NL8901766A - Driedelige bus met kunststof romp en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

Driedelige bus met kunststof romp en werkwijze voor hetvervaardigen daarvan

De uitvinding betreft een driedelige bus, omvattendeeen prismatische romp, een daaraan bevestigde bodem en eendaaraan bevestigde deksel. Een dergelijke driedelige bus isbekend. De romp bestaat uit metaal of tenminste aan debinnenzijde bijv. geplastificeerd karton of dergelijke,eventueel aan de buitenzijde van een etiket voorzien.

Verder is het bekend, dat bijv. voorbewerkte groenten,vruchten en dergelijke vaak worden verpakt in glazenpotten. Het voordeel van glas is, dat de consument degekochte produkten kan zien. Een nadeel van glas kan echterzijn, dat het een breekbare stof is.

Doel van de uitvinding is, een bus zodanig uit tevoeren, dat hij de genoemde voordelen van glas bezit, maarniet de nadelen.

Verder beoogt de uitvinding, een bus zodanig uit tevoeren, dat hij relatief goedkoop kan worden vervaardigd.

Bovengenoemde doelstellingen worden gerealiseerd meteen driedelige bus van het beschreven type, die het kenmerkvertoont, dat de romp uit kunststof bestaat. Duidelijk zalzijn, dat de kunststof met voordeel van een transparant typekan zijn, bijv. PET. Met een dergelijke keuze wordt tevenshet voordeel verkregen, dat voedingswaren in de bus kunnenworden gesteriliseerd, aangezien de genoemde kunststof eenvoldoend grote temperatuurbestendigheid bezit.

Verder richt de uitvinding zich op een romp vankunststof, die kennelijk bedoeld is als onderdeel van eenbus van het type volgens de uitvinding.

In het bijzonder kan een dergelijke romp zijngekenmerkt door ten minste één bordelrand of kraalrand voorbevestiging van de bodem en/of de deksel. Een bordel- ofkraalrand is een kraalvormig omgezette eindrand aan een bijv. cilindrische busromp, waarmee door een omzet-bewerkingbodem of deksel kunnen worden gekoppeld. Voor een gasdichteafdichting kan van bekende afdichtmiddelen, bijv. compound,of dergelijke gebruik worden gemaakt. Dergelijke bewerkingenzijn algemeen bekend en maken geen deel uit van deuitvinding.

De uitvinding richt zich verder op een werkwijze voorhet aan een kunststof romp vormen van een bordel- ofkraalrand. Deze werkwijze is volgens de uitvindinggekenmerkt door de volgende stappen: (1) het verschaffen van een buis van thermoplastischekunststof, (2) het verwarmen van een eindzone van die buis toteen temperatuur, waarbij het materiaal in dieeindzone is verweekt, (3) het vormen van een bordelrand door geschiktevervorming van de verweekte eindzone, en (4) het laten afkoelen van de eindzone.

In het bijzonder kan de werkwijze volgens deuitvinding plaatsvinden door (5) het uitvoeren van stap 3) door het axiaal tegen deeindzone drukken van een modelleerelement metschuine voorrand.

Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat het geenverschil maakt, of de buis tegen het modelleerelement wordtaangedrukt of het modelleerelement tegen de buis. Voorwaardeis, dat de verwarming zodanig plaatsvindt, dat de eindzonein voldoende mate verweekt is voor het door de geschiktevervorming van de eindzone vormen van de bordelrand.

In een bepaalde uitvoering van de uitvinding is dewerkwijze gekenmerkt door (6) het uitvoeren van stap 2) door het roterend rondde langsas aandrijven van de buis en het door eenvast verwarmingsstation verwarmen van de eindzone.

Het verwarmingsstation kan bijv. bestaan uit eenstation dat warme lucht op de roterend aangedreven eindzoneblaast.

Een verdere uitvoering van de uitvinding is gekenmerkt door (7) het uitvoeren van de stappen 5) en 6) door het opeen roterend aandrijfbaar modelleerelementplaatsen van de buis, (8) het roterend aandrijven van het modelleerelement, (9) het in het gebied van het modelleerelementplaatsen van het verwarmingsstation, (10) het bekrachtigen van het verwarmingsstation totdatde eindzone van de buis is verweekt, (11) het axiaal aandrukken van de buis tegen de schuinevoorrand van het modelleerelement, (12) het uitschakelen van het verwarmingsstation, (13) het uitvoeren van stap 4), en (14) het van het modelleerelement verwijderen van degevormde romp.

De uitvinding zal nu worden verduidelijkt aan de handvan bijgaande tekening. Hierin tonen:

Figuur 1 een sterk geschematiseerd aanzicht van eeninrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens deuitvinding in een eerste uitvoering;

Figuur 2 een met figuur 1 corresponderend aanzicht vaneen andere uitvoering; en

Figuur 3 een dwarsdoorsnede door een eindzone van eenkunststof busromp met een bordelrand volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het aan een PETbusromp 2 vormen van een bordelrand. De inrichting 1 omvatdaartoe een modelleerelement 3 met een holle, toelopendeomtreksrand. Het modelleerelement 3 bezit een zodanige vormen dimensionering, dat de busromp 2 daaromheen past. Hetmodelleerelement 3 wordt roterend aangedreven dooraandrijfmiddelen 4. Aan het andere einde van de busromp 2bevindt zich eenzelfde modelleerelement 5. Eenverwarmingsinrichting 6 vertoont twee uitblaasmonden 7, 8voor het op de eindzones van de romp 2 richten van verwarmdelucht, bijv. met een temperatuur in de orde van 500 tot600°C. Hiermee kan tijdens rotatie van de busromp 2 een verweking van de eindzones van de romp 2 wordengerealiseerd. Zodra de verwarming een bepaalde tijd heeftplaatsgehad, en daardoor het PET-materiaal in de eindzonesvoldoende is verweekt, kan door middel van niet-getekendemiddelen het vrij roteerbare modelleerelement 5 in derichting van de pijl 9 axiaal omlaag worden aangezet.Hierdoor vervormen de verweekte eindzones doordat zijradiaal naar buiten worden gedrongen door de vorm van debetreffende modelleervlakken van de modelleerelementen 3, 5.

Figuur 3 toont een bordelrand 10, die met eendergelijke werkwijze kan worden verkregen.

Vervolgens wordt de verwarmingsinrichting 6uitgeschakeld en kunnen de gevormde bordelranden afkoelentot onder de verwekingstemperatuur, waarna hetmodelleerelement 5 wordt teruggeplaatst in een vrije axialepositie, waarin de nu van bordelranden 10 voorziene busromp2 kan worden gelost van het modelleerelement 3, nadat doorhet uitschakelen van de aandrijving 4 de rotatie van de romp2 is opgeheven.

De inrichting 1 volgens figuur l heeft het nadeel, datde uitblaasopening 8 geen gefixeerde positie ten opzichtevan de te verwarmen eindzone van de romp 2 bezit. Door hetaxiaal aanzetten van het modelleerelement 5 immers beweegtdit element naar beneden, waardoor een optimale verwarmingvan de betreffende eindzone door de verhitte lucht uit deopening 8 niet onder alle omstandigheden is gegarandeerd.

Figuur 2 toont een uitvoering, waarin men dit nadeelniet heeft. Hier wordt gebruik gemaakt van eenverwarmingsinrichting 11 met slechts één luchtuitblaasopening 12 voor verhitte lucht. Duidelijk zaldan ook zijn, dat door het omlaag aanzetten in de richtingvan de pijl 9 van het modelleerelement 5 uitsluitend aan deonderzijde van de romp 2 de kraalrand 10 kan ontstaan. Hetmodelleerelement 5 dient in deze uitvoering dan ookuitsluitend als aanduwelement en kan desgewenst dan ookworden voorzien van een eenvoudige zoekrand en eenaanduwschouder.

Claims (7)

1. Driedelige bus, omvattende een prismatische romp,een daaraan bevestigde bodem en een daaraan bevestigdedeksel, met het kenmerk, dat de romp uit kunststof bestaat.

2. Romp van kunststof, kennelijk bedoeld als onderdeelvan een bus volgens conclusie 1.

3. Romp volgens conclusie 2, gekenmerkt door tenminste één bordelrand of kraalrand voor bevestiging van debodem en/of de deksel.

4. Werkwijze voor het aan een romp volgens conclusie 3vormen van een bordelrand, gekenmerkt door de volgendestappen: (1) het verschaffen van een buis van thermoplastischekunststof, (2) het verwarmen van een eindzone van die buis toteen temperatuur, waarbij het materiaal in dieeindzone is verweekt, (3) het vormen van een bordelrand door geschiktevervorming van de verweekte eindzone, en (4) het laten afkoelen van de eindzone.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, gekenmerkt door (5) het uitvoeren van stap 3) door het axiaal tegen deeindzone drukken van een modelleerelement metschuine voorrand.

6. Werkwijze volgens conlusie 4, gekenmerkt door (6) het uitvoeren van stap 2) door het roterend rondde langsas aandrijven van de buis en het door eenvast verwarmingsstation verwarmen van de eindzone.

7. Werkwijze volgens de conclusies 5 en 6, gekenmerkt door (7) het uitvoeren van de stappen 5) en 6) door het opeen roterend aandrijfbaar modelleerelementplaatsen van de buis, (8) het roterend aandrijven van het modelleerelement, ’t (9) het in het gebied van het modelleerelementplaatsen van het verwarmingsstation, (10) het bekrachtigen van het verwarmingsstation totdatde eindzone van de buis is verweekt, (11) het axiaal aandrukken van de buis tegen de schuinevoorrand van het modelleerelement, (12) het uitschakelen van het verwarmingsstation, (13) het uitvoeren van stap 4), en (14) het van het modelleerelement verwijderen van degevormde romp.