NL8802208A

NL8802208A - Afsluiter voor containers en in het bijzonder kruiwagens.

Info

Publication number: NL8802208A
Application number: NL8802208A
Authority: NL
Original assignee: Hermannus Johannes Albertus La
Priority date: 1988-09-07
Filing date: 1988-09-07
Publication date: 1990-04-02

Description

Afsluiter voor containers en kruiwagens.

Afsluitorgaan voor containers en in het bijzonder kruiwagens, zowel los dan wel scharnierend aangebracht.

Voor het verzamelen van afval, puin e.d. wordt veelal gebruik gemaakt van containers of b.v. kruiwagens waarbij evenwel tijdens het verzamelen en ook tijdens het transport, de inhoud niet kan worden afgesloten.

Behalve voor het verzamelen van afval worden genoemde werktuigen ook gebruikt om bepaalde nuttige hoeveelheden grondstoffen te transporteren. Daarbij is te denken aan b.v. de bioindustrie, de vleesverwerkende industrie, tegenover het gebruik bij afvalvervoer zoals b.v. in de meubelindustrie (afvalhout), tuindersbedrijven, bouwbedrijven etc.

Bij gebruik van deze z.g. open vervoersmiddelen in de open lucht kunnen weersinvloeden een ongewenste invloed uitoefenen op de inhoud. In de bioindustrie zou de inhoud zoals b.v. veevoeder, bij langere arbeidsonderbreking ('s nachts) aanleiding tot het aantrekken van ongedierte geven. Bij de toepassing in de vleesverwerkende industrie kan afsluiting van de inhoud de hygiëne bevorderen. Het verzamelen van bladafval kan in de herfst onder winderige omstandigheden in een open container veel extra werk geven, zo niet onmogelijk worden.

Bovengenoemde voorbeelden geven aan dat in veel gevallen een af te sluiten ruimte te prefereren valt. De vinding beoogt hierin te voorzien.

In bijgevoegde tekening is een container, in dit geval een kruiwagen voorzien van een afsluitend orgaan. Dit deel past om de bovenrand van de kuip en kan daarop niet verschuiven. Naar wens kan het afsluitende orgaan scharnierend aan de kuip worden verbonden.

Het (of de) scharnier(en) kunnen naar gelang het gebruik van de wagen, aan de gewenste zijde worden aangebracht.(b.v. handvatzijde -dan is uitkiepen van de inhoud naar voren gemakkelijker).

In figuur 1 is een kruiwagen 1 voorzien van een afsluitend orgaan 2, dat met rand 3 de kuip 4 omsluit. Dit orgaan 2 is prismavormig uitgevoerd, overeenkomstig de binnenvorm aan de bovenzijde van de kuip, dus te beschouwen als een contravorm (zie 5 figuur 3).

Wordt het afsluitorgaan dus omgekeerd op de kuip aangebracht, dan ontstaat aan de bovenzijde een verdiepte ruimte, geschikt om b.v. klein gereedschap (hoveniersbedrijven) op de kruiwagen mee te nemen. De inhoud van de wagen blijft dus evengoed afgedekt (afgesloten) . In het midden van het afsluitorgaan (klep) is een handgreep 6 aangebracht. Aan de zijkant zijn zgn. muisdichte roosters 7 aangebracht om de inhoud te kunnen ontluchten, doch af te sluiten tegen het intreden van ongedierte.

Indien gewenst kan de rand van het afsluitorgaan worden voorzien van een flexibel materiaal, zodat bij de uitvoering met scharnieren en een vergrendelingsmechanisme, ook vloeibare materialen kunnen worden vervoerd. De roosters 7 vervallen dan.

Om het afsluitorgaan bij uitvoering met een of meer scharnieren in de gewenste geopende stand te houden is aan de rand van dat orgaan een uitzetbeugel bevestigd (zie 8 figuur 4). Het einde van de beugel 4 steunt dan op de rand van de kuip 1. Ook andere fixeermogelijkheden zijn in voldoende mate te realiseren.

Claims

Konklusies. Konklusie 1. Afsluitorgaan voor in het bijzonder kruiwagens met het kenmerk dat het afsluitende orgaan aansluit op de contouren van het af te sluiten deel en daarop los dan wel scharnierend kan worden aangebracht. Konklusie
2. Afsluitorgaan voor in het bijzonder kruiwagens volgens konklusie 1 met het kenmerk dat de vorm tweezijdig kan worden gebruikt nl. liggend en aansluitend op de rand van het af te sluiten orgaan, dan wel omgekeerd en als contramal, vallend in het af te sluiten deel. Konklusie
3. Afsluitorgaan voor in het bijzonder kruiwagens volgens konklusie 1 en 2 met het kenmerk dat in beide gevallen het afsluitorgaan scharnierend aan het af te sluiten orgaan is te bevestigen en dat dat aan elke zijde mogelijk is. Konklusie
4. Afsluitorgaan voor in het bijzonder kruiwagens volgens konklusie 1,2,3 met het kenmerk dat het af te sluiten orgaan tijdens het beladen van de beoogde vulruimte en bij gebruikmaking van een scharnierconstructie in elke gewenste geopende stand kan worden gebracht en in die stand kan worden gefixeerd. Konklusie
5. Afsluitorgaan voor in het bijzonder kruiwagens volgens konklusie 1 t/m 4 in het kenmerk dat tijdens niet gebruik van de vulruimte, het afsluitorgaan op eenvoudige wijze tegen ongewild openen tijdens b.v. het transport kan worden gezekerd. Konklusie
6. Afsluitorgaan voor in het bijzonder kruiwagens volgens konklusie 1 t/m 5 met het kenmerk dat het orgaan aan de zijkanten is voorzien van enkele z.g. muisdichte openingen, waardoor ontluchting mogelijk is.