NL9001479A - Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. - Google Patents

Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. Download PDF

Info

Publication number
NL9001479A
NL9001479A NL9001479A NL9001479A NL9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gutter
edge
roof
shaped element
rim
Prior art date
Application number
NL9001479A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Laurens Maria Hendrikus Schimm
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Laurens Maria Hendrikus Schimm filed Critical Laurens Maria Hendrikus Schimm
Priority to NL9001479A priority Critical patent/NL9001479A/nl
Publication of NL9001479A publication Critical patent/NL9001479A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/076Devices or arrangements for removing snow, ice or debris from gutters or for preventing accumulation thereof
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/30Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles
    • E04D2001/301Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles at roof edges, e.g. intersections with walls
    • E04D2001/303Eave tiles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw, voorzien van een gootvormig element.
Bij een bekende inrichting van deze soort, de algemeen toegepaste gewone dakgoot, eindigt de onderrand van het dak boven de open dakgoot, zodat het op het dak neerkomende regenwater vanaf de onderrand van het dak in de dakgoot stroomt. Op de dakgoot sluiten één of meer regenpijpen aan waardoorheen het door de dakgoot gevangen water kan worden afgevoerd.
Een nadeel van deze bekende dakgoot is dat behalve water ook de op het dak liggende verontreinigingen zoals bladeren of andere vaste voorwerpen, zelfstandig of met het water in de dakgoot terecht komen. Deze voorwerpen zullen verspreid in de goot blijven liggen of naar de meestal met een zeef afgedekte regenpijp worden meegevoerd. In beide gevallen kan na verloop van tijd de afvoer van water uit de dakgoot worden verhinderd of bemoeilijkt, waardoor overstromingen van de dakgoot zullen optreden. Teneinde deze verstoppingen te voorkomen, dient de goot regelmatig met de hand te worden gereinigd, hetgeen hoge kosten met zich meebrengt.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting voor het opvangen van water aan de schuine onderrand van een dak van een gebouw te verschaffen, waarbij het genoemde nadeel op doeltreffende wijze is opgeheven.
Hiertoe wordt de inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding gekenmerkt door een met een afronding binnenwaarts, naar het gebouw toe afgebogen randelement voor plaatsing aan de onderrand van het dak, terwijl een buitenste van het dak afgekeerde bovenrand van het gootvormige element althans ongeveer in of binnenwaarts van het vertikale raakvlak met de afronding van het randelement en in hoofdzaak buitenwaarts van een onderste punt van het randelement is gelegen.
De afronding van het randelement heeft tot gevolg dat het van het dak stromende water door adhesie aan het randele ment blijft "kleven" en binnenwaarts naar en tot in het goot-vormige element wordt afgebogen. Langs het dak naar beneden rollende ofglijdende vaste voorwerpen vallen echter loodrecht of schuin buitenwaarts naar beneden bij de afronding, zodat deze vaste voorwerpen het gootvormig element niet kunnen bereiken. Op deze wijze blijft het gootvormig element vrij van vaste verontreinigingen zodat geen verstoppingsgevaar meer aanwezig is en een regelmatige reiniging van het gootvormige element achterwege kan blijven, hetgeen een aanzienlijke kostenbesparing kan opleveren.
Bij voorkeur is hierbij tussen de buitenste bovenrand van het gootvormige element en het randelement slechts een geringe spieetvormige opening aanwezig, waardoor ook nauwelijks vaste voorwerpen zoals bladeren in het gootvormige element kunnen waaien.
In een uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding zijn het randelement en het gootvormige element tot een eenheid gevormd, waarbij bij voorkeur het randelement en het gootvormige element uit één stuk materiaal zijn vervaardigd.
Door deze maatregelen kan de inrichting eenvoudig worden geconstrueerd en gemakkelijk aan de onderrand van een dak worden bevestigd.
In deze uitvoering kunnen het randelement en het gootvormige element met voordeel als een extrusieprofiel zijn gevormd, waardoor de inrichting in iedere gewenste lengte kan worden vervaardigd met lage produktiekosten.
Als alternatief kunnen het randelement en/of het gootvormige element uit een metaalplaatstrook zijn gebogen. De vervaardiging van een dergelijke inrichting kan met zeer eenvoudige produktiemiddelen worden verwezenlijkt, waardoor ook in deze uitvoering de inrichting goedkoop kan worden vervaardigd.
In een andere voordelige uitvoering van de uitvinding, waarbij het randelement en het gootvormige element afzonderlijk zijn gevormd, is het bijzonder voordelig het randelement als onderste deel van de dakbedekking uit te voeren.
Zo kan bijvoorbeeld bij toepassing van de inrichting bij een dak met dakpannen als dakbedekking, het randelement aan de onderste dakpannen zijn gevormd. Een dergelijke dakpan hoeft nauwelijks duurder te zijn dan een gewone dakpan, terwijl het gootvormige element zeer eenvoudig, smal en daardoor ook licht kan worden uitgevoerd.
De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding weergeven.
Fig. 1, 2 en 3 tonen in dwarsdoorsnede de onderrand van een dak en de bovenrand van een buitenmuur van een gebouw, waar drie verschillende uitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding zijn toegepast.
In de verschillende figuren zijn gelijksoortige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
De tekeningen tonen de inrichting volgens de uitvinding in een toepassing bij een schuin dak 1, waarvan de dakbedekking uit dakpannen 2 bestaat. De uitvinding is echter bij alle soorten dakbedekkingen toe te passen.
In de uitvoering volgens fig. 1 is de in zijn geheel met verwijzingscijfer 3 aangeduide inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand la van het schuine dak 1 van het gebouw, waarvan verder nog de bovenrand van een spouwmuur 10 is weergegeven, is aan het onderste uiteinde van de onderrand la van het schuine dak bevestigd met behulp van niet weergegeven bevestigingsmiddelen. De inrichting 3 is voorzien van een randelement 4 dat met een afronding 5 binnenwaarts, dat wil zeggen naar het gebouw toe, is afgebogen en aan zijn onderste uiteinde vrij binnen de wanden van een gootvormig element 6 eindigt. Het gootvormige element 6 is zodanig ten opzichte van het randelement 4 geplaatst, dat een buitenste, dat wil zeggen van het gebouw afgekeerde,bovenrand 7 van het gootvormige element 6 enigszins binnen het vertikale raakvlak met de afronding 5 van het randelement 4 is gelegen en tussen de afronding 5 van het randelement 4 en de buitenste bovenrand 7 van het gootvormige element slechts een spieetvormige ope-ning 8 van enige millimeters vrij blijft.
Door de weergegeven constructie van het randelement 4 en het gootvormige element 6 zal het tijdens een regenbui over de dakpannen 2 naar beneden stromende water op het onder de onderste dakpan 2 aangebrachte randelement 4 stromen, waarna dit water door de adhesiekrachten tussen het water en het randelement 4 de afronding 5 van het randelement 4 zal volgen en derhalve binnenwaarts zal worden afgebogen, zodat het regenwater bij het onderste punt van het randelement 4 in het gootvormige element 6 wordt geleid. Van het dak 1 afrollende of afglijdende vaste voorwerpen, zoals bladeren, stenen of dergelijke kunnen het gootvormige element 6 niet bereiken, daar deze vaste voorwerpen bij de afronding 5 van het randelement 4 loodrecht of schuin benedenwaarts, doch zeker niet binnenwaarts zullen vallen. Daar verder de buitenste bovenrand 7 van het gootvormige element 6 dicht bij het randelement 4 is geplaatst en daardoor slechts een smalle spieetvormige opening 8 open laat, zullen ook nauwelijks voorwerpen in het gootvormige element 6 kunnen waaien.
In de meeste gevallen zal op de bodem van het gootvormige element 6 een aantal regenpijpen aansluiten voor het afvoeren van in het gootvormige element 6 opgevangen regenwater. Voor de uitvinding zijn deze regenpijpen niet van belang, zodat deze duidelijkheidshalve in de tekeningen zijn weggelaten.
In de uitvoering volgens fig. 1 zijn het randelement 4 en het gootvormige element 6 van de inrichting 3 uit één stuk vervaardigd door middel van extrusie. De vervaardiging van de inrichting 3 door extrusie heeft het voordeel, dat de vorm van de inrichting 3 zeer vrij kan worden gekozen en het de inrichting 3 vormende extrusieprofiel in elke willekeurige lengte kan worden gemaakt. In aanmerking komende materialen zijn in deze uitvoering thermoplastische en thermohardende kunststoffen, aluminium en andere door extrusie te verwerken materialen.
Fig. 2 toont een gewijzigde uitvoering van de inrichting 3 volgens de uitvinding, die door buigen van een metaal-plaatstrook van staal, zink of dergelijke is gevormd. In dit geval loopt het randelement 4 na de afronding 5 door en gaat dan over in de wand van het gootvormige element 6, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een althans ongeveer cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit, doch uiteraard ook andere dwarsdoorsneden kan hebben. De onderste eindrand van de metaal-plaatstrook eindigt op een geringe afstand onder de afronding 5 van het randelement 4 en is met een aantal klinknagels 9 of andere verbindingsorganen met het randelement 4 verbonden, zodat de dun en licht uitgevoerde metaalplaatstrook ter plaat se van het gootvormige element 6 niet naar beneden kan uitbuigen.
In deze uitvoering volgens fig. 2 is de buitenste bovenrand 7 van het gootvormige element 6 ongeveer in het ver-tikale raakvlak met de afronding 5 van het randelement 4 gelegen, waarbij alle met enige snelheid langs het randelement 4 naar beneden glijdende of rollende voorwerpen buiten de buitenste bovenrand 7 op het gootvormige element 6 terecht zullen komen en vervolgens langs de buitenwand van het gootvormige element 6 naar beneden zullen vallen.
In de uitvoering van de inrichting 3 volgens fig. 3 zijn het randelement 4 en het gootvormige element 6 als afzonderlijke elementen uitgevoerd. In dit geval is het randelement 4 als onderste rand van de onderste rij dakpannen 2 uitgevoerd, zodat volgens de uitvinding een bijzondere dakpan 2 is gevormd. De smal uitgevoerde dakgoot 6 is als eenvoudig extru-sieprofiel of gebogen metaalplaatelement vervaardigd. Voor de opstelling van het gootvormige element 6 en het randelement 4 ten opzichte van elkaar is vergelijkbaar met de uitvoering volgens fig. l, waarbij de buitenste bovenrand 7 weer binnen het vertikale raakvlak met de afronding 5 van het randelement 4 is gelegen. De buitenste bovenrand 7 is weer dicht onder het randelement 4 geplaatst, al zou volgens de uitvinding de buitenste bovenrand 7 ook lager kunnen zijn gelegen, zonder dat van het principe van de uitvinding wordt afgeweken omdat de scheidende werking van de afronding 5 van het randelement 4 hierdoor niet wordt aangetast. Bij een grotere opening 8 kunnen natuurlijk wel eerder bladeren in het gootvormige element 6 waaien. De uitvoering volgens fig. 3 heeft ten opzichte van de andere uitvoeringen nog het voordeel, dat toegang tot het inwendige van het gootvormige element 6 kan worden verkregen door het optillen van de onderste dakpan 2.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat de uitvinding een inrichting voor het opvangen van water aan de schuine onderrand van het dak van het gebouw verschaft, waarbij de voordelen van de bekende dakgootconstructie, zoals de bescherming van de dakvoet, het verhinderen van het opspatten van water, de universele toepasbaarheid bij nieuwbouw en renova-tieobjecten en de makkelijke integratie met de dakbedekking kunnen worden behouden, en nieuwe voordelen zoals het vrijhou den van het gootvormige element van verontreinigingen, een eenvoudige bevestiging aan het dak en lage produktiekosten kunnen worden verkregen. Ten aanzien van de benodigde krom-mingsstraal van de afronding 5 van het randelement 4 voor het bereiken van het door adhesiekrachten binnenwaarts afbuigen van van het dak stromende regenwater kan worden gesteld, dat deze straal afhankelijk van de toepassing kan worden gekozen, doch reeds bij een afrondingsstraal van bijvoorbeeld drie millimeter een goede werking kan worden verkregen. Daarbij wordt nog opgemerkt, dat de afronding 5 zich uiteraard slechts over een geringe hoek behoeft uit te strekken en het daaronder aansluitende deel van het randelement 4 recht kan zijn.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (11)

1. Inrichting (3) voor het opvangen van water aan de onderrand (1) van een schuin dak van een gebouw, voorzien van een gootvormig element (6) gekenmerkt door een met een afronding (5) binnenwaarts naar het gebouw toe afgebogen randelement (4) voor plaatsing aan de onderrand van het dak, terwijl een buitenste bovenrand (7) van het gootvormige element (6) althans ongeveer in of binnenwaarts van het vertikale raakvlak met de afronding (5) van het randelement (4) en in hoofdzaak buitenwaarts van een onderste punt van het randelement (4) is gelegen.
2. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen de buitenste bovenrand (7) van het gootvormige element (6) en het randelement slechts een geringe spleetvor-mige opening (8) aanwezig is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het randelement (4) en het gootvormige element (6) tot een eenheid zijn gevormd.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het randelement (6) en het gootvormige element (6) uit één stuk materiaal zijn vervaardigd.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het randelement (4) en het gootvormige element (6) als een extrusie-profiel zijn gevormd.
6. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, waarbij het randelement (4) en/of het gootvormige element (6) uit een metaalplaatstrook zijn gebogen.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het randelement (4) in een wand van het gootvormige element (6) doorloopt.
8. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij het randelement (4) vrij binnen de wanden van het gootvormige element (6) eindigt.
9. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 8, waarbij het randelement (4) als onderste deel van de dakbedekking (2) is uitgevoerd.
10. Inrichting volgens conclusie 9, voor toepassing bij een dak met dakpannen (2) als dakbedekking, waarbij het randelement (4) aan de onderste zijdakpannen (2) is gevormd.
11. Dakpan (2) voor toepassing in de inrichting volgens conclusie 9.
NL9001479A 1990-06-28 1990-06-28 Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. NL9001479A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001479A NL9001479A (nl) 1990-06-28 1990-06-28 Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001479 1990-06-28
NL9001479A NL9001479A (nl) 1990-06-28 1990-06-28 Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001479A true NL9001479A (nl) 1992-01-16

Family

ID=19857329

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001479A NL9001479A (nl) 1990-06-28 1990-06-28 Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9001479A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995002100A1 (en) * 1993-07-09 1995-01-19 David William Snell A gutter system
WO2011148362A1 (en) * 2010-05-26 2011-12-01 Oliver Sharkey A rainwater gutter

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995002100A1 (en) * 1993-07-09 1995-01-19 David William Snell A gutter system
WO2011148362A1 (en) * 2010-05-26 2011-12-01 Oliver Sharkey A rainwater gutter
GB2493680A (en) * 2010-05-26 2013-02-13 Oliver Sharkey A rainwater gutter
US20130067830A1 (en) * 2010-05-26 2013-03-21 Oliver Sharkey Rainwater gutter
US8800211B2 (en) * 2010-05-26 2014-08-12 Oliver Sharkey Rainwater gutter
GB2493680B (en) * 2010-05-26 2016-03-09 Oliver Sharkey A rainwater gutter

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5257482A (en) Roof gutter screen
US6412228B1 (en) Leaf and debris deflecting cover device for a rain gutter
US5321920A (en) Roof gutter screen
US4615153A (en) Leader filter
US4435925A (en) Shield for eaves drain gutter
US9284735B2 (en) Debris repelling filtering device for roof gutters
US6904718B2 (en) Leaf guard for gutters
US10808408B1 (en) Water diverting and filtering device for rain gutters
US4493588A (en) Non-clogging eaves trough
US6536165B2 (en) Enclosed rain gutter
EP1460199B1 (en) Rounded gutter with gutter guard
US20170058531A1 (en) Eavestrough cover
US10711464B1 (en) Water diverting and filtering device for rain gutters
US20070214730A1 (en) Gutter cover
EP1435418A1 (en) Gutter shield for eaves through
US5588261A (en) Discriminator rain gutter system
US5302283A (en) Leaf guard and strainer assembly for a gutter downspout
CA2919709A1 (en) Eavestrough cover
US20240060307A1 (en) Single piece gutter guard with girder
CA2912187A1 (en) Gutter system
US11174642B2 (en) Gutter protection assembly
US4247397A (en) Eaves trough shield
GB2132657A (en) A screen device for a drainage system
US20230366207A1 (en) Stepped gutter guard
US6823630B2 (en) Eaves trough assembly with stepped down shield

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed