NL9100196A - Magnetic tape cassette system - has spring strips to retain tape in position when not in use and yet offer low resistance when played (NL 24.1.79) - Google Patents

Magnetic tape cassette system - has spring strips to retain tape in position when not in use and yet offer low resistance when played (NL 24.1.79) Download PDF

Info

Publication number
NL9100196A
NL9100196A NL9100196A NL9100196A NL9100196A NL 9100196 A NL9100196 A NL 9100196A NL 9100196 A NL9100196 A NL 9100196A NL 9100196 A NL9100196 A NL 9100196A NL 9100196 A NL9100196 A NL 9100196A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flexible element
magnetic tape
cassette
housing
tape
Prior art date
Application number
NL9100196A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL192587C (en
NL192587B (en
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP1977097064U external-priority patent/JPS5756381Y2/ja
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Priority to NL9100196A priority Critical patent/NL192587C/en
Publication of NL9100196A publication Critical patent/NL9100196A/en
Publication of NL192587B publication Critical patent/NL192587B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL192587C publication Critical patent/NL192587C/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/22Stopping means
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08721Brakes for tapes or tape reels
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08735Covers
    • G11B23/08742Covers in combination with brake means

Abstract

A magnetic tape cassette is produced with a single tape tensioning device to maintain tape location when not in use. The tape is transferred between two capstans (16, 17) within an enclosed housing. Small guide rollers (18, 19 and 104, 106) direct the tape across a gap in the front of the housing. The tensioner is provided by two spring clips (100, 104 that are located in a slotted blank (110, 113) at one end and carry a low friction pad (100', 102') at the other. When the cassette is in use the springs deflect to offer little resistance to motion.

Description

UITTREKSELEXTRACT

Een magneetbandcassette omvat een huis met daarinroteerbaar aangebrachte haspels, waarop een magneetbandgewikkeld is. Een zich tussen de haspels uitstrekkend band-gedeelte wordt langs een toegangsopening van het huis ge¬leid, en door een aan één einde met het huis verbondenveerkrachtig buigzaam element zodanig tegen een in het huisaangebracht steunorgaan aangedrukt, dat het nagenoeg geenspeling vertoont. Het vaste einde van het buigzaam elementis opgenomen in een vast met de cassette verbonden houder,waarbij het verloop van de wanden van de houder en de vormvan het buigzaam element zodanig gekozen zijn, dat het uitde houder schuiven van het buigzaam element verhinderdwordt. Het buigzaam element en de houder kunnen verder inelkaar grijpende uitsteeksels en inkepingen vertonen.A magnetic tape cassette comprises a housing with reels rotatably mounted therein on which a magnetic tape is wound. A band portion extending between the reels is guided past an access opening of the housing, and is pressed against a support member arranged in the housing by a resilient flexible member connected to the housing in such a way that it exhibits virtually no play. The fixed end of the flexible element is included in a holder fixedly connected to the cassette, the course of the walls of the holder and the shape of the flexible element being chosen such that the flexible element is prevented from sliding out of the holder. The flexible element and the holder may further have interlocking protrusions and notches.

Magneetbandcassette.Magnetic tape cassette.

De uitvinding heeft betrekking op een magneetband¬cassette, omvattende een huis met daarin roteerbaar aange¬brachte haspels waarop een magneetband is gewikkeld, waarbijeen zich tussen de haspels uitstrekkend bandgedeelte langseen toegangsopening van het huis wordt geleid, een nabij éénvan de haspels vast binnen het huis aangebracht steunorgaanwaarmee het zich tussen de nabij liggende haspel en detoegangsopening uitstrekkende bandgedeelte in glijdendeaanraking kan verkeren, en een aan één einde met het huisverbonden, dun, plaatvormig, veerkrachtig buigzaam element,waarvan het vrije eindgedeelte een lage wrijvingsweerstandheeft, waarbij het veerkrachtig buigzame element het bandge¬deelte zodanig tegen het steunorgaan aandrukt, dat hetbandgedeelte nagenoeg geen speling vertoont.The invention relates to a magnetic tape cassette, comprising a housing with rotatably mounted reels on which a magnetic tape is wound, wherein a tape section extending between the reels is guided past an access opening of the housing, a near one of the reels fixed within the housing a supporting member with which the tape portion extending between the adjacent reel and the access opening can be in sliding contact, and a thin, plate-shaped, resilient flexible element connected at one end to the housing, the free end portion of which has a low frictional resistance, the resilient flexible element providing the tape Part against the support member in such a way that the belt part shows practically no play.

Een dergelijke magneetbandcassette is bekend uit deDuitse octrooiaanvrage 2.234.765. In deze aanvrage wordt eenmagneetbandcassette beschreven, waarbij bandslapte in hetzich langs de opening van het cassettehuis uitstrekkendebandgedeelte als gevolg van vrije rotatie van de bandhaspelsbinnen het cassettehuis, in die situaties, waarin de casset¬te zich buiten een magnetisch opneem- en/of weergeefapparaatbevindt, verhinderd wordt door middel van veerkrachtigbuigzame elementen, die ieder aan één einde binnen hetcassettehuis zijn bevestigd. De veerkrachtig buigzame ele¬menten zijn daartoe aan hun respectieve eindgedeelte aan eenin de cassette aanwezige scheidingswand vastgekit of opandere geschikte wijze bevestigd. Ook is het mogelijk, datde buigzame elementen door middel van een aan hun respectie¬ve eindgedeelte aangebrachte kleefstof zijn bevestigd. Deveerkrachtig buigzame elementen zijn in dat geval aan descheidingswanden bevestigd door het over het klevende ge¬deelte aangebrachte dekpapier te verwijderen en de eindge-deelten met de hand met de respectieve scheidingswanden inaanraking te brengen.Such a magnetic tape cassette is known from German patent application 2,234,765. This application describes a magnetic tape cassette in which tape slack in the tape portion extending past the opening of the cassette housing due to free rotation of the tape reels within the cassette housing, in those situations where the cassette is outside a magnetic recording and / or reproducing apparatus, is prevented by means of resiliently flexible elements, each secured at one end within the cartridge housing. For this purpose, the resiliently flexible elements are glued to their respective end portion to a partition wall present in the cassette or otherwise attached. It is also possible for the flexible elements to be attached by means of an adhesive applied to their respective end portion. The resiliently flexible elements are then attached to the partition walls by removing the backing paper applied over the adhesive portion and contacting the end portions by hand with the respective partition walls.

Nadat de veerkrachtig buigzame elementen aan de respectieve scheidingswanden zijn bevestigd, grijpen devrije einden van deze elementen op respectievelijk bijbeho¬rende bandgedeelten tussen een bandhaspel enerzijds en hetbandgedeelte zelf anderzijds aan om dit bandgedeelte tevervormen tot een slingerende baan, waarin de band wordtaangegrepen door een vast oppervlak, dat zich aan in decassette aanwezige, dan als leiorganen dienende organen kanbevinden. De slingerende banen, volgens welke de bandgedeel¬ten zich dan uitstrekken, vormen een vergrote weerstandtegen een verplaatsing van het bandgedeelte. In reactie opde spanning in het aangegrepen bandgedeelte wordt iederveerkrachtig buigzaam element zodanig gebogen, dat hetbandgedeelte een minder slingerende baan gaat volgen, waarinde weerstand tegen bandverplaatsing kleiner is, zodat deband ten slotte wordt vrijgegeven voor transport tussen debeide bandhaspels.After the resiliently flexible elements are attached to the respective partition walls, the free ends of these elements engage respective tape portions between a tape reel on the one hand and the tape portion itself on the other to deform this tape portion into a winding path in which the tape is engaged by a solid surface which can be located in organs present in the cassette, which then serve as guide members. The winding tracks, according to which the belt sections then extend, form an increased resistance to displacement of the belt section. In response to the tension in the engaged tape portion, each resilient flexible member is bent such that the tape portion follows a less swinging path, in which resistance to tape displacement is less, so that the tape is finally released for transport between the two tape reels.

In de Franse octrooiaanvrage 2.194.017 is een verge¬lijkbaar mechanisme beschreven, waarbij echter i.p.v. eendun, plaatvormig veerkrachtig buigzaam element een veer¬krachtig buigzaam element in de vorm van een gebogen, staaf-vormig lichaam wordt toegepast. Dit staafvormig lichaamwordt aan het cassettehuis bevestigd door een eindgedeeltevan het lichaam op te sluiten in een spleet, welke afgeslo¬ten wordt door het daarin vastkitten of op een andere ge¬schikte wijze, bijvoorbeeld met kleefstof, bevestigen vaneen afsluitelement.French patent application 2,194,017 discloses a comparable mechanism, however, instead of a thin plate-shaped resilient flexible element, a resilient flexible element in the form of a curved, rod-shaped body is used. This rod-shaped body is attached to the cassette housing by enclosing an end portion of the body in a slit, which is closed by gluing therein or attaching a closure element in another suitable manner, for example with adhesive.

De toepassing van de veerkrachtig buigzame elementenom buitensporige bandslapte tegen te gaan, brengt echterverschillende nadelen met zich mede. De bevestiging van deeindgedeelten aan de scheidingswanden blijkt, beschouwd overlangere tijdsduur, weinig bevredigend te zijn; dit is hetgevolg van uitdroging van de kleefstof, waarmede de eindge¬deelten aan de scheidingswanden zijn bevestigd. Bovendien isde druk, die bijvoorbeeld met de vinger wordt uitgeoefend bij de bevestiging van de eindgedeelten van de elementen aande scheidingswanden niet van constante waarde, dat wil zeggen verschillend van eindgedeelte toteindgedeelte. Het wegvloeien van kleefstof aan de zijkantenvan de eindgedeelten van de elementen naar het inwen¬ dige van de cassette veroorzaakt bovendien verontreinigingvan de magneetband. Een dergelijk wegvloeien van kleefstofis bijzonder moeilijk te voorkomen, in het bijzonder geduren¬de een periode van langere duur. Bovendien is het moeilijkom de eindgedeelten van de elementen tijdens de beves¬tiging aan de scheidingswanden nauw¬ keurig te positioneren. Aangezien de eindgedeelten echternauwkeurig ten opzichte van de scheidingswanden moeten wor¬den aangebracht, leent de constructie zich niet voor automa¬tische assemblage. De bevestiging van de eindgedeelten vande elementen aan respectievelijk de scheidingswanden vereist als gevolg daarvan een handenarbeid, die zichmoeilijk in de fabrikage laat invoeren, en is derhalve zeerkostbaar.The use of the resiliently flexible elements to counteract excessive tire slack involves several real drawbacks. The attachment of the end portions to the partition walls, when viewed over a longer period of time, proves to be unsatisfactory; this is due to drying of the adhesive, with which the end portions are attached to the partitions. In addition, the pressure exerted, for example, by finger, on the attachment of the end portions of the elements to the partition walls is not of constant value, i.e. different from end portion to end portion. In addition, the flow of adhesive on the sides of the end portions of the elements to the interior of the cassette causes contamination of the magnetic tape. Such adhesive flow is particularly difficult to prevent, especially over a longer period of time. In addition, it is difficult to accurately position the end portions of the elements during attachment to the partitions. However, since the end sections must be accurately positioned relative to the partitions, the construction is not suitable for automatic assembly. The fixing of the end parts of the elements to the partitions, respectively, consequently requires manual labor, which is difficult to introduce during manufacture, and is therefore very costly.

De uitvinding stelt zich nu ten doel, een verbeterdremmechanisme voor een bandcassette te verschaffen, waarbijde in het voorgaande beschreven nadelen van tot nog toe ge¬bruikelijke cassetteremmechanismen niet optreden.The object of the invention is now to provide an improved brake mechanism for a tape cassette, wherein the above-described drawbacks of previously used cassette brake mechanisms do not occur.

Dit doel wordt bij een magneetbandcassette volgensde uitvinding bereikt doordat het vaste einde van het buig¬zame element opgenomen is in een ruimte van een vast met hetcassettehuis verbonden houder, en dat het verloop van dewanden van de ruimte en de vorm van het veerkrachtig buigza¬me element in een doorsnede langs het hoofdvlak van decassette zodanig gekozen zijn, dat in de gemonteerde toe¬stand van de cassette het uit de ruimte schuiven van hetbuigzame element verhinderd wordt. Hierdoor kan het buigzame element slechts op één, en wel de enig juiste,positie in de cassette worden gemonteerd. De montage kan zon¬der gevaar van onnauwkeurigheid zeer snel worden uitgevoerden is geschikt om automatisch uitgevoerd te worden. Ookblijft de bevestiging van het buigzame element over langeretijd onveranderd betrouwbaar. Gevaar van verontreiniging vanhet inwendige van de cassette met lijmresten wordt eveneensweggenomen.This object is achieved with a magnetic tape cassette according to the invention in that the fixed end of the flexible element is accommodated in a space of a holder fixedly connected to the cassette housing, and that the course of the walls of the space and the shape of the resilient bending element in a section along the main surface of the cassette are chosen such that in the assembled state of the cassette, the flexible element is prevented from sliding out of the space. As a result, the flexible element can only be mounted in one, the only correct position in the cassette. The installation can be carried out very quickly without the risk of inaccuracy and is suitable for automatic execution. The fastening of the flexible element also remains unchanged over a longer period of time. Danger of contamination of the interior of the cassette with adhesive residues is also eliminated.

Enkele voorkeursuitvoeringsvormen van de cassettevolgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclu-sies.Some preferred embodiments of the cassette according to the invention form the subject-matter of the subclaims.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan dehand van een aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naarde bijgevoegde tekeningen, waarin overeenkomstige onderdelenmet overeenkomstige verwijzingscijfers worden aangeduid, enwaarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een cas¬sette volgens de uitvinding in gebruik; fig. 2 een bovenaanzicht is van de onderste helftvan een eerste uitvoeringsvorm van de cassette volgens deuitvinding; fig. 3 een bovenaanzicht is van de houder van devoorkeursuitvoeringsvorm van de cassette volgens de uitvin¬ding; fig. 4 een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht isvan de houder van fig. 3; fig. 5 een bovenaanzicht is van de houder volgens defig. 3 en 4 met een daarin opgenomen veerkrachtig buigzaamelement; fig. 6 een perspectivisch aanzicht is van een onder¬ste helft van de cassette met houders volgens de tweedeuitvoeringsvorm van de uitvinding en daarin opgenomen veer¬krachtig buigzame elementen; fig. 7 een bovenaanzicht is van een deel van decassette-onderhelft met een houder volgens een derde uitvoe¬ringsvorm; fig. 8 een zij-aanzicht is van een eerste uitvoe¬ringsvorm van het veerkrachtig buigzame element volgens deuitvinding; fig. 9 een bovenaanzicht is van het element van fig.The invention will be elucidated hereinbelow with reference to a number of examples, with reference being made to the annexed drawings, in which like parts are designated with like reference numerals, in which: fig. 1 is a perspective view of a cassette according to the invention in use; FIG. 2 is a top plan view of the bottom half of a first embodiment of the cassette of the invention; Fig. 3 is a top view of the container of the preferred embodiment of the cassette according to the invention; FIG. 4 is a partially sectioned side view of the container of FIG. 3; fig. 5 is a top view of the holder according to fig. 3 and 4 with a resilient flexible element incorporated therein; Fig. 6 is a perspective view of a lower half of the cassette with containers according to the second embodiment of the invention and resiliently flexible elements incorporated therein; FIG. 7 is a top plan view of a portion of the cassette lower half with a container according to a third embodiment; FIG. 8 is a side view of a first embodiment of the resiliently flexible element of the invention; fig. 9 is a top view of the element of fig.

8; fig. 10 een gedeeltelijk doorgesneden detailaanzichtis van een cassette volgens de uitvinding in geassembleerdetoestand ? fig. 11 een zijaanzicht is van een andere versie van de eerste uitvoeringsvorm van het veerkrachtig buigzameelement; fig. 12 een zijaanzicht is van een tweede uitvoe¬ringsvorm van het element; fig. 13 een zijaanzicht is van weer een andereversie van de eerste uitvoeringsvorm van het veerkrachtigbuigzame element; fig. 14 een perspectivisch aanzicht is van een derdeuitvoeringsvorm van het element; fig. 15 een perspectivisch aanzicht is van eenvierde utivoeringsvorm van het veerkrachtig buigzame ele¬ment ; en fig. 16 een perspectivisch aanzicht is van eenandere versie van het element van fig. 15.8; FIG. 10 is a partially sectioned detail view of a cassette according to the invention in assembled condition? Fig. 11 is a side view of another version of the first embodiment of the resilient bending element; Fig. 12 is a side view of a second embodiment of the element; FIG. 13 is a side view of yet another version of the first embodiment of the resiliently flexible element; Fig. 14 is a perspective view of a third embodiment of the element; Fig. 15 is a perspective view of a fourth embodiment of the resiliently flexible element; and FIG. 16 is a perspective view of another version of the element of FIG. 15.

Een magneetbandcassette 10 volgens de uitvindingomvat een huis 11 (fig. 1) met daarin roteerbaar aangebrach¬te haspels (hier niet getoond) waarop een magneetband isgewikkeld, waarbij een zich tussen de haspels uitstrekkendbandgedeelte T' langs een toegangsopening 15 van het huis 11wordt geleid. Bij het opnemen of weergeven van signalen opof van de magneetband wordt het langs de toegangsopening 15geleide bandgedeelte T' door een pen 22 van een opname- ofweergave-apparaat in de richting van de pijl 23 uit hetcassettehuis 11 getrokken.A magnetic tape cassette 10 according to the invention comprises a housing 11 (Fig. 1) with rotatably mounted reels (not shown here) on which a magnetic tape is wound, a tape portion T 'extending between the reels being guided along an access opening 15 of the housing 11. When recording or reproducing signals on or from the magnetic tape, the tape portion T 'guided along the access opening 15 is pulled out of the cassette housing 11 in the direction of the arrow 23 by a pin 22 of a recording or reproducing apparatus.

Het huis 11 is verdeeld in een bovenhelft 11' en eenonderhelft 11" (fig. 2), en heeft een bij voorkeur platte, hoofzakelijk rechthoekigevorm en kan zijn vervaardigd van een geschikte kunststof;het huis bestaat uit een niet in figuur 2 getekende boven¬wand, een onderwand 13 en een, de beide zojuist genoemdewanden langs hun randen met elkaar verbindende omtrekswand14. De omtrekswand 14 en aangrenzende gedeelten van de beidewanden 12 en 13 zijn langs een lange zijkant van het recht¬hoekige huis 11 weggesneden, waardoor een langwerpige ope-ning 15 wordt verkregen. Binnen het cassettehuis 11 zijnop geschikte wijze vrij roteerbaar naast elkaar twee haspels16 en 17 aangebracht, waarop een magneetband T is gewikkeld,waarvan een gëdeelte T' zich uitstrekt tussen twee leipennen18 en 19, die zich respectievelijk nabij de tegenover gele¬gen einden van de opening 15 bevinden. Het zich langs deopeniing 15 uitstrekkende bandgedeelte T' kan via de openingworden aangegrepen en uit het cassettehuis worden getrokken.Voorts kan het cassettehuis 11 een scheidingwand 21 bevat¬ten, die zich tussen de onderwand 12 en de bovenwand 13tussen de leipennen 18 en 19 en langs de rand van de ope¬ning 15 uitstrekt; deze scheidingswand bevindt zich aan debinnenzijde of aan de voorzijde van het zich tussen deleipennen 18 en 19 uitstrekkende bandgedeelte T'.The housing 11 is divided into an upper half 11 'and a lower half 11 "(fig. 2), and has a preferably flat, mainly rectangular shape and can be made of a suitable plastic; the housing consists of a top not shown in figure 2. wall, a bottom wall 13 and a peripheral wall 14 connecting the two walls just mentioned, along their edges The peripheral wall 14 and adjoining parts of both walls 12 and 13 are cut away along a long side of the rectangular housing 11, so that an elongated opening -ning 15 is obtained, within the cassette housing 11, suitably freely rotatably arranged next to each other two reels 16 and 17, on which a magnetic tape T is wound, a section T 'of which extends between two guide pins 18 and 19, which respectively extend near the opposite yellow The ends of the opening 15. The tape portion T 'extending along the opening 15 may be engaged through the opening and out of the cassette housing The cassette housing 11 may further comprise a dividing wall 21 extending between the bottom wall 12 and the top wall 13 between the guide pins 18 and 19 and along the edge of the opening 15; this dividing wall is located on the inside or at the front of the belt section T 'extending between the pins 18 and 19.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een over¬matige slapte van het bandgedeelte T' als gevolg van vrijerotatie van de haspels 16, 17 verhinderd door middel vanveerkrachtig buigzame elementen 100, 102 die respectie¬velijk zijn toegevoegd aan een zich tussen de leipen 19 eneen steunorgaan 104, zoals een rol, uitstrekkend bandge¬deelte XI en een zich tussen de leipen 18 en een steunorgaan106, zoals een rol, uistrekkend bandgedeelte X2. Het vrijeeinde 100' van het veerkrachtig buigzame element 100 werktgewoonlijk zodanig op het bandgedeelte XI in, dat dit indrukaanraking verkeert met een gedeelte van het buitenopper¬vlak van het steunorgaan 104; dit wil zeggen, dat het vrijeeinde 100' van het element 100 gewoonlijk een remwerkingop het zich vanaf de haspel 16 uitstrekkende bandgedeelteuitoefent. Op soortgelijke wijze werkt het vrije einde 102' van het veerkrachtig buigzame element 102 gewoonlijk zo¬danig op het bandgedeelte X2 in, dat dit bandgedeelte indrukaanraking verkeert met een gedeelte van het buitenopper¬vlak van het steunorgaan 106, zodat gewoonlijk een remwerkingop het zich vanaf de haspel 17 uitstrekkende bandgedeelteresulteert. Wanneer echter op het bandgedeelte T' een span¬ning wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld tijdens inbrengingvan het bandgedeelte in het bandapparaat, tijdens signaal-opname of tijdens signaalweergave, waarbij het bandgedeelteT' uit de opening 15 wordt of is getrokken, zal het band¬gedeelte XI het vrije einde 100' buiten drukaanraking methet steunorgaan 104 trekken, terwijl het bandgedeelte X2 onderdie omstandigheden het vrije einde 102 buiten drukaanrakingmet het steunorgaan 106 trekt. Het:.naar buiten trekken vanhet bandgedeelte T' via de opening 15 brengt derhalve auto¬matisch met zich mede, dat de vrije einden 100', 102' nietlanger in drukaanraking met hun respectievelijk1 bijbehorendesteunorganen 104, 106 verkeren; dit wil zeggen, dat het band¬gedeelte T' vrij uit de opening 15 kan worden getrokken. Devrije einden 100', 102' verhinderen derhalve te zamen metrespectievelijk de steunorganen 104, 106 een overmatigebandslapte in het bandgedeelte T' wanneer de cassette 10zich buiten het bijbehorende bandapparaat bevindt, terwijldezelfde organen of elementen de magneetband T voor vrijtransport tussen de haspels 16, 17 automatisch vrijgevenwanneer het bandgedeelte T' tijdens bandinbrenging signaal-opname of signaalweergave uit de opening 15 wordt getrokken.According to the present invention, excessive slack of the tape portion T 'due to free rotation of the reels 16, 17 is prevented by resiliently flexible elements 100, 102 respectively attached to one between the guides 19 and a support member 104 such as a roll, extending belt portion X1 and a belt portion X2 extending between the guides 18 and a support member 106, such as a roll. The free end 100 'of the resiliently flexible element 100 usually acts on the belt portion XI such that it is in contact with a portion of the outer surface of the support member 104; that is, the free end 100 'of the element 100 usually exerts a braking action on the belt portion extending from the reel 16. Likewise, the free end 102 'of the resiliently flexible element 102 usually acts on the strap portion X2 such that this strap portion is in contact with a portion of the outer surface of the support member 106, so that usually a braking action on it extends from the tape portion extending the reel 17 results. However, when a tension is applied to the tape portion T ', for example during insertion of the tape portion into the tape apparatus, during signal recording or during signal reproduction, with the tape portion T' being pulled out of the opening 15, the tape portion XI pulling the free end 100 'out of pressure contact with the support member 104, while under the circumstances the tape portion X2 pulls the free end 102 out of pressure contact with the support member 106. Pulling out the tape portion T 'through the opening 15 therefore automatically implies that the free ends 100', 102 'are no longer in pressure contact with their respective support members 104, 106; that is, the tape portion T 'can be pulled freely out of the opening 15. Thus, the free ends 100 ', 102' together with the support members 104, 106, respectively, prevent excessive tape slack in the tape portion T 'when the cassette 10 is outside the associated tape device, while the same members or elements automatically release the magnetic tape T for free transport between the reels 16, 17 when the tape portion T 'is withdrawn from the aperture 15 during tape insertion or signal recording.

Bij de onderhavige uitvinding worden het vasteeinde 100'' van het veerkrachtig buigzame element 100 enhet vaste einde 102'1 van het veerkrachtig buigzame element102 niet door middel van een cement, een kit,* of een kleef¬stof aan een zich binnen het cassettehuis 11 bevindendescheidingswand bevestigd, zoals bij de in het voorgaandebeschreven cassette 10 van gebruikelijk type het geval is.In the present invention, the fixed end 100 '' of the resilient flexible element 100 and the fixed end 102'1 of the resilient flexible element 102 are not affixed by means of a cement, a sealant, * or an adhesive located within the cassette housing 11 partition, as is the case with the conventional type described in the above-described cassette 10.

In. plaats daarvan, en zoals nog in details zal worden be¬schreven, zijn de vaste einden 100 1 ' en 102'' verschuifbaaraangebracht in respectievelijk bijbehorende houders 110, 112, zoals fig. 2 laat zien. De toepassing van dergelijke houders110, 112 in plaats van cement, kit of een kleefstof heefthet voordeel, dat alle uit de toepassing van laatstgenoemdestoffen resulterende problemen worden geëlimineerd.In. instead, and as will be further described in detail, the fixed ends 100 1 'and 102' 'are slidably mounted in respective holders 110, 112, as shown in FIG. 2. The use of such containers 110, 112 in place of cement, cement or an adhesive has the advantage that all problems resulting from the use of the latter substances are eliminated.

Een voorkeursuitvoering van de houder 110 is weerge¬geven in de figuren 3-5. Aangezien de houder 112 een exactspiegelbeeld van de houder 110 vormt, wordt slechts delaatstgenoemde beschreven. Bij deze voorkeursuitvoeringheeft de houder 110 de vorm van een blok 160 met een doorwandoppervlakken 162 en 164 bepaalde, boogvormig verlopendespleet 165; deze spleet 165 heeft een grotere breedte dan dedikte van het veerkrachtig buigzame element 100, dat ver¬schuifbaar in de spleet 165 is aangebracht, zoals fig. 15laat zien. De spleet 165 is open aan zijn bovenzijde en aanzijn ene einde, doch aan zijn andere einde gesloten door eeneindwand 166. Aan de binnenzijde van de spleet 165 steektaan het wandoppervlak 164 nabij de eindwand 166 een ribbe132 uit.A preferred embodiment of the holder 110 is shown in Figures 3-5. Since the holder 112 forms an exact mirror image of the holder 110, only the latter is described. In this preferred embodiment, the holder 110 is in the form of a block 160 with a through-wall surfaces 162 and 164 defined arcuate slit 165; this slit 165 has a width greater than the thickness of the resiliently flexible element 100 slidably mounted in the slit 165, as shown in FIG. The gap 165 is open at its top and at one end, but closed at its other end by an end wall 166. On the inside of the gap 165, the wall surface 164 projects near the end wall 166 a rib 132.

Het veerkrachtig buigzame element 100 is in zijnontspannen toestand vlak. Teneinde het element 100 in degebogen spleet 165 te brengen moet het gebogen worden.Eenmaal in de spleet 165 aangebracht zal het veerkrachtigbuigzaam element 100 trachten weer een vlakke vorm aan tenemen. Hierdoor klemt het element 100 zich vast in de gebo¬gen spleet 165. Het element kan bovendien niet in de rich¬ting van de spleet 165 daaruit worden getrokken, daar deribbe 132 van de houder in een bijbehorende inkeping 135" inhet buigzame orgaan 100 ingrijpt.The resiliently flexible element 100 is flat in its relaxed state. In order to insert the element 100 into the curved slit 165, it must be bent. Once inserted into the slit 165, the resiliently flexible element 100 will attempt to regain a flat shape. The element 100 hereby clamps in the bent gap 165. Moreover, the element cannot be pulled out in the direction of the gap 165, since the rib 132 of the holder engages in a corresponding notch 135 "in the flexible member 100 .

Fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm van dehouder 110; deze vormt één geheel met de onderwand 13 vanhet cassettehuis 11.Fig. 6 shows another embodiment of the holder 110; it is integral with the bottom wall 13 of the cassette housing 11.

Fig. 7 toont weer een andere uitvoeringsvorm van dehouder 110; deze vormt eveneens één geheel met de onderwand13 van het cassettehuis 11 en heeft een gebogen verlopendewand 170. Het van de haspel 16 afgekeerde buitenoppervlakvan deze wand 170 komt overeen met de wand 162 in fig. 3.Fig. 7 shows yet another embodiment of the holder 110; it also forms a whole with the bottom wall 13 of the cassette housing 11 and has a curved tapering wall 170. The outer surface of this wall 170 remote from the reel 16 corresponds to the wall 162 in Fig. 3.

Het andere, gebogen verlopende oppervlak van deze andere uitvoeringsvorm van de houder 110 wordt bepaald door heteindvlak van een orgaan 172, het eindvlak van een orgaan 174en een afgeplat oppervlakgedeelte van een bevestigingsorgaan176. Tussen het orgaan 174 en het aangrenzende, gebogenoppervlak van de wand 170 strekt zich een ribbe 178 uit,terwijl het bevestigingsorgaan 176 bovendien nabij het eindevan de wand 170 een uitsteeksel 180 vertoont.The other curved running surface of this other embodiment of the container 110 is defined by the end face of a member 172, the end face of a member 174, and a flattened surface portion of a fastener 176. A rib 178 extends between the member 174 and the adjacent curved surface of the wall 170, while the fastening member 176 also has a projection 180 near the end of the wall 170.

Wanneer het veerkrachtige buigzame element 100 in dehouder 110 volgens deze andere uitvoeringsvorm wordt aange¬bracht, respectievelijk is aangebracht, zoals met onderbro¬ken lijnen in fig. 7 is weergegeven, dan wordt het orgaan100 aan buiging onderworpen door de gebogen vorm van degenoemde spleet en door het uitsteeksel 180, terwijl door deaangrijping van de ribbe 178 in een bijbehorende inkeping inhet orgaan 100 verhinderd wordt, dat het orgaan 100 uit dehouder 110 wordt getrokken. De daarbij optredende buigingvan het element 100 heeft tot gevolg, dat het vrijeelementeinde 100' het bandgedeelte XI gewoonlijk in drukaan-raking met het steunorgaan 104 houdt, hetgeen de beoogderemwerking veroorzaakt. Wanneer het bandgedeelte T' daaren¬tegen via de opening 15 in het cassettehuis naar buitenwordt getrokken, zal de in dit bandgedeelte XI optredendespanning daarentegen het orgaan 100 via zijn vrije einde100' van het steunorgaan 104 wegbuigen, waarbij het bandge¬deelte XI zich in glijdende aanraking bij geringe wrijvingmet het op het vrije einde 100' van het element 100 aanwezi¬ge materiaal bevindt, zoals fig. 7 laat zien.When the resilient flexible element 100 is mounted in the holder 110 according to this other embodiment, or is arranged as shown by broken lines in Fig. 7, the member 100 is subjected to bending by the curved shape of the said slit and through the protrusion 180, while the engagement of the rib 178 in an associated notch in the member 100 prevents the member 100 from being pulled out of the holder 110. The resulting bending of the element 100 causes the free element end 100 'to keep the belt portion X1 in pressure contact with the support member 104, causing the intended braking action. On the other hand, when the tape portion T 'is pulled out through the opening 15 in the cassette housing, the tension occurring in this tape portion XI will deflect the member 100 through its free end 100' from the support member 104, the tape portion XI sliding into contact with the friction material present on the free end 100 'of the element 100, as shown in FIG. 7.

Een eerste uitvoeringsvorm van de veerkrachtigbuigzame elementen 100,102, die verschuifbaar binnen de inde fig. 3-5 weergegeven, voorkeursuitvoering van de houder110 worden aangebracht, is in fig. 8 in zijaanzicht en infig. 9 in bovenaanzicht weergegeven. Aangezien de beideelementen 100 en 102 bij deze eerste uitvoeringsvorm geheelidentiek zijn uitgevoerd, wordt slechts het veerkrachtigbuigzame element 100 in details beschreven. Zoals de figuren8 en 9 laten zien, is het veerkrachtig buigzame element 100aan zijn bovenzijde, nabij het eindgedeelte van zijn vaste einde 100" voorzien van een inkeping 135'en aan zijn onder¬zijde, nabij het eindgedeelte van zijn vaste einde 100", vaneen inkeping 135". Het profieloppervlak van de inkeping 135"moet gelijk aan of enigszins groter dan de doorsnede van deribbe 132 zijn, zoals nog in details zal worden beschreven.A first embodiment of the resiliently flexible members 100, 102, which are slidably disposed within the preferred embodiment of the holder 110 shown in FIGS. 3-5 is shown in FIG. 8 in side view and in FIG. 9 shown in top view. Since both elements 100 and 102 are completely identical in this first embodiment, only the resiliently flexible element 100 is described in detail. As Figs. 8 and 9 show, the resiliently flexible element 100 is at its top, near the end portion of its fixed end 100 "with a notch 135 'at its bottom, near the end portion of its fixed end 100", one notch 135 ". The profile area of the notch 135" should be equal to or slightly larger than the cross section of the rib 132, as will be described in detail.

Indien gewenst, kan bovendien ook aan het binnenop-pervlak van de bovenwand 12 van de houder een ribbe 132·worden toegepast, zoals fig. 10 laat zien; deze ribbe kandan verschuifbaar ingrijpen in de inkeping 135' van hetelement 100 wanneer de bovenwand 12 en de onderwand 13 vanhet cassettehuis 11 aan elkaar worden bevestigd. In datgeval wordt het vaste einde 100" volgens de eersteuitvoeringsvorm van het veerkrachtig buigzame element 100 nade bevestiging van de bovenwand 12 op de onderwand 13 vanhet cassettehuis 11 stevig in de houder 110 verankerd doorde fysieke aanraking van de randen van het vaste element-einde 100" aan de aangrenzende wanden, de buiging van hetvaste elementeinde 100" door de vorm van de spleet en doorde schuivende ingrijping van zowel de ribbe 132 in de inke¬ping 135" als de ribbe 132' in de inkeping 135'.In addition, if desired, a rib 132 can also be applied to the inner surface of the top wall 12 of the container, as shown in FIG. 10; this rib can slidably engage in the notch 135 'of the element 100 when the top wall 12 and the bottom wall 13 of the cassette housing 11 are attached together. In that case, the fixed end 100 "according to the first embodiment of the resiliently flexible element 100 after the attachment of the top wall 12 to the bottom wall 13 of the cassette housing 11 is firmly anchored in the holder 110 by the physical contact of the edges of the fixed element end 100". on the adjacent walls, the bending of the solid element end 100 "by the shape of the slit and by the sliding engagement of both the rib 132 in the notch 135" and the rib 132 'in the notch 135'.

Het veerkrachtig buigzame element 100 kan wordengevormd uit een strook geschikt veerkrachtige kunststof,zoals een polyesterhars, of van een veermetaal met hogebuigzaamheid. Op de beide zijoppervlakken van het vrijeeinde 100' van het veerkrachtig buigzame element 100 is eengeschikt materiaal 138 met een lage wrijvingscoëfficiëntaangebracht. Een dergelijk geschikt materiaal 138 wordtbijvoorbeeld gevormd door polytetrafluorethyleen of derge¬lijke, of door een materiaal dat grafiet of een andere vormvan koolstof bevat. Dit materiaal 138 is op geschikte wijzeaan het vrije einde 100' bevestigd of daarop geperst, waar¬bij gebruik gemaakt is van een kleefstof, een kit of van eenmet warmte of mechanische kracht werkende bindtechniek.The resiliently flexible element 100 may be formed from a strip of suitable resilient plastic, such as a polyester resin, or from a spring metal with high flexibility. A suitable material 138 having a low coefficient of friction is applied to both side surfaces of the free end 100 'of the resiliently flexible element 100. Such a suitable material 138 is formed, for example, by polytetrafluoroethylene or the like, or by a material containing graphite or another form of carbon. This material 138 is suitably attached or pressed to the free end 100 'using an adhesive, sealant or heat or mechanical bonding technique.

Als gevolg van de toepassing van een materiaal 138met een lage wrijvingscoëfficiënt vindt geen electrostati-sche oplading van de magneetband aan het eindgedeelte vanhet veerkrachtige element plaats, dat wil zeggen wordt een dergelijk ladingsverschijnsel op doeltreffende wijze verhin¬derd. Het grote belang hiervan is, dat geen "vastkleven" vande band aan het vrije einde 100' van het veerkrachtigebuigzame element 100 optreedt, zodat een ongehinderd, gladverlopend bandtransport langs het element 100 wordt verkre¬gen. Dit is een belangrijk voordeel van de uitvinding.Due to the use of a material 138 with a low coefficient of friction, no electrostatic charging of the magnetic tape takes place at the end portion of the resilient element, that is to say, such a charging phenomenon is effectively prevented. The great importance of this is that no "sticking" of the tape occurs at the free end 100 'of the resiliently flexible element 100, so that an unimpeded, smoothly running belt transport along the element 100 is obtained. This is an important advantage of the invention.

Zoals fig. 2 laat zien, is de houder 110 volgens deeerste uitvoeringsvorm van de uitvinding met zijn onderwand126 aan de onderwand 13 van het cassettehuis 11 bevestigd opeen nabij het steunorgaan 104 gelegen plaats, zodat, wanneerhet veerkrachtig buigzame element 100 verschuifbaar met zijnvaste einde 100" in de houder 110 is aangebracht, het vrijeeinde 100' van het element gewoonlijk op het bandgedeelte XIzodanig inwerkt, dat dit bandgedeelte in drukaanraking meteen gedeelte van het buitenoppervlak van het steunorgaan 104verkeert. Aangezien het vrije einde 100' met het hiervoorbeschreven materiaal 138 is bedekt en daarmede in fysiekeaanraking met het bandgedeelte XI verkeert, zal, wanneer hetbandgedeelte T' uit de opening 15 wordt getrokken, zeerweinig wrijving optreden tussen het bandgedeelte XI en hetmateriaal 138, zodat het bandgedeelte reeds bij een laagspanningsniveau automatisch voor transport wordt vrijgege¬ven.As shown in FIG. 2, the container 110 according to the first embodiment of the invention is with its bottom wall 126 attached to the bottom wall 13 of the cassette housing 11 in a location adjacent the support member 104 so that when the resiliently flexible member 100 is slidable with its fixed end 100 " disposed in the holder 110, the free end 100 'of the element usually acts on the tape portion X such that this tape portion is in pressure contact with a portion of the outer surface of the support member 104. Since the free end 100' is covered with the above-described material 138 and this is in physical contact with the tape portion XI, when the tape portion T 'is pulled out of the opening 15, very little friction will occur between the tape portion XI and the material 138, so that the tape portion is automatically released for transport even at a low voltage level.

Fig. 11 toont een andere versie van de eerste uit¬voeringsvorm van het veerkrachtig buigzame element 100.Aangezien de elementen 100 en 102 identiek zijn uitgevoerd,zal ook bij deze andere versie slechts het element 100worden beschreven. Het verschil tussen deze andere versie ende eerder beschreven versie van de eerste uitvoeringsvormis, dat in plaats van de inkepingen 135', 135" een paaruitsteeksels 140', 140 wordt toegepast. De houder 110,waarin het vaste elementeinde 100" met het uitsteeksel 140verschuifbaar wordt opgenomen, dient derhalve aan zijnonderwand een (niet in de tekening weergegeven) uitsparingte vertonen, in plaats van de ribbe 132 bij de reeds be¬schreven versie. Bovendien moet in de bovenwand 12 van hetcassettehuis 11 een uitsparing in plaats van de ribbe 132' worden toegepast.Fig. 11 shows another version of the first embodiment of the resiliently flexible element 100. Since the elements 100 and 102 are identical, only the element 100 will also be described in this other version. The difference between this other version and the previously described version of the first embodiment is that instead of the notches 135 ', 135 "a pair of protrusions 140', 140 is used. The holder 110, in which the fixed element end 100" with the protrusion 140 is slidable therefore must have a recess (not shown in the drawing) on its bottom wall, instead of the rib 132 in the version already described. In addition, a recess must be provided in the top wall 12 of the cassette housing 11 instead of the rib 132 '.

Fig. 13 toont nog een andere versie van de eersteuitvoeringsvorm van het veerkrachtig buigzame element 100.Aangezien de elementen 100 en 102 weer identiek zijn uitge¬voerd, zal slechts het element 100 worden beschreven. Hetverschil tussen deze nog andere versie en de in fig. 8weergegeven versie van de eerste uitvoeringsvorm is, dat inplaats van de inkeping 135" een enkel uitsteeksel 140 wordttoegepast. De houder, waarin het vaste elementeinde 100" methet uitsteeksel 140 verschuifbaar wordt opgenomen, dientderhalve aan zijn bodemwand een (niet in de tekening weerge¬geven) uitsparing in plaats van de ribbe 132 te vertonen.Fig. 13 shows yet another version of the first embodiment of the resiliently flexible element 100. Since elements 100 and 102 are again identical in design, only element 100 will be described. The difference between this still other version and the version of the first embodiment shown in Fig. 8 is that instead of the notch 135 ", a single projection 140 is used. The container, in which the fixed element end 100" with the projection 140 is slidably received, therefore its bottom wall has a recess (not shown in the drawing) instead of the rib 132.

Fig. 12 toont in zijaanzicht een tweede uitvoerings¬vorm van het veerkrachtig buigzame element 100. Aangezienook in dit geval de elementen 100 en 102 identiek zijnuitgevoerd, zal slechts het element 100 worden beschreven.Zoals uit fig. 12 blijkt, vertoont het element aan de onder¬zijde van zijn vaste einde 100" een inkeping 150, zoals deinkeping 135" bij de in fig. 8 weergegeven eerste uitvoe¬ringsvorm. De inkeping 150 is echter boogvormig, waardoorhet gevaar van het ontstaan van scheuren bij het afwisselendbelasting en ontlasten van het element 100, zoals dat be¬staat bij de rechthoekige inkeping 135" van het in fig 8 en9 weergegeven element 100, sterk verminderd wordt. Op analo¬ge wijze kan het schermgevaar ter plaatse van de uitsteek¬sels 140 bij de in fig. 11 en 13 weergegeven veerkrachtigbuigzame elementen worden beperkt door de rechte hoek tevervangen door een boogsegment.Fig. 12 shows in side view a second embodiment of the resiliently flexible element 100. Since in this case also the elements 100 and 102 are of identical design, only the element 100 will be described. As appears from fig. 12, the element shows at the bottom side of its fixed end 100 "a notch 150, such as the notch 135" in the first embodiment shown in FIG. The notch 150, however, is arcuate, greatly reducing the risk of cracking upon alternating loading and unloading of the element 100, as exists with the rectangular notch 135 "of the element 100 shown in FIGS. 8 and 9. analogously, the screen hazard at the protrusions 140 of the resiliently flexible members shown in FIGS. 11 and 13 can be mitigated by replacing the right angle with an arc segment.

Aan het vrije einde 100' is weer het materiaal 138aangebracht om de tussen het vrije einde 100' en de magneet¬band optredende wrijving zo gering mogelijk te maken. Eenander verschil tusen de eerste en de tweede uitvoeringsvormvolgens de uitvinding is, dat bij de laatstgenoemde tussenhet vrije einde 100" en het vaste einde 100" tenminste ééninkeping 152 is gevormd. Bij de uitvoeringvorm volgens fig.12 is niet alleen een dergelijke inkeping 152 aan de onder¬rand, doch bovendien een inkeping 152' aan de bovenrand van het veerkrachtig buigzame element 100 gevormd. Deze inkepin¬gen 152,152' maken wijziging of voorgaande instelling moge¬lijk van de grootte van de op het magneetbandgedeelte T'uitgeoefende spanning, waardoor het element 100 vanuit zijnnormale remstand naar zijn stand van automatische bandvrij-gave wordt verplaatst.Material 138 is again applied to the free end 100 'in order to minimize the friction occurring between the free end 100' and the magnetic tape. Another difference between the first and second embodiments of the invention is that at the latter, at least one notch 152 is formed between the free end 100 "and the fixed end 100". In the embodiment of FIG. 12, not only is such a notch 152 formed at the bottom edge, but moreover a notch 152 'is formed at the top edge of the resiliently flexible element 100. These notches 152,152 'permit modification or previous adjustment of the magnitude of the tension applied to the magnetic tape portion T', thereby moving the element 100 from its normal braking position to its automatic tape release position.

Fig. 14 toont een derde uitvoeringsvorm van hetveerkrachtig buigzame element 100. Ook in dit geval geldt,dat het element 100 identiek met het element 102 is uitge¬voerd en als enige wordt beschreven. Bij deze derde uitvoe¬ringsvorm is het element 100 aan zijn vrije einde 100' meteen gedeelte 192 voorgebogen over een hoek a < 45°. Aan deonderzijde van het achtergedeelte van het vaste einde 100"is in dit geval een inkeping 190 gevormd.Fig. 14 shows a third embodiment of the resiliently flexible element 100. In this case too, element 100 is identical to element 102 and is the only one described. In this third embodiment, the element 100 is pre-bent at its free end 100 'with section 192 over an angle α <45 °. In this case, a notch 190 is formed at the bottom of the rear portion of the fixed end 100 ".

Terwijl bij de tot nog toe beschreven uitvoerings¬vormen van het veerkrachtig buigzame element 100 op hetvrije einde 100' daarvan een laag materiaal 138 met lagewrijvingscoëfficiënt was aangebracht, is de in fig. 14weergegeven, derde uitvoeringsvorm van het buigzame element100 zelf vervaardigd van een veerkrachtig materiaal, datgrafiet, een andere vorm van koolstof of nog een andermateriaal met een lage wrijvingscoëfficiënt bevat. Bij dezederde uitvoeringsvorm van het element 100 is het derhalveonnodig om afzonderlijk materiaal 138 aan te brengen, daarde geringe wrijving die optreedt het gevolg is van de toe¬passing van materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt voorde vervaardiging van het element 100 zelf. Ook in dit gevalgeldt, dat de toepassing van een materiaal met lage wrij¬vingscoëfficiënt tot gevolg heeft, dat geen elektrostatischeoplading van de magneetband aan het eindgedeelte 100' vanhet veerkrachtige element 100 plaatsvindt, respectievelijkeen dergelijk ladingsverschijnsel wordt verhinderd. Daardoorwordt "vastkleven" van de magneetband aan het vrije einde100' vermeden, zodat een ongehinderd, glad verlopend band-transport langs het element 100 wordt verkregen.While in the embodiments of the resilient flexible element 100 described so far, a low material coefficient of low friction material 138 was applied to its free end 100 ', the third embodiment of the flexible element 100 itself shown in FIG. 14 is made of a resilient material , which contains graphite, another form of carbon or another low friction material. Therefore, in the same embodiment of the element 100, it is unnecessary to apply separate material 138, since the low friction that occurs is due to the use of material with a low coefficient of friction for the manufacture of the element 100 itself. In this case, too, the use of a material with a low friction coefficient means that electrostatic charging of the magnetic tape at the end portion 100 'of the resilient element 100 does not take place, or such a charging phenomenon is prevented. This prevents "sticking" of the magnetic tape to the free end 100 ', so that an unhindered, smoothly running tape transport along the element 100 is obtained.

Fig. 15 toont een vierde uitvoeringsvorm van hetveerkrachtig buigzame element 100. Daar het element 102 identiek met het element 100 is uitgevoerd, wordt slechtshet element 100 meer in details beschreven. Evenals bij dederde uitvoeringsvorm vertoont een buigzaam element 100volgens de vierde uitvoeringsvorm aan zijn vrije einde 100een over een hoek α < 45° omgebogen gedeelte 192, terwijlaan de onderzijde van het achterste gedeelte van het vasteeinde 100" weer een inkeping 190 is gevormd. Het verschiltussen de elementen 100 volgens respectievelijk de derde ende vierde uitvoeringsvorm is, dat het materiaal, waaruit hetelement 100 is vervaardigd, bij de vierde uitvoeringsvormniet een voldoende lage wrijvingscoëfficiënt heeft. Inverband daarmede moet over tenminste het gehele buitenopper¬vlak van het vrije einde 100' en van het omgebogen gedeelte192 een laag materiaal 138 worden aangebracht, zoals fig. 15laat zien. Bij een nog andere versie, weergegeven in fig.Fig. 15 shows a fourth embodiment of the resiliently flexible element 100. Since element 102 is designed identically to element 100, only element 100 is described in more detail. As in the third embodiment, a flexible element 100 according to the fourth embodiment has at its free end 100 a portion 192 bent at an angle α <45 °, while the underside of the rear portion of the fixed end 100 "is again formed with a notch 190. The difference between the elements 100 according to the third and fourth embodiment, respectively, is that in the fourth embodiment the material from which element 100 is made does not have a sufficiently low friction coefficient. Inverband thereby must cover at least the entire outer surface of the free end 100 'and of the bent portion 192 a layer of material 138 is applied, as shown in Fig. 15. In yet another version, shown in Figs.

16, strekt het materiaal 138 zich over het gehele buitenop¬pervlak van het element 100 en van het omgebogen gedeelte192 uit.16, the material 138 extends over the entire outer surface of the element 100 and of the bent portion 192.

Claims (9)

1. Magneetbandcassette, omvattende een huis metdaarin roteerbaar aangebrachte haspels waarop een magneet¬band is gewikkeld, waarbij een zich tussen de haspels uit¬strekkend bandgedeelte langs een toegangsopening van hethuis wordt geleid, een nabij één van de haspels vast binnenhet huis aangebracht steunorgaan waarmee het zich tussen denabij liggende haspel en de toegangsopening uitstrekkendebandgedeelte in glijdende aanraking kan verkeren, en een aanéén einde met het huis verbonden dun, plaatvormig, veer¬krachtig buigzaam element, waarvan het vrije eindgedeelteeen lage wrijvingsweerstand heeft, waarbij het veerkrachtigbuigzame element het bandgedeelte zodanig tegen het steunor¬gaan aandrukt, dat het bandgedeelte nagenoeg geen spelingvertoont, met het kenmerk, dat het vaste einde (100") vanhet buigzame element opgenomen is in een ruimte(165) van eenvast met het cassettehuis (11) verbonden houder (110), endat het verloop van de wanden (162,164) van de ruimte(165)en de vorm van het veerkrachtig buigzame element (100) ineen doorsnede langs het hoofdvlak van de cassette (10)zodanig gekozen zijn, dat in de gemonteerde toestand van decassette (10) het uit de ruimte(165) schuiven van het buig¬zame element (100) verhinderd wordt.Magnetic tape cassette, comprising a housing with reels rotatably mounted therein on which a magnetic tape is wound, a tape portion extending between the reels being guided past an access opening of the housing, a support member fixedly disposed within the housing with which the tape portion extending between the adjacent reel and the access opening may be in sliding contact, and a thin, plate-shaped, resilient flexible element connected at one end to the housing, the free end portion of which has low frictional resistance, the resiliently flexible element being so to the tape portion against the support member urges that the tape portion has practically no play, characterized in that the fixed end (100 ") of the flexible element is received in a space (165) of a container (110) fixedly connected to the cassette housing (11), and that the course of the walls (162,164) of the room (165) and the shape of the The resiliently flexible element (100) in a cross-section along the main surface of the cassette (10) is chosen such that in the assembled state of the cassette (10), the flexible element (100) is prevented from sliding out of the space (165). is becoming. 2. Magneetbandcassette volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de houder (110) een in de ruimte (165) uitste¬kende ribbe (132) omvat, en in het eindgedeelte (100") vanhet veerkrachtig buigzame element (100) ten minste ééninkeping (135";150;190) is gevormd, welke inkeping (135";150;190) met de ribbe (132) in aangrijping verkeert,wanneer het vaste eindgedeelte (100") in de ruimte(165) isopgenomen.Magnetic tape cassette according to claim 1, characterized in that the holder (110) comprises a rib (132) projecting into the space (165), and at least one notch in the end portion (100 ") of the resiliently flexible element (100) (135 "; 150; 190) is formed, which notch (135"; 150; 190) engages the rib (132) when the fixed end portion (100 ") is received in the space (165). 3. Magneetbandcassette volgens conclusie 2, met hetkenmerk, dat in het eindgedeelte (100") van het veerkrachtigbuigzame element (100) meerdere inkepingen (135',135") gevormd zijn, welke in twee tegenover gelegen zijden van heteindgedeelte (100") van het buigzame element (100) aange¬bracht zijn.Magnetic tape cassette according to claim 2, characterized in that a plurality of notches (135 ', 135 ") are formed in the end portion (100") of the resilient flexible element (100), which are in two opposite sides of the hot end portion (100 ") of the flexible element (100) are fitted. 4. Magneetbandcassette volgens conclusie 2 of 3, methet kenmerk, dat ten minste één inkeping (150) een in hoofd¬zaak boogvormig verloopt vertoont.Magnetic tape cassette according to claim 2 or 3, characterized in that at least one notch (150) has a substantially arcuate shape. 5. Magneetbandcassette volgens één der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat het vaste eindgedeelte(100") van het veerkrachtig buigzame element (100) tenminste één uitsteeksel (140) omvat, dat aangrijpt in eenuitsparing van de houder (110), wanneer het vaste eindge¬deelte (100") in de houder (110) is opgenomen.Magnetic tape cassette according to any one of the preceding claims, characterized in that the fixed end portion (100 ") of the resiliently flexible element (100) comprises at least one protrusion (140) which engages a recess of the holder (110) when the fixed end section (100 ") is received in the holder (110). 6. Magneetbandcassette volgens conclusie 5, met hetkenmerk, dat het vaste eindgedeelte (100") van het veer¬krachtig buigzame element (100) meerdere uitsteeksels(140,140') omvat, welke aan twee tegenover gelegen zijdenvan het eindgedeelte (100") van het buigzame element (100)aangebracht zijn.Magnetic tape cassette according to claim 5, characterized in that the fixed end portion (100 ") of the resiliently flexible element (100) comprises a plurality of protrusions (140, 140"), which are on two opposite sides of the end portion (100 ") of the flexible element (100). 7. Magneetbandcassette volgens één der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat de houder (110) aan zijntegenover de vast met het cassettehuis (11) verbonden zijdegelegen zijde open is, en dat het cassettehuis (11) eenbovendeel (12) omvat, dat in de gemonteerde toestand van decassette (10) de houder (110) bedekt, en dat voorzien is vanmet de houdinrichtingen (135',140') van het buigzame element(100) samenwerkende houdinrichtingen (132'), die in degemonteerde toestand van de cassette (10) het uit de spleet(165) schuiven van het buigzame element (100) verhinderen.Magnetic tape cassette according to one of the preceding claims, characterized in that the holder (110) is open on the opposite side to the side which is fixedly connected to the cassette housing (11), and that the cassette housing (11) comprises an upper part (12), which is assembled state of the cassette (10) covers the container (110), and which is provided with holding devices (132 ') cooperating with the holding devices (135', 140 ') of the flexible element (100), which, in the assembled state of the cassette ( 10) prevent the flexible element (100) from sliding out of the gap (165). 8. Magneetbandcassette volgens één der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van dewanden (162,164) van de houder (110) een aantal afzonderlij¬ke wandsegmenten (172,174,176,180) omvat.Magnetic tape cassette according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one of the walls (162,164) of the holder (110) comprises a number of separate wall segments (172,174,176,180). 9. Magneetbandcassette volgens één der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat het veerkrachtig buigzameelement (100) vervaardigd is van een koolstofhoudendmateriaal, in het bijzonder grafiet.Magnetic tape cassette according to one of the preceding claims, characterized in that the resilient bending element (100) is made of a carbonaceous material, in particular graphite.
NL9100196A 1977-07-22 1991-02-04 Magnetic tape cassette. NL192587C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100196A NL192587C (en) 1977-07-22 1991-02-04 Magnetic tape cassette.

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1977097064U JPS5756381Y2 (en) 1977-07-22 1977-07-22
JP9706477 1977-07-22
NLAANVRAGE7807848,A NL190531C (en) 1977-07-22 1978-07-24 Magnetic tape cassette.
NL7807848 1978-07-24
NL9100196 1991-02-04
NL9100196A NL192587C (en) 1977-07-22 1991-02-04 Magnetic tape cassette.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9100196A true NL9100196A (en) 1991-08-01
NL192587B NL192587B (en) 1997-06-02
NL192587C NL192587C (en) 1997-10-03

Family

ID=26438268

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100196A NL192587C (en) 1977-07-22 1991-02-04 Magnetic tape cassette.
NL9302161A NL192154C (en) 1977-07-22 1993-12-10 Tape cassette.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9302161A NL192154C (en) 1977-07-22 1993-12-10 Tape cassette.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL192587C (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11611446B2 (en) * 2019-09-24 2023-03-21 Genetec Inc. Intermediary device for daisy chain and tree configuration in hybrid data/power connection
US11770155B2 (en) 2020-05-19 2023-09-26 Genetec Inc. Power distribution and data routing in a network of devices interconnected by hybrid data/power links

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11611446B2 (en) * 2019-09-24 2023-03-21 Genetec Inc. Intermediary device for daisy chain and tree configuration in hybrid data/power connection
US11770155B2 (en) 2020-05-19 2023-09-26 Genetec Inc. Power distribution and data routing in a network of devices interconnected by hybrid data/power links

Also Published As

Publication number Publication date
NL9302161A (en) 1994-04-05
NL192154C (en) 1997-02-04
NL192587C (en) 1997-10-03
NL192587B (en) 1997-06-02
NL192154B (en) 1996-10-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4290567A (en) Tape cassette brake assembly
FI73533C (en) A magnetic disk cartridge.
NL194017C (en) Tape cassette.
GB2115782A (en) Tape cassette with front cover
US3797779A (en) Tape cassette
US4678138A (en) Magnetic tape cassette with reel brake mechanism
US4757957A (en) Tape cartridge
NL8003719A (en) TIRE CASSETTE.
NL9100196A (en) Magnetic tape cassette system - has spring strips to retain tape in position when not in use and yet offer low resistance when played (NL 24.1.79)
US4405096A (en) Magnetic tape cassette
WO1981001907A1 (en) Indicator device for cassettes loaded with magnetical information carrier
US4646188A (en) VTR tape cassette
US3297267A (en) Tape decks
US4454976A (en) Endless type tape cassette
GB2165819A (en) Magnetic tape cassette
EP0289411B1 (en) Cassette case for magnetic tape and the like featuring improved tape tension control arrangement
KR850000363B1 (en) Magnetic tape cassette
JPH0447816Y2 (en)
JPS5943320B2 (en) Roll paper back tension mechanism
JP2000322864A (en) Magnetic tape cassette
CA1146270A (en) Endless type tape cassette
JPH0728168A (en) Film trap for movie projector
JP2503656Y2 (en) Tape cassette
JPS6327350Y2 (en)
JP3288165B2 (en) Tape cassette

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 980724