NL9001479A - Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. - Google Patents
Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9001479A NL9001479A NL9001479A NL9001479A NL9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A NL 9001479 A NL9001479 A NL 9001479A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- gutter
- edge
- roof
- shaped element
- rim
- Prior art date
Links
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 title claims abstract description 18
- 238000001125 extrusion Methods 0.000 claims description 7
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 claims description 6
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 6
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 5
- 229910052782 aluminium Inorganic materials 0.000 abstract description 2
- XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N aluminium Chemical compound [Al] XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N 0.000 abstract description 2
- 239000004411 aluminium Substances 0.000 abstract 1
- 229920003023 plastic Polymers 0.000 abstract 1
- 239000004033 plastic Substances 0.000 abstract 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 7
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 5
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 3
- 239000012535 impurity Substances 0.000 description 3
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 description 3
- 238000007688 edging Methods 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- HCHKCACWOHOZIP-UHFFFAOYSA-N Zinc Chemical compound [Zn] HCHKCACWOHOZIP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 description 1
- 238000009499 grossing Methods 0.000 description 1
- 230000010354 integration Effects 0.000 description 1
- 238000009418 renovation Methods 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
- 229920001169 thermoplastic Polymers 0.000 description 1
- 229920001187 thermosetting polymer Polymers 0.000 description 1
- 239000004416 thermosoftening plastic Substances 0.000 description 1
- 239000011701 zinc Substances 0.000 description 1
- 229910052725 zinc Inorganic materials 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/04—Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
- E04D13/076—Devices or arrangements for removing snow, ice or debris from gutters or for preventing accumulation thereof
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/04—Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
- E04D13/064—Gutters
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D1/00—Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
- E04D1/30—Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles
- E04D2001/301—Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles at roof edges, e.g. intersections with walls
- E04D2001/303—Eave tiles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
Description
Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw, voorzien van een gootvormig element.
Bij een bekende inrichting van deze soort, de algemeen toegepaste gewone dakgoot, eindigt de onderrand van het dak boven de open dakgoot, zodat het op het dak neerkomende regenwater vanaf de onderrand van het dak in de dakgoot stroomt. Op de dakgoot sluiten één of meer regenpijpen aan waardoorheen het door de dakgoot gevangen water kan worden afgevoerd.
Een nadeel van deze bekende dakgoot is dat behalve water ook de op het dak liggende verontreinigingen zoals bladeren of andere vaste voorwerpen, zelfstandig of met het water in de dakgoot terecht komen. Deze voorwerpen zullen verspreid in de goot blijven liggen of naar de meestal met een zeef afgedekte regenpijp worden meegevoerd. In beide gevallen kan na verloop van tijd de afvoer van water uit de dakgoot worden verhinderd of bemoeilijkt, waardoor overstromingen van de dakgoot zullen optreden. Teneinde deze verstoppingen te voorkomen, dient de goot regelmatig met de hand te worden gereinigd, hetgeen hoge kosten met zich meebrengt.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting voor het opvangen van water aan de schuine onderrand van een dak van een gebouw te verschaffen, waarbij het genoemde nadeel op doeltreffende wijze is opgeheven.
Hiertoe wordt de inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding gekenmerkt door een met een afronding binnenwaarts, naar het gebouw toe afgebogen randelement voor plaatsing aan de onderrand van het dak, terwijl een buitenste van het dak afgekeerde bovenrand van het gootvormige element althans ongeveer in of binnenwaarts van het vertikale raakvlak met de afronding van het randelement en in hoofdzaak buitenwaarts van een onderste punt van het randelement is gelegen.
De afronding van het randelement heeft tot gevolg dat het van het dak stromende water door adhesie aan het randele ment blijft "kleven" en binnenwaarts naar en tot in het goot-vormige element wordt afgebogen. Langs het dak naar beneden rollende ofglijdende vaste voorwerpen vallen echter loodrecht of schuin buitenwaarts naar beneden bij de afronding, zodat deze vaste voorwerpen het gootvormig element niet kunnen bereiken. Op deze wijze blijft het gootvormig element vrij van vaste verontreinigingen zodat geen verstoppingsgevaar meer aanwezig is en een regelmatige reiniging van het gootvormige element achterwege kan blijven, hetgeen een aanzienlijke kostenbesparing kan opleveren.
Bij voorkeur is hierbij tussen de buitenste bovenrand van het gootvormige element en het randelement slechts een geringe spieetvormige opening aanwezig, waardoor ook nauwelijks vaste voorwerpen zoals bladeren in het gootvormige element kunnen waaien.
In een uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding zijn het randelement en het gootvormige element tot een eenheid gevormd, waarbij bij voorkeur het randelement en het gootvormige element uit één stuk materiaal zijn vervaardigd.
Door deze maatregelen kan de inrichting eenvoudig worden geconstrueerd en gemakkelijk aan de onderrand van een dak worden bevestigd.
In deze uitvoering kunnen het randelement en het gootvormige element met voordeel als een extrusieprofiel zijn gevormd, waardoor de inrichting in iedere gewenste lengte kan worden vervaardigd met lage produktiekosten.
Als alternatief kunnen het randelement en/of het gootvormige element uit een metaalplaatstrook zijn gebogen. De vervaardiging van een dergelijke inrichting kan met zeer eenvoudige produktiemiddelen worden verwezenlijkt, waardoor ook in deze uitvoering de inrichting goedkoop kan worden vervaardigd.
In een andere voordelige uitvoering van de uitvinding, waarbij het randelement en het gootvormige element afzonderlijk zijn gevormd, is het bijzonder voordelig het randelement als onderste deel van de dakbedekking uit te voeren.
Zo kan bijvoorbeeld bij toepassing van de inrichting bij een dak met dakpannen als dakbedekking, het randelement aan de onderste dakpannen zijn gevormd. Een dergelijke dakpan hoeft nauwelijks duurder te zijn dan een gewone dakpan, terwijl het gootvormige element zeer eenvoudig, smal en daardoor ook licht kan worden uitgevoerd.
De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding weergeven.
Fig. 1, 2 en 3 tonen in dwarsdoorsnede de onderrand van een dak en de bovenrand van een buitenmuur van een gebouw, waar drie verschillende uitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding zijn toegepast.
In de verschillende figuren zijn gelijksoortige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
De tekeningen tonen de inrichting volgens de uitvinding in een toepassing bij een schuin dak 1, waarvan de dakbedekking uit dakpannen 2 bestaat. De uitvinding is echter bij alle soorten dakbedekkingen toe te passen.
In de uitvoering volgens fig. 1 is de in zijn geheel met verwijzingscijfer 3 aangeduide inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand la van het schuine dak 1 van het gebouw, waarvan verder nog de bovenrand van een spouwmuur 10 is weergegeven, is aan het onderste uiteinde van de onderrand la van het schuine dak bevestigd met behulp van niet weergegeven bevestigingsmiddelen. De inrichting 3 is voorzien van een randelement 4 dat met een afronding 5 binnenwaarts, dat wil zeggen naar het gebouw toe, is afgebogen en aan zijn onderste uiteinde vrij binnen de wanden van een gootvormig element 6 eindigt. Het gootvormige element 6 is zodanig ten opzichte van het randelement 4 geplaatst, dat een buitenste, dat wil zeggen van het gebouw afgekeerde,bovenrand 7 van het gootvormige element 6 enigszins binnen het vertikale raakvlak met de afronding 5 van het randelement 4 is gelegen en tussen de afronding 5 van het randelement 4 en de buitenste bovenrand 7 van het gootvormige element slechts een spieetvormige ope-ning 8 van enige millimeters vrij blijft.
Door de weergegeven constructie van het randelement 4 en het gootvormige element 6 zal het tijdens een regenbui over de dakpannen 2 naar beneden stromende water op het onder de onderste dakpan 2 aangebrachte randelement 4 stromen, waarna dit water door de adhesiekrachten tussen het water en het randelement 4 de afronding 5 van het randelement 4 zal volgen en derhalve binnenwaarts zal worden afgebogen, zodat het regenwater bij het onderste punt van het randelement 4 in het gootvormige element 6 wordt geleid. Van het dak 1 afrollende of afglijdende vaste voorwerpen, zoals bladeren, stenen of dergelijke kunnen het gootvormige element 6 niet bereiken, daar deze vaste voorwerpen bij de afronding 5 van het randelement 4 loodrecht of schuin benedenwaarts, doch zeker niet binnenwaarts zullen vallen. Daar verder de buitenste bovenrand 7 van het gootvormige element 6 dicht bij het randelement 4 is geplaatst en daardoor slechts een smalle spieetvormige opening 8 open laat, zullen ook nauwelijks voorwerpen in het gootvormige element 6 kunnen waaien.
In de meeste gevallen zal op de bodem van het gootvormige element 6 een aantal regenpijpen aansluiten voor het afvoeren van in het gootvormige element 6 opgevangen regenwater. Voor de uitvinding zijn deze regenpijpen niet van belang, zodat deze duidelijkheidshalve in de tekeningen zijn weggelaten.
In de uitvoering volgens fig. 1 zijn het randelement 4 en het gootvormige element 6 van de inrichting 3 uit één stuk vervaardigd door middel van extrusie. De vervaardiging van de inrichting 3 door extrusie heeft het voordeel, dat de vorm van de inrichting 3 zeer vrij kan worden gekozen en het de inrichting 3 vormende extrusieprofiel in elke willekeurige lengte kan worden gemaakt. In aanmerking komende materialen zijn in deze uitvoering thermoplastische en thermohardende kunststoffen, aluminium en andere door extrusie te verwerken materialen.
Fig. 2 toont een gewijzigde uitvoering van de inrichting 3 volgens de uitvinding, die door buigen van een metaal-plaatstrook van staal, zink of dergelijke is gevormd. In dit geval loopt het randelement 4 na de afronding 5 door en gaat dan over in de wand van het gootvormige element 6, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een althans ongeveer cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit, doch uiteraard ook andere dwarsdoorsneden kan hebben. De onderste eindrand van de metaal-plaatstrook eindigt op een geringe afstand onder de afronding 5 van het randelement 4 en is met een aantal klinknagels 9 of andere verbindingsorganen met het randelement 4 verbonden, zodat de dun en licht uitgevoerde metaalplaatstrook ter plaat se van het gootvormige element 6 niet naar beneden kan uitbuigen.
In deze uitvoering volgens fig. 2 is de buitenste bovenrand 7 van het gootvormige element 6 ongeveer in het ver-tikale raakvlak met de afronding 5 van het randelement 4 gelegen, waarbij alle met enige snelheid langs het randelement 4 naar beneden glijdende of rollende voorwerpen buiten de buitenste bovenrand 7 op het gootvormige element 6 terecht zullen komen en vervolgens langs de buitenwand van het gootvormige element 6 naar beneden zullen vallen.
In de uitvoering van de inrichting 3 volgens fig. 3 zijn het randelement 4 en het gootvormige element 6 als afzonderlijke elementen uitgevoerd. In dit geval is het randelement 4 als onderste rand van de onderste rij dakpannen 2 uitgevoerd, zodat volgens de uitvinding een bijzondere dakpan 2 is gevormd. De smal uitgevoerde dakgoot 6 is als eenvoudig extru-sieprofiel of gebogen metaalplaatelement vervaardigd. Voor de opstelling van het gootvormige element 6 en het randelement 4 ten opzichte van elkaar is vergelijkbaar met de uitvoering volgens fig. l, waarbij de buitenste bovenrand 7 weer binnen het vertikale raakvlak met de afronding 5 van het randelement 4 is gelegen. De buitenste bovenrand 7 is weer dicht onder het randelement 4 geplaatst, al zou volgens de uitvinding de buitenste bovenrand 7 ook lager kunnen zijn gelegen, zonder dat van het principe van de uitvinding wordt afgeweken omdat de scheidende werking van de afronding 5 van het randelement 4 hierdoor niet wordt aangetast. Bij een grotere opening 8 kunnen natuurlijk wel eerder bladeren in het gootvormige element 6 waaien. De uitvoering volgens fig. 3 heeft ten opzichte van de andere uitvoeringen nog het voordeel, dat toegang tot het inwendige van het gootvormige element 6 kan worden verkregen door het optillen van de onderste dakpan 2.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat de uitvinding een inrichting voor het opvangen van water aan de schuine onderrand van het dak van het gebouw verschaft, waarbij de voordelen van de bekende dakgootconstructie, zoals de bescherming van de dakvoet, het verhinderen van het opspatten van water, de universele toepasbaarheid bij nieuwbouw en renova-tieobjecten en de makkelijke integratie met de dakbedekking kunnen worden behouden, en nieuwe voordelen zoals het vrijhou den van het gootvormige element van verontreinigingen, een eenvoudige bevestiging aan het dak en lage produktiekosten kunnen worden verkregen. Ten aanzien van de benodigde krom-mingsstraal van de afronding 5 van het randelement 4 voor het bereiken van het door adhesiekrachten binnenwaarts afbuigen van van het dak stromende regenwater kan worden gesteld, dat deze straal afhankelijk van de toepassing kan worden gekozen, doch reeds bij een afrondingsstraal van bijvoorbeeld drie millimeter een goede werking kan worden verkregen. Daarbij wordt nog opgemerkt, dat de afronding 5 zich uiteraard slechts over een geringe hoek behoeft uit te strekken en het daaronder aansluitende deel van het randelement 4 recht kan zijn.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.
Claims (11)
1. Inrichting (3) voor het opvangen van water aan de onderrand (1) van een schuin dak van een gebouw, voorzien van een gootvormig element (6) gekenmerkt door een met een afronding (5) binnenwaarts naar het gebouw toe afgebogen randelement (4) voor plaatsing aan de onderrand van het dak, terwijl een buitenste bovenrand (7) van het gootvormige element (6) althans ongeveer in of binnenwaarts van het vertikale raakvlak met de afronding (5) van het randelement (4) en in hoofdzaak buitenwaarts van een onderste punt van het randelement (4) is gelegen.
2. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen de buitenste bovenrand (7) van het gootvormige element (6) en het randelement slechts een geringe spleetvor-mige opening (8) aanwezig is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het randelement (4) en het gootvormige element (6) tot een eenheid zijn gevormd.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het randelement (6) en het gootvormige element (6) uit één stuk materiaal zijn vervaardigd.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het randelement (4) en het gootvormige element (6) als een extrusie-profiel zijn gevormd.
6. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, waarbij het randelement (4) en/of het gootvormige element (6) uit een metaalplaatstrook zijn gebogen.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het randelement (4) in een wand van het gootvormige element (6) doorloopt.
8. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij het randelement (4) vrij binnen de wanden van het gootvormige element (6) eindigt.
9. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 8, waarbij het randelement (4) als onderste deel van de dakbedekking (2) is uitgevoerd.
10. Inrichting volgens conclusie 9, voor toepassing bij een dak met dakpannen (2) als dakbedekking, waarbij het randelement (4) aan de onderste zijdakpannen (2) is gevormd.
11. Dakpan (2) voor toepassing in de inrichting volgens conclusie 9.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001479A NL9001479A (nl) | 1990-06-28 | 1990-06-28 | Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001479 | 1990-06-28 | ||
NL9001479A NL9001479A (nl) | 1990-06-28 | 1990-06-28 | Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9001479A true NL9001479A (nl) | 1992-01-16 |
Family
ID=19857329
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9001479A NL9001479A (nl) | 1990-06-28 | 1990-06-28 | Inrichting voor het opvangen van water aan de onderrand van een schuin dak van een gebouw. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9001479A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1995002100A1 (en) * | 1993-07-09 | 1995-01-19 | David William Snell | A gutter system |
WO2011148362A1 (en) * | 2010-05-26 | 2011-12-01 | Oliver Sharkey | A rainwater gutter |
-
1990
- 1990-06-28 NL NL9001479A patent/NL9001479A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1995002100A1 (en) * | 1993-07-09 | 1995-01-19 | David William Snell | A gutter system |
WO2011148362A1 (en) * | 2010-05-26 | 2011-12-01 | Oliver Sharkey | A rainwater gutter |
GB2493680A (en) * | 2010-05-26 | 2013-02-13 | Oliver Sharkey | A rainwater gutter |
US20130067830A1 (en) * | 2010-05-26 | 2013-03-21 | Oliver Sharkey | Rainwater gutter |
US8800211B2 (en) * | 2010-05-26 | 2014-08-12 | Oliver Sharkey | Rainwater gutter |
GB2493680B (en) * | 2010-05-26 | 2016-03-09 | Oliver Sharkey | A rainwater gutter |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5257482A (en) | Roof gutter screen | |
US5321920A (en) | Roof gutter screen | |
US6412228B1 (en) | Leaf and debris deflecting cover device for a rain gutter | |
US4615153A (en) | Leader filter | |
US10808408B1 (en) | Water diverting and filtering device for rain gutters | |
US9284735B2 (en) | Debris repelling filtering device for roof gutters | |
US4435925A (en) | Shield for eaves drain gutter | |
US6688045B1 (en) | Enclosed rain gutter | |
EP1460199B1 (en) | Rounded gutter with gutter guard | |
US6904718B2 (en) | Leaf guard for gutters | |
US4493588A (en) | Non-clogging eaves trough | |
US6536165B2 (en) | Enclosed rain gutter | |
US20070214730A1 (en) | Gutter cover | |
US20170058531A1 (en) | Eavestrough cover | |
US10711464B1 (en) | Water diverting and filtering device for rain gutters | |
EP1435418A1 (en) | Gutter shield for eaves through | |
US5588261A (en) | Discriminator rain gutter system | |
US11174642B2 (en) | Gutter protection assembly | |
CA2919709A1 (en) | Eavestrough cover | |
US20160168857A1 (en) | Gutter system | |
US5302283A (en) | Leaf guard and strainer assembly for a gutter downspout | |
US20230366207A1 (en) | Stepped gutter guard | |
US20240060307A1 (en) | Single piece gutter guard with girder | |
US12018490B2 (en) | Single piece gutter guard with truss | |
US4247397A (en) | Eaves trough shield |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |