NL8802045A - Spoelbak voor een toilet. - Google Patents

Description

Korte Aanduiding: Spoelbak voor een toilet.

De uitvinding heeft betrekking op een spoelbak voor een toilet,voor¬zien van een huis met een toevoer voor het toevoeren van water in hethuis en met een nabij de onderzijde van het huis gelegen afvoeropening,welke afsluitbaar is met behulp van een afsluitorgaan,dat is bevestigdaan een zich vanaf het afsluitorgaan omhoog uitstrekkende drager,welkeeen zuignap ondersteunt,die is opgesteld voor samenwerking met een bovende zuignap opgesteld vlak,zodanig dat bij het verplaatsen van het af¬sluitorgaan in een van de zitting afgekeerde richting de zuignap tegenhet vlak wordt gedrukt,terwijl het inwendige van de zuignap in ver¬binding staat met een uiteinde van een doortocht,weIke aan zijn van dezuignap afgekeerde uiteinde is voorzien van een uitmonding op een·niveau gelegen tussen de zuignap en het afsluitorgaan.

Bij dergelijke spoelbakken wordt voor het doorspoelen van hettoilet het afsluitorgaan met de drager en de daarmede verbonden zuigeromhoog bewogen voor het vrijgeven van de afvoeropening. Daarbij wordt dezuignap tegen het vlak gedrukt,waarbij de zich in de zuignap bevindendelucht via de doortocht wordt weggedrukt,zodat de zuignap aan het vlakblijft hangen. Bij het wegstromen van het water zal echter het waterpeilin het huis van de spoelbak dalen,zodat op een gegeven moment de in dedoortocht aangebrachte en tussen de zuignap en het afsluitorgaan gelegenuitmonding boven het waterniveau komt te liggen,waardoor via de door¬tocht weer lucht in de zuignap kan stromen en deze daardoor tos komt vanhet vlak en dientengevolge de drager met de zuignap en het afsluitorgaanweer omlaag zal vallen om de afvoeropening af te sluiten,zodat dan hethuis weer tot op het gewenste niveau op gebruikelijke wijze kan volstro-men.

Met de uitvinding wordt nu beoogd een spoelbak van bovengenoemdesoort te verkrijgen waarbij de hoeveelheid water,welke per spoeling aanhet toilet wordt toegevoerd,op eenvoudige wijze kan worden geregeld.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de uitmondingvan de doortocht in hoogterichting instelbaar is.

Het zal duidelijk zijn,dat door hoogteinstelling van de uitmon¬ding op eenvoudige wijze te regelen is bij welke hoogte van het water¬niveau in het huis.de uitmonding boven het waterniveau zal komen te liggen,hetgeen bepalend is voor de hoeveelheid water,welke uit het huiskan stromen voordat het afsluitorgaan na het heffen weer wordt vrijgege¬ven om de afvoeropening af te sluiten.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de handvan enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-beelden van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch in perspectief, gedeeltelijk in aan¬zicht en gedeeltelijk in doorsnede,een uitvoeringsvoorbeeld van de con¬structie voLgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een met fig.1 overeenkomende afbeelding van een tweedeuitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding,

Fig. 3 toont op grotere schaal in perspectief een deel van de infig.2 afgebeelde inrichting.

Fig. 4 toont schematisch in perspectief delen van een derde moge¬lijke uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.

Bij de in fig.1 weergegeven uitvoeringsvorm omvat de spoelbak eenhuis 1 voor het opnemen van het spoelwater ,dat via een niet nader weer¬gegeven in het algemeen op de bovenzijde van het huis 1 aangeslotentoevoerleiding toe te voeren is,waarbij de toevoerleiding op op zichzelfbekende wijze met behuLp van een vlotterkraan af te sluiten is.

Nabij de onderzijde van het huis 1 is een afvoeropening 2 aange¬bracht,welke afsluitbaar is met behulp van een boven deze afvoerope¬ning opgesteld afsluitorgaan 3. Het afsluitorgaan 3 is op op zichzelfbekende wijze bevestigd aan een zich vanaf het afsluitorgaan omhoog uit¬strekkende,in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld door een holle stang4 gevormde drager aan het boveneinde waarvan een zuignap 5 is bevestigd.Deze zuignap kan samenwerken met een vast opgesteld ,deel van despoelbak uitmakende vLakke plaat 6.

Aan de plaat 6 zijn een tweetal zich naar beneden toe uitstrek-kende armen 7 en 8 bevestigd. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ismet de arm 8 een steunorgaan 9 verbonden. In een tweetal aan het steunor-gaan 9 bevestigde beugels 10 en 11 is een verticaal staande schroefspil12 ge legen,zodanig dat deze schroefspïl om zijn verticaal verlopendedraaiingsas in de beugels 10 en 11 verdraaibaar is. Aan het boveneindevan de schroefspil 12 is een conisch tandwiel 13 bevestigd. Het coni¬sche tandwiel 13 is in ingrijping met een conisch tandwiel 14,dat is be- vestigd aan het uiteinde van een horizontaal verlopende as 15.Nabij hetconische tandwiel 14 wordt de as 15 ondersteund door een beugel 16,welkemet behulp van een arm 17 is bevestigd aan het boveneinde van het steun-orgaan 9.

Nabij zijn van het tandwiel 14 afgekeerde uiteinde is de as 15 on¬dersteund door een aan de zijkant van een bovengedeelte 18 van de spoel¬bak bevestigde bus 19. Aan deze bus 19 is verder een huis 20 bevestigd.In dit huis 20 is het uiteinde gelegen van de as 15. Aan dit uiteindevan de as 15 is een handgreep 21 bevestigd met behulp van een niet naderweergegeven verbindingsstang,welke zich uitstrekt door een in een wandvan het huis aangebracht sleufgat 22 waarvan de lengteas is gelegen ineen zich loodrecht op de hartLijn van de as 15 uitstrekkend vlak.

De schroefspil 12 is gevoerd door een van inwenige schroefdraadvoorziene bus 23. De bus 23 is voorzien van een tweetal uitstekendeoren 24 welke zich aan weerszijden uitstrekken van het in hoofdzaakstripvormig uitgevoerde steunorgaan 9. Aan de moer 23 is een bus 25bevestigd,waarbij in de zijwand van de bus 25 een met de inwendige door¬tocht van de bus in verbinding staande dwarsboring 26 is aangehracht.

Op het boveneinde van de bus 25 is het ondereinde van een slang 27 aan¬gesloten.Het boveneinde van de slang27 is aangesloten op een aan dezuignap 5 bevestigd pijpstuk 28,één en ander zodanig,dat het inwendigevan de zuignap 5 in open verbinding staat met het inwendige'van debus 25 en de doortocht 26.

Tijdens normaal gebruik van de spoelbak zal het huis 1 gevuldzijn met water. Voor het doorspoelen van het toilet kan het afsluitorgaanmet behulp van niet nader weergegeven bedieningsmiddelen tesamen metde drager 4 en'de zuignap 5 omhoog worden bewogen. Daarbij zal de zuig¬nap 5 tegen de plaat 6 worden gedrukt en zal de lucht uit de zuignap 5worden weggedrukt waarbij deze lucht via de slang 27 en de doortocht26 kan ontsnappen. Zodoende zal de zuignap aan de plaat 6 blijven hangenen daarbij het afsluitorgaan 3 op afstand van de afvoeropening 2 houden,zodat het water via de afvoeropening 2 vrij kan wegstromen. Indien.ech¬ter het waterniveau daalt tot onder de doortocht 26 zal lucht weer viade slang 27 in het inwendige van de zuignap 5 kunnen stromen,zodat dande zuignap 5 zal losraken van de plaat 6 en het afsluitorgaan 3 onder invloed van zijn eigen gewicht en het gewicht van de drager 4 met dezuignap 5 weer naar beneden zal bewegen voor het afsluiten van de ope-ning 2,zodat de stortbak 1 weer vol kan stromen.

Door verplaatsing van de hefboom 21 in de lengterichting van hetsleufgat 22 kan nu de as 15 en daarmede de schroefspindel 12 wordenverdraaid. Het zal duidelijk zijn,dat ,doordat de moer 23 tegen verdraai¬ing t.o.v. de schroefspindel 12 is geborgd met behulp van de uitste¬kende oren 24 een verdraaiing van de schroefspindel 12 om zijn lengteaseen verplaatsing van de moer 23 en daarmede van de doortocht 26 in hoog-terichting tot gevolg zal hebben. Door deze verplaatsing van de dooi—tocht 26 in hoogtenchting kan men beïnvloeden welk niveau het waterin het huis 1 moet bereiken om de doortocht 26 voor doorvoer van Lucht,naar het inwendige van de zuignap 5 vrij te geven en daarmede het slui¬ten van de afvoeropening 2 met het afsluitorgaan 3 op gang te brengen.

Dit is uiteraard ook rechtstreeks van invloed op de hoeveelheid water,welke na het openen van de afvoeropening 2 uit het huis 1 wordt afge¬voerd voordat de afvoeropening 2 weer wordt afges loten.Zodoende kan opbijzonder eenvoudige wijze de hoeveelheid water,welke per spoelingwordt afgegeven,worden beinvloed.

Langs het sleufgat 22 kan men eventueel nog een schaalverdelingaanbrengen waarop is aangegeven welke hoeveelheid water bij een be¬paalde stand van de handgreep 21 per spoeling zal worden afgevoerd.

Gebruikelijk is de bovenzijde van een spoelbak aan weerszijdenvoorzien van een opening voor de aansluiting van een watertoevoerlei-ding. AfhankeLijk van de opstelling wordt de aan de linker-of rechter¬zijde van de spoelbak gelegen opening voor het aansluiten van de water-toevoerleiding benut. In een dergelijk geval kan men dan de andere ope¬ning benutten voor de doorvoer van de as 15. Door het aanbrengen vaneen tweetal armen 7 en 8 kan men het steunorgaan 9 naar keuze aan eenvan deze armen 7 of 8 ophangen,zodat men het huis 20 naar keuze aande linker of aan de rechter zijde van de spoelbak kan aanbrengen.

Fig.2 toont een verdere moge lijke uitvoeringsvorm van de construc¬tie volgens de uitvinding. Daarbij zijn die onderdelen,die overeenkomenmet de hierboven aan de hand van de fig.1 besproken onderdelen voor¬zien van dezelfde verwijzingscijfers als gebruikt in fig.1.

Bij deze uitvoering is aan. het steunorgaan 9 een 'verdere arm 29bevestigd,aan een uiteinde waarvan een klem 30 is bevestigd voor hetondersteunen van een ci Lindervornig huis 31,waarop een tweetal buis-stukken 32 en 33 zijn aangesloten (fig.3). Het buisstuk 32 is met behulpvan een s.lang 34 aangesloten op het boveneinde van de buis 25.Hetbuisstuk 33 is met behulp van een slang 35 aangesloten op het aan dezuignap 5 bevestigde buisstuk 28.

In het aan zijn bovenzijde open cilindervormige huis 31 is eenin het huis in hoogterichting verschuifbare zuiger 36 gelegen. Aan debovenzijde van de zuiger 36 is een zich omhoog uitstrekkende zuiger-stang 37 bevestigd,weLke met zijn boveneinde is bevestigd aan het uit¬einde van een hefboom 38. Nabij zijn midden zijn aan de hefboom horizon¬taal verlopende tappen 39 bevestigd,die vrij draaibaar zijn gelegerd ineen met het huis 31 verbonden steun 40.

Om het van de zuigerstang 38 afgekeerde uiteinde van de hefboom 38en het daaronder liggende buisstuk 32 is een veerkrachtige ,als terug-stelveel dienende band 41 geslagen,welke tracht de zuiger 36 in zijnhoogste stand in het cilindervormige lichaam 31 te houden. In dezehoogste stand van het zuigervormige lichaam zullen de beide buisstukken32·en 33 via het zuigvormige Lichaam in open verbinding met elkaar staan,zodat zodoende ook een open verbinding aanwezig is tussen de doortocht26 en het inwendige van de zuignap 5. In deze stand zal dus de inrich¬ting volgens fig.2 op dezelfde wijze werken als de 'inrichting volgens.

. fig.1,waarbij met behulp van de schroef'spindel 12 weer de hoogteliggingvan de doorboring 26 kan worden beïnvloed.

Bij het in fig.2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is boven de hef¬boom 39 een met deze hefboom samenwerkende nok 42 opgesteld,welke is.bevestigd aan het uiteinde van een de as 15 omgevende buis 43.Het nabijde nok gelegen uiteinde van de buis 43 wordt nog ondersteund door eenmet de arm 17 verbonden beugel 44.Het andere einde van de buis 44strekt zich uit tot in het huis 20.Aan dit in het huis 20 gelegen uitein¬de van de holle as of buis 43 is een niet nader weergegeven arm beves¬tigd,waarvan het vrije uiteinde is gelegen onder een zich verticaal uit¬strekkende stang,die met zijn boveneinde is bevestigd aan een boven hethuis 20 uitstekende bedieningsknop 44,welke met behulp van een nietnader weergegeven veer in zijn in de fig.2 weergegeven hoogste stand wordt gehouden.

Door het naar beneden duwen van de bedieningsknop 44 zal via dearm, die aan het in het huis 20 gelegen uiteinde van de as 43 is beves¬tigd,deze as 43 om zijn lengteas worden verdraaid waardoor ook de noki 42 in draaiing wordt gebracht zodanig,dat deze nok de hefboom 38 om detappen verdraait om de zuiger 36 in het huis 31 naar beneden te duwen.Tijdens deze neerwaartse beweging van de zuiger 36 zal op een gegevenmoment de uitmonding van het buisstuk 33 in het huis 31 boven het zuiger¬vormige orgaan 36 komen te liggen,zodat via dit buisstuk 33 en de slangI 35 lucht kan stromen naar de zuignap 5.

Daar het cilindervortnige huis 31 ten alle tijde boven het water-niveau in het huis 1 van de spoelbak is gelegen kan men zo door hetindrukken van de knop 44 op ieder gewenst tijdstip het inwendige van dezuignap in open verbinding brengen met de buitenlucht,zodat zohet spoelen op ieder gewenst tijdstip kan worden onderbroken door in¬drukken van de knop 44 onafhankelijk van de ligging van het waterniveauin de spoelbak 1.

Ook bij de schematisch in fig.4 weergegeven mogelijke uitvoerings¬vorm van de constructie volgens de uitvinding zijn die onderdelen,dieovereenkomen met de hierboven aan de hand van de fig.1 en 2 weergegevenonderdelen weer van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als gebruiktin fig.1 en 2. Ter verduidelijking van de weergave zijn hier enige onder¬delen op afstand van de andere onderdelen weergegeven,terwijl ook be¬paalde onderdelen slechts schematisch zijn aangeduid.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is de schroefspil 12 tot boven deplaat 6 verlengd en voorzien van een rechthoekig uiteinde 45 met behulpwaarvan een rondsel 46 onverdraaibaar met de schroefspil 12 kan wordenverbonden. Het rondsel 46 is in draaiing te brengen via een tandwiel 47,dat met behulp van een aan het tandwiel 47 bevestigde tap 48 is gelegerdin een aan het deksel bevestigd leger 49. Daarbij kan het tandwiel 47voor verdraaiing van de schroefspil 42 en daarmede voor höogteinstel-ling van de doorboring 26 met behulp van een niet nader weergegevenhandbedieningsorgaan,dat van buiten de spoelbak toegankelijk is,wordenverdraaid.

Zoals verder in deze figuur schematisch is aangeduid kan de zuig^nap 5 en daarmede de stang 4 en het afsluitorgaan 3 omhoog worden bewogen met behulp van een op de onderzijde van de zuignap aangrijpende hef¬boom 48,die ten opzichte van de spoelbak verdraaibaar is om een horizon¬taal opgestelde scharnieras 49. Daarbij is de hefboom verdraaibaar metbehulp van een zich omhoog uitstrekkende bedieningsstang 50,welke voorhet verdraaien van.de hefboom 48 en het daarmede omhoog bewegen van dehefboom 5 tegen de werking van een veer 51 naar beneden te drukken is.

Boven de zuignap 5 is in het deksel 6 een doortocht 52 aangebracht,welke is af te sluiten met behulp van een afsluitorgaan 53. Het afsluit-orgaan 53 is bevestigd aan het uiteinde van een hefboom 54,welke tenopzichte van het deksel 6 verdraaibaar is om een horizontaal opgesteldeen tussen zijn uiteinde gelegen scharnieras 55. Een uit veerkrachtigmateriaal bestaande band 56,die is gehaakt op het van het afsluitorgaan53 afgekeerde uiteinde van de hefboom 54 en om een aan het deksel 56bevestigd verankeringsorgaan 57 tracht het afsluitorgaan 53 in de infig.4 weergegeven de doortocht 52 afsluitende stand te houden. Om hetafsluitorgaan 53 van zijn zitting af te drukken kan de hefboom 54 om deas 55 worden verzwenkt met behuLp van een bedieningsstang 58,welketegen de veerdruk van een veer 59 naar beneden te drukken is voor hetverzwenken van de hefboom 54 en het daarmede, naar beneden drukken vande klep 53.

Het zal duidelijk zijn,dat de werking van deze inrichting overeen¬komt met de werking van de aan de hand van de voorgaande figuren beschre¬ven inrichtingen,terwijl bij het doorspoëlen het uitstromen van wateruit het huis 1 van de spoelbak op ieder gewenst ogenblik kan worden onder¬broken door het indrukken van de stang 58 .Dit indrukken van de stang 58heeft namelijk een openen van de doortocht 52 in het deksel 60 tot ge¬volg, zodat' daarb.i j lucht zal stromen in de zuignap 5 waardoor deze loszal komen van de plaat 6.

Claims (9)

1. Spoelbak voor een toilet ,voorzien van een huis met eentoevoer voor het toevoeren van water in het huis én met een nabij deonderzijde van het huis gelegen afvoeropening,welke afsluitbaar is metbehulp van een afsluitorgaan,dat is bevestigd aan de zich vanaf hetafsluitorgaan omhoog uitstrekkende drager welke een zuignap ondersteunt,,die is opgesteld voor samenwerking met een boven de zuignap opgesteldvlak,zodanig dat bij het verplaatsen van het afsluitorgaan in een van dezitting afgekeerde richting de zuignap tegen het vlak wordt gedrukt,terwijl het inwendige van de zuignap in verbinding staat met een uitein¬de van een doortocht,welke aan zijn van de zuignap afgekeerde uiteindeis voorzien van een uitmonding op een niveau gelegen tussen de zuignapen het afsluitorgaan ,met het kenmerk,dat de uitmonding van de doortochtin hoogterichting instelbaar is.

2. Spoelbak volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de uitmonding isbevestigd aan een draagdeel,dat met behulp van een schroefspindel inhoogterichting verstelbaar is,

3. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat het draagdeetwordt gevormd door een van inwendige schroefdraad voorziene bus waarinde schroefspil is gedraaid,terwijl.middelen zijn aangebracht om draai¬ing van de bus om de schroefspil tegen te gaan.

4. Spoelbak volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,datde uitmonding en de zuignap met behulp van althans een flexibele slangmet elkaar zijn gekoppeld.

5- Spoelbak volgens een der voorgaande conclusies 2-4,met_ het kenmerk,dat de schroefspit via een tandwieloverbrenging is gekoppeld met eenbuiten het huis opgesteld handbedieningsorgaan voor het verdraaien vande schroefspil.

6. Spoelbak volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat het handbedienings¬orgaan verplaatsbaar is langs een schaalverdeling. Spoelbak volgens een der voorgaande, conclusies,met het kenmerk,dat een vanaf de buitenzijde van de spoelbak bedienbaar afsluitorgaanis aangebracht via welke een rechtstreekse verbinding tot stand kanworden gebracht tussen de atmosfeer en het inwendige van.de zuignap.

8. Spoelbak volgens conclusie 7, met het kenmer,dat het afsluitorgaanis opgenomen in de op de zuignap aangesloten doortocht.

9. Spoelbak volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat het afslui'tor-gaan boven de zuignap is opgenomen in het vlak waartegen de zuignapwordt gedrukt.

10. Spoelbak zoals hierboven omschreven en/of is afgebeeld in bij¬gaande figuren.