NL9002867A

NL9002867A - Tractor-implement collision protection mechanism - comprises spring-loaded arm coupling implement to lifting arm

Info

Publication number: NL9002867A
Application number: NL9002867A
Authority: NL
Original assignee: Vogelenzang Alexander J
Priority date: 1990-12-24
Filing date: 1990-12-24
Publication date: 1992-07-16

Abstract

The mechanism protects an implement, mounted on the lifting arms of a tractor and working alongside it, e.g. a mower, from collision damage. At the side where the implement protrudes beyond the tractor, it is coupled to the lifting arm by a swing arm (12) whose hinge axis (13) is below the coupling point. The arm swings against increasing spring pressure (17) between two steps. The first of these (26) defines the working position and the second the maximum angular deflection in relation to the tractor. The spring is of the torsion type, pre-loaded for an adjustable amount.

Description

Botsbeveiliging voor landbouwwerktuig.Collision protection for agricultural implements.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting alsbotsbeveiliging voor een aan de hefinrichting van een trekkergekoppelde en naast de trekker werkend werktuig, bijvoorbeeldmaalinrichting, ter voorkoming van breuk of blijvende ver¬vorming wanneer het werktuig tegen een obstakel botst.The invention relates to a device for collision protection for an implement, for example a grinder, working on the lifting device of a tractor coupled and next to the tractor, to prevent breakage or permanent deformation when the implement collides with an obstacle.

Bekend is de zogenaamde palbeveiliging die zodanigwerkt dat door een onder instelbare veerdruk staande ver¬grendeling het werktuig in de werkstand wordt gehouden.Known is the so-called ratchet protection, which works in such a way that the implement is kept in the working position by an adjustable spring under pressure.

Een nadeel hiervan is dat er voor de trekkerbestuurderonvoldoende tijd is om te stoppen tussen het moment dat devergrendeling bij een botsing loskomt en het bereiken van deuiterste stand zodat de kans op schade relatief groot blijft.Bovendien dient na ontgrendeling met trekker en werktuigachteruit te worden gereden, eventueel wederom tegen eenobstakel om de beveiliging weer in de vergrendelde werkstandterug te brengen.A disadvantage of this is that there is insufficient time for the tractor driver to stop between the moment when the lock is released in the event of a collision and reaching the extreme position so that the risk of damage remains relatively high. In addition, after unlocking with the tractor and implement reversing, possibly again against an obstacle to return the protection to the locked working position.

Een ander soort beveiliging waarbij het frame van hetwerktuig eveneens een hoekverdraaiingsmogelijkheid ten op¬zichte van de trekker heeft, is om de werkstand door middelvan een schuifkonstruktie met veerspanning tegen een vasteaanslag aan te houden.Another type of protection in which the frame of the implement also has an angular rotation possibility relative to the tractor is to keep the working position against a fixed stop by means of a sliding construction with spring tension.

Met deze konstruktie wordt bij een botsing een dempingvan de stoot verkregen. De werking wordt echter door eenzekere verkleuming van de schuifkonstruktie nadelig beïnvloed.With this construction, a shock absorption is obtained in the event of a collision. However, the operation is adversely affected by a certain numbering of the sliding construction.

De uitvinding beoogt nu een verbeterde konstruktieveoplossing van laatstgenoemd beveiligingsprincipe. Daartoewordt aan de zijde waar het werktuig buiten de trekkersteekt het werktuig via een schommelarm aan de hefarmgekoppeld, welke schommelarm een draaiingsas heeft onder deaankoppeling met de hefarm, zodanig dat de schommelarm, inrijrichting gezien, tegen een toenemende veerdruk in naarvoren kan tuimelen over een door twee aanslagen begrensdtraject, de eerste aanslag bepaalt de werkstand en door detweede wordt de maximale hoekverdraaiing van het werktuigten opzichte van de trekker bepaald, waarbij de veerdrukdoor een torsieveer met instelbare voorspanning wordt bewerkstelligd. Bij deze konstruktie treedt geen ver- klemming op.The invention now aims at an improved constructive solution of the latter security principle. On the side where the implement protrudes from the tractor, the implement is coupled to the lifting arm via a swinging arm, which swinging arm has a rotation axis under the coupling with the lifting arm, such that the swinging arm, seen in driving direction, can tumble forward by an increasing spring pressure by one by two. stops limited trajectory, the first stop determines the working position and the second determines the maximum angular rotation of the tools relative to the tractor, whereby the spring pressure is achieved by a torsion spring with adjustable preload. No clamping occurs in this construction.

Als voordeel geldt bovendien dat bij het naar voren tuimelenvan de schommelarm het werktuig ten opzichte van de hefarmenigszins wordt opgetild, zodat de massa ook bijdraagt inhet aanhouden van de werkstand.An additional advantage is that when the rocking arm tumbles forward, the implement is lifted slightly relative to the lifting arm, so that the mass also contributes to maintaining the working position.

De uitvinding wordt aan de hand van volgende figurenonderstaand nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the following figures.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een detail van een aaneen trekkerhefinrichting gekoppeld werktuig in de werkstand.Fig. 1 is a top plan view of a detail of an implement coupled to a tractor lifting device in the operating position.

Fig. 2 is een perspectivisch vooraanzicht van de bots-beveiliging volgens de uitvinding.Fig. 2 is a front perspective view of the crash protection of the present invention.

Fig. 3A en 3B zijn zijaanzichten van de schommelarmin beide uiterste standen.Fig. 3A and 3B are side views of the swing arm in both extreme positions.

In fig. 1 zijn 1 en 2 de onderste hefarmen van eendriepuntsophanging van een trekker 3 die niet onafhankelijkvan elkaar op en neer kunnen bewegen. Ter voorkoming van on¬duidelijkheid is het derde punt met de zogenaamde topstangin de beschrijving weggelaten. Het werktuig 4 waarvan alleende framebalk is getekend, is met behulp van de bekken metpennen en kogelscharnieren 5 en 6 aan de hefarmen 1 en 2gekoppeld. De hefarmen 1 en 2 worden door stabilisatorstangen7 en 8 in zijdelingse bewegingen begrensd. Bij botsing vanhet werktuig 4 tegen een obstakel 9 kan het werktuig om deaankoppeling 6 in een hoekverdraaiing ten opzichte van detrekker naar achteren scharnieren tot in de gestippeldgetekende stand. Deze hoekverdraaiing is mogelijk omdat hetwerktuig 4 via een schommelarm 12 (fig. 2) aan de hefarm 1is gekoppeld.In Fig. 1, 1 and 2 are the lower lift arms of a three-point linkage of a tractor 3 which cannot move up and down independently. To avoid any ambiguity, the third point with the so-called top link has been omitted from the description. The implement 4, of which only the frame beam is drawn, is coupled to the lifting arms 1 and 2 by means of the jaws with pins and ball joints 5 and 6. The lifting arms 1 and 2 are limited in lateral movements by anti-roll bars 7 and 8. In the event of collision of the implement 4 with an obstacle 9, the implement can pivot backwards about the coupling 6 in an angular rotation relative to the tractor into the dotted position. This angular rotation is possible because the tool 4 is coupled to the lifting arm 1 via a rocking arm 12 (fig. 2).

In fig. 2 zijn 10 en 11 de bekken waarmede het werk¬tuig 4 middels pennen en kogelscharnieren aan de niet ge¬tekende onderste hefarmen van de hefinrichting van eentrekker 3 worden gekoppeld. De bek 10 bevindt zich aan dezijde waar het werktuig 4 buiten de trekker 3 steekt en vormteen deel van een schommelarm 12 die om de pen 13 onder hetaankoppelingspunt kan draaien volgens de boog 14 waarbij degestippeld getekende stand 15 de uiterste stand van deschommelarm 12 is. In een rechthoekige opening 16 in de schommelarm 12 is het eind van een veerbladenpakket 17 ge¬stoken, waarvan het andere eind bij 18 eveneens in een recht¬hoekige opening is gestoken die zich bevindt in een draaistuk19 dat met een pen 20 draaibaar is verbonden aan het werktuig4. Aan de bovenzijde van het draaistuk 19 is een draadeind 21gelast dat door een opening 22 steekt die één geheel vormtmet het werktuig. Door het aandraaien van een moer 23 in derichting van de pijl 24 zal het draaistuk 19 om de pen 20volgens pijlrichting 25 worden verdraaid waardoor in hetveerbladenpakket 17, volgens pijlrichting 25, een torsie-spanning wordt verkregen, waarmede de schommelarm 12 metvoorspanning in de werkstand tegen een aanslag 26 wordt ge¬drukt. Bij overschrijding van de normale werkdruk wordt hetwerktuig 4 naar achteren gedrukt waardoor de schommelarm 12naar voren draait tot maximaal in de gestippeld getekendestand 15. Door deze verdraaiing wordt ook het veerbladen¬pakket 17 verder verdraaid waardoor de torsiespanning toe¬neemt.In Fig. 2, 10 and 11 are the jaws with which the implement 4 is coupled to the lower lifting arms of the lifting device of tractor 3 by means of pins and ball joints. The jaw 10 is located on the side where the tool 4 protrudes from the tractor 3 and forms part of a rocking arm 12 which can rotate about the pin 13 below the coupling point according to the arc 14, the dotted position 15 being the extreme position of the rocking arm 12. Inserted into a rectangular opening 16 in the rocking arm 12 is the end of a spring blade package 17, the other end of which is also inserted at 18 into a rectangular opening which is located in a pivot 19 which is pivotally connected to a pin 20 on the tool 4. A threaded end 21 is welded to the top of the pivot 19 and extends through an opening 22 which is integral with the tool. By tightening a nut 23 in the direction of the arrow 24, the pivot 19 about the pin 20 will be rotated in the direction of the arrow 25, so that in the spring blade package 17, according to the arrow direction 25, a torsional tension is obtained, with which the rocking arm 12 with pretension in the working position against a stop 26 is printed. When the normal working pressure is exceeded, the tool 4 is pushed backwards, so that the rocking arm 12 rotates forward to a maximum in the dotted drawing position 15. This rotation also turns the spring blades package 17 further, so that the torsional stress increases.

Zoals in het detail van fig. 3A staat aangegeven heeftde schommelarm 12 aan de onderkant ook een aanslag 27 waar¬mede de maximale slag wordt begrensd. Doordat de bevestigings-pen door de gaten 28 in de bek 10, waaraan de hefarm 1 isgekoppeld, de boog 14 beschrijft, wordt tijdens die ver¬draaiing een hoogteverschil 29 afgelegd waardoor het werktuig4 wordt opgetild ten opzichte van de hefarm 1 en ter plekkevan het koppelstuk over de afstand 30-31 naar achteren weg¬draait tot in de gestippelde stand van fig. 1.As shown in the detail of Fig. 3A, the rocking arm 12 also has a stop 27 at the bottom, which limits the maximum stroke. Since the fixing pin describes the arc 14 through the holes 28 in the jaw 10 to which the lifting arm 1 is coupled, a height difference 29 is deposited during this rotation, as a result of which the tool 4 is lifted relative to the lifting arm 1 and at the location of the swivels the coupling backwards by the distance 30-31 to the dotted position of fig. 1.

Claims

1. Device as collision protection for a implement coupled to the tractor's lifting gear and next to the tractor-working implement, for instance grinding device, characterized in that on the side where the implement protrudes outside the tractor, the implement is coupled to the lifting arm via a swinging arm, which swinging arm has a rotary axis has, under the linkage with the lifting arm, such that the rocking arm, seen in the direction of travel, can tumble forward against an increasing spring pressure, over a trajectory limited by two stops, the first stop determines the working position and the second defines the maximum angular rotation of the tools the tractor, whereby the spring pressure is produced by a torsion spring with adjustable preload.

Device according to claim 1, characterized in that the torsion spring is formed by a number of leaf springs clamped together.

3. Device according to claims 1 and 2, characterized in that the crash protection is formed according to the principle of the embodiments as defined in the preceding claims.