NL9100180A

NL9100180A - Koeborstelinrichting.

Info

Publication number: NL9100180A
Application number: NL9100180A
Authority: NL
Original assignee: Agri Trading Holland B V
Priority date: 1991-02-01
Filing date: 1991-02-01
Publication date: 1992-09-01

Description

Titel: Koeborstelinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het borstelen van koeien.

In het verleden werden koeien met enige regelmaat geborsteld met als doel het welbevinden van de dieren te vergroten. Verondersteld wordt, dat dit een positieve invloed heeft op de melkproductie en de gezondheidstoestand van de dieren.

Door de toenemende intensivering van de veehouderij is deze behandeling in onbruik geraakt. Het met de hand borstelen van koeien is te arbeidsintensief om bij de hedendaagse arbeidkosten rendabel te zijn.

In het verleden zijn proeven genomen met een koeborstelinrichting gelijkend op een autowasstraat dat wil zeggen met roterende borstels. Het bleek dat bij deze bekende inrichting de koeien niet bereid waren onder de borstelboog door te lopen en dwang daartoe leidde tot verschijnselen van stress bij de dieren, zodat aangenomen mag worden, dat deze koeborstelinrichting niet geschikt is tot een verhoogd welbevinden van de dieren bij te dragen.

De uitvinding beoogt derhalve een inrichting voor het automatisch borstelen van koeien waarbij het bovenbedoelde bezwaar is vermeden, derhalve wel wordt bijgdragen tot een verhoogd welbevinden van de dieren.

Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een eerste borstelsamenstel zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt en een tweede borstelsamenstel zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, waarbij het in hoofdzaak horizontaal opgestelde borstelsamenstel is ingericht voor het borstelen van de bovenzijde van de koe, en het in hoofdzaak verticaal opgestelde borstelsamenstel voor de zijkant van de koe, en waarbij de borstels aandrijfbaar zijn voor het maken van een in hoofdzaak heen-en-weergaande beweging in de richting van hun lengte-as.

Het blijkt dat koeien graag van een dergelijke inrichting gebruik maken zodat kan worden aangenomen dat het welbevinden van de koeien wordt vergroot. De melkproductie en de gezondheidstoestand van de koeien wordt door dit verhoogde welbevinden verbeterd.

In nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de borstelsamenstellen elk uit twee borstels bestaan waarvan de richting van de beweging onderling tegengesteld is. Voor het aandrijven van de borstels kunnen deze, volgens de uitvinding, via scharnierende verbindingstangen zijn verbonden met ophangpunten die worden gevormd door de uiteinden van kolommen die zich loodrecht uitstrekken op, en met de andere uiteinden zijn verbonden met de achterzijde van de borstels die gedeeltelijk zijn opgenomen in langsgeleidingen, zoals U-vormige profielen, en waarbij de verbindingsstangen zijn verbonden met drijfstangen die scharnierend zijn verbonden met door een motor aangedreven excenters die zich bij het hoekpunt van de horizontale en verticale borstels bevinden.

Verder kan in nadere uitwerking van de uitvinding het U-vormige profiel dat de in hoofdzaak verticale borstels gedeeltelijk opneemt via bevestigingsmiddelen star zijn verbonden met een muur of een kolom in bijvoorbeeld een schuur, en kan het U-vormige profiel dat de in hoofdzaak horizontale borstels opneemt aan één uiteinde scharnierend zijn verbonden met de bovenzijde van het star opgestelde verticale U-vormige profiel.

De inrichting kan zijn voorzien van een electronisch oog of dergelijk signaleringsmiddel dat de motor van de inrichting in werking zet wanneer een koe in de buurt van de inrichting komt.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de koeborstelinrichting worden beschreven.

Fig. 1 toont een zij-aanzicht van de inrichting; fig. 2 toont een boven-aanzicht van de inrichting; en fig. 3 toont een doorsnede-aanzicht over de lijn III-III uit fig. 1.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de koeborstelinrichting is deze voorzien van een eerste borstelsamenstel la, 1b dat zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt en een tweede borstelsamenstel 2a, 2b dat zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, waarbij het in hoofdzaak horizontaal opgestelde borstelsamenstel 2a, 2b de bovenzijde van de koe, en het in hoofdzaak verticaal opgestelde borstelsamenstel la, 2a de zijkant van de koe borstelt en waarbij de borstels la, lb, 2a, 2b een in hoofdzaak heen en weergaande beweging maken in de richting van hun lengte-as. Daarbij kan de beweging van de borstels la, lb, respectievelijk 2a, 2b die tot één borstelsamenstel behoren onderling tegengesteld zijn.

De bijvoorbeeld van kunststof vervaardigde borstels la, lb, 2a, 2b zijn via scharnierende verbindingstangen 3 verbonden met ophangpunten 4 die worden gevormd door de uiteinden van kolommen 5 die zich loodrecht uitstrekken op, en via het andere uiteinde 6 zijn verbonden met de achterzijde van de borstels la, lb, 2a, 2b die gedeeltelijk zijn opgenomen in U-vormige profielen 8, respectievelijk 9. De verbindingsstangen 3 zijn verbonden met drijfstangen 10 die scharnierend zijn verbonden met excenters 11 die zich bij het hoekpunt 12 van de horizontale en verticale borstels bevinden en welke excenters 11 worden aangedreven door een as 12 die wordt aangedreven door een worm 13 van een motor 14.

Het U-vormige profiel 8 dat de in hoofdzaak verticale borstels la, lb opneemt is via bevestigingsmiddelen 15 star verbonden met een muur of een kolom (niet weergegeven) in bijvoorbeeld een schuur. Het U-vormige profiel 9 dat de in hoofdzaak horizontale borstels 2a, 2b opneemt is aan één uiteinde scharnierend verbonden met de bovenzijde van het star opgestelde verticale U-vormige profiel 8.

De koeborstelinrichting treedt in werking wanneer een koe in de buurt van de inrichting komt en via een electronisch oog of dergelijk signaleringsmiddel (niet weergegeven) de motor 14 van de inrichting in werking zet.

Verder worden de motoreenheid 14 en de excenters 11 ten opzichte van de koe afgeschermd door een flexibele, bijvoorbeeld van rubber vervaardigde, afschermflap 16 die met de uiteinden is verbonden aan de bij het scharnierpunt 12 gelegen uiteinden van de U-profielen 8,9.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

Claims

1. Inrichting voor het borstelen van koeien waarbij een eerste borstelsamenstel zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt en een tweede borstelsamenstel zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt en waarbij het in hoofdzaak horizontaal opgestelde borstelsamenstel is ingericht voor het borstelen van de bovenzijde van de koe, en het in hoofdzaak verticaal opgestelde borstelsamenstel voor de zijkant van de koe, en waarbij de borstels aandrijfbaar zijn voor het maken van een in hoofdzaak heen-en-weergaande beweging in de richting van hun lengte-as.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borstelsamenstellen uit twee borstels bestaan en waarbij de richting van de beweging van de borstels die tot één samenstel behoren onderling tegengesteld is.

3 Inrichting volgens één van de conclusies 1-2, met het kenmerk, dat voor het aandrijven van de borstels deze via scharnierende verbindingstangen zijn verbonden met ophangpunten die worden gevormd door de uiteinden van kolommen die zich loodrecht uitstrekken op, en met het andere uiteinde zijn verbonden met de achterzijde van de borstels die gedeeltelijk zijn opgenomen in langsgeleidingen, zoals U-vormige profielen, en waarbij de verbindingsstangen zijn verbonden met drijfstangen die scharnierend zijn verbonden met door een motor aangedreven excenters die zich bij het hoekpunt van de horizontale en verticale borstels bevinden.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het U-vormige profiel dat de in hoofdzaak verticale borstels opneemt via bevestigingsmiddelen star is verbonden met een muur of een kolom in bijvoorbeeld een schuur en dat het U-vormige profiel dat de in hoofdzaak horizontale borstels opneemt aan één uiteinde scharnierend is verbonden met de bovenzijde van het star opgestelde verticale U-vormige profiel.

5 Inrichting volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een electronisch oog of dergelijk signaleringsmiddel dat de motor van de inrichting in werking zet wanneer een koe in de buurt van de inrichting komt.

6 Inrichting volgens één van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de motoreenheid en de excenters ten opzichte van de koe worden afgeschermd door een flexibele, bijvoorbeeld van rubber vervaardigde, afschermflap die met de uiteinden is verbonden aan de bij het scharnierpunt gelegen uiteinden van de U-profielen.

7 Inrichting volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de borstels kunststof borstels zijn.