordt verwezen. De woorden "binnenwaarts" en "buitenwaarts" zullen betrekking hebben op richtingen naar respectievelijk vanaf het meetkundige midden van de beschreven uitvoeringsvorm en aangegeven delen daarvan. Deze terminologie zal de speciaal genoemde woorden, afleidingen daarvan en woorden van soortgelijke betekenis omvatten.

Meer gedetailleerd naar de tekeningen verwijzend definieert het verwijzingscijfer 10 een droger voor stortgoed 12 in zijn geheel. Zonder beperking op de algemeenheid van nuttige toepassingen van de droger 10 kan het stortgoed 12 voedings- of voerproducten omvatten, zoals snacks, graanproducten voor het ontbijt en droog huisdierenvoer. Het stortgoed 12 kan ook bestaan uit andere dan voedingsproducten. De droger 10 omvat in het algemeen een kast 14, een transportinrichting 16 en een luchtbehandelingsinrichting 18.

De kast 14 omvat een bovenpaneel 20, een onderpaneel 22, een eerste en een tweede tegenover elkaar staand zijpaneel 24 en 26 en een eerste en een tweede tegenover elkaar staand eindpaneel 28 en 30. De panelen omsluiten een kastruimte 32. De kast 14 kan zijn vervaardigd in secties, bijvoorbeeld een eerste en een tweede eindsectie 34 en 36 en tussenliggende secties 38a, b en c. De secties zijn op geschikte wijze met elkaar verbonden langs naden 40, die zich uitstrekken over de panelen 20, 22, 24 en 26. Drogers volgens de onderhavige uitvinding kunnen worden geassembleerd in verscheidene lengten door geschikte aantallen van dergelijke secties met elkaar te verbinden, en kunnen korter en langer worden gemaakt door het verwijderen en toevoegen van tussenliggende kastsecties 38.

Een inlaatopening 44 en een uitlaatopening 46 voor het stortgoed 12 zijn aangebracht in het bovenpaneel 20 respectievelijk het onderpaneel 22 in de nabijheid van het eerste eindpaneel 28. Drie luchtinlaatopeningen 48a, 48b en 48c zijn in elk zijpaneel 24 en 26 aangebracht nabij de onderranden daarvan en elke opening is verbonden met de kastruimte 32. Bij elkaar behorende luchtinlaatopeningen 48a-c van elk paar zijn in langsrichting ten opzichte van elkaar verplaatst. Luchtuitlaatopeningen 50a, 50b en 50c zijn gevormd in het bovenpaneel 20; drie op ëën lijn met elkaar zijn getekend boven de kastruimte 32. De kast 14 kan zijn ondersteund op een geschikt structuurframe (niet getekend). De kastruimte 32 is omsloten door de panelen en is ±oegan-kelijk door de verschillende openingen.

De transportinrichting 16 omvat vier eindloze bandtrans-porteurs 52a, 52b, 52c en 52d die verticaal boven elkaar in de kast 14 zijn geplaatst en die elk een eerste einde 54a-d en een tweede einde 56a-d hebben, die nabij het eerste eindpaneel 28 respectievelijk het tweede eindpaneel 30 van de kast liggen. Elk eerste einde 54a-d van een transporteur loopt over een bijbehorend eerste rollensamenstel 64a-d, en elk tweede einde 56a-d van een transporteur loopt over een bijbehorend tweede rollensamenstel 66a-d. Eén van de rollensamenstel-len voor elke transporteur 52a-d kan worden aangedreven en de andere zijn uitgevoerd voor vrij meedraaien.

De transporteurs 52a-d zijn in afwisselende opeenvolging ten opzichte van elkaar verplaatst, waarbij de eerste einden 54b en 54d van de transporteurs dichter bij het eerste eindpaneel 28 liggen dan de eerste einden 54a en 54c van de transporteurs, en de tweede einden 56a en 56c van de transporteurs dichter bij het tweede eindpaneel 30 liggen dan de tweede einden 56b en 56d van de transporteurs. Zo zijn de einden 54b, d en 56a, c van de transporteurs opneemeinden en zijn de einden 54a, c en 56b, d van de transporteurs afvoereinden.

Afbuigstroken of -schermen 58 strekken zich in dwarsrichting tussen de zijpanelen 24 en 26 uit en strekken zich naar beneden en naar binnen uit van een betreffend eindpaneel 28, 30 naar een bijbehorend opnee-meinde 54b, d en 56a, c van de transporteurs, om stortgoed 12 van de bijbehorende afvoereinden 54a, 54c en 56b, d van de transporteurs daarop te geleiden.

Een inlaattrechter 60 strekt zich opwaarts uit van de materiaalinlaatopening 44 en is aangepast, stortgoed 12 op het trans-porteuropneemeinde 54d te deponeren. Verschillende soorten materiaal-inbreng- of toevoerinrichtingen kunnen zijn aangebracht bij de materiaalinlaatopening 44. Zo kunnen bijvoorbeeld trillende productver-spreiders worden toegepast. Een draaibare klep 62 steekt neerwaarts uit van de materiaaluitlaatopening 46 en ontvangt materiaal van het transporteurafvoereinde 54a voor afvoer daarvan uit de kast 14.

De transporteurs kunnen worden aangedreven door vier onafhankelijke motoren met variabel toerental. Alternatief kunnen een paar motoren zijn aangebracht voor het aandrijven van de transporteurs, die in dezelfde richting bewegen: d.w.z. de transporteurs 52a, c worden aangedreven door één motor en de transporteurs 52b, d worden aangedreven door de andere motor. Ook zou een enkele aandrijfmotor kunnen zijn toegepast, die aandrijvend is verbonden-met-alle-aangedre-· ven rollensamenstellen door middel van een geschikte vermogensover-brenginrichting. De aandrijfmotoren van de transporteurs kunnen worden bestuurd door individuele toerentalregelinrichtingen, of door een hoofd-toerentalregelinrichting. Een geschikte synchronisatie-inrich-ting voor de bewegingssnelheid van de transporteurs kan zijn aangebracht. De transporteurs 52 kunnen door de motoren worden aangedreven door middel van geschikte overbrenginrichtingen, zoals met ketting en kettingwiel, riem en poelie, tandwielen en dergelijke.

De transporteurs 52a-d kunnen zijn voorzien van meerdere dwarse latten, die met elkaar zijn verbonden om eindloze banden te vormen. Zulke transportbanden worden soms gebruikt voor dit algemene type van een droger en deze zijn voorzien van openingen of doorgangen voor het doorlaten van de luchtstroom. De transporteurs 52a-d hebben zijranden 57, die verschuifbaar kunnen zijn ondersteund op bijbehorende, hoekijzervormige rails 55, die in langsrichting langs de binnenkant van de kast 32 langs de binnenvlakken van de zijpanelen 24 en 26 lopen en in paren zijn aangebracht.

De luchtbehandelingsinrichting 18 omvat een subsysteem 68 van toevoerleidingen, bestaande uit een toevoerkoker 70, die bij een Y-verbinding 72 is gesplitst in een eerste en een tweede toevoerver-deelleiding 74 respectievelijk 76, die elk zijn voorzien van drie toevoeraftakkingen 78a, 78b en 78c, die eindigen aan inlaatellebogen 80a, 80b en 80c, die uitmonden in de luchtinlaatopeningen 48a, 48b respectievelijk 48c.

Een subsysteem 82 van retourleidingen bestaat uit een retourkoker 84 en een retourverdeelleiding 86, die door retouraftak-leidingen 87a, 87b en 87c zijn verbonden met drie afvoer- of retour-kappen 88a, 88b en 88c, die zijn verbonden met luchtuitlaatopeningen 50a, 50b respectievelijk 50c.

Een cycloonafscheider 90 is voorzien van een bovenste kamer 92 met een in hoofdzaak cilindrische configuratie en van een onderste kamer 94 met een in hoofdzaak afgeknot kegelvormige of trechtervormige configuratie. De toevoerkoker 70 en de retourkoker 84 zijn verbonden met de bovenste kamer 92 van de cycloonafscheider, waarvan de toevoerkoker 70 in hoofdzaak tangentiaal verloopt ten opzichte van de bovenste kamer van de afscheider en is voorzien van een aanjager of ventilator 96. De cycloonafscheider 90 kan -op -een geschikte voet 98 zijn ondersteund.

In de toevoerkoker 70 is een ringbrander 100 aangebracht, waarvoor elke geschikte krachtbron kan worden gebruikt. Verscheidene andere geschikte verwarmingsinrichtingen kunnen worden gebruikt voor t het verwarmen en herverwarmen van de toegevoerde luchtstroom, bijv. een warmtewisselaar.

De subsystemen 68 en 82 voor de toevoerleiding respectievelijk de afvoerleiding kunnen een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben voor een grotere doelmatigheid en een lager geluidsniveauu bij bedrijf als gevolg van de luchtstroming en mechanische trillingen, vergeleken met leidingen met een rechthoekige dwarsdoorsnedevorm.

De droger 10 droogt het stortgoed 12 op doelmatige wijze door het uitvoeren van een relatief gelijkmatige droging met een doelmatig energieverbruik en met verminderd gevaar- voor brand in een relatief compacte ruimte.

Het stortgoed 12 komt de droger 10 binnen door de inlaat- trechter 60 (of een andere geschikte inlaatinrichting) en wordt op het transporteuropneemeinde 54d gedeponeerd. Gezien in figuur 1, wordt het stortgoed 12 dan van rechts naar links getransporteerd door de tran-porteur 52d, van links naar rechts door de transporteur 54c, van rechts naar links door de transporteur 52b en van links naar de rechts door de transporteur 52a voor afvoer door de draaibare klep 62.

De verwarmde/herverwarmde toevoerluchtstroom komt de kast 14 binnen door de inlaatopeningen 48a-c tussen de parten van de onderste transporteur 52a. De ten opzichte van elkaar verplaatste opstellingen van de gepaarde inlaatopeningen 48a-c creëren een wervelend luchtstroompatroon van het vortex-type in een onderste gedeelte van de kastruimte 32 (figuur 2). Het contact tussen de luchtstroom en het stortgoed 12 op de onderste transporteur 52 a wordt door dit wervelende luchtstroompatroon vergemakkelijkt. Nadat de luchtstroom de onderste transporteur 52a en het zich daarop bevindende stortgoed 12 heeft verlaten, verloopt de richting van de luchtstroom in het algemeen meer in een opwaartse richting, zoals aangegeven met de lucht-stroompijlen 102 in figuur 3.

De thermodynamische werking van de droger 10 verhoogt ook het rendement. De verwarmde toegevoerde lucht is in het algemeen het heetst in de onderste delen van de kastruimte 32 en in het bijzonder tussen de parten van de onderste transporteur 52a. Op deze plaats is het stortgoed 12 het droogst en het warmst en vereist dus betrekkelijk hete lucht om nog aanwezig vocht te verwijderen. In tegenstelling daarmee draagt de bovenste transporteur 52d het natste en koudste stortgoed 12, waaruit vocht met minder warmte gemakkelijker kan worden verwijderd. Dus de bedrijfsparameters of variabele karakteristieken van de luchtstroom en het stortgoed 12 kunnen ongeveer als volgt zijn: (1) de luchtstroomsnelheid neemt af, naarmate de luchtstroom verder opwaarts door de kast 14 stroomt; (2) de luchtdruk neemt in opwaartse richting door de kast 14 af; (3) de luchttemperatuur daalt in opwaartse richting door de kast 14; (4) de temperatuur van het stortgoed stijgt in neerwaartse richting door de kast 14; en (5) het vochtgehalte van het stortgoed neemt in neerwaartse richting door de kast 14 af.

De uitlaatlucht wordt verzameld in de retourkappen 88a-c voor reiniging in de cycloonafscheider 90, waarin fijn stof en andere deeltjes uit een wervelende vortex in de onderste kamer 94 van de cycloonafscheider vallen, om te worden verwijderd.

Relatief zuivere, voorverwarmde lucht wordt door de ventilator 96 uit de bovenste kamer 92 van de cycloonafscheider aangezogen door afvoer naar de toevoerkoker 70 en de ringbrander 100, voor verwarming en recirculatie naar de droogkast 14. Verschillende soorten filters kunnen op verschillende plaatsen in de luchtbehande-lingsinrichting 18 worden geplaatst, om de gerecirculeerde lucht verder te reinigen. De draaibare uitlaatklep 62 beperkt het ontsnappen van lucht uit de kast 14, zodat de luchtstroom primair opwaarts is gericht.

De droger 10 is in bovenaanzicht relatief compact, omdat zijn luchtbehandelingsinrichting 18 in hoofdzaak boven, onder en op afstand van de kast 14 is opgesteld. De cycloonafscheider 90 kan op verschillende plaatsen op afstand van de kast 14 worden opgesteld, bijv. buiten een gebouw, waarin de rest van de droger 10 opgesteld.

Het ligt voor de hand, dat ofschoon bepaalde uitvoerings- · vormen van de onderhavige uitvinding hierin zijn beschreven en weergegeven, de uitvinding niet is beperkt tot de specifieke uitvoeringsvormen of samenvoeging van onderdelen, die hierboven zijn beschreven en in de tekening zijn weergegeven.

Claims (18)

1. Stortgoeddroger, gekenmerkt door: (a) een kast voorzien van (1) een bovenpaneel, (2) een onderpaneel, (3) tegenover elkaar staande zijpanelen, (4) tegenover elkaar staande eindpanelen, en (5) een kastruimte; (b) een productinlaat door de kast en in de binnenruimte daarvan; (c) een productuitlaat vanuit de binnenruimte uit de kast; (d) geperforeerde transportbanden, die in langsrichting door de kast lopen en een eerste einde hebben voor het opnemen van het product uit de inlaat, en een tweede einde voor het af voeren van het product naar de productuitlaat; (e) een paar inlaatopeningen in de kast, welke inlaatopeningen in dwarsrichting ten opzichte van elkaar zijn verplaatst en (f) een aanjager die met de luchtinlaatopeningen is verbonden voor het toevoeren van lucht aan de kastruimte, waarbij lucht van de aanjager de kast gelijktijdig binnenkomt door het paar ten opzichte van elkaar verplaatste inlaatopeningen om een wervelend luchtstromingspatroon in het onderste gedeelte van de kast te creëren.

2. Stortgoeddroger volgens conclusie 1, gekenmerkt door meerdere, in paren aangebrachte, tegenover elkaar liggende, ten opzichte van elkaar verplaatste luchtinlaatopeningen in de zijwanden van de kast, om meerdere wervelende luchtstromingspatronen in het onderste gedeelte van de kast te creëren.

3. Stortgoeddroger, gekenmerkt door: (a) een kast, voorzien van: (1) een bovenpaneel, (2) een onderpaneel, (3) tegenover elkaar staande zijpanelen, (4) tegenover elkaar staande eindpanelen, (5) een kastruimte, en (6) meerdere in paren aangebrachte, tegenover elkaar liggende, ten opzichte van elkaar verplaatste luchtinlaatopeningen in de zijpanelen van de kast, waarbij de luchtinlaatopeningen in elk paar in dwarsrichting ten opzichte van elkaar zijn verplaatst; (b) een productinlaat in de kast en in de binnenruimte daarvan; (c) een productuitlaat uit de binnenruimte van de kast; (d) transporteur-middelen die in langsrichting door de kast lopen en een eerste einde hebben voor het opnemen van product uit de inlaat, en een tweede einde voor het af voeren van product naar de productuitlaat; en (e) een aanjager die met de luchtinlaatopeningen is verbonden voor het toevoeren van lucht aan de kastruimte; waarbij de transporteurmiddelen zijn voorzien van een eindloze transportband met een bovenste en een onderste part; en de luchtinlaatopeningen zijn gelegen op een niveau tussen de transporteurparten.

4. Stortgoeddroger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat (a) de transporteurmiddelen bestaan uit meerdere, in langsrichting lopende, eindloze transportbanden.

5. Stortgoeddroger volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat (a) de kast een eerste en een tweede einde heeft; (b) elke transporteur een eerste en een tweede einde heeft die zich respectievelijk bevinden in de nabijheid van het eerste en het tweede einde van de kast; en (c) de transporteurs afwisselend tegengestelde bewegingsrichtingen hebben.

6. Stortgoeddroger volgens conclusie 4, gekenmerkt door (a) meerdere schermen die elk bij een respectief transporteuropneem-. einde behoren voor het daarop richten van materiaal.

7. Stortgoeddroger volgens conclusie 1, gekenmerkt door: (a) verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van de lucht die door de kastruimte wordt geblazen. S. Stortgoeddroger volgens conclusie 1, gekenmerkt door: (a) luchtrecirculatiemiddelen voor het recirculeren van lucht uit en weer in de kastruimte.

9. Stortgoeddroger volgens conclusie 8, gekenmerkt door: (a) foltermiddelen die in de luchtrecirculatiemiddelen zijn aangebracht .

10. Stortgoeddroger, gekenmerkt door: (a) een kast, voorzien van: (1) een bovenpaneel, (2) een onderpaneel, (3) tegenover elkaar staande zijpanelen, (4) tegenover elkaar staande eindpanelen, en (5) een kastruimte; (b) een product inlaat in de kast en in de binnenruimte daarvan; (c) een productuitlaat van de kastruimte uit de kast; (d) transporteurmiddelen die in langsrichting door de kast lopen en een eerste einde hebben voor het opnemen van product uit het inlaateinde en een tweede einde hebben voor het afvoeren van product naar de productuitlaat; (e) een aanjager voor het blazen van lucht door de kastruimte; (f) luchtrecirculatiemiddelen voor het recircule- ren van lucht uit en weer in de kastruimte; en (g) filtermiddelen die in de luchtrecirculatiemiddelen zijn aangebracht, welke filtermiddelen zijn voorzien van een cycloonafscheider.

11. Stortgoeddroger, gekenmerkt door (a) een kast, omvattende: (1) een bovenpaneel, (2) een onderpaneel, (3) tegenover elkaar staande eerste en tweede zijpanelen, (4) tegenover elkaar staande eerste en tweede eindpanelen, en (5) een kastruimte; (b) productint-laat- en -uitlaatopeningen door de kast naar de binnenruimte daarvan; (c) luchtinlaat- en -uitlaatopeningen door de kast naar de binnenruimte daarvan; (d) een transporteurstelsel dat in langsrichting door de kast loopt en een eerste einde heeft voor het opnemen van product uit de inlaatopening en een tweede einde heeft voor het afvoeren van product naar de productuitlaatopening; en (e) een luchtbehandelingssysteem, omvattende: (1) een luchttoevoersubsysteem dat is verbonden met de luchtinlaatopening, (2) een retour luchtsubsysteem dat is verbonden met de luchtuitlaatopening, (3) een luchtaan j ager die pneumatisch is verbonden met het toevoer- en retourluchtsubsysteem, (4) verhittingsmiddelen voor de luchtstroom, en (5) deeltjesafschei-dingsmiddelen die zijn verbonden met de toevoer- en retourleidingsub-systemen, waarbij de luchtaanzuiger stroomafwaarts van de afscheider en stroomopwaarts van de luchtinlaatopening is opgesteld.

12. Stortgoeddroger volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat: (a) de kast meerdere secties omvat, die in langsrichting op één lijn met elkaar zijn verbonden.

13. Stortgoeddroger volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat (a) de verwarmingsmiddelen bestaan uit een ringbrander, die in het luchttoevoerleidingsubsysteem is aangebracht.

14. Stortgoeddroger volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat: (a) de verwarmingsmiddelen zijn voorzien van een warmtewisselaar, die in het luchttoevoerleidingsubsysteem is aangebracht.

15. Stortgoeddroger volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat: (a) de kast is voorzien van een paar luchtinlaatopeningen, die in dwarsrichting ten opzichte van elkaar zijn verplaatst en met de aanjager zijn verbonden.

16. Stortgoeddroger volgens conclusie 15, gekenmerkt door meerdere, in paren aangebrachte, tegenover elkaar liggende en ten opzichte van elkaar verplaatste luchtinlaatopeningen in de zijpanelen van de kast.

17. Stortgoeddroger volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat: (a) het transporteursysteem is voorzien van een eindloze transportband met een bovenste en een onderste part; (b) de luchtinlaatope-ningen zijn gelegen op een niveau tussen de transporteurparten; en (c) de transporteur is voorzien van meerdere luchtdoorlaten.

18. Stortgoeddroger, gekenmerkt door: (a) een kast, voorzien van (1) een bovenpaneel, (2) een onderpaneel, (3) een eerste en een tweede, tegenover elkaar liggend zijpaneel, (4) een eerste en een tweede, tegenover elkaar liggend eindpaneel en (5) een kastruimte? (b) een product inlaat in de kast en in de binnenruimte daarvan; (c) een productuitlaat uit de kastruimte van de kast; (d) een transportsysteem, omvattende: (1) een eerste transporteur die boven het onderpaneel van de kast is opgesteld, (2) een tweede transporteur die boven de eerste transporteur is opgesteld, (3) een derde transporteur die boven de tweede transporteur is opgesteld en (4) een vierde transpor-r. teur die boven de derde transporteur is opgesteld; (e) waarbij elke transporteur is voorzien van een eindloze band en van daardoorheen gaande luchtdoorlaten; (f) waarbij elke transporteur is voorzien van een materiaalopneemeinde en van een materiaalafvoereinde: (1) waarbij de opneemeinden van de eerste, tweede en derde transporteur liggen, onder de afvoereinden van de tweede, derde respectievelijk vierde transporteur, (2) welk afvoereinde van de eerste transporteur ligt boven de materiaaluitlaatopening en (3) welk opneemeinde van de vierde transporteur ligt onder de materiaalinlaatopening; (g) meerdere rollensamenstellen die zich in dwarsrichting tussen de zijpanelen van de kast uitstrekken en elk een draaiingshartlijn hebben, waarbij over elk rollensamenstel een transporteureinde is geslagen; (h) aandrijf-middelen die aandrijvend zijn verbonden met één van de rollensamenstellen die bij elke transporteur behoren; (i) meerdere productscher-men die elk zijn gemonteerd op en binnenwaarts en neerwaarts uitsteken van een naburig eindpaneel van de kast naar een naburig transporteur-opneemeinde; en (j) een luchtbehandelingsinrichting, omvattende: (1) een luchttoevoersysteem voorzien van: (i) een luchttoevoerkoker, (ii) een luchttoevoerverdeelleiding die met de luchttoevoerkoker is verbonden, (iii) meerdere luchttoevoeraftakleidingen die zijn verbonden met de luchttoevoerverdeelleiding, en (iv) meerdere luchttoevoerellebogen die elk pneumatisch zijn verbonden met een daarop aangesloten lucht-toevoeraftakleiding met een bijbehorende luchtinlaatopening; (2) een retourluchtsysteem omvattende: (i) een retourluchtkoker, (ii) een retourluchtverdeelleiding die is verbonden met de retourluchtkoker, (iii) meerdere retour luchtaftakkingen die zijn verbonden met de retourluchtverdeelleiding, en (iv) meerdere afvoerkappen die elk zijn verbonden met een bijbehorende retour lucht af takleiding met een bijbehorende luchtuitlaatopening; (3) een cycloonafscheider met een inlaat die pneumatisch is verbonden met de retourluchtkoker en een uitlaat; en (4) een luchtaanjager die pneumatisch is verbonden met de uitlaat van de afscheider en met de luchttoevoerkoker.

19. Stortgoeddrogerhuis voor een materiaaldrooginrichting, welk huis is gekenmerkt door: (a) een kast voorzien van: (1) een bovenpaneel, (2) een onderpaneel, (3) tegenover elkaar staande zijpanelen, (4) tegenover elkaar staande eindpanelen, en (5) een binnenruimte van het huis; (b) een-productinlaat in de kast-en-in de-binnenruimte daarvan; (c) een productuitlaat uit de binnenruimte van de kast; (d) een continu, geperforeerd bandtransporteurmiddel, voorzien van een bovenste part en een onderste part, welk transporteurmiddel zich in langsrichting door de kast uitstrekt voor- het transporteren van product op het bovenste part binnen de kast; en (e) -een paar luchtinlaatopeningen, die in de kast zijn aangebracht tussen het bovenste en het onderste part van het transporteurmiddel, welke luchtinlaatopeningen in dwarsrichting ten opzichte van elkaar zijn verplaatst.