NL8901851A

NL8901851A - MOWER WITH PREPARATION DEVICE (CONDITIONER) FOR TRACTOR ATTACHMENT.

Info

Publication number: NL8901851A
Application number: NL8901851A
Authority: NL
Original assignee: Fella Werke Gmbh
Priority date: 1988-09-23
Filing date: 1989-07-18
Publication date: 1990-04-17
Also published as: DE8812037U1

Description

Maaimachine met toebereidingsinrichting (conditioneer-der) voor tractoraanbouw,Mower with preparation device (conditioner) for tractor attachment,

De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine voor tractoraanbouw met een aan de driepuntsbok aangebouwde draagarm en een aan het vrije eind daarvan om een ongeveer horizontale as naar boven zwenkbaar gelegerde maaibalk met aangebouwde, via een scharnieras aandrijf-bare conditioneerder alsmede met een aan de maaibalk aangebrachte, deze en de conditioneerder omgevende bescherminrichting .The invention relates to a mower for tractor mounting with a support arm mounted on the three-point trestle and a mowing bar mounted pivotally mounted about an approximately horizontal axis with mounted conditioner that can be driven via a pivot shaft and with a mower bar mounted on the mower bar , this protective device surrounding the conditioner.

Om de droogtijd van het gemaaide oogstmateriaal te verkorten, worden moderne maaimachines vaak uitgerust met een conditioneringsinrichting, die in het algemeen kort als conditioneerder wordt aangeduid. Deze zijn aan de achterzijde van de maaimachine aangebouwd en pakken het gemaaide materiaal direkt van de maaitrommels of maaischijven. Het gaat daarbij in de regel om een snel draaiende, met tanden bezette trommel, waarvan de aandrijving via een scharnieras plaatsvindt, die is afgeleid van de aandrijving van de maaimachine. Bij het maaiwerk kan het volgens de ervaring niet worden verhinderd, dat vreemde lichamen, zoals stenen of andere voorwerpen, door de maaimachine en/of door de conditioneerder worden gepakt en zijdelings of naar achter worden weggeslingerd. Het daardoor veroorzaakte aanzienlijke gevaar voor ongevallen verhindert men met een bescherm-inrichting, die in het algemeen aan de maaibalk is gebouwd en de maaischijven of maaitrommels alsmede de conditioneerder omvat. Deze bescherminrichting bestaat aan het bovenste einde uit stijf materiaal, in het algemeen plaat, aan de zijde daarentegen uit een naar omlaag hangende, in de regel meerdelige schort, bij voorkeur uit een zware kunststof. Wanneer voor de vermindering van de transportbreedte van de maaimachine de maaibalk naar boven wordt gezwenkt, moet de scharnieras van de conditioneerder onvermijdelijk deze beweging volgen, hij botst daarbij tegen de bescherminrichting. Daarom moet bij dergelijke bekende maaimachines voor het naar boven draaien van de balk de naar de conditioneerder leidende scharnieras geheel worden afgenomen of aan êên zijde losgemaakt en opgehangen. Om deze maatregelen te treffen, moet de bedienende persoon van de tractor afstappen. Anderzijds verschaft het aftrekken of verhangen van de scharnieras vaak aanzienlijke moeilijkheden. Deze problematiek staat het op zichzelf gewenste gebruik van conditioneerders hinderlijk in de weg en de uitvinding tracht een oplossing van dit probleem te vinden.To shorten the drying time of the cut crop material, modern mowers are often equipped with a conditioning device, which is generally referred to briefly as a conditioner. These are mounted on the rear of the mower and take the cut material directly from the cutting drums or mower discs. This generally concerns a rapidly rotating, tooth-filled drum, the drive of which takes place via a pivot shaft, which is derived from the drive of the mower. According to experience, when mowing, foreign bodies, such as stones or other objects, cannot be prevented from being picked up by the mower and / or by the conditioner and thrown sideways or backwards. The considerable risk of accidents caused thereby is prevented with a protective device, which is generally built on the cutter bar and includes the mower discs or cutting drums as well as the conditioner. At the upper end, this protective device consists of rigid material, generally plate, on the other hand, on the other hand, of a downwardly hanging, usually multi-part apron, preferably of a heavy plastic. When the cutter bar is pivoted upwards to reduce the transport width of the mower, the conditioner pivot shaft must inevitably follow this movement, colliding with the guard. Therefore, in such known mowers for rotating the beam upwards, the hinge shaft leading to the conditioner must be completely removed or loosened and suspended on one side. To take these measures, the operator must get off the tractor. On the other hand, pulling off or suspending the pivot shaft often presents significant difficulties. This problem hinders the in itself desired use of conditioners and the invention tries to find a solution to this problem.

Zijn taak wordt daarin gezien de aandrijfverbinding naar de conditioneerder zodanig uit te voeren, dat deze met de maaibalk ongehinderd naar boven kan worden gezwenkt, zonder dat hierbij een botsing met de bescherm-inrichting van de naaimachine ontstaat.Its task is seen therein to design the drive connection to the conditioner such that it can be swung upwards unhindered with the cutter bar, without collision with the protective device of the sewing machine.

Volgens de uitvinding wordt voor de oplossing van dit probleem bij een maaimachine van de in de aanhef aangeduide soort de scharnieras uit meer dan êên deel gevormd en een tussenas van deze scharnieras is aan een binnen de bescherminrichting zwenkbaar aangebracht tussenleger geleid. Bij het naar boven zwenken van de maaimachine wordt de scharnieras eenmaal of indien nodig meer dan eens afgebogen, zodat hij niet meer de direkte en kortste verbinding tussen het overbrengwerk van de aandrijving van de maaimachine en de as van de conditioneerder vormt, maar in een stand vrij onder de bescherminrichting, voornamelijk het bovenste stijve deel van de bescherminrichting, blijft. Dit heeft het grote voordeel dat de bedienende persoon zonder van de tractor af te stappen en de scharnieras van de conditioneerder te moeten losmaken, de maaimachine altijd in de transport-stand naar boven kan zwenken. Het werk met de maaimachine wordt dientengevolge aanzienlijk vereenvoudigd en bovendien een bron voor ongevallen vermeden.According to the invention, in order to solve this problem, the hinge shaft is formed from more than one part in a mower of the type indicated in the preamble, and an intermediate shaft of this hinge shaft is guided on an intermediate bearing pivotally mounted within the protective device. When the mower is swung up, the pivot shaft is bent once or if necessary more than once so that it no longer forms the direct and shortest connection between the transmission of the mower drive and the conditioner shaft, but in a position remains free under the guard, especially the upper rigid part of the guard. This has the great advantage that the operator can always swing the mower up into the transport position without getting off the tractor and having to loosen the conditioner pivot shaft. As a result, work with the mower is considerably simplified and, moreover, a source of accidents is avoided.

In een verdere uitvoering van deze grondgedachte van de uitvinding is erin voorzien, dat het tussenleger aan het vrije eind van een zwenkarm is aangebracht, die aan de draagarm is gelegerd. Op deze wijze kan het door het tussenleger geleide deel van de scharnieras de zwenkende bewegingen van de maaimachine evenzo volgen als de bewegingen van de maaimachine bij het maaiwerk. Wanneer, zoals in de uitvinding verder is voorzien, de buighoeken van de scharnieren van de scharnierassen betrekkelijk gering zijn en ze onder een grens liggen die een gevaar voor blokkering veroorzaakt, wordt een maximum aan bedrijfszekerheid van de maaimachine gewaarborgd. Het is hierbij, zoals voor de grondconstructie van de inrichting, onbelangrijk of de scharnieras in tweeën is gedeeld of meer dan eens is onderverdeeld.In a further embodiment of this basic idea of the invention, provision is made for the intermediate bearing to be arranged at the free end of a pivot arm which is mounted on the support arm. In this way the part of the pivot shaft guided by the intermediate bearing can follow the pivoting movements of the mower as well as the movements of the mower during the mowing work. When, as further provided for in the invention, the bending angles of the hinges of the pivot shafts are relatively small and they are below a limit causing a risk of jamming, maximum operating safety of the mower is ensured. It is irrelevant here, as for the basic construction of the device, whether the pivot axis is divided in two or divided more than once.

Verdere kenmerken, bijzonderheden en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de uitvinding alsmede aan de hand van de tekening. Daarin tonen:Further features, peculiarities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a preferred embodiment of the invention and from the drawing. In it show:

Fig. 1 een bovenaanzicht van de maaimachine met aangebouwde conditioneerder; fig. 2 een achteraanzicht van de maaimachine in de werkstand en fig. 3 een achteraanzicht van deze maaimachine met opgeheven maaibalk in de transportstand.Fig. 1 is a top plan view of the mower with attached conditioner; Fig. 2 is a rear view of the mower in the working position and Fig. 3 is a rear view of this mower with the cutter bar raised in the transport position.

De tractor, aan de achterzijde waarvan de maaimachine is gebouwd, wordt voor de vereenvoudiging van de tekening niet weergegeven. De driepuntbok 1 is op gebruikelijke wijze via de beide onderste stuurinrichting 2 en de bovenste stuurinrichting 3 met de tractor verbonden.The tractor, at the rear of which the mower is built, is not shown to simplify the drawing. The three-point trestle 1 is connected to the tractor in the usual manner via the two lower steering gear 2 and the upper steering gear 3.

Aan een zwenkas 4 van de driepuntsbok 1 is de draagarm 5 van de maaimachine zwenkbaar gelegerd. In een vorkvormige bevestigingsinrichting 6 aan het vrije eind 7 van deze draagarm 5 is om de ongeveer horizontaal lopende zwenkas 8 de maaibalk 9 zwenkbaar aangebouwd, waaraan de maai-cirkels 10 op gebruikelijke en hier in bijzonderheden niet weergegeven wijze zijn gelegerd. In werkrichting II achter de maaicirkels 10 is de conditioneerder 12 in een slechts aangeduid draagfreem 13 van de maaibalk 9 gelegerd. De conditioneerder 12 bestaat uit een trommel 14, die met tandparen 15 dicht is bezet. Op de draagarm 5 van de maaimachine is een steun 16 bevestigd. Daaraan is de cilinder 17 van een regelmotor 18 vastgemaakt, waarvan de zuigstang 19 grijpt aan de met de maaibalk 9 verbonden plaat 20« Deze hydraulisch of pneumatisch werkende regelmotor 18 dient voor het naar boven zwenken van de maaibalk 9 ten opzichte van de draagarm 5 uit de werkstand volgens fig. 2 in de transportstand volgens fig. 3.The supporting arm 5 of the mower is pivotably mounted on a pivot shaft 4 of the three-point trestle 1. In a fork-shaped fastening device 6 at the free end 7 of this carrying arm 5, the mowing bar 9 is pivotally mounted about the approximately horizontal pivot axis 8, to which the mowing circles 10 are mounted in the usual manner, not shown here in detail. In working direction II behind the mowing circles 10, the conditioner 12 is mounted in a bearing frame 13 of the mowing bar 9, which is only indicated. The conditioner 12 consists of a drum 14, which is closely packed with tooth pairs 15. A support 16 is mounted on the support arm 5 of the mower. Attached to this is the cylinder 17 of a control motor 18, the suction rod 19 of which engages the plate 20 connected to the cutter bar 9. This hydraulic or pneumatic control motor 18 serves to swing the cutter bar 9 upwards relative to the carrying arm 5. the working position according to fig. 2 in the transport position according to fig. 3.

De maaimachine is door een kapvormige beschermin-richting 22 bedekt, waarvan het linker deel 23 vast met de draagarm 5 is verbonden, terwijl het middelste hoofddeel 24 en het rechter deel 21 met de maaimachine naar boven zwenkbaar is. Deze bescherminrichting 22 heeft naar omlaag stekende schorten 25.The mower is covered by a cap-shaped protective device 22, the left part 23 of which is fixedly connected to the carrying arm 5, while the middle main part 24 and the right part 21 can be pivoted upwards with the mower. This protective device 22 has downwardly extending aprons 25.

De aandrijving van de maaimachine en de conditio-neerder vindt plaats via een scharnieras 26 van de tractor naar het overbrengwerk 27. Dit draagt een riemschijf 28, die via de V-riem 29 met de V-riemschijf 30 is verbonden. De V-riem 29 is door de V-riembescherming 34 bedekt. De riemschijf 30 is met het drijfwerk voor de aandrijving van de maaibalk 9 met betrekking tot de aandrijving verbonden. Op de as van het overbrengwerk 27 zit bovendien een drijfwerk 31 voor de aandrijving van de cohditioneerder 32. Deze is via een scharnieras 33 met betrekking tot de aandrijving met het drijfwerk 31 verbonden. De scharnieras 33 bestaat bij de in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm uit twee delen.The mower and the conditioner are driven by a pivot shaft 26 from the tractor to the transfer gear 27. This carries a pulley 28, which is connected to the V-pulley 30 via the V-belt 29. The V-belt 29 is covered by the V-belt guard 34. The pulley 30 is connected to the drive for the drive of the cutter bar 9 with respect to the drive. In addition, the transmission gear 27 has a gear 31 for the drive of the co-traditionator 32. This is connected to the gear 31 via a pivot shaft 33 with respect to the drive. In the embodiment shown in the drawing, the pivot shaft 33 consists of two parts.

Het langste deel 35 en het kortste deel 36, die beide door een kruiskoppeling 37 zijn verbonden. Het scharnier-asdeel 36 is in een tussenleger 38 geleid. Dit zit aan het vrije eind van een zwenkarm 39, die om het punt 40 slingerend zwenkbaar aan de draagarm 5 is bevestigd.The longest part 35 and the shortest part 36, both of which are connected by a universal joint 37. The hinge-shaft part 36 is guided in an intermediate bearing 38. This is located at the free end of a pivoting arm 39, which is pivotally attached to the supporting arm 5 about the point 40 in a pivoting manner.

Eén van de scharnierasdelen 35 en 36 kan op gebruikelijke wijze met betrekking tot de lengte veranderlijk zijn uitgevoerd. De scharnieras 33 is via een verdere kruiskoppeling 41 met de as 42 van de conditioneerder 32 verbonden, wat de aandrijving betreft.One of the pivot shaft parts 35 and 36 may be variable in length in the usual manner. The pivot shaft 33 is connected via a further universal joint 41 to the shaft 42 of the conditioner 32 as far as the drive is concerned.

Wanneer de maaibalk 9 door bediening van de regelmotor 18 om de zwenkas 9 in de transportstand volgens fig. 3 wordt gezwenkt, zou de voor aandrijving van de conditioneerder 32 dienende scharnieras 33', wanneer hij zou bestaat uit één enkele eenheid, deze zwenkende beweging in de met streeppuntlijnen aangegeven stand 33' volgen (zie fig, 3). Hij zou in deze stand met het deel 23 van de bescherminrichting 22 botsen en zou dientengevolge voor het naar boven zwenken van de maaibalk 9 moeten worden afgenomen en opgehangen. Door de onderverdeling van de scharnieras 33 knikt de scharnieras 33 in het gebied van de kruiskoppeling 37 naar binnen, zodat de blijvende beweging van de scharnieras 33 niet door de bescherminrichting 23 wordt gehinderd. Het lager 38, dat het asdeel 36 leidt, volgt door de slingerbeweging van de zwenkarm 39 de zwenkende beweging van de maaibalk 9. De scharnieras 33 raakt hierbij niet de bescherminrichting 23 van de maaier aan.When the cutter bar 9 is pivoted about the pivot shaft 9 into the transport position according to Fig. 3 by operating the control motor 18, the pivot shaft 33 'serving for driving the conditioner 32, if it consists of a single unit, would pivot this pivoting movement. follow the position 33 'indicated by dashed lines (see fig. 3). In this position it would collide with the part 23 of the protective device 22 and would therefore have to be removed and suspended for swinging up the cutter bar 9. Due to the subdivision of the pivot shaft 33, the pivot shaft 33 bends inwards in the region of the universal joint 37, so that the permanent movement of the pivot shaft 33 is not hindered by the protective device 23. The bearing 38, which guides the shaft part 36, follows the pivoting movement of the cutter bar 9 through the swinging movement of the pivoting arm 39. The pivot shaft 33 does not touch the protective device 23 of the mower.

Claims

1. Tractor-mounted mower with a support arm pivotally mounted on the three-point trestle and a cutter bar pivotally mounted upwards about a horizontal axis with attached conditioner that can be driven via a pivot shaft, as well as with a mower mounted on the cutter bar and conditioner surrounding protective device, characterized in that the pivot shaft (33) consists of more than one part and a shaft part (36) of the pivot shaft (33) is guided on an intermediate bearing (38) pivotally mounted within the protective device (22).

Mower according to claim 1, characterized in that the intermediate bearing (38) is arranged at the free end of a swivel arm (39) which is mounted on the support arm (5).

Mower according to claims 1 and 2, characterized in that the bending angle of the universal joints (37, 41) of the pivot shaft (33) is below a limit, which creates a danger of blocking.