NL8802618A - Garantiesluiting. - Google Patents

Description

Garantiesluiting.

De uitvinding betreft een sluiting, omvattende: - een houder met een opening; een aan die opening aansluitend, in hoofdzaak: cilindrisch wanddeel; ten minste één aan de buitenzijde daarvan aanwezig schroefdraad en een aan de van de opening afgewende zijde van die schroefdraad aanwezige borgkraal; - een uit één geheel bestaande, door spuitgieten vervaardigde kunststof schroefdop met inwendig schroefdraad voor samenwerking met het aan de houder aanwezige draad; een door verhitting gekrompen verzegelring, die onder de borgkraal grijpt; een aantal verspreid geplaatste verbindingen tussen de verzegelring en een binnen-onderrandzone van de schroefdop; een zich over althans een deel van de verbindingen uitstrekkende beschermrand.

Een dergelijke sluiting is in vele uitvoeringen bekend. Gebruikelijk is, dat de verbindingen bestaan uit dunne materiaalbruggen. Deze hebben het nadeel, dat ze sneller krimpen dan de verzegelring in de bewerkingsfase, waarin door warmtetoevoer de verzegelring een verkorting ondergaat. Als gevolg hiervan kan de axiale verkorting van de materiaalbruggen dan zo groot worden, dat de verzegelring wordt vastgesmolten aan de onderrand van de schroefdop. Hierdoor wordt het voor de consument moeilijk, de verzegeling te verbreken, terwijl het zelfs kan voorkomen, dat de verzegeling in het geheel niet wordt verbroken, waardoor onbevoegd openen mogelijk wordt.

De uitvinding stelt zich ten doel, een sluiting zodanig uit te voeren, dat dit nadeel van de bekende techniek niet langer optreedt.

Verder stelt de uitvinding zich ten doel, het mogelijk te maken om met behulp van bestaande warmtebehandelings- inrichtingen voor het uitvoeren van de krimpbewerking (bijvoorbeeld die welke worden toegepast bij bijvoorbeeld 28 mm MCA-sluitingen in polyetheen), een sluiting in bijvoorbeeld polypropeen inbraakveilig uit te voeren op wijdmondse con-i tainers, d.w.z. houders met een opening-diameter vanaf circa 43 mm, van bijvoorbeeld glas of PET.

Deze en andere doelstellingen worden volgens de uitvinding bereikt met een sluiting van het vermelde type, die het kenmerk vertoont dat elke verbinding omvat: een aan de bovenzijde aan de verzegelring aangevormd brugdeel met radiale en axiale afmetingen in dezelfde orde van grootte als die van de verzegelring; en een zich tussen dat brugdeel en de binnen-onder randzone van de schroefdop uitstrekkend breekdeel, dat een kleine dwarsdoorsnede-oppervlak bezit dan het brugdeel, welke breukdelen zijn afgedekt door de beschermrand, waarbij voorafgaande aan de krimpbewerking en na het vastschroeven van de schroefdop op de houder de verzegelring zich op een zodanige axiale positie ten opzichte van de borgkraal bevindt, dat bij het krimpen van de verzegelring onder invloed van locale tijdelijke warmtetoevoer de daarbij optredende krimpkrachten een zodanige trekspanning in de verbindingen veroorzaken, dat de breekdelen een rek met bijbehorende dwarsdoorsnede-oppervlakteverkleining ondergaan.

Met deze configuratie wordt bereikt, dat per hoek-deel de warmtecapaciteit van de verzegelring en die van de brugdelen in dezelfde orde van grootte ligt. Bij de verwar-mingsbehandeling krimpt de verzegelring tangentiëel en daardoor radiëel en krimpen de brugdelen axiaal. Doordat de krimp van beide in dezelfde orde van grootte ligt, is het niet mogelijk dat de verzegelring wordt vast-gekrompen tegen de onder-randzone van de schroefdop.

Door de dimensionering en de plaatsing van de breekdelen wordt bereikt, dat slechts een deel van de locaal en tijdelijk toegevoerde warmte de dunne breekdelen bereikt, waardoor de verzegelring en de brugdelen zijn gekrompen, voordat de breekdelen zouden doorsmelten waardoor de ver- zegelring al tenminste ten dele zou zijn verbroken tijdens de krimpbewerking. Een tweede voordeel is, dat na het openen van de container met verbreking van de verbindingen de scherpe achterblijvende punten van de breekdelen verborgen liggen achter de beschermrand, zodat geen gevaar op verwondingen door de consument behoeft te worden gevreesd. De breekstukken en de verzegelring zijn binnenwaarts geplaatst ten opzichte van de onderrandzone van de schroefdop. Het breekstuk strekt zich licht buitenwaarts uit. Hierdoor ligt de verzegelring relatief dicht bij de houder, waardoor de verwarmingstijd beperkt blijft; de verzegelring hoeft door deze dimensionering immers minder te krimpen om onder de rand van de borgkraal van de houder te komen. Door deze beperkte krimptijd wordt de verzegelring thermisch beperkt belast. Een thermisch hogere belasting zou de verzegelring bros kunnen maken, waardoor deze eerder zou kunnen breken dan de breekstukken. Een dergelijke wijze van verbreken geeft een minder duidelijk zichtbare verbreking van de verzegeling. Tevens maakt deze beperkte thermische belasting het mogelijk om kunststof houders toe te passen, bijvoorbeeld van PET. Dergelijke houders zouden bij een te hoge thermische belasting sterk kunnen deformeren.

Het deel met de grootste diameter van de borgkraal ligt ongeveer gelijk met de bovenzijde van de brugdelen, zonder daarmee in aangrijping te verkeren. Door deze plaatsing kan een schroefdop voorafgaande aan de krimpbewerking gemakkelijk worden opgebracht en heeft de verzegelring ruimte om onder de borgkraal van de houder te krimpen.

De verspreiding over de omtrek van de verbindingen wordt mede bepaald door de diameter van de sluiting. Bij een relatief groot aantal verbindingen is de voor het verbreken van de verzegeling vereiste kracht relatief groot en bestaat het gevaar, dat een onvoldoende verbreking optreedt. Bij een relatief klein aantal verbindingen is de stabiliteit van de verzegelring tijdens de verwarming gering hetgeen bij de verwarming een uitzakken van de ring en een onvoldoende verzegeling zou kunnen veroorzaken.

Bij voorkeur zijn de verbindingen ten opzichte van een meergangige schroefdraad van de schroefdop zodanig geplaatst, dat het laagste einde van de schroefdraad zich bevindt tussen de verbindingen. Bij een meergangige schroef-; draad wordt namelijk de schroef dopwand bij het einde van een draad naar buiten gedwongen, waardoor de verzegelring ook meer naar buiten zou worden, indien op deze plaats een verbinding aanwezig zou zijn. Dit zou een minder goede krimp onder de borgkraal kunnen veroorzaken.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding zullen nu worden genoemde en toegelicht aan de hand van bijgaande tekening. Hierin tonen: fig. 1 een houder met een deksel, waarin de uitvinding is geïncorporeerd; de fig. 2,3 en 4 drie opeenvolgende vervaardigings-fasen van de sluiting volgens fig. 1; en fig. 5 het detail V volgens fig. 1 op grotere schaal.

Fig. 1 toont een houder 1 zoals een jampot. Deze houder omvat een opening 2, een aan die opening aansluitend, in hoofdzaak cilindrisch wanddeel 3 met een aantal schroefdraden 4 en een daaronder aanwezige ringvormige borgkraal 5.

De houder 1 kan worden gesloten door middel van een deksel of schroefdop 6, die bestaat uit een kunststof en door spuitgieten als één geheel is vervaardigd. De deksel 5 omvat inwendig schroefdraad 7 voor samenwerking met de uitwendige schroefdraden 4 van de houder 1, een verzegelring 8, die dient voor samenwerking met de borgkraal 5, zoals nog nader zal worden beschreven, een aantal omtreksgewijze verspreid geplaatste verbindingen 9 tussen de verzegelring 8 en een binnen-onderrandzone 10 (zie de fig. 2-5) van de schroefdop; een zich over een nader te beschrijven deel van de verbindingen 9 uitstrekkende uitwendige beschermrand 11. De verbindingen, zijnde dat deel van de sluiting waarop de uitvinding betrekking heeft, omvatten elk: een aan de bovenzijde van de verzegelring 8 aangevormd brugdeel 12 met radiale en axiale afmetingen in dezelfde orde van grootte als die van de ver- zegelring 8; en een zich tussen dat brugdeel 12 en de binnen-onderrandzone 10 van de deksel 8 uitstrekkend breekdeel 13, dat een kleiner dwarsdoorsnede-oppervlak bezit dan het brugdeel 12. De breekdelen 13 zijn afgedekt dóór de beschermrand 11.

In de in fig. 1 getoonde situatie dient de deksel 5 nog te worden vastgeschroefd op de (dan inmiddels gevulde) houder 1. Nadat dit is gebeurd, bevindt de sluiting zich in de in fig. 2 getoonde situatie. In deze toestand werken de schroefdraden 4 en 7 met elkaar samen.

Door tijdelijke en plaatselijke warmtetoevoer, bijvoorbeeld met warme lucht, aan de verzegelring 8, bijvoorbeeld een warmtestoot gedurende ongeveer 1 sec. met een temperatuur van omstreeks 300°C, wordt de verzegelring 8 tot krimpen gebracht. Via de in fig. 3 getoonde toestand wordt uiteindelijk de in fig. 4 getoonde toestand bereikt, waarin de verzegelring 8 onder de borgkraal 5 grijpt. Zoals blijkt uit de overgang tussen de fig. 2 en 4 vindt door het krimpen van de verzegelring 8 een rekken van de breekdelen 13 plaats. Deze rek is van belang om te zorgen dat de breekdelen 13 met geringere kracht kunnen worden verbroken. Dit aspect is in het bijzonder bij sterke kunststoffen zoals polypropeen van belang.

Pig. 5 toont meer in detail een aantal uitvoerings-bijzonderheden van dit uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uit^ vinding niet beperkt is. In deze figuur zijn tevens bij wijze van voorbeeld enkele maten in mm aangegeven. Zoals uit deze figuur blijkt, strekt elk breekdeel 13 zich als ribbe tevens over althans een aanzienlijk deel van het buitenoppervlak van het bijbehorende brugdeel 12 uit.

Claims (3)

1. Sluiting, omvattende: - een houder met een opening; een aan die opening aansluitend, in hoofdzaak > cilindrisch wanddeel; ten minste één aan de buitenzijde daarvan aanwezig schroefdraad en een aan de van de opening afgewende zijde van die schroefdraad aanwezige borgkraal; i - een uit één geheel bestaande, door spuitgieten vervaardigde kunststof schroefdop met inwendig schroefdraad voor samenwerking met het aan de houder aanwezige draad; een door verhitting gekrompen verzegelring, die i onder de borgkraal grijpt; een aantal verspreid geplaatste verbindingen tussen de verzegelring en een binnen-onderrandzone van de schroefdop; een zich over althans een deel van de verbindingen uitstrekkende beschermrand; met het kenmerk dat elke verbinding omvat: een aan de bovenzijde aan de verzegelring aangevormd brugdeel met radiale en axiale afmetingen in dezelfde orde van grootte als die van de verzegelring; en een zich tussen dat brugdeel en de binnen-onderrandzone van de schroefdop uitstrekkend breekdeel, dat een kleine dwarsdoorsnede-oppervlak bezit dan het brugdeel, welke breekdelen zijn afgedekt door de beschermrand, waarbij voorafgaande aan de krimpbewerking en na het vastschroeven van de schroefdop op de houder de verzegelring zich op een zodanige axiale positie ten opzichte van de borgkraal bevindt, dat bij het krimpen van de verzegelring onder invloed van locale tijdelijke warmtetoevoer de daarbij optredende krimpkrachten een zodanige trekspanning in de verbindingen veroorzaken, dat de breekdelen een rek met bijbehorende dwarsdoorsnede-oppervlakteverkleining ondergaan.

2. Sluiting volgens conclusie l, met het kenmerk, dat elk breekdeel zich tevens over althans een aanzienlijk deel van het buitenoppervlak van het bijbehorende brugdeel uitstrekt.

3. Schroefdop, kennelijk bestemd als onderdeel van een sluiting volgens één der voorgaande conclusies. Bij voorkeur zijn de verbindingen ten opzichte van een meergangige schroefdraad van de schroefdop zodanig geplaatst, dat het laagste einde van de schroefdraad zich bevindt tussen de verbindingen. Bij een meergangige schroef-5 draad wordt namelijk de schroefdopwand bij het einde van een draad naar buiten gedwongen, waardoor de verzegelring ook mee naar buiten zou worden getrokken, indien op deze plaats een verbinding aanwezig zou zijn. Dit zou een minder goede krimp onder de borgkraal kunnen veroorzaken. ) Verdere bijzonderheden van de uitvinding zullen nu worden genoemde en toegelicht aan de hand van bijgaande tekening. Hierin tonen: fig. 1 een houder met een deksel, waarin de uitvinding is geïncorporeerd; i de fig. 2,3 en 4 drie opeenvolgende vervaardigings- fasen van de sluiting volgens fig. 1; en fig. 5 het detail V volgens fig. 1 op grotere schaal. Fig. 1 toont een houder 1 zoals een jampot. Deze houder omvat een opening 2, een aan die opening aansluitend, in hoofdzaak cilindrisch wanddeel 3 met een aantal schroefdraden 4 en een daaronder aanwezige ringvormige borgkraal 5. De houder 1 kan worden gesloten door middel van een deksel of schroefdop 6, die bestaat uit een kunststof en door spuitgieten als één geheel is vervaardigd. De deksel 5 omvat inwendig schroefdraad 7 voor samenwerking met de uitwendige schroefdraden 4 van de houder 1, een verzegelring 8, die dient voor samenwerking met de borgkraal 5, zoals nog nader zal worden beschreven, een aantal omtreksgewijze verspreid geplaatste verbindingen 9 tussen de verzegelring 8 en een binnen-onderrandzone 10 (zie de fig. 2-5) van de schroefdop; een zich over een nader te beschrijven deel van de verbindingen 9 uitstrekkende uitwendige beschermrand 11. De verbindingen, zijnde dat deel van de sluiting waarop de uitvinding betrekking heeft, omvatten elk: een aan de bovenzijde van de verzegelring 8 aangevormd brugdeel 12 met radiale en axiale afmetingen in dezelfde orde van grootte als die van de ver-