NL9001184A - Vouwladder. - Google Patents

Vouwladder. Download PDF

Info

Publication number
NL9001184A
NL9001184A NL9001184A NL9001184A NL9001184A NL 9001184 A NL9001184 A NL 9001184A NL 9001184 A NL9001184 A NL 9001184A NL 9001184 A NL9001184 A NL 9001184A NL 9001184 A NL9001184 A NL 9001184A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
folding ladder
steps
ladder
ladder according
flexible
Prior art date
Application number
NL9001184A
Other languages
English (en)
Inventor
Anita Krumeich
Original Assignee
Anita Krumeich
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Anita Krumeich filed Critical Anita Krumeich
Priority to NL9001184A priority Critical patent/NL9001184A/nl
Publication of NL9001184A publication Critical patent/NL9001184A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C1/00Ladders in general
    • E06C1/52Ladders in general with non-rigid longitudinal members
    • E06C1/56Rope or chain ladders
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B27/00Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
    • B63B27/14Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of ramps, gangways or outboard ladders ; Pilot lifts
    • B63B27/146Pilot ladders or similar outboard ladders, e.g. bathing ladders; Pilot lifts

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Ladders (AREA)

Description

Vouwladder
Aanvraagster noemt als uitvinder: Marinus Franciscus Krumeich.
De uitvinding betreft een vouwladder voorzien van treden alsmede van tenminste twee, elk aan een eind der treden bevestigde soepele steunorganen. Een dergelijke vouwladder, ook wel aangeduid als touw-vouwladder, is algemeen bekend. Hij kan op allerlei gebieden worden toegepast; meestal gaat het daarbij om tijdelijk gebruik. Als voorbeeld wordt genoemd de toepassing bij schepen, waarbij men met een touwladder over de railing van het schip tot bij de waterspiegel kan komen.
Aan deze bekende vouwladders kleeft een aantal nadelen. Het belangrijkste nadeel is dat, wanneer hij eenmaal opgehangen is, de vouwladder zeer instabiel is. De slappe steunorganen geven in zijdelingse richting geen enkele ondersteuning, waardoor de treden in die richting heen en weer kunnen slingeren. Dit maakt het stijgen of dalen op de vouwladder een hachelijke onderneming, vooral ook wanneer daarbij nog eens de scheepsbewegingen komen.
Doel van de uitvinding is daarom een vouwladder van dit soort te verschaffen die dit nadeel mist. Dit wordt bereikt doordat telkens twee treden onderling verbonden zijn door schoormiddelen,zodanig dat althans in de toestand waarin de steunorganen strak verlopen de vouwladder in zijn vlak gestabiliseerd is met betrekking tot zijdelingse bewegingen. De schoormiddelen kunnen bijvoorbeeld kruislings verlopende kabels, draden of dergelijke zijn. Deze stabiliseren de onderling daardoor verbonden treden tegen de ongewenste zijdelingse bewegingen, en verlenen de vouwladder in zijn vlak een redelijke stijfheid. Daardoor is het gebruik van de trap ook minder gevaarlijk. Ook personen die minder bedreven zijn in het gebruik van touwladders kunnen daardoor veilig gebruik maken van de vouwladder volgens de uitvinding.
Volgens een voorkeursuitvoering zijn telkens twee treden onderling verbonden door een soepele baan waarvan de afmeting in de lengterichting van de vouwladder in wezen gelijk is aan die der steunorganen tussen de betreffende treden. Deze uitvoering heeft als voordeel dat de vouwladder onder andere eenvoudiger opgevouwen kan worden. De baan materiaal kan niet verward raken tussen de treden; bij draden en dergelijke is dat risico wel aanwezig. Dit kan vooral een nadeel zijn wanneer de vouwladder snel beschikbaar moet zijn, en bijvoorbeeld in een noodsituatie snel overboord gehangen moet worden om een drenkeling te redden.
Dankzij de op elkaar afgestemde afmetingen van steunorganen en baan wordt, zeker in de belaste toestand van de vouwladder, een stabiel geheel verkregen. De dan strakgetrokken baan laat nauwelijks bewegingen in zijn vlak toe, waardoor de gebruiker een veiliger gevoel verschaft wordt.
De breedte van de baan kan ongeveer gelijk zijn aan de lengte der treden. In dat geval biedt de baan, afgezien van zijn stabiliserende werking, ook nog het voordeel dat de wand waar de vouwladder tegenaan hang, afgeschermd is. Bij gebruik als scheepsladder wordt daardoor het risico weggenomen dat de gebruikers zich zouden verwonden aan de ruwe scheepshuid, bijvoorbeeld aan de aangroeisels daarop.
De opvouwbare vouwladder kan ook gebruikt worden als noodvoorziening in gebouwen. Bij brand kan de vouwladder volgens de uitvinding uit een raam worden neergelaten. De baan beschermt de gebruiker dan tegen verwondingen die door glasscherven van lager gelegen ramen zouden kunnen optreden, in het geval dat deze gebroken zijn.
Bij een uiterst stabiele uitvoering strekt de baan zich over alle treden uit. Elke trede is daardoor gestabiliseerd ten opzichte van de naburige treden. Bijvoorkeur is daarbij voorzien dat aan de kopkant van elke trede een draagband bevestigd is, en aan de achterzijde de soepele baan. De gebruiker kan met de handen de draagbanden grijpen, hetgeen de gebruiksveiligheid verhoogt.
De baan kan uit een brandvertragend gewapend kunststofdoek bestaan, terwijl de treden van metaal kunnen zijn en aan de voor- en achterzijde uit elkaar verlopende flenzen kunnen bezitten. Bij deze uitvoeringsvormen kunnen de treden zodanig op elkaar gestapeld worden dat zij nestend in elkaar passen. Tussen twee treden kan ook de bijbehorende strook van de baan worden opgevouwen. Dit heeft als voordeel dat totale hoogte van de vouwladder met op elkaar gestapelde treden vrij beperkt kan blijven. Daarmee wordt de toepasbaarheid van de vouwladder vergroot. Een tot een klein pakket teruggebrachte vouwladder is bijvoorbeeld geschikt om als bagage mee te nemen. Bij vakantie- of zakenreizen kan de gebruiker dan op zijn hotelkamer steeds over een eigen "vluchtladder" beschikken. Ook biedt één en ander de mogelijkheid om zo'n pakket permanent op onopvallende wijze te voorzien bij een venster, bijvoorbeeld van een hotelkamer.
Om bij gebruik van de vouwladder beschadiging van bijvoorbeeld de scheepshuid te voorkomen, kunnen de treden aan de zijde van de soepele stabilisatiebaan voorzien zijn van afstandhouders, zoals noppen.
Zoals reeds genoemd kan de vouwladder opgevouwen worden tot een klein pakket. Dit pakket kan bijeen gehouden worden door aan één der treden banden te voorzien die in de toestand waarin alle treden op elkaar gestapeld zijn, om de stapel geslagen kunnen worden, zodanig dat de einden der banden aan elkaar verbindbaar zijn. De transporteerbaar-heid van de vouwladder kan nog verder vergroot worden wanneer een omhulsel is voorzien waarin de vouwladder met op elkaar gestapelde treden opneembaar is, bijvoorbeeld in de vorm van een foedraal of tas van soepel materiaal.
Aan de bovenste trede van de vouwladder kunnen twee soepele ophang-organen zijn voorzien waarmee de vouwladder bevestigbaar is aan een steunconstructie zoals een vensterbank, balkon, warandehek of de railing van een schip.
Tenslotte betreft de uitvinding een samenstel omvattende een vouwladder, alsmede een stang waaraan de vouwladder ophangbaar is, welke stang een lengte bezit die groter is dan de breedte van een normaal raamkozijn, zodanig dat de stang aan de binnenzijde van een venster tegen de zich naast het kozijn bevindende muurdelen kan steunen.
De uitvinding zal vervolgens aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringen verder worden toegelicht.
Figuur 1 toont een omhulsel in de vorm van een tas waarin de vouw-vouwladder volgens de uitvinding opgenomen is.
Figuur 2 toont een aanzicht overeenkomstig dat van figuur 1, waarbij de tas gedeeltelijk geopend is.
Figuur 3 toont een eerste uitvoeringsvorm van de vouwladder, opgehangen aan een raamkozijn.
Figuur 4 toont een detail van een bevestiging van een traptrede.
Figuur 5 toont een variant op figuur 4.
Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van de vouwladder, opgehangen aan de railing van een schip.
Figuur 1 toont een tas of foedraal van soepel materiaal, voorzien van een klep 1 die door middel van met onderbroken lijnen weergegeven sluitingen 2 vastzetbaar is op de achterzijde 3 van de tas. Aan deze achterzijde 3 zijn kleppen 4, 5 voorzien, die om het geheel heen geslagen kunnen worden en door middel van bevestigingsorganen 6 aan elkaar vastgezet kunnen worden. Uit de tas steken verder banden 7» 8, waaraan met onderbroken lijnen weergegeven kettingen of r.v.s. staaldraad 9* 10 bevestigd zijn, elk met een ophangoog 11, 12.
In figuur 2 zijn de klep 1 en de zijstroken 4, 5 opengeslagen. De vouwtrap met op elkaar gestapelde treden 13 is nu zichtbaar. Aan de kopkant van de treden is telkens een soepel steunorgaan in de vorm van een draagband 14 voorzien. Verder is een baan soepel bandvertragend materiaal 15 voorzien, die bevestigd is aan elke trede I3. In de afbeel- ding is de baan I5 samengevouwen tot plooien 16 die opgenomen zijn tussen de treden. De voor en achterflenzen I7 van de treden lopen, gaand vanaf het tredevlak 18, een weinig uit elkaar, zodat zij in elkaar nesten. Daardoor kan de stapelhoogte verminderd worden.
De achterzijde 19 van de tas is bevestigd aan de bovenste trede 20. Aan deze trede 20 zijn verder banden 21 voorzien, die om de op elkaar gestapelde treden geslagen kunnen worden en die voorzien zijn van bevestigingsmiddelen 22. De banden 21 vormen in gesloten toestand lussen die de stapel treden bij elkaar houden.
De baan soepel materiaal 15 is aan de randen nog voorzien van versterkingsstroken 23.
In gebruik wordt de vouwladder met de achterzijde 19 van de tas aangehangen tegen het vlak waarlangs de vouwladder moet komen te hangen. De gebruiker staat dus aan de zijde van de achterkant I9, zodanig dat hij de bevestigingsorganen 2 van de klep 3 gemakkelijk kan openen. Ook kan hij de bevestigingsorganen 6 van de zijstroken 4, 5 bereiken, zodanig dat in geval van nood hij de tas snel kan openen, waardoor de in figuur 2 weergegeven toestand wordt verkregen. Daarbij moet bedacht worden dat de vouwladder opgehangen is aan de kettingen of r.v.s staaldraad 9 en 10. Vervolgens neemt de gebruiker de verbindingen 22 los, waardoor de vouwladder onder invloed van de zwaartekracht zichzelf ontplooit en langs een railing, of gebouw komt te hangen.
In fig. 3 zijn de ophangogen 11, 12 bevestigd aan keilbouten 24, 25. die bevestigd zijn in de binnenmuur van een gebouw. Met onderbroken lijnen is de tas weergegeven, opgehangen aan de steunorganen 7, 8. Daarbij kan in het bijzonder gebruik gemaakt worden van de in figuur 1 weergegeven ogen 27. Als alternatief kunnen de kettingen of staaldraden 9i 10 echter ook om een staaf 42 worden geslagen, welke staaf 42 achter het kozijn kan worden gehaakt. Deze staaf 4l kan telescopisch zijn, zodanig dat hij meeverpakt kan worden in het foedraal.
In geval van nood kan de gebruiker de tas over de dorpel van het raamkozijn heen tegen de buitenwand van het gebouw aanhangen. Hij opent vervolgens de tas zoals hiervoor beschreven alsmede de banden 21, waardoor de vouwladder zichzelf ontvouwt. Duidelijk is te zien dat de vouw-vouwladder daarbij hangt aan de soepele steunorganen 24, 25, terwijl de treden 2 en I3 ook onderling verbonden zijn door de soepele baan I5.
In figuur 4 is een detail van de steunorganen 14 en de soepele baan 15 weergegeven. Daarbij is aan elke kopkant van een trede 13 een beves-tigingsplaat 26 geklonken, of gepuntlast voorzien van een sleuf 30. Door deze sleuf 30 is een materiaallus 28 gehaakt die vastgenaaid is op het steunorgaan l4. De soepele baan 15 is ter plekke van de versterkings-stroken 23 door middel van klinknagels 29 r.v.s. Parkers bevestigd.
In de variant volgens figuur 5 is in de materiaallus 28 een beugel 39 gestoken, waarvan beide einden gehaakt zijn in gaten 40 in de flenzen 17. Het been 4l van de beugel 39 verloopt vlak langs de voorste flens 17* zodanig dat de steunorganen dichter bij de voorkant van de trede 13 liggen.
In figuur 6 is een andere toepassing van de vouwladder volgens de uitvinding weergegeven. Deze alternatieve uitvoeringsvorm is uitgevoerd als een touwladder voor schepen. De vouwladder is opgehangen aan de railing 3I van een schip, waarvan slechts een gedeelte van de zijwand getekend is. Met onderbroken lijnen is weergegeven hoe de vouwladder, op elkaar gestapeld in een tas, opgehangen kan worden aan de binnenkant van een railing. Met getrokken lijnen is weergegeven hoe de vouwladder aan de buitenkant van het het schip komt te hangen, wanneer de tas opengemaakt is. Deze vouwladder komt grotendeels overeen met de hiervoor al besproken vouwladder. De treden 32 behoeven nu niet van metaal te zijn, doch kunnen ook van hout of P.V.C. zijn. Daardoor wordt de stapelhoogte van de vouwladder wel iets groter, doch dat is bij deze toepassing geen probleem. Aan de onderzijde is de vouwladder voorzien van een koord, waar omheen een p.v.c slang is aangebracht en dat in het water reikt. Daardoor wordt het voor een drenkeling of zwemmer gemakkelijker de vouwladder te bestijgen. Hij kan zijn voeten op het zich onder water bevindende gedeelte van het koord in de p.v.c. slang 33 zetten, met zijn handen de draagbanden 14 grijpen en de vouwladder bestijgen.
In het midden kan de soepele baan I5 verder voorzien zijn van een extra versterkingsstrook 3^. De vouwladder is door middel van de banden 35» 36 bevestigd aan de railing 3I· He door deze banden 35* 36 gevormde lus kan aangepast worden aangezien het vrije eind van elke band 35* 36 gestoken is door respectievelijk een klemkoppeling 37» 38·

Claims (23)

1. Vouwladder voorzien van treden alsmede van soepele, opvouwbare steunmiddelen voor de treden, met het kenmerk, dat tenminste twee treden onderling verbonden zijn door schoormiddelen, zodanig dat althans in de toestand waarin de steunmiddelen tussen die treden strak verlopen de schoormiddelen eveneens strak verlopen en de vouwladder gestabiliseerd is met betrekking tot zijdelingse bewegingen in zijn vlak.
2. Vouwladder volgens conclusie 1, waarbij een soepele baan voorzien is die telkens aan één langszijde en beide dwarszijden van de treden verbonden is.
3. Vouwladder volgens conclusie 1, voorzien van tenminste twee, elk aan een eind der treden bevestigde soepele steunorganen waarbij telkens twee treden onderling verbonden zijn door kruiselings verlopende kabels, draden of dergelijke.
4. Vouwladder volgens conclusie 1, voorzien van tenminste twee, elk aan een eind der treden bevestigde soepele steunorganen waarbij telkens twee treden onderling verbonden zijn door een soepele baan waarvan de afmeting in de lengterichting van de vouwladder in wezen gelijk is aan die der steunorganen tussen de betreffende treden.
5. Vouwladder volgens conclusie 4, waarbij de breedte van de baan ongeveer gelijk is aan de lengte van de treden.
6. Vouwladder volgens conclusie 4 of 5» waarbij de baan zich over alle treden uitstrekt.
7. Vouwladder volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij aan de kopkant van elke trede een draagband bevestigd is, en aan de achterzijde de soepele baan.
8. Vouwladder volgens conclusie 4, 5i 6 of 7» waarbij de baan uit een gewapend kunststofdoek bestaat.
9. Vouwladder volgens conclusie 4, 5» 6, 7 of 8 waarbij de treden van metaal zijn en aan de voor- en achterzijde uit elkaar verlopende flenzen bezitten.
10. Vouwladder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de steunmiddelen van een brandvertragend materiaal zijn.
11. Vouwladder volgens één der voorgaande conclusies 2 en 4 t/m 10, waarbij de treden aan de zijde van de soepele stabilisatiebaan voorzien zijn van afstandhouders, zoals noppen.
12. Vouwladder volgens één der voorgaande conclusies waarbij de soepele steunorganen zich regelmatige onderlinge afstanden van elkaar bevindende lussen bezitten, aan welke lussen de treden bevestigd zijn.
13· Vouwladder volgens conclusie 12, waarbij de lussen telkens gehaakt zijn door een sleuf in of aan de treden.
14. Vouwladder volgens conclusie 12, waarbij door de lussen telkens een stift verloopt die bevestigd is aan de treden.
15. Vouwladder volgens conclusie 14, waarbij elke stift met zijn einden opgenomen is in de flenzen.
16. Vouwladder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan een der · treden banden zijn voorzien die in de toestand waarin alle treden op elkaar gestapeld zijn, om de stapel geslagen kunnen worden, zodanig dat de einden der banden aan elkaar verbindbaar zijn.
17. Vouwladder volgens conclusie 16, waarbij een omhulsel is voorzien waarin de vouwladder met op elkaar gestapelde treden opneembaar is.
18. Vouwladder volgens conclusie I7, waarbij het omhulsel uitgevoerd is als een foedraal of tas van soepel materiaal.
19. Vouwladder volgens conclusie 18, waarbij aan de bovenste trede een klep van soepel materiaal is bevestigd met een zodanige lengte dat hij om de stapel op elkaar gestapelde treden kan worden kan worden geslagen, en voorzien van verbindingsmiddelen voor het aan elkaar bevestigen van de uiteinden van de klep.
20. Vouwladder volgens conclusie 19, waarbij aan de klep zijstroken zijn voorzien met een zodanige lengte dat zij om de voorzijde van de stapel treden kunnen worden geslagen, en met verbindingsmiddelen voor het aan elkaar bevestigen van de uiteinden van de zijstroken.
21. Vouwladder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan de bovenste trede van de vouwladder twee soepele ophangorganen zijn voorzien waarmee de vouwladder bevestigbaar is aan een steunconstructie zoals een vensterbank of de railing van een schip.
22. Vouwladder volgens conclusie 19 uitgevoerd als reddingsladder voor een schip, waarbij aan de onderste trede een lusvormig koord in een p.v.c. slang is voorzien.
23· Samenstel omvattende een vouwladder volgens één der voorgaande conclusies, alsmede een stang waaraan de vouwladder ophangbaar is, welke stang een lengte bezit die groter is dan de breedte van een normaal raamkozijn, zodanig dat de stang aan de binnenzijde van een venster tegen de zich naast het kozijn bevindende muurdelen kan steunen. 2b. Samenstel volgens conclusie 23. waarbij de stang telescopeer-baar is.
NL9001184A 1990-05-22 1990-05-22 Vouwladder. NL9001184A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001184A NL9001184A (nl) 1990-05-22 1990-05-22 Vouwladder.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001184A NL9001184A (nl) 1990-05-22 1990-05-22 Vouwladder.
NL9001184 1990-05-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001184A true NL9001184A (nl) 1991-12-16

Family

ID=19857132

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001184A NL9001184A (nl) 1990-05-22 1990-05-22 Vouwladder.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9001184A (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000037306A1 (en) * 1998-12-22 2000-06-29 Demetrio Missineo Step ladder for the mast of a sailing boat
WO2002103149A1 (en) * 2001-06-16 2002-12-27 Aubrey Eric Melville Fire escape apparatus
GB2409438A (en) * 2003-12-22 2005-06-29 Terence Bernard Galligan Deployable step or vessel access aid
WO2013165258A1 (en) * 2012-05-04 2013-11-07 Northwestcoast As Ships ladder

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000037306A1 (en) * 1998-12-22 2000-06-29 Demetrio Missineo Step ladder for the mast of a sailing boat
WO2002103149A1 (en) * 2001-06-16 2002-12-27 Aubrey Eric Melville Fire escape apparatus
GB2409438A (en) * 2003-12-22 2005-06-29 Terence Bernard Galligan Deployable step or vessel access aid
WO2013165258A1 (en) * 2012-05-04 2013-11-07 Northwestcoast As Ships ladder
EP2844546A4 (en) * 2012-05-04 2015-12-09 Northwestcoast As SHIP LADDER

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7066299B1 (en) Portable ladder suspension apparatus or a portable ladder for suspension or the combination thereof
US20080116007A1 (en) Stowable, unobtrusive access and escape devices
US5499692A (en) Escape ladder
NL9001184A (nl) Vouwladder.
US4867275A (en) Escape ladder
KR102075935B1 (ko) 건물용 비상탈출기구
US20070209870A1 (en) Access and escape devices
US819956A (en) Fire-escape.
US20210002959A1 (en) Fire Escape Device (Ladders with Safety Cord and Fall Arrest System)
US4191275A (en) Safety harness kit
US6029771A (en) Collapsible fire escape ladder with anti-tip restraint seat
WO1992008032A1 (en) A collapsible escape ladder
KR101913093B1 (ko) 건물용 비상 탈출장치
US6474441B1 (en) Foldable rappelling hook
US279175A (en) Fire-escape
US2059011A (en) Window cleaner's device
US119161A (en) Improvement in fire-escape ladders
US317534A (en) hoell
GB2150967A (en) Collapsible ladder
KR102112588B1 (ko) 오토 셀프 스윙 아웃 대피구조물
US9677333B1 (en) Unfurlable rescue ladder
US283391A (en) Fiee escape
JP2005087267A (ja) 避難装置
US672623A (en) Fire-escape.
US3429399A (en) Flexible ladder rendered rigid by use

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed