NL8900113A

NL8900113A - Attachment staple and stapler mechanism - is bent into U-shaped in strip of pieces held together by glue at weakened sepn. points with wide body able to be decorated

Info

Publication number: NL8900113A
Application number: NL8900113A
Authority: NL
Original assignee: Dolf Beekman
Priority date: 1989-01-18
Filing date: 1989-01-18
Publication date: 1990-08-16

Abstract

The attachment device or strip-staple has a U-shape form with body with legs at the sides. The width of the body is at least considerably greater than that of the 5 legs. The strip comprises a series of staples whose legs are situated in same plane as the body and the staples are provided in a magazine with a feed mechanism and a stapling mechanism. The stapler mechanism includes parts for bending the legs for use and neighbouring staples are joined together by glue at a weakened sepn. point between them. The surface of the body can be decorated.

Description

Bevestigingsmiddel en inrichting voor het aanbrengen daarvan.Fastener and device for applying it.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op bevestigingsmiddel, dat in aan te brengen toestand een in hoofdzaak U-vormige gedaante heeft, omvattende een lijf aan weerszijden begrensd door poten.The present invention relates to fasteners, which in the condition to be applied have a substantially U-shaped shape, comprising a body bounded on both sides by legs.

Een dergelijk bevestigingsmiddel is in de stand der techniek algemeen bekend als een "niet". Een dergelijke niet heeft als nadeel, dat het dragend vermogen bepaald wordt door de afmeting van het lijf en niet door de sterkte van de poten. Bovendien zijn dergelijke lijven weinig zichtbaar, hetgeen in bepaalde gevallen van voordeel kan zijn, maar in vele gevallen van nadeel is.Such a fastener is well known in the art as a "staple". The drawback of such a staple is that the load-bearing capacity is determined by the size of the body and not by the strength of the legs. Moreover, such bodies are not very visible, which may be advantageous in certain cases, but is disadvantageous in many cases.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding deze nadelen weg te nemen.The object of the present invention is to eliminate these drawbacks.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven bevestigingsmiddel verwezenlijkt doordat de breedte van het lijf tenminste plaatselijk tenminste wezenlijk groter is dan die van de poten.This object is achieved with a fastening means described above in that the width of the body is at least locally at least substantially greater than that of the legs.

Doordat de breedte van het lijf wezenlijk groter is dan dat van de poten wordt in een veel groter draagvlak voorzien dan bijvoorbeeld voor reclamedoeleinden gebruikt kan worden.Because the width of the body is substantially larger than that of the legs, a much larger support surface is provided than can be used, for example, for advertising purposes.

Om de bevestigingsmiddelen op doelmatige wijze te verschaffen, kunnen de poten en het lijf zich in hetzelfde vlak bevinden in de aan-brengtoestand.In order to efficiently provide the fasteners, the legs and body may be in the same plane in the mounting condition.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van de hierboven beschreven bevestigingsmiddelen, omvattende een magazijn voor bevestigingsmiddelen, een transportmiddel alsmede aanbrengmiddelen voor de bevestigingsmiddelen. Deze aanbrengmiddelen kunnen organen omvatten voor het buigen van de poten voor het aanbrengen.The invention also relates to a device for mounting the above-described fasteners, comprising a magazine for fasteners, a transport means and mounting means for the fasteners. These mounting means may include means for bending the legs before mounting.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de figuren afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen:The invention will be explained in more detail below with reference to illustrative embodiments shown in the figures. Show:

Fig. la in zijaanzicht een reeks bevestigingsmiddelen volgens de uitvinding, fig. lb een aanbrenginrichting voor de bevestigingsmiddelen volgens fig. la, fig. lc in bovenaanzicht een detail is, fig. ld een zijaanzicht van de aanbrenginrichting volgens fig. la, fig. 2a in zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede een verdere uitvoering van de aanbrenginrichting voor de bevestigingsmiddelen volgens fig. la, fig. 2b een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de in richting volgens fig. 2a, fig. 3a een verdere uitvoering van de bevestigingsinrichting voor niet aan elkaar bevestigde bevestigingsmiddelen, fig. 3b een aanzicht overeenkomstig fig. 3a in de aanbrengstand, fig. 4a,b,c een detail van de aanbrenginrichting volgens fig. 3a en 3b in zijaanzicht.Fig. 1a is a side view of a series of fasteners according to the invention, Fig. 1b is an application device for the fasteners of Fig. 1a, Fig. 1c is a detail in top view, Fig. 1d is a side view of the application device according to Fig. 1a, Fig. 2a in side view partly in cross-section a further embodiment of the mounting device for the fasteners according to Fig. 1a, Fig. 2b a top view, partly in section, of the device according to Fig. 2a, Fig. 3a a further embodiment of the fastening device for non-fastened together fastening means, fig. 3b shows a view according to fig. 3a in the application position, fig. 4a, b, c a detail of the application device according to fig. 3a and 3b in side view.

In fig. la is een deel van een band 1 bevestigingsmiddelen 2 getoond. Deze bevestigingsmiddelen 2 bestaan uit een lijf 3 en poten 4. De verbinding tussen twee bevestigingsmiddelen 2 vindt plaats door lijmmiddelen, verzwakte scheidingsrand tussen twee lijven 3 of dergelijke. Deze bevestigingsmiddelen 2 worden uit een plaat gestansd. Zoals uit fig. la blijkt, kunnen deze bevestigingsmiddelen 2 van een versiering 5 voorzien zijn. Uit fig. la blijkt, dat de breedte van poten 4 wezenlijk kleiner is dan de breedte van lijf 3, zodat een draagoppervlak bij lijf 3 verkregen wordt, dat overeenkomstig de sterkte van de poten 4 is. Bovendien kan dit draagoppervlak voor aanduidende doeleinden, zoals informatie of reclame, gebruikt worden.Fig. 1a shows part of a strap 1 of fastening means 2. These fastening means 2 consist of a body 3 and legs 4. The connection between two fastening means 2 takes place by means of gluing means, weakened separating edge between two bodies 3 or the like. These fasteners 2 are punched from a plate. As can be seen from Fig. 1a, these fastening means 2 can be provided with a decoration 5. It can be seen from Fig. 1a that the width of legs 4 is substantially smaller than the width of body 3, so that a bearing surface with body 3 is obtained, which corresponds to the strength of the legs 4. Moreover, this carrying surface can be used for indicative purposes, such as information or advertising.

In fig. lb,c is een aanbrenginrichting voor de band nieten 1, volgens fig.la, afgebeeld. Uit fig. lc blijkt schematisch, dat deze band opgenomen is in een magazijn 7 op opgerolde wijze. De uit magazijn 7 afkomstige band bevestigingsmiddelen 1 wordt naar de opening 14 van de in het geheel met 9 aangegeven aanbrenginrichting getransporteerd. Deze kop 8 is aangebracht in een scharnierende arm 10 draaibaar om scharnierpunt 11. Arm 10 is van geleidingsoren 12 voorzien alsmede een ten opzichte daarvan verschuifbaar aangebracht stempel 13. De poten 4 van de bevestigingsmiddelen liggen in een kanaal 15 waarin eveneens geleidingsoren 12 kunnen bewegen. Vasthoudmiddelen 6 voor de bevestigingsmiddelen 2 zijn aanwezig omvattende een veer-kogelinrichting, zoals uit fig. lc blijkt.Fig. 1b, c shows a stapler 1 for the tape staple 1 according to Fig. 1a. Fig. 1c schematically shows that this tape is received in a warehouse 7 in a rolled-up manner. The band of fasteners 1 from magazine 7 is transported to the opening 14 of the application device indicated in general with 9. This head 8 is arranged in a hinged arm 10 rotatable about pivot point 11. Arm 10 is provided with guide ears 12 and a stamp 13 which is displaceable relative thereto. The legs 4 of the fasteners lie in a channel 15 in which guide ears 12 can also move. Retaining means 6 for the fastening means 2 are provided comprising a spring-ball device, as appears from Fig. 1c.

De hierboven beschreven aanbrenginrichting 9 werkt als volgt:The application device 9 described above works as follows:

Indien men een bevestigingsmiddel 2 volgens de uitvinding aan wil brengen, wordt dit boven opening 14 geplaatst. Daarbij bevinden de poten 4 van dat bevestigingsmiddel 5 zich bij het linkereinde van het kanaal 15. Vervolgens wordt arm 10 naar beneden bewogen waarbij geleidingsoren 12 tot het oppervlak van het te bevestigen voorwerp naar beneden bewegen. Deze geleidingsoren 12 grijpen in het kanaal 15 achter de poten 4 aan en sluiten deze op, zodat deze poten 4 niet weg kunnen buigen. Doordat dan de geleidingsoren 12 afgeschuind zijn, zullen deze bij verdere beweging de poten 4 van het opvolgende bevestigingsmiddel wegdrukken waardoor scheiden van opvolgende bevestigingsmiddelen bevor derd wordt. Dit naar beneden bewegen van bevestigingsmiddel 2, na losgemaakt te zijn van band 1, wordt verwezenlijkt door het vervolgens indrukken van stempel 13 tegen (niet afgebeelde) veerkracht. Daardoor wordt bevestigingsmiddel 2 door opening 14 naar beneden gebracht op het te bevestigen voorwerp waarna de poten 4, afhankelijk van de wens van de gebruiker en de vorm van de onderzijde 17 van de aanbrenginrichting gespreid kunnen worden.If one wants to apply a fastening means 2 according to the invention, it is placed above opening 14. In addition, the legs 4 of that fastener 5 are located at the left end of the channel 15. Arm 10 is then moved downwards, with guide ears 12 moving down to the surface of the object to be fastened. These guide ears 12 engage and lock in the channel 15 behind the legs 4, so that these legs 4 cannot bend away. Because the guide ears 12 are then chamfered, they will push the legs 4 away from the successive fastening means on further movement, thereby promoting separation of successive fastening means. This downward movement of fastener 2, after being released from band 1, is accomplished by subsequently pressing punch 13 against resilience (not shown). As a result, fastening means 2 is brought down through opening 14 on the object to be fastened, after which the legs 4 can be spread, depending on the wishes of the user and the shape of the bottom 17 of the application device.

In fig. 2 is een verdere uitvoering van de aanbrenginrichting afge-beeld, die verschilt van die volgens fig. 1 doordat thans een gestuurd middel voor het vrijgeven van de nieten 2 van band 1 aanwezig is. Immers het is mogelijk dat, indien de lijmverbinding of de gedeeltelijke materiaal verbinding tussen aangrenzende bevestigingsmiddelen 2 op niet gewenst tijdstip teniet gaat, het voor opening 14 liggende bevestigingsmiddel daardoor naar beneden valt en verloren gaat. Om dit te voorkomen, is een in fig. 2 in het geheel met 18 aangegeven opsluitinrichting aanwezig. Deze bestaat uit ten opzichte van kop 8 beweegbare lippen 19. Deze lippen 19 worden met behulp van veren 20 over geleiding 20a naar elkaar toe gedreven. Bij het in neerwaartse zin bewegen van stempel 13, waarop nokken 21 aangebracht zijn, worden lippen 19 via de bovenzijde 22 daarvan gedwongen uit elkaar te bewegen, zodat bevestigingsmiddel 2 vrijgegeven wordt en door stempel 13 naar beneden bewogen kan worden. Het uiteenbewegen van lippen 19 vindt pas plaats bij het raken van arm 8 op het te bevestigen voorwerp, omdat pas dan stempel 13 ten opzichte van arm 8 bewogen wordt. Door de toegepaste pen-buscon-structie is uitsluitend horizontale beweging mogelijk en wordt kantelen voorkomen.Fig. 2 shows a further embodiment of the application device, which differs from that of Fig. 1 in that now a controlled means for releasing the staples 2 of tape 1 is present. After all, if the glue connection or the partial material connection between adjacent fasteners 2 is destroyed at an undesired time, it is possible that the fastener lying in front of opening 14 will fall down and be lost. To prevent this, a retaining device, indicated in its entirety by 18, is provided in FIG. It consists of lips 19 movable relative to head 8. These lips 19 are driven towards each other by means of springs 20 over guide 20a. When the punch 13, on which cams 21 are mounted, moves downwards, lips 19 are forced to move apart via the top 22 thereof, so that fastening means 2 is released and can be moved downwards by punch 13. The moving of lips 19 only takes place when arm 8 is touched on the object to be fastened, because only then stamp 13 is moved relative to arm 8. Due to the pin-bus construction used, only horizontal movement is possible and tilting is prevented.

In fig. 3a is een verdere uitvoering afgebeeld, waarbij de bevestigingsmiddelen 32 in magazijn 37 opgeslagen zijn. Zoals uit de figuur blijkt, zijn de bevestigingsmiddelen thans niet meer met elkaar verbonden, maar in vlakke toestand boven elkaar opgeslagen. Dit betekent, dat van de bevestigingsmiddelen 32 de poten 34 omgezet moeten worden ten opzichte van het lijf 33 voor het inbrengen in voorwerp 41. De bevestigingsmiddelen 32 worden in fig. 3a en b getransporteerd door middel van een schuifmechanisme, dat bestaat uit een plaat 42 en greep 43. Door het naar links in de tekening verplaatsen van greep 43 beweegt het onderste bevestigingsmiddel uit het magazijn 37 eveneens naar links en wordt onder stempel 44 geplaatst. Door het naar beneden bewegen van stempel 44 worden een op hierna aan de hand van fig. 4a te beschrijven wijze eerst de poten 34 omgezet waarna het bevestigingsmiddel 32 in het te bevestigen voorwerp 41 gebracht wordt (fig.3b).Fig. 3a shows a further embodiment, in which the fastening means 32 are stored in magazine 37. As can be seen from the figure, the fastening means are now no longer connected to each other, but are stored one above the other in flat condition. This means that of the fasteners 32 the legs 34 must be turned relative to the body 33 for insertion into article 41. The fasteners 32 are transported in fig. 3a and b by means of a sliding mechanism, which consists of a plate 42 and handle 43. By moving handle 43 to the left in the drawing, the lower fastener from magazine 37 also moves to the left and is placed under punch 44. By moving stamp 44 downwards, the legs 34 are first converted in a manner to be described hereinafter with reference to Fig. 4a, after which the fastening means 32 is introduced into the object 41 to be fastened (Fig. 3b).

In fig. 4a-c zijn de verschillende stappen van het omzetten en inbrengen van het bevestigingsmiddel 32 volgens fig. 3b getoond. Daarbij is het stempel aangegeven met 44 en omvat een ten opzichte daarvan verschuifbaar omzetorgaan 45, dat aan weerszijden daarvan aangebracht is. In de in fig. 4a getoonde positie steekt dat omzetorgaan 45 met de onderzijde 46 daarvan uit ten opzichte van de onderzijde 47 van stempel 44. Omzetorgaan 45 wordt in deze positie vergrendeld door blokkering 48. Deze blokkering 48 bestaat uit een stift 49 met een uitsteeksel 50 Omzetorgaan 45 is verschuifbaar en de beweging daarvan wordt beperkt door een pen-sleufconstructie 54. In de in fig. 4a getoonde positie is het uitsteeksel 50 van stift 49 zodanig naar rechts bewogen, dat omzetorgaan 45 vergrendeld is. Bij het transporteren van bevestigingsmiddel 13 komt dit in zodanige positie te liggen, dat stempel 44 in hoofdzaak op afstand boven het niet-afgeheelde lijf ligt en omzetorgaan 45 juist tegen de poten aanligt. Verder naar beneden bewegen van bevestigingsmiddel 32 wordt voorkomen door lippen 19, die onder veerbelasting 20 staan waarvan de uiteinden, zoals in fig. 2b met 22 aangegeven zijn, en aangegrepen moeten worden door nokken 21. Bij het naar beneden bewegen van stempel 44 zullen eerst omzetorganen 45 aan weerszijden de poten van het bevestigingsmiddel ombuigen (fig. 4b). Beweging van omzetorgaan 45 ten opzichte van stempel 44 wordt door blokkering 48 voorkomen. Bij het verder naar beneden bewegen grijpt het uiteinde van stift 49 aan op nokoppervlak 57 en beweegt daardoor in de tekening naar links. Daardoor wordt uitsteeksel 50 uit de uitsparing 60 van omzetorgaan 45 bewogen en kan omzetorgaan 45 ten opzichte van stempel 44 tegen druk van veer 58 in bewegen. Deze vrijgeefstand is in fig. 4b getoond. Ondertussen zijn de lippen 19 naar buiten bewogen op de wijze beschreven aan de hand van fig.2b en is stempel 44 op het lijf van het bevestigingsmiddel komen te rusten. Vervolgens kunnen de poten van het bevestigingsmiddel ingedreven worden. Daarbij komt de onderzijde 46 van de omzetorganen te rusten op het te bevestigen materiaal, doch dankzij de pen-sleufconstructie 54 kan stempel 44 verder naar beneden bewegen.Figures 4a-c show the different steps of converting and inserting the fastener 32 of Figure 3b. The stamp is indicated by 44 and comprises a displacing member 45 which is slidable relative thereto and which is arranged on either side thereof. In the position shown in Fig. 4a, that converting member 45 protrudes with its underside 46 relative to the underside 47 of punch 44. Converting member 45 is locked in this position by blocking 48. This blocking 48 consists of a pin 49 with a projection Transducer 45 is slidable and its movement is limited by a pin-slot construction 54. In the position shown in Fig. 4a, the projection 50 of pin 49 is moved to the right such that transducer 45 is locked. When transporting fastener 13, it comes to be in such a position that stamp 44 lies substantially at a distance above the unsealed body and converter 45 just rests against the legs. Moving down fastener 32 further down is prevented by lips 19, which are under spring load 20, the ends of which, as indicated by 22 in Fig. 2b, must be engaged by cams 21. When punch 44 is moved downwards, converters 45 bend the legs of the fastener on either side (fig. 4b). Movement of converter 45 relative to punch 44 is prevented by blocking 48. As it moves further down, the end of pin 49 engages cam surface 57 and thereby moves to the left in the drawing. As a result, projection 50 is moved out of the recess 60 of converter 45 and converter 45 can move against pressure of spring 58 relative to punch 44. This release position is shown in Fig. 4b. Meanwhile, the lips 19 have been moved outward in the manner described with reference to Figure 2b and stamp 44 has come to rest on the fastener body. The legs of the fastener can then be driven. Thereby, the underside 46 of the converting members comes to rest on the material to be fastened, but thanks to the pin-slot construction 54, punch 44 can move further down.

Hoewel de uitvinding hier beschreven is aan de hand van het in loodrechte positie ten opzichte van het lijf plaatsen van de poten moet begrepen worden, dat de uitvinding hiertoe niet toe beperkt is en dat de poten van het bevestigingsmiddel in enigerlei positie ten opzichte van het lijf geplaatst kunnen worden. Bovendien moet begrepen worden, dat de hier afgebeelde aanbrenginrichtingen slechts voorbeelden zijn en dat de bevestigingsmiddelen volgens de uitvinding met alle andere bekende inrichtingen eventueel na voor de hand liggende aanpassingen ingebracht kunnen worden. Tevens kan het bevestigingsmiddel meer dan twee poten omvatten en kan het lijf een andere dan vierkante vorm hebben.Although the invention has been described herein with reference to the positioning of the legs perpendicular to the body, it is to be understood that the invention is not limited thereto and that the legs of the fastener are in any position relative to the body can be placed. In addition, it should be understood that the application devices shown here are only examples and that the fasteners according to the invention can be inserted with all other known devices, if necessary after obvious adaptations. The fastener can also comprise more than two legs and the body can have a shape other than square.

Claims

Fastening means, which in the condition to be applied has a substantially U-shaped shape, comprising a body bounded by legs, characterized in that the width of the body is at least locally at least substantially greater than that of the 5 legs.

A belt, comprising a series of fasteners according to claim 1, wherein the legs and the body are in the same plane.

Device for mounting fasteners according to claim 1, comprising a magazine for fasteners, a transport means and mounting means for the fasteners.

Device as claimed in claim 3, wherein the application means comprise means for bending the legs before application.