NL9002532A - Kunststof buisdeel voor renoveren van een gedeelte van een buisleiding zonder aftakkingen. - Google Patents

Description

Kort aanduiding: Kunststof buisdeel voor renoveren van een gedeelte van een buisleiding zonder aftakkingen.

Door Aanvraagster worden als uitvinders genoemd H.J. Eikenaar te Gramsbergen en C.A.P. Rookus te Zwolle.

De uitvinding heeft betrekking op een buisdeel voorzien van tenminste een spie-einde met gelijke binnendiameter als het buisdeel voor het renoveren van een buisleiding zonder aftakkingen.

Het is bekend dat gesloten buisleidingen zoals bijvoorbeeld grote drinkwaterleidingen uit bijvoorbeeld beton na verloop van tijd een gewijzigd profiel gaan vertonen door grondzettingen. Dit gewijzigde profiel uit zich ter plaatse van de verbindingen in hoekverdraaiingen en verzakkingen, waardoor er grote kans is op breuk in de leiding.

Opgraven van deze leidingen is echter niet alleen duur, maar leidt ook tot onoverkomelijke ekonomische bezwaren zoals in het verkeer.

Door het aanbrengen van een inwendige bekleding kunnen deze bestaande buisleidingen echter worden gerenoveerd, zonder dat deze leidingen moeten worden verwijderd of opgegraven.

Hiertoe is in het Duitse Gebrauchsmuster nr. 8428374 een kunststofbuisdeel voor het renoveren van buisleidingen voorgesteld, bestaande uit een buisdeel dat aan een einde is voorzien van een af geschuind spie-eind en het andere einde van een mofeinde. Bij het inbrengen van dergelijke buisdelen in een gesloten buisleiding dient het afgeschuinde spie-einde van een buisdeel te grijpen in het mof einde van het naburig buisdeel, totdat het spie-einde van het ene buisdel stuikt tegen het einde van de mof van het naburige buisdeel.

Bij gebruik van een dergelijke kunststofbuis uit vezelversterkte thermohardende kunststof treedt echter het bezwaar op dat bij het inbrengen van het buisdeel in een bestaande buisleiding tamelijk grote krachten vereist zijn, waardoor het buisdeel beschadigd wordt en delaminaties optreden. Bovendien wordt het spie-einde van dit bekende buisdeel gemakkelijk beschadigd, doordat het moet grijpen in het mof einde van een naburig buisdeel, welk mof einde door hoekverdraaiing tengevolge van verzakking van de te bekleden buis echter niet volmaakt in de verplaatsingsrichting zal liggen van het spie-einde van het in te brengen buisdeel.

Gebruik van een buisdeel uit vezelversterkte thermoharden-de kunststof is echter zeer gewenst bij buisleidingen voor transport van media, die men niet in aanraking wil laten komen met thermoplastische kunststoffen, terwijl bovendien dergelijke buizen gemakkelijk in allerlei diameters en wanddikten vervaardigd kunnen worden, welke voor thermoplastische materialen niet-economisch verantwoord zijn.

Gevonden is nu een buisdeel dat deze bezwaren ondervangt.

Dit buisdeel volgens de uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt dat het buisdeel bij overgang naar het spie-einde onlosmakelijk van een verstijvingsring is voorzien.

Doelmatig is het spie-einde van een buisdeel, bij voorkeur uit vezelver sterkt kunststof materiaal, aan het van zijn vrije einde afgekeerde einde begrensd door een verstijvingsring met een grotere buitendiameter dan de buitendiameter van het buisdeel.

De verdikking voorkomt dat bij het inbrengen van het buisdeel in een leidingsysteem het spie-einde wordt beschadigd waardoor later medium uit het buisdeel zou kunnen lekken, terwijl bovendien het buisdeel verstijfd wordt waardoor het invoeren van een dergelijk buisdeel in een bestaande gesloten leiding gemakkelijker kan plaatsvinden.

Bij voorkeur is de verstijvingsring van het buisdeel volgens de uitvinding op de van het nabije spie-eind af gekeerde zijde voorzien van een afschuining. Hierdoor wordt voorkomen dat het buisdeel bij het inbrengen wordt gedelamineerd, de verstijvingsring vormt namelijk het dikste gedeelte van het onderhavige buisdeel en fungeert bij het inbrengen als sleepschoen. Omdat in de gerede bekleding deze verstijvingsring na plaatsing van het buisdeel niet in aanraking kan komen met het door de gerede buis te transporteren medium onder druk, zal een eventuele beschadiging van deze verstijvingsring geen gevolgen hebben en daardoor geen lekkage via deze beschadiging op kunnen treden.

Bij voorkeur zijn spie-einden van twee naburige buisdelen opgenomen in een steekmof.

Voorts zijn de spie-einden bij voorkeur voorzien van een groef voor de opname van afdichtelementen die kunnen samenwerken met de binnenzijde van de steekmof. Doelmatig bestaan deze afdichtelementen uit afdichtringen.

Door deze vormgeving van de mof en het spie-einde is het mogelijk gebleken dat geringe hoekverdraaiingen ontstaan door verzakking van de te bekleden buis kunnen worden ondervangen.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van het buisdeel volgens de uitvinding is de lengte van de steekmof groter dan de afstand tussen de steunvlakken van de spie-einden van twee naburige buisdelen.

Door deze maatregel wordt voorkomen dat de spie-einden van twee na elkaar ingebrachte buisdelen elkaar raken en elkaar kunnen beschadigen.

Bij voorkeur zijn mof en spie-einde zodanig uitgevoerd dat een hoekverdraaiing van tot 1 tot 3 graden per afdichtring mogelijk is, afhankelijk van de buisdiameter. Een dergelijke hoekverdraaiing kan door verzakking van buizen ontstaan. De uitvinding maakt het echter mogelijk om dergelijke hoekverdraaiingen bij het inbrengen van de buisdelen te volgen zonder dat beschadigingen, die gevolgen hebben voor de gerede buis, kunnen optreden.

Doelmatig is de kopse zijde van een spie-einde af geschuind, dit zal het inbrengen zonder beschadigen van het buisdeel vergemakkelijken.

Het materiaal waaruit de buisdelen volgens de uitvinding bij voorkeur worden vervaardigd, is een vezelversterkte thermohardende kunststof zoals een glasvezel/epoxy mengsel. Een dergelijk materiaal is weinig beschadigingsgevoelig, waardoor buizen met een relatief grote lengte mogelijk zijn. Bovendien maakt een dergelijk laminaat de vervaardiging van een buis met variërende dikten op eenvoudige en derhalve goedkope wijze mogelijk.

De uitvinding is echter niet beperkt tot de toepassing van een glasvezel laminaat; elk ander materiaal dat geschikt is om als bedekking te worden aangebracht in een buis, kan uiteraard eveneens worden toegepast.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een buisleiding die is voorzien van een inwendige bekleding bestaande uit met elkaar door een mofverbinding verbonden buisdelen, die wordt gekenmerkt doordat elk buisdeel een spie-einde draagt en de spie-einden van twee naburige buizen afdichtend samenwerken met een mof.

Bij voorkeur worden de kopse einden van de spie-einden van twee naburige buizen door de mof op afstand van elkaar gehouden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, waarin schematisch een buisdeel opgenomen in een te renoveren buis is weergegeven.

Met 1 is in figuur 1 een gesloten betonnen leidingsysteem, zoals bijvoorbeeld een waterleidingsysteem weergegeven. Het leidingsysteem kan echter eveneens uit bijvoorbeeld asbest cement, gietijzer of staal zijn vervaardigd. Voor het renoveren van een dergelijk leidingsysteem wordt dit systeem op een zo gering mogelijk aantal plaatsen opengebroken, waarna vanaf deze opengebroken plaatsen de buisdelen 2, die de inwendige bekleding zullen gaan vormen, in het leidingsysteem worden gedrukt.

Een buisdeel 2 is op elk einde steeds voorzien van een spie-einde.

Deze buisdelen 2 bestaan uit glasvezelversterkte thermohardende buizen. Om delaminering van het voor de buisdelen bij voorkeur toegepaste materiaal, te weten vezelversterkte buizen van thermohardende kunststof te ondervangen, is buisdeel 2 voorzien van een kraag of verstijvingsring 4a. Deze verstijvingsring 4a is aan de van het naburige kopse einde 3a van het spie-einde 8a afgekeerde zijde voorzien van een afschuining 9. Anderzijds is elk spie-einde 8a afgeschuind onder vorming van een neus 3a.

Voorts is elk spie-einde 8a voorzien van een groef 5a waarin een afdichtring 6a is opgenomen. Deze afdichtring 6a zal na inbrengen van buisdeel 2a saraenwerken met de vervolgens in de te renoveren buis 1 te brengen mof 7 en aldus een volledige afdichting van buisdeel 2a waarborgen. Mof 7 werkt eveneens samen met een afdichtring 6b van buisdeel 8b van een naburig buisdeel 2, zoals in de figuur is weergegeven. De lengte van mof 7 dient groter te zijn dan de afstand tussen de steunvlakken 11a, 11b van de spie-einden 8a resp. 8b van beide naburige buisdelen. Aldus wordt voorkomen dat de neuzen 3a resp. 3b van het begin resp. einde van opeenvolgende buizen elkaar kunnen raken, waardoor beschadiging en derhalve delaminatie wordt voorkomen.

Door de vormgeving van mof 7 en spie-eind 8a, 8b is per afdichtring een hoekverdraaiing mogelijk van ongeveer 2 graden, dit is in de praktijk voldoende gebleken om de bij buizen met grote diameter door verzakking ontstane hoekverdraaiing te kunnen volgen.

Opgemerkt wordt dat elk einde van een buisdeel volgens de uitvinding is voorzien van een spie-einde zoals hierboven is toegelicht.

In de tekening zijn overigens voor de buizen A en B dezelfde verwijzingscijfers gebruikt voor dezelfde onderdelen, doch gevolgd door a respektievelijk b voor buis A dan wel buis B.

Overigens zal door het inbrengen van de buisdelen volgens de uitvinding in een leidingsysteem dat plaatselijk onregelmatigheden bezit slechts kunnen leiden tot een beschadiging van de verstijvingsring 4a resp. 4b. Dit zal echter niet kunnen leiden tot lekkage uit het buisdeel, daar het drukmedium door de vormgeving van mof 7 en spie-einde 8a, 8b slechts in aanraking kan komen met het gedeelte van de mof 7 dat zich bevindt tussen de beide afdichtringen 6a en 6b.

De mof 7 is met voordeel eveneens uit vezelversterkte thermohardende kunststof vervaardigd.

Tussen verstijvingsring 4a en de binnenwand van de te renoveren buisleiding bestaat meestal een kleine speling.

Claims (14)

1. Buisdeel voorzien van tenminste een spie-einde met gelijke binnendiameter als het buisdeel voor het renoveren van een gedeelte van een buisleiding zonder aftakkingen, met het kenmerk, dat het buisdeel bij overgang naar het spie-einde (8a, 8b) onlosmakelijk van een verstijvingsring (4a, 4b) is voorzien.

2. Buisdeel voorzien van tenminste een spie-einde voor het inwendig renoveren van een gedeelte van een buisleiding zonder aftakkingen volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat het spie-einde (8a, 8b) van een buisdeel (2a, 2b) aan het van zijn vrije einde afgekeerde einde begrensd is door een verstijvingsring (4a, 4b) met een grotere buitendiameter dan de buitendiameter van het buisdeel.

3. Buisdeel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verstijvingsring (4a, 4b) aan de van het aansluitende spie-einde (8a, 8b) af gekeerde zijde is voorzien van een afschuining (9).

4. Buisdeel volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het spie-einde (8a, 8b) is voorzien van een groef (5a, 5b) voor opname van afdichtelementen die kunnen samenwerken met de binnenzijde van een steekmof (7).

5. Buisdeel volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat elk einde van een buisdeel een spie-einde draagt.

6. Buisdeel volgens een of meer der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de spie-einden (8a, 8b) van twee naburige buisdelen (2a, 2b) zijn opgenomen in een steekmof (7).

7. Buisdeel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de lengte van steekmof (7) groter is dan de afstand tussen de steunvlakken (11a, 11b) van de spie-einden (8a, 8b) van twee naburige buisdelen.

8. Buisdeel volgens conclusie 1-7, met het kenmerk, dat mof (7) en spie-einde (8a, 8b) zodanig zijn uitgevoerd dat per afdichtelement een hoekverdraaiing van tenminste een graad mogelijk is.

9. Buisdeel volgens conclusie 1-7, met het kenmerk, dat de kopse zijde van een spie-eind afgeschuind is.

10. Buisdeel volgens conclusie 1-7, met het kenmerk, dat het buisdeel uit vezelversterkte thermoplastische kunststof bestaat.

11. Buisleiding voorzien van een inwendige bekleding bestaande uit met elkaar door een mof verbinding verbonden buisdelen, met het kenmerk, dat het buisdeel een buisdeel volgens conclusie 1-10 is.

12. Buisleiding volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de buisleiding uit beton of asbest cement bestaat.

13. Buisleiding voorzien van een inwendige bekleding bestaande uit met elkaar door een mof verbinding verbonden buisdelen, met het kenmerk. dat elk buisdeel aan elk einde een spie-einde (8a, 8b) draagt en de spie-einden (8a, 8b) van twee naburige buizen afdichtend samenwerken met een mof (7).

14. Buisleiding volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de kopse einden (3a, 3b) van spie-einden (8a, 8b) door de mof (7) op afstand van elkaar gehouden worden.