NL9001575A - Werkwijze voor het, met behulp van microgolven, drogen van materialen. - Google Patents

Description

Jan Drok Wilfried Josephus Johannes Kouijzer

EINDHOVEN EINDHOVEN

Werkwijze voor het, met behulp van microgolven, drogen van materialen

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het, met behulp van microgolven, drogen van materialen.

Een dergelijke werkwijze is van algemene bekendheid, en wordt toegepast bij bijvoorbeeld het drogen van textiele vezels of papier.

De toepassingsmogelijkheden van een dergelijke werkwijze zijn evenwel beperkt tot bepaalde technische gebieden.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een werkwijze te verschaffen welke ruimere toepassingsmogelijkheden biedt en welke geschikt is voor toepassing in een fotografisch ont-wikkelproces, alsmede om een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze te verschaffen, welke weinig ruimte inneemt en op zuinige wijze elektrische energie omzet in thermische energie.

Daartoe is de werkwijze overeenkomstig de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het materiaal fotografische emulsies bevat, en dat het materiaal met de fotografische emulsies door de microgolven wordt gedroogd.

Het is in de fotografische industrie bij een fotografisch ontwikkelproces gebruikelijk om na het ontwikkelen bij het drogen van materialen met fotografische emulsies gebruik te maken van drooginrichtingen, die zijn voorzien van klassieke warmtebronnen, zoals gloeispiralen. Dergelijke drooginrichtingen dienen dan geruime tijd voordat deze gebruikt kunnen worden voor het drogen voorverwarmd te worden. Dit kost na het inschakelen van de drooginrichting extra geld, omdat bij het voorverwarmen elektriciteit wordt verbruikt, dat niet aan het drogen van het materiaal ten goede komt. In de verregaand geautomatiseerde foto-ontwikkelprocessen is de aan- voer van de te drogen materialen, voorzien van fotografische emulsies, onregelmatig, hetgeen het ingeschakeld houden van de klassieke drooginrichting noodzakelijk maakt, teneinde het automatische ontwikkelproces niet te stagneren ten behoeve van het opwarmen van de drooginrichting. De ruimte waarin de automatische ontwikkelapparatuur staat opgesteld wordt bij toepassing van de klassieke werkwijze indirect voordurend verwarmd en maakt dergelijke ruimten bepaald onbehaaglijk, zelfs indien een additionele klimaatregelinrichting, zoals een airconditioning wordt toegepast.

De werkwijze overeenkomstig de uitvinding, die op eenvoudige wijze onderdeel kan uitmaken van praktisch alle foto-ontwikkelprocessen, beperkt de verlieswarmte tijdens het drogen van de materialen met fotografische emulsies tot een minimum.

De werkwijze overeenkomstig de uitvinding kan in principe in combinatie met alle in de fotografische industrie toegepaste ontwikkelprocessen worden toegepast, ongeacht of deze . worden toegepast in doorloop-, leader-, hanger- of stand alone droogkasten.

In een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt het te drogen materiaal gevormd door een op een drager aangebrachte fotografische emulsie.

Het voordeel van deze werkwijze overeenkomstig de uitvinding is dat deze ook geschikt is voor het drogen van fotografische emulsie-gietingen. Deze gietingen worden toegepast bij het vervaardigen van fotografische materialen welke bestaan uit een drager waarop een fotogevoelige laag wordt gegoten.

In het bijzonder bevat de drager papier, hetgeen het meest als drager voor fotografische emulsies wordt toegepast. De werkwijze overeenkomstig de uitvinding is voorts geschikt voor papieren dragers welke zijn voorzien van een kunststof coating, als ook voor een kunststof drager.

Alle soorten denkbare fotografische materialen zijn toepasbaar in de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Te denken valt daarbij aan kleur- en zwart-wit-, negatief-, diapositief-, grafische- of röntgenfilms.

De inrichting overeenkomstig de uitvinding voor het uitvoeren van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding, welke zeer weinig elektrische energie nodig heeft voor een efficiënte droging, bezit het kenmerk dat de inrichting met een microgolfbron gekoppelde elektronische detectiemiddelen bevat, die bij het passeren van het materiaal met de fotografische emulsies aanspreken en de op een droogruimte aangesloten microgolfbron inschakelen, waarna het materiaal door de droogruimte wordt geleid en de microgolfbron na het drogen uitschakelt.

De inrichting overeenkomstig de uitvinding welke eventueel in serie geschakelde trilholten bezit, is bij voorkeur zodanig ingericht dat het aan achtereenvolgende trilholten toegevoerde elektrische vermogen verschilt en het te drogen materiaal bij het achtereenvolgens doorlopen van de verschillende trilholten aan microgolfstraling met een optimale energie-dichtheid wordt onderworpen.

Het voordeel van de inrichting overeenkomstig de uitvinding is, dat een gelijkmatige en efficiënte droging van het materiaal plaatsvindt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuur, welke een microgolf-drooginrichting overeenkomstig de uitvinding toont voor het toelichten van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

In figuur 1 is schematisch een droogruimte in de vorm van seriegeschakelde trilholten 1 weergegeven, welke door middel van niet-weergegeven microgolf-bronnen wordt aangestoten. De microgolf-bron kan bijvoorbeeld omvatten een magnetron, een klystron, een zendbuis of een andersoortige microgolf-stra-ling voortbrengende elektronische inrichting.

In de weergegeven trilholten 1 zijn mechanische middelen in de vorm van geleidevingers 2 en paren rollen 3 aangebracht, die het via openingen 4 toe respectievelijk af te voeren, te drogen materiaal, geleiden en door de trilholten 1 laten bewegen in de richting van de pijlen.

De openingen 4# die zullen zijn uitgevoerd als sleuven, zijn zodanig geconstrueerd dat de hoeveelheid microgolf-straling, welke bij het bedrijven van de trilholte 1 naar buiten treedt minimaal is. Dit is onder andere van belang in verband met de veiligheid van het bedienend personeel dat aan zo weinig mogelijk microgolf-straling bloot dient te worden gesteld.

Aan de ingangszijde zijn nabij de opening 4 elektronische detectiemiddelen 5, uitgevoerd met een fotocel en een fotode-tector, opgesteld, die de achtereenvolgende microgolfbronnen, eventueel afzonderlijk, inschakelen dan wel met vertraging uitschakelen.

De mechanische middelen 2, 3 kunnen, op niet weergegeven wijze, zodanig zijn gepositioneerd, dat het materiaal zig-zagsgewijze de droogruimte doorloopt. Hierdoor is de vulling van de trilholten sterk verbeterd en wordt de droogcapaciteit van de trilholten optimaal benut.

Parallel aan de seriegeschakelde trilholten 1 kunnen, niet weergegeven, verdere seriegeschakelde trilholten worden geschakeld. Bij toepassing van parallele trilholten zullen parallele stroken te drogen materiaal kunnen worden verwerkt waardoor de opbrengst sterk verhoogd wordt. Bij toepassing van parallele microgolfbronnen neemt de werkzame breedte van het in te voeren materiaal toe. Indien dan echter smallere stroken worden ingevoerd, wordt dit door de detectiemiddelen 5 gedetekteerd, zodat de niet benutte parallele bronnen niet ingeschakeld worden. Met de flexibele opgebouwde inrichting wordt dan bovendien niet effectief voor het droogproces benutte energie bespaard.

Alle gangbare soorten fotografische materialen kunnen aan de werkwijze worden onderworpen.

Voor de vakman op basis van de gegeven toelichting voor de hand liggende varianten worden geacht binnen de beschermings-omvang van de navolgende conclusies te zijn gelegen.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het, met behulp van microgolven, drogen van materialen, met het kenmerk dat het materiaal fotografische emulsies bevat, en dat het materiaal met de fotografische emulsies door de microgolven wordt gedroogd.

2. Werkwijze volgens een van de conclusie 1 met het kenmerk dat het materiaal een op een drager aangebracht fotografische emulsie bevat.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de drager papier en/of kunststof bevat.

4. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de drager papier met een kunststof coating bevat.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het materiaal met de fotografische emulsies is gekozen uit de groep van negatief-, diapositief-, grafische- of röntgenfilms.

6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting met een microgolfbron gekoppelde elektronische detectiemiddelen bevat, die bij het passeren van het materiaal met de fotografische emulsies aanspreken en de op een droogruimte aangesloten microgolfbron inschakelen, waarna het materiaal door de droogruimte wordt geleid en de microgolfbron na het drogen uitschakelt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de droogruimte wordt gevormd door in serie geschakelde trilholten.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de droogruimte wordt gevormd door parallel geschakelde trilholten waardoorheen de maximaal te verwerken breedte dan wel afzonderlijke parallele stroken materiaal worden geleid.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij het aan de achtereenvolgende in serie geschakelde trilholten toegevoerde elektrisch vermogen toeneemt en is bepaald in afhankelijkheid van de gewenste mate van droging bij het doorlopen van een betreffende trilholte.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 6 tot en met 9, met het kenmerk dat in de droogruimte mechanische middelen zijn opgenomen voor het geleiden van het materiaal met de fotografische emulsies.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de mechanische middelen zodanig in de droogruimte zijn aangebracht dat het te drogen materiaal zig-zagsgewijs de droogruimte kan doorlopen. Eindhoven, 1 juni 1990