NL9001562A

NL9001562A - MEASURING AND CONTROL VALVE.

Info

Publication number: NL9001562A
Application number: NL9001562A
Authority: NL
Original assignee: Keystone Int
Priority date: 1990-07-09
Filing date: 1990-07-09
Publication date: 1992-02-03
Also published as: CA2086593C; BR9106623A; KR0153507B1; WO1992001185A1; CA2086593A1; EP0540589A1; JPH05508211A; EP0540589A4; AU8235691A; AU660622B2

Description

Meet- en regelafsluiter»Measuring and control valve »

De uitvinding heeft betrekking op een meet- en regelafsluiter die in het bijzonder bestemd is voor gebruik in een verwarmingssysteem van een groot gebouw, voorzien van een voor de eigenlijke afsluiter gelegen meetflens met twee aansluitingen voor drukmeetinrichtingen, welke afsluiter met behulp van een bedie-ningsorgaan in dichte en open standen en tussengelegen standen kan worden gezet.The invention relates to a measuring and control valve which is particularly intended for use in a heating system of a large building, provided with a measuring flange with two connections for pressure measuring devices located in front of the actual valve, which valve is operated with the aid of an actuator can be put in closed and open positions and intermediate positions.

Bekende meet- en regelafsluiters van dit type zijn gewoonlijk voorzien van een plug waarvan de hartlijn een hoek van circa 60° met de stroomrichting maakt en derhalve vrij lang zijn, zoals 370 mm voor een doorgang van 100 mm. De plug wordt dan via een spindel en een knop van de open naar de dichte stand gedraaid en omgekeerd. Het inregelen van een dergelijk systeem komt neer op het in evenwicht brengen van alle weerstanden in de verschillende strengen, zodanig dat in iedere streng de minimaal benodigde doorstroming gehaald wordt.Known measuring and control valves of this type are usually provided with a plug whose centerline makes an angle of approximately 60 ° with the flow direction and is therefore quite long, such as 370 mm for a passage of 100 mm. The plug is then turned from the open to the closed position via a spindle and a knob and vice versa. Adjusting such a system boils down to balancing all resistances in the different strands, such that the minimum required flow is achieved in each strand.

Bij grotere gebouwen is vaak sprake van hoofdstrengen die ieder weer meerdere zijstrengen kunnen hebben. In dat geval wordt trapsgewijze ingeregeld, dat wil zeggen eerst de zijstrengen en dan de hoofdstrengen en dan de totale hoeveelheid met de pomp.Larger buildings often have main strands, each of which can have several side strands. In that case, the adjustment is stepped, that is, first the side strands and then the main strands and then the total amount with the pump.

Meet- en regeleenheden met als basis een vlinder-klep, zijn minder serieus genomen dan andere, zogenaamd beter regelende principes zoals plugafsluiters. De combinatie meetflens en vlinderklep werd geacht een slechte meet- en regelkarakteristiek te geven, dat wil zeggen lage meetnauwkeurigheid, klein regelbereik en slecht fijn doseerbaar door het karakter van de vlinderklep die bij gedeeltelijk open standen een asymmetrische drukopbouw heeft en door de korte bouwlengte te dicht op de meetflens zit om nauwkeurige metingen bij de meetflens mogelijk te maken.Measuring and control units based on a butterfly valve have been taken less seriously than other supposedly better regulating principles such as plug valves. The combination of measuring flange and butterfly valve was supposed to give a poor measuring and control characteristic, i.e. low measuring accuracy, small control range and poor fine dosing due to the character of the butterfly valve which has an asymmetrical pressure build-up in partially open positions and due to the short construction length on the measuring flange to allow accurate measurements at the measuring flange.

Toch hebben de bekende meet- en regelafsluiters meerdere nadelen die min of meer gemakkelijk zouden kunnen worden opgeheven indien toch een vlinderklep zou worden gebruikt. Bij deze nadelen gaat het er vooral om, dat bij de bekende afsluiters zeer nauwkeurig moet worden gewerkt om de juiste regelinstelling vast te houden, dat alle informatie die van belang is voor het inregelen, van tabellen moet worden afgelezen, en dat eigenlijk alleen maar efficiënt kan worden ingeregeld indien daarbij twee personen betrokken zijn.However, the known measuring and control valves have several drawbacks that could be more or less easily eliminated if a butterfly valve were nevertheless used. The main drawbacks of these drawbacks are that the known valves have to be very precise in order to maintain the correct control setting, that all information that is important for balancing must be read from tables, and that in fact only efficiently can be adjusted if two people are involved.

Verrassenderwijs is nu gebleken, dat een vlinderklep voor het hierboven genoemde doel toch zeer goede resultaten oplevert indien de afstand tussen de afsluiter en de meetflens minimaal 0,6 x de nominale doorgang bedraagt, en dat op die afsluiter een regeldoos is aangebracht die voorzien is van een instelbare aanslag die in aanraking kan komen met een nok van een op de vlin-derklepas aangebrachte en van een wijzer voorziene bus van het be-dieningsorgaan om de maximale openingshoek van de vlinderklep op nauwkeurig reproduceerbare wijze te beperken.Surprisingly, it has now been found that a butterfly valve for the above-mentioned purpose nevertheless produces very good results if the distance between the valve and the measuring flange is at least 0.6 x the nominal passage, and that a control box is provided on that valve, provided with an adjustable stop that can contact a cam of a control valve mounted and pointered bushing on the butterfly valve to limit the maximum opening angle of the butterfly valve in an accurately reproducible manner.

Bij een nominale doorgang van 100 mm bedraagt de bedoelde afstand derhalve ongeveer 60 mm, hetgeen een buitenwerkse lengte geeft van ongeveer 120 mm. Dat is ongeveer 250 mm korter dan bij de vergelijkbare meet- en regelafsluiter van het plugtype.At a nominal passage of 100 mm, the intended distance is therefore approximately 60 mm, which gives an outer length of approximately 120 mm. That is approximately 250 mm shorter than with the comparable measuring and control valve of the plug type.

De maximale openingsshoek van de vlinderklep is bij voorkeur instelbaar in het gebied tussen ongeveer 75° en 20°, waarbij de 0° stand als de dichte stand geldt, in welk gebied de uitgevonden meet- en regelafsluiter een uitstekend lineaire regelkarak-teristiek heeft in vergelijking tot bekende meet- en regelafsluiter s van het plugtype.The maximum opening angle of the butterfly valve is preferably adjustable in the range between about 75 ° and 20 °, with the 0 ° position as the closed position, in which range the invented measuring and control valve has an excellent linear control characteristic in comparison to known measuring and control valves of the plug type.

Bij vlinderkleppen is het vrij gebruikelijk dat zijn hoekstand van buitenaf kan worden waargenomen. Bij de uitgevonden meet- en regelafsluiter is het uiteraard gewenst dat ook de ingestelde stand van de aanslag van buitenaf zichtbaar is· Een mogelijkheid om de aanslag in te stellen bestaat uit de maatregelen, dat de aanslag is voorzien van een horizontale schroefboring, en dat in tegenovergelegen zijwanden van een kap van de regeldoos een door die schroefboring gaande schroef is ondersteund om de aanslag tijdens het instellen van de maximale openingshoek rechtlijnig door een groef in de bodem van de regeldoos te laten bewegen. De waarneming van de stand van de aanslag van buitenaf kan worden verkregen door de maatregelen, dat de aanslag aan de naar de klepas gekeerde zijde is voorzien van een inham voor een pen van een grensplaat die onder de kap van de regeldoos draaibaar is aangebracht om een grensplaatas die in het verlengde ligt van de vlinderklepas. Bij een dergelijk ontwerp is het doelmatig, dat de wijzer op een zodanige hoogte op de bus van het bedieningsorgaan is aangebracht dat hij zich kan bewegen in een ruimte van de kap van de regeldoos die aan de onderzijde is begrensd door het bovenvlak van een schaalverdeling die is aangebracht op een schot dat aan zijn onderzijde de aanslag geleidt, en aan de bovenzijde door het ondervlak van de grensplaat.With butterfly valves it is quite common that its angular position can be observed from the outside. With the invented measuring and control valve, it is of course desirable that the adjusted position of the stop is also visible from the outside. · A possibility to set the stop consists of the measures, that the stop is provided with a horizontal screw bore, and that in opposite side walls of a control box cover a screw passing through said screw bore is supported to move the stop rectilinearly through a groove in the bottom of the control box while setting the maximum opening angle. The observation of the position of the stop from the outside can be obtained by the measures that the stop on the side facing the valve axis is provided with an inlet for a pin of a limit plate which is rotatably mounted under the cover of the control box to provide a boundary plate axis that is an extension of the butterfly valve shaft. In such a design, it is expedient for the pointer to be mounted on the actuator sleeve at such a height that it can move in a space of the control box cover which is bounded at the bottom by the top surface of a graduated scale. is mounted on a partition that guides the stop on its underside and on the top by the bottom surface of the boundary plate.

De bus van het bedieningsorgaan kan aan de van de wijzer afgekeerde zijde overgaan in een cirkelsegmentvormige plaat met cirkelsegmentvormige groef waardoorheen zich een door een gat in de regeldooskap gestoken en in de regeldoosbodem geschroefde borgschroef uitstrekt.The sleeve of the actuator may transition on the side facing away from the pointer into a circular segment-shaped plate with a circular segment-shaped groove through which extends a retaining screw screwed through a hole in the control box cover and into the control box bottom.

Om het gebruik van losse tabellen te vermijden zijn op de regeldooskap nummerieke gegevens vermeld omtrent de klep en de meetflens.To avoid the use of loose tables, numerical data on the valve and the measuring flange are stated on the control box cover.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van de meet- en regelafsluiter, fig. 2 een gedeeltelijk axiaal doorgesneden langs-aanzicht van fig. 1, fig. 3 een achteraanzicht van fig. 1 dat onder de hartlijn een doorsnede toont ter plaatse van de meetflens, fig. 4 op grotere schaal een doorsnede van de regeldoos volgens de lijn IV-IV van fig. 2, en fig. 5 een voorbeeld van de tabellen op de regel- doos.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows by way of example an embodiment of a device according to the invention. In the drawing: Fig. 1 shows a perspective view of the measuring and control valve, Fig. 2 shows a partial axial sectioned longitudinal view of Fig. 1, Fig. 3 shows a rear view of Fig. 1, which shows a section below the center line for At the location of the measuring flange, Fig. 4 is a larger-scale section of the control box along the line IV-IV of Fig. 2, and Fig. 5 is an example of the tables on the control box.

De in fig. 1 weergegeven inrichting bestaat in hoofdzaak uit een vlinderklephuis 1, een in stroomrichting voor het vlinderklephuis 1 gelegen meetflenshuis 2, een boven het vlinderklephuis 1 gelegen regeldoos 3/ en een bedieningsorgaan 4 dat staat in de stand waarin de vlinderklep 5 dicht is, hetgeen de nul graden stand van die klep wordt genoemd.The device shown in fig. 1 mainly consists of a butterfly valve housing 1, a measuring flange 2 located in the flow direction in front of the butterfly valve housing 1, a control box 3 / located above the butterfly valve housing 1 and an operating member 4 which is in the position in which the butterfly valve 5 is closed which is called the zero degree position of that valve.

De nominale doorgang van een meet- en regelafslui-ter wordt gedefinieerd als een diameter van een bepaalde orde van grootte waarin wel sprake kan zijn van enige coniciteit, maar waarin uiteraard geen trappen voorkomen. De voor de uitvinding van enig belang zijnde minimale afstand ter waarde van 0,6 x de nominale doorgang is in fig. 2 aangeduid met A.The nominal passage of a measuring and control valve is defined as a diameter of a certain order of magnitude in which there may be some conicity, but in which of course no steps occur. The minimum distance of 0.6 x the nominal passage which is of importance for the invention is indicated by A in Fig. 2.

Het vlinderklephuis 1 en het meetflenshuis 2 zijn beide voorzien van vier oren 6, zodat zij met behulp van schroeven 7 en moeren 8 aan elkaar kunnen worden bevestigd. In de oren 6 van het vlinderklephuis 1 zijn relatief grote gaten 9 aangebracht voor het laten passeren van (niet weergegeven) verbindingsmiddelen, zoals trekankers met behulp waarvan het geheel van vlinderklephuis 1 en meetflenshuis 2 kan worden geklemd tussen de pijpflenzen 10, 11 (fig. 2) van het verwarmingssysteem. Uit fig. 3 blijkt, dat het in totaal om acht trekankers gaat. Zowel het vlinderklephuis 1 als het meetflenshuis 2 zijn inwendig voorzien van een rubber bekleding 12 resp. 13.The butterfly valve housing 1 and the measuring flange 2 are both provided with four ears 6, so that they can be fastened together by means of screws 7 and nuts 8. Relatively large holes 9 are provided in the ears 6 of the butterfly valve housing 1 for passing connecting means (not shown), such as tension anchors, by means of which the whole of butterfly valve housing 1 and measuring flange 2 can be clamped between the pipe flanges 10, 11 (fig. 2) of the heating system. Fig. 3 shows that this concerns a total of eight tension anchors. Both the butterfly valve housing 1 and the measuring flange 2 are internally provided with a rubber coating 12 and 12 respectively. 13.

Tussen de onder- en bovengelegen orenparen 6 van het vlinderklephuis 1 zijn op bekende wijze stompen 14 aangebracht waarin de assen van de vlinderklep 5 kunnen draaien. In de tekeningen is slechts de bovenste vlinderklepas 15 zichtbaar in de figuren 2 en 4. De bovenste stomp 14 van het vlinderklephuis 1 is voorzien van een flens 16 (fig. 2 en 3) waaraan door schroefverbindingen 17 de regeldoos 3 is bevestigd.Stubs 14 in which the shafts of the butterfly valve 5 can rotate are arranged between the lower and upper ear pairs 6 of the butterfly valve housing 1 in a known manner. In the drawings, only the upper butterfly valve shaft 15 is visible in figures 2 and 4. The upper stub 14 of the butterfly valve housing 1 is provided with a flange 16 (figures 2 and 3) to which the control box 3 is fixed by screw connections 17.

In de bekleding 13 van het meetflenshuis 2 is een ring 18 aangebracht die op bekende wijze is aangesloten op een ho-gedruknippel 19 en een lagedruknippel 20. Deze nippels 19 en 20 zijn via slangetjes 21 verbonden met manome ter aansluitingen 22 op een afgeknikte steunplaat 23 die onder de flens 16 van de bovenste stomp 14 van het vlinderklephuis 1 is aangebracht. Als geen ver-schildruk manometer aanwezig is, zoals in het weergegeven geval/ dan zijn de aansluitingen 22 afgedicht met pluggen 24.A ring 18 is provided in the lining 13 of the measuring flange 2, which is connected in known manner to a high-pressure nipple 19 and a low-pressure nipple 20. These nipples 19 and 20 are connected via hoses 21 to manometer connections 22 on a kinked support plate 23 which is arranged under the flange 16 of the upper stub 14 of the butterfly valve housing 1. If no differential pressure gauge is present, as in the case shown, then the connections 22 are sealed with plugs 24.

De voor de uitvinding van bijzonder belang zijnde regeldoos 3 bestaat uit een bodem 25 waarin een rechte groef 53 is aangebracht voor het geleiden van een aanslag 26, en een van een afleesspleet 27 voorziene kap 28 met achterwand 29, twee zijwanden 30 en 31, en een voorwand 32. De zijwand 30 en de voorwand 32 laten een spleet vrij om het bedieningsorgaan 4 over een hoek van 75° (danwel over 90° als men de aanslag 26 zou demonteren) heen en weer te kunnen laten bewegen. Uit de achterwand 29 steekt in binnenwaartse richting van de regeldoos 3 een schot 33 dat aan de onderzijde de aanslag 26 geleidt en waarop aan de bovenzijde een ronde schaalverdeling 34 van 0° tot 90° is aangebracht.The control box 3, which is of particular importance for the invention, consists of a bottom 25 in which a straight groove 53 is arranged for guiding a stop 26, and a cap 28 provided with a reading gap 27 with rear wall 29, two side walls 30 and 31, and a front wall 32. The side wall 30 and the front wall 32 leave a gap to allow the operating member 4 to move back and forth through an angle of 75 ° (or over 90 ° if one would dismantle the stop 26). A bulkhead 33 protrudes inwardly from the rear wall 29 of the control box 3, which guides the stop 26 at the bottom and on which a round scale 34 from 0 ° to 90 ° is arranged at the top.

De aanslag 26 is voorzien van een horizontale schroefboring 35 voor een schroef 36 die draaibaar is ondersteund in de zijwanden 30 en 31 van de regeldoos 3 doch axiaal is opgesloten. De schroef 36 is aan een van buitenaf bereikbaar einde voorzien van een inbusgat 37, zodat de schroef 36 met een (niet weergegeven) inbussleutel kan worden gedraaid om de aanslag 26 door de groef 53 in de bodem 25 van de regeldoos 3 te verplaatsen.The stop 26 is provided with a horizontal screw bore 35 for a screw 36 which is rotatably supported in the side walls 30 and 31 of the control box 3 but is axially enclosed. The screw 36 is provided at an externally accessible end with an Allen hole 37, so that the screw 36 can be turned with an Allen key (not shown) to move the stop 26 through the groove 53 in the bottom 25 of the control box 3.

De lengte van de groef 53 is zodanig dat de aanslag 26 bij een openingshoek van ongeveer 20° wordt belet om verder te worden bewogen voordat de schroefboring 35 zich klemloopt tegen het van schroefdraad voorziene gedeelte van de schroef 36. Het is derhalve onmogelijk om de vlinderklep 5 met behulp van de aanslag 26 geheel te sluiten. Het regelbereik is met zijn begrenzingen tussen ongeveer 75° en 20° groter en vooral beter lineair dan bij afsluiters van het gebruikelijke plugtype.The length of the groove 53 is such that the stop 26 at an opening angle of about 20 ° is prevented from moving further before the screw bore 35 catches against the threaded portion of the screw 36. It is therefore impossible to open the butterfly valve 5 can be closed completely by means of the stop 26. The control range with its limits between approximately 75 ° and 20 ° is wider and, above all, better linear than with valves of the usual plug type.

De aanslag 26 is aan de naar de vlinderklepas 15 gekeerde zijde voorzien van een inham 38 voor een pen 39 van een grensplaat 40 die om een verticale as 41 draaibaar onder de kap 28 van de regeldoos 3 is aangebracht. Aangezien deze grensplaat 40 in fig. 4 boven het doorsnedevlak ligt, is hij daar met streeppuntlij- nen getekend. De verticale of grensplaatas 41 ligt in het verlengde van de vlinderklepas 15. De grensplaat 40 wordt derhalve bij het rechtlijnig bewegen van de aanslag 26 daardoor meegenomen en dekt dan een min of meer groot hoekgebied grenzend aan de maximaal open 70° stand af. De vlinderklep 5 kan dan op de hieronder te beschrijven wijze niet in dat gebied komen en uit de stand van de grensplaat 40 blijkt ook duidelijk om welk gebied dat gaat; zeker als die grensplaat in een opvallende kleur/ zoals rood is geschilderd.The stop 26 is provided on the side facing the butterfly valve shaft 15 with an inlet 38 for a pin 39 of a boundary plate 40 which is rotatable about a vertical axis 41 under the cap 28 of the control box 3. Since this boundary plate 40 in Fig. 4 is above the cross-sectional plane, it is drawn there with dashed lines. The vertical or boundary plate axis 41 is in line with the butterfly valve shaft 15. The boundary plate 40 is therefore entrained during the rectilinear movement of the stop 26 and then covers a more or less large angular area adjacent to the maximum open 70 ° position. The butterfly valve 5 cannot then enter that area in the manner to be described below, and the position of the boundary plate 40 also clearly shows which area it concerns; especially if that boundary plate is painted in a striking color / such as red.

Het bedieningsorgaan 4 bestaat in de weergegeven uitvoeringsvorm uit een op een fietsstuur gelijkende hendel 42 die verbonden is met een bus 43 die door een gat in de bodem 25 van de regeldoos 3 met de vlinderklepas 15 is verbonden. Uit fig. 4 blijkt, dat deze verbinding bestaat uit een zogenaamd dubbel-D-pro-fiel. De bus 43 bezit een nok 44 (fig. 4) die bij het sluiten van de klep 5 tegen de aanslag 26 loopt. Op een hoogte die in fig. 2 ligt tussen de schaalverdeling 34 en de grensplaat 40 steekt uit de bus 43 een wijzer 45. Ook deze is in fig. 4 met streeppuntlijnen getekend, omdat hij boven het doorsnedevlak ligt. Het spreekt hierbij vanzelf, dat de onderlinge posities van de nok 44 en de wijzer 45 zodanig zijn gekozen dat de wijzer niet in het door de grensplaat 40 afgedekte gebied van de schaalverdeling 34 kan komen.In the shown embodiment, the operating member 4 consists of a handle 42 resembling a bicycle handlebar, which is connected to a bush 43 which is connected to the butterfly valve shaft 15 through a hole in the bottom 25 of the control box 3. It can be seen from Fig. 4 that this connection consists of a so-called double-D-profile. The sleeve 43 has a cam 44 (fig. 4) which runs against the stop 26 when the valve 5 is closed. At a height in fig. 2 between the scale 34 and the boundary plate 40 a pointer 45 protrudes from the sleeve 43. This too is drawn in dashed lines in fig. 4, because it lies above the cross-sectional plane. It goes without saying that the mutual positions of the cam 44 and the pointer 45 are chosen such that the pointer cannot enter the area of the scale 34 covered by the boundary plate 40.

De bodem 25 en de kap 28 van de regeldoos 3 zijn met elkaar verbonden door drie inbusbouten 46.The bottom 25 and the cover 28 of the control box 3 are connected to each other by three Allen screws 46.

De bus 43 is aan de van de wijzer 45 afgekeerde zijde voorzien van een cirkelsegmentvormige plaat 47 met eveneens cirkelsegmentvormige groef 48 waardoorheen een door een gat 49 in de kap 28 gestoken en in de bodem 25 geschroefde borgschroef 50 kan bewegen. De cirkelsegmentvormige groef 48 bepaalt zowel de dichte of 0° stand als de volledig open of 90° stand van de vlinderklep 5, tenzij die laatste stand door de aanslag 26 is beperkt. Door de borgschroef 50 met behulp van een knop 51 aan te halen kan het bedieningsorgaan 4 in een bepaalde stand worden vastgezet.The sleeve 43 is provided on the side facing away from the pointer 45 with a circle segment-shaped plate 47 with also a circle segment-shaped groove 48 through which a locking screw 50 screwed through a hole 49 and screwed into the bottom 25 can move. The circular segmental groove 48 determines both the closed or 0 ° position and the fully open or 90 ° position of the butterfly valve 5, unless the latter position is limited by the stop 26. By tightening the locking screw 50 with the aid of a knob 51, the operating member 4 can be locked in a specific position.

Op de kap 28 van de regeldoos 3 zijn tabellen 52 aangebracht, zoals in fig. 5 weergegeven voor een leiding met een doorgang van 100 mm. Opgemerkt wordt, dat "valve" staat voor klep en "orifice" voor meetflens. En dat verder cl = openingshoek ζ = weerstandsfactor Φ = vloeistofhoeveelheid in liters per seconde ΔΡ = drukverschilfactor in kPa.Tables 52 are provided on the cap 28 of the control box 3, as shown in Fig. 5 for a pipe with a passage of 100 mm. It is noted that "valve" stands for valve and "orifice" for measuring flange. And that further cl = opening angle ζ = resistance factor Φ = liquid quantity in liters per second ΔΡ = differential pressure factor in kPa.

Men hoeft dus geen grafiek(en) bij de hand te hebben.It is therefore not necessary to have a graph (s) at hand.

In gebied voorbij 70° zijn in fig. 5 geen getallen af te lezen om aan te geven dat tenminste het gebied voorbij 70° a 75° door de grensplaat 40 is afgedekt·In area beyond 70 ° no figures can be read in fig. 5 to indicate that at least the area beyond 70 ° to 75 ° is covered by the boundary plate 40

Met de uitgevonden meet- en regelafsluiter kan als volgt worden gewerkt: indien een verwarmingssysteem bestaat uit meerdere strengen die afzonderlijk moeten worden gemeten en geregeld, wordt tijdens de ontwerpfase reeds de vloeistofhoeveelheid Φ berekend die per streng nodig is in relatie tot de totale benodigde verwarmings-capaciteit, alsmede in relatie tot enerzijds de weerstanden en warmteverliezen in pijpen, afsluiters, bochten, opvoerhoogten en dergelijke, en anderzijds de in te stellen kiepstanden. Als de installatie van het systeem voltooid is, verloopt de regelprocedure verder als volgt: - de meet- en regelafsluiters worden op de berekende en per streng verschillende stand gezet door de aanslag 26 met behulp van de schroef 36 met inbusgat 37 in de gewenste positie te draaien en de vlinderklep 5 tegen deze aanslag te fixeren met de knop 51, - de verschildruk manometer wordt aangesloten en het drukverschil wordt afgelezen en vergeleken met de gewenste Q-waarde van de tabel 52 op de regeldoos 3. Moet bijgesteld worden, dan wordt de knop 51 los gedraaid en wordt de schroef 36 langzaam in de gewenste richting gedraaid totdat het drukverschil van de manometer overeenkomt met de berekende Q, - als deze fijnregelprocedure is afgesloten, wordt de afsluiter weer vastgezet met de knop 51, - vervolgens worden de andere meet- en regelafsluiters van de overige strengen op identieke wijze afgesteld.The invented measuring and control valve can be operated as follows: if a heating system consists of several strands that must be measured and controlled separately, during the design phase the amount of liquid Φ that is needed per strand is already calculated in relation to the total heating required capacity, as well as in relation to the resistances and heat losses in pipes, valves, bends, delivery heights and the like, on the one hand, and the tilting positions to be set on the other. When the installation of the system is complete, the control procedure continues as follows: - The measuring and control valves are set to the calculated and different strand by setting the stop 26 with the screw 36 with Allen hole 37 in the desired position. turn and fix the butterfly valve 5 against this stop with the knob 51, - the differential pressure manometer is connected and the differential pressure is read and compared with the desired Q value from table 52 on the control box 3. If necessary, adjust the knob 51 loosened and screw 36 is slowly turned in the desired direction until the pressure difference of the pressure gauge corresponds to the calculated Q, - when this fine adjustment procedure has been completed, the valve is locked again with knob 51, - then the other measurements are - and control valves of the other strands adjusted in an identical manner.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan degene die in de tekening is weergegeven, waarbij met name wordt gedacht aan de procestechniek.Also within the scope of the claims are other embodiments than the one shown in the drawing, in particular process technology being considered.

Claims

1. Measuring and control valve which is particularly intended for use in a heating system of a large building, provided with a measuring flange located in front of the actual nominal passage, with two connections for pressure measuring devices, which valve is operated by means of a control valve. can be set in closed and open positions and intermediate positions, characterized in that the distance (A) between the valve and the measuring flange is at least 0.6 x the nominal passage, and that the actual valve is a butterfly valve on which a control box (3) provided with an adjustable stop (26) which can come into contact with a cam (44) of an actuator bush (43) mounted on the valve shaft (15) and provided with a pointer (45) (4) to limit the maximum opening angle of the butterfly valve (5) in an accurately reproducible manner.

Valve according to claim 1, characterized in that the maximum opening angle of the butterfly valve (5) is adjustable between approximately 75 ° and 20 °, the 0 ° position being the closed position.

Valve according to claim 1 or 2, characterized in that the angular positions of the butterfly valve (5) and the stop (26) on the control box (3) are visible.

Valve according to any one of the preceding claims, characterized in that the stop (26) is provided with a horizontal screw bore (35), and that in opposite side walls (30, 31) of a cap (28) of the control box (3) ) a screw (36) passing through said screw bore is supported to move the stop (26) rectilinearly through a groove (53) in the bottom (25) of the control box (3) during the setting of the maximum opening angle.

Valve according to claim 4, characterized in that the stop (26) on the side facing the butterfly valve shaft (15) is provided with an inlet (38) for a pin (39) of a limit plate (40) which is rotatably mounted under the cover (28) of the control box (3) about a boundary plate axis (41) which is in line with the butterfly valve shaft (15).

Valve according to claim 4 or 5 / characterized in that the pointer (45) is arranged at a height on the sleeve (43) of the operating member (4) so that it can move in a space of the cap (28). ) of the control box (3) bounded at the bottom by the top surface of a scale (34) mounted on a partition (33) which guides the stop (26) at its bottom and at the top by the bottom surface of the boundary plate (40).

Valve according to any one of claims 4-6, characterized in that the sleeve (43) of the actuator (4) on the side remote from the pointer (45) changes into a circular segment-shaped plate (47) with a circular segment-shaped groove (48 ) through which a retaining screw (50) screwed through a hole (49) into the control box cover (28) and into the control box bottom (25) extends.

Valve according to any one of the preceding claims, characterized in that numerical data (52) concerning the valve and the measuring flange are stated on the control box cover (28).

9. Measuring and control valve as shown in the drawing and / or discussed on the basis thereof.