NL8801988A

NL8801988A - Pressure die casting machine - suitable for high speed casting and automatic deburring of zinc alloys

Info

Publication number: NL8801988A
Application number: NL8801988A
Authority: NL
Original assignee: Dbm Industries Ltd
Priority date: 1977-12-01
Filing date: 1988-08-09
Publication date: 1988-12-01
Also published as: NL190229C; NL190229B

Abstract

The machine has a frame carrying two pairs of work cylinders, each pair supporting one die half with a vertical joint line. Each work cylinder has a piston fixed to the frame; and a piston rod is fixed to the piston, the rod extending to a piston in a coaxial work cylinder. By feeding hydraulic fluid into the four double-acting work cylinders, the dies can be opened, or brought together using means for retarding the speed of closure to reduce shock. The temp. of the dies is controlled by adjusting the pressure of water employed to cool the moulds by evapn. a hot chamber injection system is used with immersed electric heaters for the molten metal; and a rotary extractor is used to remove a core before opening the die halves. High speed machine enables automatic extn. of the casting via a transporter leading to a deburring unit.

Description

* * * * 88.3059/M/jz* * * * 88.3059 / M / jz

Korte aanduiding: Spuitgietmachine.Short designation: Injection molding machine.

De uitvinding heeft betrekking op een spuitgietmachine voorzien van een uit twee helften bestaande gietvorm, een spuitmondstuk en een gestel met hierop aangebracht twee paar op onderlinge afstand gelegen evenwijdige cilinder-5 eenheden, waarvan het eerste paar de ene vorm helft draagt en gelegen is tegenover het andere paar eenheden die de andere vormhelft draagt, welke cilindereenheden de volgende onderdelen omvatten: - een vaste aan het gestel bevestigde zuiger met een 10 hieraan coaxiaal bevestigde zuigerstang die zich dwars over de machine uitstrekt naar een verbinding met de tegenover gelegen zuiger van het andere paar cilindereenheden , - een op elke zuiger en zuigerstang aangebrachte cilinder 15 die heen en weer kan bewegen als gevolg van de toevoer van een onsamendrukbaar medium aan de zijde van de vorm resp. de tegenover gelegen zijde, - middelen voor het verbinden van de cilinder van de resp. cilindereenheid met de bijbehorende vormhelft, 20 waarbij medium injectie naar de cilinders op het einde van de zuigers aan de zijde van de vorm, de cilinders . 880 1 988 -2-- en de vormhelften naar elkaar toe drukt en een medium injectie naar de tegenover de vorm gelegen zijde, de cilinders en de vormhelften uit elkaar drukt, waarbij de einddruk bij het openen van de cilinders opgenomen 5 wordt door de zuigerstang, - middelen voor het afsluiten van de cilinders, zodanig dat een sluitstoot wordt vermeden,The invention relates to an injection molding machine comprising a two-part mold, a spray nozzle and a frame with two pairs of spaced apart parallel cylinder-5 units mounted thereon, the first pair of which carries one mold half and is located opposite the other pair of units carrying the other mold half, the cylinder units comprising the following components: - a fixed piston attached to the frame with a piston rod coaxially attached thereto which extends transversely across the machine to a connection to the opposite piston of the other pair cylinder units, a cylinder 15 mounted on each piston and piston rod, which can move back and forth as a result of the supply of an incompressible medium on the side of the mold, respectively. the opposite side, - means for connecting the cylinder of the resp. cylinder unit with the associated mold half, 20 requiring medium injection to the cylinders on the end of the pistons on the mold side, the cylinders. 880 1 988 -2 - and press the mold halves together and a medium injection to the opposite side of the mold, press the cylinders and the mold halves apart, the final pressure being taken up by the piston rod when the cylinders are opened - means for closing the cylinders in such a way that a closing impact is avoided,

Een dergelijke machine is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4 013 116. Hierin wordt het gietstuk 10 gepositioneerd en uit de machine verwijderd voor het bijwerken van dit deel zonder zijdelingse verplaatsing hiervan. Gedurende de werking van de machine ligt het gietstuk in een vast vlak en wordt in dit vlak verder vervoerd. De gietmachine werkt met uitgebalanceerde 15 krachten waarin de beide platen en de vormhelften of stempels met dezelfde afstanden naar en van het gietstuk worden verplaatst en deze gebalanceerde verplaatsing van de massa doet de normale schok van het op gang brengen en stil zetten van de zware platen en gereedschappen teniet.Such a machine is known from US patent 4 013 116. Herein the casting 10 is positioned and removed from the machine for updating this part without lateral displacement thereof. During the operation of the machine, the casting lies in a fixed plane and is transported further in this plane. The casting machine operates with balanced forces in which the two plates and the mold halves or dies are moved to and from the casting by the same distances and this balanced movement of the mass does the normal shock of starting and stopping the heavy plates and wipe out tools.

20 Uitgaande van de hierboven beschreven machine met een gecentreerd enkelvoudig bewegingsvlak, beoogt de uitvinding een verbetering en voordelen te verschaffen, zoals een vereenvoudiging voor het uit de machine afvoeren van de gietstukken; vereenvoudigde draagmiddelen voor het gietstuk 25 bij de scheidingslijn van de vorm; het inspuiten van het . M01988 - 3 - metaal ter plaatse van deze scheidingslijn; het halveren van de normale slag van de verplaatsing van de platen en dus het halveren van de inproduktieve tijd van de machine tijdens het openen en sluiten; een bovenste kern op de 5 scheidingslijn van de vorm voor het stabiliseren van de stand van het gegoten deel gedurende het openen van de vorm en het vervallen van de noodzaak voor het toepassen van uitstootpennen op sommige soorten van delen.Starting from the above-described machine with a centered single motion plane, the invention aims to provide an improvement and advantages, such as a simplification for discharging the castings from the machine; simplified casting support means 25 at the mold dividing line; injecting it. M01988 - 3 - metal at this dividing line; halving the normal stroke of the displacement of the plates and thus halving the idle time of the machine during opening and closing; an upper core on the mold dividing line for stabilizing the position of the molded part during mold opening and eliminating the need for applying ejector pins to some types of parts.

Deze oogmerken worden, althans voor wat betreft de 10 behandeling van de gietstukken bereikt doordat er middelen zijn voor het steunen van het in de machine vervaardigde gietstuk in een vaste stand na het openen van de vormhelften omvattende een draagvinger en een steunkern voor het dragen van het gietstuk nadat de vormhelften uit 15 elkaar zijn bewogen met behulp van aanspuitstukken die daarmede als één geheel zijn gegoten op een aantal aanhechtingsplaatsen.These objectives are achieved, at least as regards the treatment of the castings, in that there are means for supporting the machine-made casting in a fixed position after opening the mold halves comprising a carrying finger and a support core for carrying the casting after the mold halves have been moved apart using sprues cast as a whole at a number of attachment points.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening: 20 Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een gietmachine met stempels; * Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van de machine volgens de lijn II-II van fig. 1;The invention will be explained in more detail with reference to the drawing: FIG. 1 shows a top view of a die casting machine; * Fig. 2 is a cross-sectional view of the machine taken on the line II-II of FIG. 1;

Fig. 3 geeft een schematische dwarsdoorsnede volgens 25 de lijn III-III van fig. 2;Fig. 3 is a schematic cross-sectional view along line III-III of FIG. 2;

Fig. 4 toont een schema van het warmte-overdracht-systeem voor het koelen van de stempels van de machine;Fig. 4 shows a schematic of the heat transfer system for cooling the dies of the machine;

Fig. 5 is een dwarsdoorsnede van de voorraadpot voor 30 het metaal met verwarmingsmiddelen;Fig. 5 is a cross-sectional view of the metal storage jar with heating means;

Fig. 6 en 7 zijn schematische afbeeldingen van het inspuiten van het metaal; .8801988 O235*..Fig. 6 and 7 are schematic views of the metal injection; .8801988 O235 * ..

4 ·" 4 ~ - Pig. 8a en 8b dwarsdoorsneden van de injekteereenheid voor het metaal; - fig. 9 een dwarsdoorsnede op grotere schaal van het klepmechanisme. van de injekteereenheid; 5 - fig. 10 een zij-aanzicht van de injekteereenheid; - fig. 11 een zij-aanzicht en eindaanzicht van een zwanehalsverbinding, - fig. 12 een dwarsdoorsnede volgens de lijn XIBEIÏ van fig. 8a, - fig. 13 en 14 elementaire afbeeldingen van de opstelling van de spuitmondstukken volgens de uitvinding; 10 - fig. 15 en 16 afbeeldingen van verkozen opstellingen voor spuit mondstukken; - fig. 17een zijaanzicht van een bepaalde vormholte; - fig. 18 een dwarsdoorsnede van een draaibaar inspuitmechanisme is, terwijl voorts fig. 19 een nok en een deze nok volgend deel van het 15 draaibare injektie-mechanisme, en - fig. 20a, 20b en 20c verschillende standen van het draaibare * injektiemechanisme gedurende zijn werking toont, - fig, 21 is een dwarsdoorsnede die het kern-pen-terugtrekmechanisme toont; 20 - fig. 22 is een zij-aanzicht van het transportmechanisme voor het gegoten deel; - fig. 23 een zij-aanzicht van een ander eind van het transportmechanisme,4 · "4 ~ - Pig. 8a and 8b cross-sectional views of the metal injector unit; - FIG. 9 is an enlarged cross-sectional view of the valve mechanism of the injector unit; 5 - FIG. 10 is a side view of the injector unit; Fig. 11 is a side view and end view of a gooseneck connection, - Fig. 12 is a cross-section along the line XIBEIÏ of Fig. 8a, - Figs. 13 and 14 are basic views of the arrangement of the spray nozzles according to the invention; 15 and 16 illustrate preferred arrangements for spray nozzles; - fig. 17 is a side view of a particular mold cavity; - fig. 18 is a cross-section of a rotatable injection mechanism, while further fig. 19 shows a cam and a part of the rotatable cam injection mechanism, and - Figs. 20a, 20b and 20c show different positions of the rotatable * injection mechanism during its operation, - Fig. 21 is a cross-sectional view showing the core pin retraction mechanism; 20 - Fig. 22 is a side view. On view of the transport mechanism for the cast part; fig. 23 is a side view of another end of the transport mechanism,

XXIY-XXXVXXIY-XXXV

- fig. 24 een dwarsdoorsnede volgens de lijn . van fig. 23£ 25 - fig. 25 een doorsnede van de transportvinger;fig. 24 shows a cross section along the line. Fig. 23 - 25 - Fig. 25 shows a cross section of the transport finger;

„ XXYI-XX7I“XXYI-XX7I

- fig. 26 een doorsnede volgens de lijn in fig. 25n - fig. 27 een doorsnede van het uitstootmechanisme; - fig. 28 een zij-aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van de bijwerk-inrichting is, enfig. 26 shows a cross section along the line in fig. 25n - fig. 27 a cross section of the ejection mechanism; Fig. 28 is a side view, partly in section, of the updating device, and

IXXX-IXXXIXXX-IXXX

30 - fig. 29 een dwarsdoorsnede volgens de lijn van fig. 28 is; - fig. 30 is een zij-aanzicht van een gegoten deel wanneer het in de bijwerkinrichting komt; - fig. 31 een bovenaanzicht van een pons van de bijwerkinrichting, en - fig. 32 een doorsnede van de pons en stempel van de bijwerkinrich— 35 ting is.Fig. 29 is a cross-sectional view along the line of Fig. 28; Fig. 30 is a side view of a molded part when it enters the updating device; FIG. 31 is a top plan view of a punch of the updating device, and FIG. 32 is a sectional view of the punch and punch of the updating device.

— In fig. 1-3 is de inrichting voor het doorvoeren van een giet- .8801988 0= ·« — 5 — * systeem volgens de uitvinding een gietmachine 10 met stempel die ee;i gestel 12 met twee paren op een afstand en evenwijdig aan elkaar geplaatste cilinderzuigersystemen 14» 16 "bevat, die hi er opzijn gemonteerd. Elk paar cilinderzuigersystemen 14 draagt een vormhelft 5 18, zoals in fig. 3 is afgeheeld en ligt tegenover een ander paar cilinderzuigersystemen 16 die de andere vormhelft 20 dragen. Zoals het het heste uit de algemene voorstelling van fig. 3 hlijkt omvat elk cilinderzuigersysteem van elk paar een stationaire, aan het gestel 12 bevestigde zuiger met aan een einde een coaxiaal hieraan 10 bevestigde zuigerstang 24 die axiaal in lijn ligt met de zuiger 22, welke stang 24 zich door het midden van de machine uitstrekt naar een verbinding aan het andere einde met een tegenoverliggende zuiger 26 van het andere cilinderzuigersysteem 16,In Figs. 1-3, the device for feeding a casting system according to the invention is a stamping machine 10 with a die 12, with a frame 12 with two pairs spaced and parallel. superposed cylinder piston systems 14 »16" mounted on it. Each pair of cylinder piston systems 14 carries a mold half 18 as shown in FIG. 3 and faces another pair of cylinder piston systems 16 which support the other mold half 20. it appears from the general representation of Fig. 3, each cylinder piston system of each pair comprises a stationary piston attached to the frame 12 with a piston rod 24 attached coaxially thereto at one end and axially aligned with the piston 22, which rod 24 extending through the center of the machine to a connection at the other end with an opposing piston 26 of the other cylinder piston system 16,

Zoals in fig. 3 is getoond omvat elk cilinder-zuigersysteem 14, 15 16 de. cilinders 28 en 30 die gemonteerd zijn op zuigers 22 respek- tievelijk 26 en stangen 24 voor reciprdce verplaatsing van de hierop aangebrachte cilinder, afhankelijk van het hydraulische fluïdum, dat bij de buitenste of binnenste einden 62 respektievelijk 64 van de zuigers wordt toe^e^oerd, waarbij de systemen 14, 16 en de 20 hierbij behorende vormhelften worden verplaatst om naar hun open of gesloten (zoals is getoond) standen te gaan.As shown in Fig. 3, each cylinder-piston system 14, 16, includes the. cylinders 28 and 30 mounted on pistons 22 and 26, respectively, and rods 24 for reciprocally displacing the cylinder mounted thereon, depending on the hydraulic fluid supplied at the outer or inner ends 62 and 64 of the pistons, respectively. oerd, wherein the systems 14, 16 and the associated mold halves are moved to their open or closed (as shown) positions.

**

Deze machine is reeds beschreven in het Amerikaanse octrooi-schrift 4.013.116,This machine has already been described in U.S. Pat. No. 4,013,116,

Thans wordt verwezen naar fig. 1 waarin in het bovenaanzicht 25 van de machine 10 de vormaanklemcilinders 14, 16, met de platen 32 zijn getoond, voor het scheiden van de vormhelften. Voorts zijn de uitstootcilinders 34 voor het verhinderen van het per ongeluk verplaatsen van de cilinders en de aandrijfmiddelen 38 voor het transpor tmechanisme aanwezig.Reference is now made to Fig. 1, which shows in top view 25 of the machine 10 the mold clamping cylinders 14, 16, with the plates 32, for separating the mold halves. Furthermore, the ejection cylinders 34 for preventing accidental displacement of the cylinders and the drive means 38 for the conveying mechanism are provided.

30 Fig. 2 toont het inspuitstelsel 40 omvattende een zwanehais 44 van de oven 42 met ladings- en keuzekleppen 46, 48 alsmede een sluit- \ systeem 50 voor de ladingsklep. Het inspuitmondstuk 42 richt de zinklading in de vorm 54 om een gietstuk 56 te verschaffeh dat op een draagvinger 58 van het transportmechanisme 60 wordt gegoten 35 j voor het transporteren van het gegoten deel naar een bijwerkplaats, j _ Een gietmachine met spuitmatrijzen heeft slechts een geringe Q8 Dl988 nominale kracht nodig om de vormen in hun gesloten stand te brengen, welke stand in fig. 5 is aangegeven, maar deze moet worden gevolgd door een sterke sluitkracht ten einde weerstand te bieden tegen de hoge interne drukken die in de vorm worden opgewekt wanneer het giet-5 metaal hierin wordt ingespoten. Daarom vergt een cilinder die groot genoeg is de stempels samen te klemmen een extra volume om dit te vullen gedurende de sluitingsslag. Zoals blijkt uit de fig. 1-3 is de machine volgens de onderhavige uitvinding van de soort met twee-trekstangen waarbij elk eind van de twee stangen 24 zich uitstrekt 10 door het holle midden van de twee stationaire zuigers 22, 26 aan elke zijde van de machine. Toorts blijkt uit fig. 3 dat de zuigers uitstekende delen 22a en 26a aan hun buitenste einde hebben, maar de uitsteeksels hebben een kleinere diameter dan de binnenste einden van de zuigers en zij vormen daarom een kleiner verschillend drukgebied 15 bij elk eind van de hierom aangebrachte cilinders 28, 30» die de beweegbare organen zijn en een gehael vormen met de machineplaten 32 aan elke zijde van het midden van de machine. Wanneer dienovereenkomstig zowel het binnenste eind 62 en het buitenste eind 64 van elke cilinder onder druk wordt gebracht en een inwendige stromingsdoorgang 20 van het kleinere drukgebied 64 naar het grotere drukgebied 62 aanwezig is, dan is het volume van het fluidum dat voor een cilinderslag in een richting noodzakelijk is uitsluitend het verschil tussen deze twee gebieden 62, 64 van dat van de slag. In de gesloten toestand van fig. 3 wordt de druk op het kleinere gebied 64 naar het voorraad-25 reservoir van het fluidum afgelaten, zodat al de kracht op het groter gebied 62 inwerkt teneinde de stempels gesloten te houden.FIG. 2 shows the injection system 40 comprising a swan hay 44 of the oven 42 with loading and selection valves 46, 48 as well as a loading valve closure system 50. The injection nozzle 42 directs the zinc charge into the mold 54 to provide a casting 56 which is cast on a carrier finger 58 of the transport mechanism 60 for transporting the cast part to a workshop, j A die casting machine has only a minor Q8 Dl988 nominal force is required to bring the molds into their closed position, which is shown in Fig. 5, but it must be followed by a strong closing force in order to resist the high internal pressures generated in the mold when the cast-5 metal is injected into it. Therefore, a cylinder large enough to clamp the punches together requires an additional volume to fill during the closing stroke. As shown in FIGS. 1-3, the machine of the present invention is of the two-tie rod type with each end of the two rods 24 extending through the hollow center of the two stationary pistons 22, 26 on each side of the the machine. Torch shows from FIG. 3 that the pistons have projections 22a and 26a at their outer ends, but the protrusions are smaller in diameter than the inner ends of the pistons and therefore form a smaller different pressure area at each end of the surrounding cylinders 28, 30, which are the movable members and form a whole with the machine plates 32 on each side of the center of the machine. Accordingly, when both the inner end 62 and the outer end 64 of each cylinder is pressurized and an internal flow passage 20 from the smaller pressure region 64 to the larger pressure region 62 is present, the volume of fluid that is for a cylinder stroke in a direction is necessary only the difference between these two areas 62, 64 from that of the stroke. In the closed state of Figure 3, the pressure on the smaller area 64 to the reservoir of the fluid is released, so that all of the force acts on the larger area 62 to keep the dies closed.

Het hierboven beschreven systeem werkt alleen voor het sluiten en daarom wordt de uitstootcilinder 34 gebruikt voor het openen vande stempels. De cilinders 34 zijn ook van de soort met een dubbele stang» 30 die een relatief klein netto krachtgebied hebben en daarom een minimaal volume voor het hydraulische fluidum behoeven. De cilinder 34 drukt tegen vaste uitwendige aanslagen 35 (fig· 3) voor het openen van de machine en het daarop volgend terugtrekken voor het intrekken van een plaat voor een afstrooppen (fig. 2l). Hierdoor wordt 35 een belangrijke besparing aan volume voor het fluidum voor dit systeeu hereikt.The system described above only works for closing and therefore the ejection cylinder 34 is used to open the punches. The cylinders 34 are also of the double rod type »30 which have a relatively small net force range and therefore require a minimum volume for the hydraulic fluid. The cylinder 34 presses against fixed external stops 35 (FIG. 3) to open the machine and the subsequent retraction to retract a stripper plate (FIG. 2l). This makes significant savings in volume for the fluid for this system.

,88 ome . Λ ... 7 —, 88 uncle. Λ ... 7 -

In verband met de warmte-overdracht omvat het spuitgieten in een permanente vorm de overdracht van warmte van de gesmolten metaallegering maar de wanden van de vormholte en van de vormholte naar een warmte-uitwiaselend medium. Sientengevolge moeten bepaalde 5 parameters gehandhaafd worden om de gewenste mate van warmte-stroom te bereiken»In connection with the heat transfer, the injection molding in a permanent mold includes the transfer of heat from the molten metal alloy but the walls of the mold cavity and from the mold cavity to a heat-exchanging medium. As a result, certain 5 parameters must be maintained to achieve the desired degree of heat flow »

In het systeem volgens de onderhavige uitvinding is het warmte-uitwisselingsmedium water en elektrische dompelverhitters worden uitsluitend gebruikt om de stempels op de gewenste werktemperatuur 10 voor te verwarmen en daarna worden temperaturen boven het kookpunt van water bereikt door het besturen van de inwendige druk van de stempelkoelholte, waarbij de werkelijke warmte-afvoer wordt tot stam. gebracht door het verdampen van water, wanneer dit door het syteem met een afgemeten hoeveelheid stroomt» 15 Het systeem is schematisch in fig. 4 getoond, waarin de verhit- tingsdompelaars 66 zijn aangebracht in een vorm-spuitstuk 68 tegen het holtevlak 70 en waar zij het stempel voorverwarmen tot een werk-temperatuur van ongeveer 200°C. Se waterkanalen 72 waarin de ver-hittingselementen zijn ondergedompeld staan in verbinding met door-20 gangen 74 voor het koelmedium welke doorgangen zijn verbonden met de j 4 in- en uitlaatkleppen f6 respektievelijk 7&· •Het oppervlak dat in de stempelholte is blootgesteld aan de, gesmolten metalen gietlegering is in verhouding tot het koeloppervlak dat is blootgesteld aan water en de afstand tussen de beide vlakken 25 is bemeten volgens de mate van warmte overdracht van het materiaal on de gietholte.In the system of the present invention, the heat exchange medium is water and immersion electric heaters are used only to preheat the stamps to the desired operating temperature and then temperatures above the boiling point of water are reached by controlling the internal pressure of the stamp cooling cavity , where the actual heat dissipation becomes trunk. introduced by evaporating water as it flows through the system in a measured amount. The system is shown schematically in Fig. 4, in which the heating immersion heaters 66 are mounted in a mold nozzle 68 against the cavity surface 70 and where they preheat the stamp to a working temperature of about 200 ° C. The water channels 72 in which the heating elements are immersed communicate with cooling medium passages 74, which passages are connected to the 4 inlet and outlet valves f6 and 7, respectively • The surface exposed in the die cavity, molten metal casting alloy is in proportion to the cooling surface exposed to water and the distance between the two faces 25 is measured according to the degree of heat transfer of the material to the casting cavity.

Be warmte-overdracht van het stempelblok aan het water geschiedt uitsluitend door verdampingsafkoeling. Be watertemperatuur binnen de doorgangen 72 van het stempel wordt op een verhoogd punt gehandhaafd 30 dat een goede geleiding verzorgt voor het verschaffen van een goede gietafwerking gedurende het inspuiten van het metaal. Wanneer het deel is gegoten wordt vervolgens de overvloed aan warmte afgevoerd omdat koken alleen optreedt, waar een overtemperatuur heerst. Er is daarom geen circulatiestroom van water noodzakelijk binnen de door-35 gangen 72 van het stempel. Wanneer stoom wordt opgewekt direkt evenredig aan de afgevoerde warmte van het gesmolten metaal, is het .8801988 k · ' ... a _ alleen noodzakelijk een klaar gemaakt voltune van water in te spuiten met een klein surplus ten opzichte van de stoom die door de druk-ontlastklep 78 ontsnapt»The heat transfer from the stamp block to the water takes place exclusively by evaporative cooling. The water temperature within the passages 72 of the punch is maintained at an elevated point which provides good conductivity to provide a good casting finish during the injection of the metal. When the part is cast, the excess heat is then dissipated because cooking only occurs where there is an excess temperature. Therefore, no circulating flow of water is necessary within the passages 72 of the punch. When steam is generated directly proportional to the heat dissipated from the molten metal, it is only necessary to inject a prepared batch of water with a small surplus to the steam generated by the pressure relief valve 78 escapes »

Zoals schematisch in fig. 4 is getoond wordt water vanuit een 5 voorraadvat *80___ door middel van een pomp 82 in de koeldoorgang 72 gespoten via de inlaatklep 76 hij een druk die slechts een weinig groter is dan die van het verdampte water. Omdat de warmte die vanaf het stempel 70 naar de doorgang 72 wordt overgedragen het water in deze doorgang 72 laat koken, opent de klep 78 zich onder de druk van 10 de stoom, waardoor dit via een spruitstuk 84 en de leiding 86 kan ontsnappen waar de stoom condenseert en de vloeistof naar het vat 80 terugkeert.As shown schematically in Fig. 4, water is injected from a storage vessel * 80 by means of a pump 82 into the cooling passage 72 via the inlet valve 76 at a pressure only slightly greater than that of the evaporated water. Since the heat transferred from the stamp 70 to the passage 72 causes the water in this passage 72 to boil, the valve 78 opens under the pressure of the steam, allowing it to escape through a manifold 84 and the line 86 where the steam condenses and the liquid returns to the vessel 80.

Het verdient aanbeveling dat het systeem voor de warmte overdracht een geheel uitmaakt met de uitvoering en de werking van de 15 vorm en voorziet een nauwkeurige stroming geheel aangepast aan het ontwerp van verscheidene vormvoorwaarden. Hierbij is het gebruik van slangverbindingen geheel terzijde gesteld met behoud van de versnelling van de stroming van de ene werkingsgang naar de volgende. De eenheid voor het inspuiten van het metaal volgens de uitvinding is 20 met 40 in fig. 2 aangegeven en verschilt in principe op een groot aantal manieren van de gebruikelijke systemen wat betreft de uitvoering en veiligheid. In feite is de enige overeenkomst met de gebruikelijke systemen het toepassen van een kracht om een zuiger aan te drijven die op zijn beurt een hydraulische druk opwekt voor het 25 Vullen van de vorm-holte.It is recommended that the heat transfer system be integral to the design and operation of the mold and provide an accurate flow fully adapted to the design of various molding conditions. The use of hose connections has been completely set aside while retaining the acceleration of the flow from one working pass to the next. The unit for injecting the metal according to the invention is indicated by 40 in Fig. 2 and in principle differs in many ways from the usual systems in terms of design and safety. In fact, the only similarity to the conventional systems is to apply a force to drive a piston which in turn generates a hydraulic pressure to fill the mold cavity.

De inspuitéenheid 40 is opgehangen in de voorraadpot 42 (fig.5) die bestaat uit een dubbele stalen wand met een binnenwand 106 en een buitenwand 108 die op ee» afstand van elkaar worden gehouden dooi1 de tussenstukken 110. Deze konstruktie geeft de sterkte van een 30 doorlopende grote H-balk om weerstand te bieden tegen de inwendige kracht van het gesmolten metaal en geeft ook een lucht-ruimte ter isolatie. Het inwendige van de pot 42 is bekleed met een isolatielaag 112 zoals vermiculiet waartegen een gietbare brekingslaag 114 is aangebracht.The injection unit 40 is suspended in the storage jar 42 (Fig. 5) which consists of a double steel wall with an inner wall 106 and an outer wall 108 which are spaced apart by the spacers 110. This construction gives the strength of a 30 continuous large H-beam to resist the internal force of the molten metal and also provides an air space for insulation. The interior of the pot 42 is coated with an insulating layer 112 such as vermiculite against which a pourable refractive layer 114 is applied.

35 De temperatuur van het gesmolten materiaal wordt in de pot 42 _op het gewenste niveau gehandhaafd door een aantal elektrische ver_ .8801988 $ ... 9-- hittingsdompelaars 116 (zoals ook in fig. 8a is getoond) die op een afstand van elkaar over geheel de pot §2 zijn aangebracht. Elke verhittingsdompelaar 116 bestaat uit een element 118 dat in een roestvrijstalen buis 120 is ingebed teneinde de verirarmingselementer 5 tegen korrosie te beschermen, en om het oppervlak dat aan de giet- legering blootstaat te verhogen en het stroomverbruik te verminderer· .The temperature of the molten material is maintained in the pot 42 at the desired level by a number of electric heat immersion heaters 116 (as also shown in Fig. 8a) spaced apart. the whole pot §2 are arranged. Each heating immersion heater 116 consists of an element 118 embedded in a stainless steel tube 120 to protect the heater elementer 5 from corrosion, and to increase the surface area exposed to the casting alloy and reduce power consumption.

Het inspuiten van het gietmetaal in de stempelholte wordt bereikt met behulp van de inspuitinrichting die in het algemeen met het cijfer 40 in fig. 2 is aangeduid· Zoals meer in detail in de 10 fig. 8a, 8b en 10 is getoond, omvat de inspuitinrichting 40 een stalen 14jf 122 dat binnen de omtrek van de ovenpot 42 is opgehangen door middel van armen 88 die de kop 90 van de inrichting dragen, waarbij de armen 88 op het gestel 12 van de machine zijn gemonteerd. Be kop 90 is door middel van lange stangen 92 met het lij$L22 verbonden.Injection of the cast metal into the die cavity is accomplished using the injection device generally designated 40 in FIG. 2. As shown in more detail in FIGS. 8a, 8b and 10, the injection device comprises 40 a steel 14jf 122 suspended within the periphery of the oven pot 42 by arms 88 carrying the head 90 of the device, the arms 88 being mounted on the frame 12 of the machine. The head 90 is connected to the body $ L22 by long rods 92.

15 Het lijf 122 sluit een Cilinder 124 met grote diameter in, vooi het opnemen van een zuiger 128 van de ladingsklepinrichting 46, alsmede een cilinder 126 met kleinere diameter voor het opnemen van de klep 130 voor de fciesinrichting 48.The body 122 encloses a large diameter cylinder 124 for receiving a piston 128 from the load valve device 46, as well as a smaller diameter cylinder 126 for receiving the valve 130 for the precision device 48.

Zoals in de figuren 6 en 7 is getoond verhoogd de zuiger 128 20 de drulc op het gietmetaal dat via de klep I30 naar het stempel gaai afhankelijk van zijn vertikale stand waarbij een stromingsdoorgang vanaf de voorraadpot naar de drukverhogingskamer 132 bij de bodem van de cilinder 125 gaat (fig. 6) of een stromingsdoorgang naar het stempel vanaf de zuiger 128(fig. 7) wordt gekozen.As shown in Figures 6 and 7, the piston 128 20 increases the pressure on the cast metal passing through the valve I30 to the punch depending on its vertical position with a flow passage from the supply jar to the booster chamber 132 at the bottom of the cylinder 125 (Fig. 6) whether a flow passage to the punch from the piston 128 (Fig. 7) is selected.

25 Be kamer 132 is door middel van een doorgang 134 met de keuze- cilinder 126 verbonden, alsmede met de leiding 136 inde zwanehals 44.The chamber 132 is connected by means of a passage 134 to the selection cylinder 126 and to the conduit 136 in the gooseneck 44.

Zoals op grotere schaal in fig. 9 is getoond, heeft de keuze-klep 130 een bovenkop 100 en een benedenkop 102, die door middelAs shown on a larger scale in Fig. 9, the selector valve 130 has an upper head 100 and a lower head 102, which by means of

VV

30 van een steel IO4 van geringere diameter met elkaar zijn verbonden.30 of a smaller diameter stem 104 are connected together.

Be bovenkop 100 werkt samen met de klepzüting 140 en de beneden-kop werkt samen met de zitting 142 afhankelijk van de werkzame stand.The top head 100 interacts with the valve seat 140 and the bottom head interacts with the seat 142 depending on the operating position.

Er wordt opgemerkt dat de ^teel boven-en benedenarmen 144 respektie-velijk 146 bezit, die schuiven in delen van de cilinder 126, waar-35 bij voldoende ruimte tussen de cilinderwand en de steel overblijft —voor de doorgang van het gietmes&al.It is noted that the top and bottom arms 144 and 146 respectively slide into portions of the cylinder 126, leaving sufficient space between the cylinder wall and the stem - for the passage of the casting blade.

.8801988 ~ * -ίο - %.8801988 ~ * -ίο -%

Gedurende het interval tussen elke machinecyclus wordt de keuzeklep 130 in zijn gesloten stand gehouden voor het afsluiten van de leiding 136 naar het spuitmondstuk, maar is open naar de pot 42·.During the interval between each machine cycle, the selector valve 130 is held in its closed position to shut off the line 136 to the spray nozzle, but is open to the jar 42 ·.

De positie is hierbij die, welke in fig. 9 met een stippellijn is 5 aangegeven aan het boveneind van slag "S" met de kop^üegen de zitting 140, ofwel de "houd-en .vul"stand.The position here is that which is indicated by a dotted line in Fig. 9 at the top end of stroke "S" with the head against the seat 140, or the "hold and fill" position.

In deze gesloten stand van de klep 130 vormt deze een. beveiliging tegen een eventuele stromingnaar het spuitmondstuk in de machina* Bij de volgende cyclus, volgend op een signaal, wordt de klep 130 10 naar zijn bodemstand geschoven, zoals in fig. 9 is getoond, en de lading is klaar (pijl A).In this closed position of the valve 130 it forms one. protection against possible flow to the spray nozzle in the machine * On the next cycle, following a signal, the valve 130 10 is pushed to its bottom position, as shown in fig. 9, and the load is ready (arrow A).

De klep 130 wordt vertikaal aangedreven door middel van een ram 148 die aan de klep is bevestigd door middel van een gestel omvattende een zuigerstang 150 dat bevestigd is aan een raam samen-15 gesteld van horizontale boven- en benedendwarsarmen 152, 154 en vertikale armen 156.The valve 130 is driven vertically by means of a ram 148 attached to the valve by a frame comprising a piston rod 150 attached to a frame composed of horizontal upper and lower cross arms 152, 154 and vertical arms 156 .

De ladingscilinder 96 en in h%t bijzonder de zuiger 94 hierin werkt met een uitwendige toevoer met variabele pneumatische drukken, die volumetrisch is afgemeten naar de onderzijde van de zuiger 94· 20 In het kort gezegd is de ladingscilinder 124 zodanig in zijn cyclus getempeerd, dat het de vormholte vult en onmiddellijk de druk laat wegvallen. Omdat de dikte van de doorgang naar een gietvorm dunner is dan de dwarsdoorsnede van het gietstuk zal de doorgangsdikte het eerst stollen, hetgeen in een fraktie van een seconde geschiedt.The charge cylinder 96, and in particular the piston 94 herein, operates with an external supply of variable pneumatic pressures which is volumetrically measured to the bottom of the piston 942. Briefly, the charge cylinder 124 is so tempered in its cycle, that it fills the mold cavity and immediately releases the pressure. Since the thickness of the passage to a mold is thinner than the cross-section of the casting, the passage thickness will solidify first, which is done in a fraction of a second.

25 Een plotselinge omkering van druk zal geen schade toebrengen aan het gietstuk, maar laat het niet gestold metaal in de grote inlaat-toevoer-delen weglopen, waardoor slechts een half gesmolten buisvormig aanspuitstuk aan het gegoten deel overblijft, zoals nog zal worden beschreven. Aan dit principe van het laten weglopen van het 30 aanspuitstuk zijn verschillende voordelen verbonden. In de allereerste plaats gaat geen waardevolle tijd van de cyclus verloren met het wachten op het stollen van zware aanspuitstukken. Voo^s is het buisvormige deel van de gietinrichting zeer sterk en dient als een licht gestel voor het doorvoeren van het.gietstuk uit de vorm. Het 35 aanspuitstuk en het gietstuk blijven op dezelfde temperatuur, het- _geen van voordeel is met het oog op het stabiliseren van de afmeting ;n .8801988 * ... n -· voordat zij aan een bijwerken worden onderworpen. Er wordt belangrijk minder warmte^IaiFSet oppervlak van de vorm bij het aanspuit-stuk en het kost minder dit holle aanspuitstuk weer te smelten. Ook wordt het uit het aanspuitstuk lopende gietmetaal op een punt juist 5 binnen het eind van het spuitmondstuk gehouden, waardoor het luchtvolume, dat uit de vormholte moet worden gedrukt, wordt verminderd.A sudden reversal of pressure will not damage the casting, but will allow the solidified metal to drain into the large inlet feed sections, leaving only a half-molten tubular spout on the cast section, as will be described later. Several advantages are associated with this principle of draining the sprue. First and foremost, no valuable cycle time is wasted waiting for solid sprues to solidify. Also, the tubular part of the casting device is very strong and serves as a light frame for feeding the casting from the mold. The sprue and casting remain at the same temperature, which is advantageous in order to stabilize the size before being touched up. There is significantly less heat on the surface of the mold at the sprue and it costs less to re-melt this hollow sprue. Also, the cast metal exiting the sprue is held at a point just inside the end of the spray nozzle, thereby reducing the air volume to be forced out of the mold cavity.

In fig. 8a is de zuiger 128 in zijn maximale ladingsstand getoond nabij de bodem van de slag "S" van de zuigerstang 96. Wanneer de gietruimte geheel is gevuld, zal de zuiger 128 de stroom van 10 gesmolten metaal dat door de open poort van de klep 130 gaat (pijl A, fig. 9) stoppen. Een fraktie van een seconde nadat het Inspuiten beëindigd is en de gietpoorten zijn gestold, wordt de zuiger 128 door de druk op de onderzijde van de zuiger 94 naar boven verplaatst,In Fig. 8a, the piston 128 is shown in its maximum charge position near the bottom of the stroke "S" of the piston rod 96. When the casting space is completely filled, the piston 128 will flow 10 molten metal passing through the open port of valve 130 will stop (arrow A, fig. 9). A fraction of a second after the Injection has ended and the pouring ports have solidified, the piston 128 is moved upward by the pressure on the underside of the piston 94,

De toevoer van het medium onder druk is volumetrisch gelijk aan de 15 hoeveelheid metaal in het aanspuitsysteem van het gietstempel totaan een punt juist binnen het spuitmondstuk. Op dit moment wordt de zuiger 128 in zijn bovenwaartse verplaatsing lang genoeg geblokkeerd om de keuzeklep 130 te verschuiven en een metaalkolom in het spuitmondstuk en de zwanehalsleiding 136 in een statische toestand te 20 houden en gelijktijdig de klep 130 te openen naar de “vasthoud- en vul"stand van fig. 9» zodat er een verbinding is van de toevoer in de pot 42 naar de kamer 132. De zuiger 128 krijgt dan een signaal om naar zijn bovenste stand terug te keren, zodat de cilinder 124 zich vullen kan.The supply of the medium under pressure is volumetrically equal to the amount of metal in the sprue of the casting die up to a point just inside the spray nozzle. At this time, the piston 128 in its upward movement is blocked long enough to slide the selector valve 130 and maintain a metal column in the spray nozzle and gooseneck line 136 in a static condition while simultaneously opening the valve 130 to the "hold and hold" position. fill the position of Figure 9 so that there is a connection from the supply in the pot 42 to the chamber 132. The piston 128 then receives a signal to return to its upper position, so that the cylinder 124 can fill.

25 Voor de ladingscilinder 98 kan een drukaccumulator worden toege*· past dat een pneumatisch voor-ladingssysteem met variabele druk bevat voor het verschaffen van een konstante druktoevoer naar de cilinder 98 maar die ongelimiteerd variabel is overeenkomstig de noodzaak voor een speciaal gietwerk dat moet worden gemaakt. Een 50 gietlading wordt gemaakt wanneer een tegengestelde hydraulische druk wordt vrijgegeven en de zuiger 94 naar zijn uitgangsstand van fig. 8a wordt teruggevoerd wanneer de hydraulische druk opnieuw wordt toegelaten. De eerste verplaatsing van de terugkeerwerking voor de lading wordt echter door middel van een hydraulische hulp-35 cilinder uitgevoerd, die een instelbare slag bezit, om een afgeregel·· _de hoeveelheid fluidum in het ladings-omkeercircuit te voeren. Deze . 8 8019 & 8 , —12 - manier van doen dient om de ladingszuiger 128 terug te trekken en die op zijn beurt ruijjte verschaft voor het ongestolde gietmetaal in de aanspuitstukken van het stempel, teneinde dit te laten weglopen, waardoor een schaalvormig gevormd hol deel ontstaat, zoals hierboven 5 is uiteengezet.For the charge cylinder 98, a pressure accumulator may be used which includes a pneumatic variable pressure precharge system to provide a constant pressure supply to the cylinder 98 but which is unlimitedly variable according to the need for a special casting to be made . A casting charge is made when an opposite hydraulic pressure is released and the piston 94 is returned to its starting position of Fig. 8a when the hydraulic pressure is allowed to return. However, the first displacement of the charge return action is performed by an auxiliary hydraulic cylinder, which has an adjustable stroke, to introduce a regulated amount of fluid into the charge reversal circuit. This one . 8 8019 & 8, - 12 - acts to retract the charge piston 128 which in turn provides space for the solidified cast metal in the sprues of the punch to allow it to drain, creating a shell-shaped hollow portion as explained above 5.

Een verzamelaar wordt toegepast om het fluidum dat van de ladingscilinder wordt afgevoerd op te vangen. Een veiligheidspal is in fig. 8a in het algemeen met het cijfer 141 aangegeven, en deze is in detail in fig. 12 getoond.· Dit palmechanisme voorkomt het 10 werken van een lading wanneer een stel handelingen aan de machine verricht moeten worden, en wanneer de ladingperiode niet is uitgekozen.A collector is used to collect the fluid discharged from the charge cylinder. A safety catch is generally indicated at 141 in Fig. 8a, and is shown in detail in Fig. 12. · This ratchet mechanism prevents a load from operating when a set of operations is to be performed on the machine. the loading period has not been selected.

De zuigerstang 96 is hiertoe van een nokvormige flens 143 voorzien die is ingericht om een paar blokkeerkragen 145» 147 een kort 15 ogenblik te verplaatsen, wanneer de zuigerstang 96 en de zuiger 94 hun naar boven gerichte slag maken^ zodat de flens 143 in de bus I49 kan liggen. De kragen 145 en 147 worden in hun gesloten stand van fig. 12 gehouden door middel van een veer 149 en zij worden tegen veerdruk in geopend door de verplaatsing van de flens 143 naar 20 boven. Wanneer deze in de bus 149 komt, kan de zuiger 94 met de zuigerstand 96 niet naar beneden gedrukt worden omdat de kragen de onderkant van de flens 143 omsluiten. Zoals in fig. 12 is afgeheeld zijn de kragen 145, 147 scharnierbaar op pennen 151 gemonteerd,en staan door middel van een vertanding 153 met elkaar in verbinding.The piston rod 96 is provided for this purpose with a cam-shaped flange 143 which is adapted to move a pair of blocking collars 145 »147 for a short moment when the piston rod 96 and the piston 94 make their upward movement so that the flange 143 in the sleeve I49 can lie. The collars 145 and 147 are held in their closed position of Fig. 12 by a spring 149 and they are opened against spring pressure by the displacement of the flange 143 upwards. When it enters the sleeve 149, the piston 94 with the piston position 96 cannot be pushed down because the collars enclose the bottom of the flange 143. As shown in FIG. 12, the collars 145, 147 are pivotally mounted on pins 151, and are interconnected by toothing 153.

25 De kraag 147 bezit een arm 155 en deze wordt in de sluitstand gehouden door middel van een veer 149 om een pen 156, die schuifbaar in een orgaan 157 is geplaatst. Een aandrijfinrichting 158 heeft een stang 159 die werkt tegen de andere zijde van de arm 155· Zodat de kragen 145 sn 147 open zullen gaan, en aldus toelaten dat de 30 zuigerstang 96 naar beneden gaat. De gehele inspuitinrichting wordt gedragen door een overhangend gestel gevormd door de armen 88 en een dwarsplaat 89 die aan het gestel 12 van de gietmachine is geschroefd. Het uitrichten van de inrichting wordt tot stand gebracht met behulp van schroeven l60 voor een lineaire verplaatsing langs de 35 as of hartlijn van de zwanehals 44 en door schroeven 162 voor verti cale en schroeven I64 voor horizontale rechts en links verplaatsing.The collar 147 includes an arm 155 and is held in the closed position by a spring 149 about a pin 156 slidably mounted in a member 157. A driving device 158 has a rod 159 which acts against the other side of the arm 155 so that the collars 145 sn 147 will open, thus allowing the piston rod 96 to go down. The entire injection device is supported by an overhanging frame formed by the arms 88 and a transverse plate 89 screwed to the frame 12 of the caster. The alignment of the device is accomplished using screws 160 for linear displacement along the axis or axis of the gooseneck 44 and by screws 162 for vertical and screws I64 for horizontal right and left displacement.

.8801988 O—* • · * — 13 -.8801988 O— * • · * - 13 -

Voor het uitrichten van de spuitmond ten opzichte van het gietstem-pel in het vlak x-x (fig. 8h) is een kogel en busscharnier 166 aanwezig, die gedurende het verstellen een weinig gelost kan worden waardoor een drie-assige verplaatsing kan worden uitgevoerd om de 5 punt van de spuitmond in lijn, alsmede in een richting dwars hierop met het gietstempel te brengen.For aligning the nozzle with respect to the casting die in plane xx (Fig. 8h), a ball and sleeve hinge 166 is provided, which can be loosened slightly during adjustment, so that a three-axis displacement can be performed in order to Align the tip of the nozzle, as well as in a direction transverse to it with the casting die.

Zoals uit fig. 10 blijkt, hebben de overstekende armen 88 vlakken 168, 169 die verlopen volgens de lijnen A en B die zich uitstrekken evenwijdig aan de centrale lijn van de zwanehals 44· De 10 kop 90 heeft sloffen 170 die glijden op de vlakken 168 en 169 zodat bij verstelling van de schroeven l60 de inrichting zich nauwkeurig lineair verplaatst,As can be seen from Fig. 10, the projecting arms 88 have faces 168, 169 extending along lines A and B extending parallel to the central line of the gooseneck 44 · The head 90 has slippers 170 sliding on the faces 168 and 169 so that when the screws 160 are adjusted, the device moves precisely linearly,

De opeenvolgende werkfasen van het systeem voor het inspuiten van het metaal zijn als volgt, 15 Bij het aanklemmen van de vorm wordt een signaal opgewekt dat de lading- keuzeklep 130 naar zijn benedenwaartse stand van fig, 9 verplaatst, en daardoor kontakt maakt met een positietaster,The successive operating phases of the metal injection system are as follows. Upon clamping the mold, a signal is generated that moves the load select valve 130 to its down position of FIG. 9, thereby contacting a position probe ,

De positietaster geeft op zijn beurt een signaal aan het vergrendel systeem teneinde dit vrij te geven waarbij de bekrachtiger 20 159 wordt verplaatst, en de kragen 145» 146 van de flens 143 op de zuigerstang vrijkomen. fThe position probe, in turn, provides a signal to the locking system to release it by moving the actuator 159 and releasing the collars 145 »146 from the flange 143 onto the piston rod. f

De vergrendelingsaftaster heeft signalen voor het bekrachtigen van de zuiger 94 voor het inspuiten van een metaal-lading, en om een tijdregelaar in te schakelen voor het geven van een signaal aan een 25 gedeeltelijk terugtreksysteem na een gedeelte van een tweede vertraging om tijd te geven teneinde het metaal in de vormpoorten te laten stollen, en daarna de kernen van de aanspuitstukken te laten weglopen. Bij het beëindigen van de tijdvertraging keert de lading-keuzeklep 13Ο naar zijn bovenwaartse stand terug.The lockout scanner has signals for energizing the piston 94 for injecting a metal charge, and for engaging a timer to signal a partial retraction system after a portion of a second delay to give time to allow the metal to solidify in the mold ports, then drain the cores from the sprues. When the time delay ends, the load select valve 13Ο returns to its upward position.

30 Bij de bovenste stand van de keuzeklep 130 wordt een signaal ge geven aan de ladingscilinder 94 zodat deze naar zijn bovenste stand kan terugkeren, waarbij het vergrendelingssysteem weer in zijn geblokkeerde stand beweegt.At the top position of the selector valve 130, a signal is given to the charge cylinder 94 so that it can return to its top position, the locking system moving back into its locked position.

Zoals in fig. 8b is aangegeven, is een verlengstuk van de spuit·· 35 mond aangebracht om de afstand tussen de drukbekrachtiger 128 naar piet gietstempel 54 (fig· 2) te overbruggen. Zoals uit fig, 11 blijkt, 8801988 I » -14 - "bevat het verlengstuk een verstelbare koppeling, die in het algemeen met het cijfer 184 is aangegeven, en die het eind 186 van de zwane-halö met het verlengstuk 188 verbindt. Het eind 186 van de zwanehals is machinaal bewerkt om een omtreksflens 190 en hiernaast liggende 5 groef 192 te verschaffen. Het verlengstuk 188 eindigt in een bolvormig eind 194 en wanneer het eind 194 en het eind 186 -met elkaar in lijn liggen, is de leiding 136 geheel gereed. De twee einden worden met elkaar in lijn gehouden door middel van een paar klampen 196, 198, die door middel van houten 200 aan elkaar zijn bevestigd, zoals in de 10 tekening is afgebeeld. De klampen 196, 198 zijn ook voorzien van eer aantal verhittingspatronen 202 om de juiste temperatuurhoogte in deze verbinding te handhaven.As shown in Fig. 8b, an extension of the syringe nozzle is provided to bridge the distance between the pressure actuator 128 to the casting die 54 (Fig. 2). As shown in FIG. 11, 8801988 I -14 - ", the extension includes an adjustable coupling, generally indicated by the numeral 184, which connects the end 186 of the swan-halo to the extension 188. The end Gooseneck 186 is machined to provide a peripheral flange 190 and adjacent groove 192. Extension 188 terminates in a spherical end 194 and when end 194 and end 186 are aligned, conduit 136 is fully Ready The two ends are kept in alignment by a pair of cleats 196, 198, which are attached together by wooden 200, as shown in the drawing 10. The cleats 196, 198 are also provided with honor number of heating cartridges 202 to maintain the correct temperature height in this joint.

Zoals in de inleiding van de beschrijving is vermeld, wordt bij de gietmachine volgens de uitvinding gebruik gemaakt van inspuiting 15 op de "scheidingslijn" waarbij het binnenkomen van het gesmolten gietmetaal in het stempel gaat door "de leiding 136 die ten opzichte van de scheidingslijn van de vorm is gecentreerd en wel aan de omtrei hiervan aan een zijde. Er moet natuurlijk een lekvrije fluidumdichte afsluiting met het spuitmondstuk bestaan wanneer de vorm is gesloten 20 en ook moet er een vrijheidsgraad aanwezig zijn voor het openen van de vorm zonder kans op wegsleuren of vastklemmen. Met de bekende spuitmondstukken die een cirkelvormig model hebben, heeft de vorm twee halfronde openingen, die om de punt van het spuitmondstuk sluiten, waardoor bij de scheidingslijn waar de twee hoeken van de half-25 cirkelvormige opening tangentiaal aan hun diameter verlopen een toe stand ontstaat waar geen speling aanwezig zou mogen zijn*. Omdat een lekvrije afsluiting een nauwe passing vereist, is het onmogelijk om hier niet een bepaalde wrijving te verkrijgen. Om dit te voorkomen en ook om hiermede verbonden problemen op te heffen, wordt een vierkant JO ruitvormig spuitmondstuk toegepast zoals dit in de figuren 13 en 14 is afgebeeld. Eenzelfde configuratie wordt gebruikt voor de draag-vinger 58 (fig. 22), waarvan het doel later nog zal worden beschreven.As mentioned in the introduction to the description, the casting machine according to the invention uses injection 15 on the "dividing line" with the ingress of the molten casting metal entering the punch through "the pipe 136 which, relative to the dividing line, the mold is centered on its circumference on one side.There must of course be a leak-proof, fluid-tight seal with the spray nozzle when the mold is closed 20 and there must also be a degree of freedom for opening the mold without any risk of dragging or With the known spray nozzles which have a circular model, the mold has two semicircular openings, which close around the tip of the spray nozzle, so that at the dividing line where the two corners of the semicircular opening extend tangentially to their diameter position where no play should be present. * Because a leak-proof seal requires a close fit, it is impossible not to obtain a certain friction here. To prevent this and also to overcome associated problems, a square JO diamond spray nozzle is used as shown in Figures 13 and 14. A similar configuration is used for the carrying finger 58 (Fig. 22), the purpose of which will be described later.

Zoals uit de figuren 13 en 14 blijkt, zijn de vormhelften 68 voorzien van inzetstukken 206, terwijl het vierkante spuitmondstuk 35 204 een weinig groter is dan de Vierkante ruimte, die wordt gevormd .wanneer de vormhelften 68 om het spuitmondstuk zijn gesloten. De - .8801988 ~ 15- variatie in het uitrichten van het spuitmondstuk ten opzichte van de machine kunnen ter plaatse van de scheidingslijn 5 tot 7»5 nun meer oJ' minder "bedragen, en deze afmetingen worden geabsorbeerd door de elastische verplaatsing van de inspuitinrichting. De inzetstukken 5 geven de mogelijkheid tot een preciese passing van de betreffende delen. Het verdient aanbeveling dat al de vlakken van het spuitmondstuk en de vorm worden onderworpen aan kracht bij het sluiten, maar zij verschaffen ook nauwkeurige pasmiddelen om de twee matrij shelf tei zuiver tot elkaar uit te richten.As can be seen from FIGS. 13 and 14, the mold halves 68 are provided with inserts 206, while the square spray nozzle 204 is slightly larger than the square space which is formed when the mold halves 68 are closed around the spray nozzle. The variation in the alignment of the spray nozzle with respect to the machine at the dividing line may be 5 to 7 nun more oJ "less", and these dimensions are absorbed by the elastic displacement of the injection device The inserts 5 allow for a precise fit of the respective parts It is recommended that all surfaces of the spray nozzle and the mold are subjected to force when closing, but they also provide precise fit to keep the two mold shelf clean to align with each other.

10 In een verkozen uitvoeringsvorm van het spuitmondstuk heeft deze een model met meer facetten, zoals in de fig. 15 en 16 is getoond, waarbij het mondstuk 208 licht afgeronde of weggestoken hoeker 210 bezit, maar vlakke delen 212 voor het zijdelings uitrichten door de inzetstukken 206, die op de beide vormhelften 68 zijn aangebracht, 15 Zoals in fig. 16 is getoond, heeft het spuitmondstuk bovendien nog onder een hoek geplaatste vlakken 214 en 216 in zij-aanzicht die samenwerken met overeenkomstige vlakken in de inzetstukken 206 van de vormhelften om een goed lineair uitrichten mogelijk te maken.In a preferred embodiment of the spray nozzle, it has a multi-faceted model, as shown in Figs. 15 and 16, with the nozzle 208 having slightly rounded or tucked corner 210, but flat parts 212 for lateral alignment through the inserts. 206, which are arranged on both mold halves 68, 15 As shown in Fig. 16, the spray nozzle additionally has angled faces 214 and 216 in side view which interact with corresponding faces in the inserts 206 of the mold halves to enable good linear alignment.

Fig. 16 toont ook de dwarsdoorsnede van een straalwachter die 20 wordt gevormd door het oppervlak 220 van geringere- diameter en hierbij een gekromde schouder 222 in kombinatie met een kamer 226 en zijn opstaand vlak.228. Wanneer door een of andere oorzaak gesmolten metaal onder druk van de punt van het spuitmondstuk zou lekken, zal * de hierdoor ontstane straal een baan volgens de pijl F volgen, 25 waarbij deze in de kamer 226 ten gevolge van de schouder 222 komt.Fig. 16 also shows the cross-sectional view of a jet watch which is formed by the smaller diameter surface 220 and herewith a curved shoulder 222 in combination with a chamber 226 and its upright surface. 228. Should molten metal leak under pressure from the tip of the spray nozzle for some reason, the resulting jet will follow a path according to arrow F, entering chamber 226 as a result of shoulder 222.

De gewenste temperatuur van het spuitmondstuk 208 wordt verkregen door een deklaag 248, die isolatiemateriaal 250 bevat, waarin elektrische verhittingselementen 252 zijn opgenomen.The desired temperature of the spray nozzle 208 is obtained by a coating 248 containing insulating material 250 incorporating electrical heating elements 252.

Fig. 17 toont de vorm die bij deze machine kan worden toegepast, J0 Een van de hoofdvoordelen van de onderhavige machine ten opzichte van de bekende is een praktisch perfekt evenwicht in temperatuur tussen de vormhelften 68 die gekoppeld met de stempelscheiding gelijktijdig van het gietstuk weggaan. Onder omstandigheden waarbij ge<m kernpennen en trekhoeken aanwezig zijn, kunnen delen worden vervaar-35 digd zonder afstrooppennen. Of er wel of geen afstropers worden toe-_gepast, het gietstuk wordt echter ondersteund op drie punten langs .8801988 * .Fig. 17 shows the shape that can be used with this machine. One of the main advantages of the present machine over the known one is a practically perfect temperature equilibrium between the mold halves 68 which, coupled with the punch separation, simultaneously leave the casting. Under conditions where core pins and draw angles are present, parts can be manufactured without stripper pins. Whether or not strippers are used, however, the casting is supported at three points along .8801988 *.

# ... ie de omtrek van het kader waarin het wordt gegoten. Deze drie punten vormen een referentievlak vanwaar het gietstuk vervolgens uit de machine wordt afgevoerd. Zoals in fig. 17 is getoond, heeft het spui"-mondstuk een gietstuk in de vorm vervaardigd, en het aanspuitstuk 5 254 strekt zich uit tussen het poortdeel 256 en dat gedeelte 258 van de vorm dat een gietgedeelte op de transportvinger 58 (fig. 22) vorm';. Andere poorten 260 strekken zich vanaf het aanspuitstuk tot in het gietstuk 262 uit. Het gietstuk bestaat hierbij uit de aanduiding DBM met hieromheen een rand. Een krimpaanspuitstuk strekt zich naar 10 boven toe om een bovenste kernschuif 264 uit. Wanneer nu de stempel-helften 68 gelijktijdig van elkaar gaan, wordt daarom het gietstuk aan de bovenzijde vastgehouden door de kernschuif 264 en de ingang van het spuitmondstuk 256, alsmede door de transportvinger 258. Het gietstuk 262 wordt vervolgens uit de machine gevoerd door de vinger 15 58 zoals met verwijzing naar fig. 22 beschreven zal worden. Wanneer bovendien de bovenste steunkern 264^ een kern is voor het vormen van een gedeelte van het gietstuk zal dit eveneens dienen als een derde steunpunt gedurende het openen van de stempels, waardoor de noodzaak van elke afstrooppen of uitstoter wordt geëlimineerd.# ... ie the outline of the frame into which it is cast. These three points form a reference plane from which the casting is then discharged from the machine. As shown in Fig. 17, the blowdown nozzle has a molded casting, and the sprue 254 extends between the port portion 256 and that portion 258 of the mold which is a casting portion on the transport finger 58 (Fig. 22) shape. Other ports 260 extend from the sprue into the casting 262. The casting herein consists of the designation DBM surrounded by a rim. A shrinkage nozzle extends upwardly around an upper core slide 264. When therefore, now that the punch halves 68 separate from each other, the casting is held at the top by the core slide 264 and the inlet of the spray nozzle 256, as well as by the transport finger 258. The casting 262 is then fed out of the machine by the finger 15 58 as will be described with reference to Fig. 22. In addition, when the upper support core 264 is a core for forming a portion of the casting, it will also serve as one of the the support point during the opening of the outriggers, eliminating the need for any stripper or ejector.

20 Bij de bekende spuitgietmachines volgt het gegoten deel door gaans de inspuithelft van de vorm en het wordt uit de dekhelft getrokken. Wanneer dan het eind van de openingsslag genaderd wordt strekken afstrooppennen zich uit en drukken bet gietstuk van het vormvlak vandaan. Om er zeker van te zijn dat het gietstuk vrijkomt 25 van de penvlakken*wordt een andere inrichting gebruikt om deze vastkleefneiging op de pennen te verstoren en deze worden doorgaans "snelAuitstoter’* genoemd en deze trekt het gietstuk uit het oorspronkelijke werkvlak. Bij de machine volgens de uitvindinfy^gaen snel-uitstoter worden toegepast, omdat het gietstuk in zijn origineel werk-50 vlak gehandhaafd moet blijven. Bovendien moet het gietstuk in een vast vlak blijven bij het openen van de beide vormhelften. Dienovereenkomstig maakt de gietmachine volgens de uitvinding een geheel andere soort uitstootinrichting voor het gietstuk noodzakelijk, teneinde het gietstuk van de vorm te lossen en dit in de gewenste vaste 35 stand te houden. Daarom zijn middelen voorzien voor zowel het lossen _en terugtrekken van de pennen om het gietstuk in de centrale lijn var .8801988 * 1 9 - 17 - de machine te houden en vast te houden op de transportvinger 58 bi j een hoek en de spuitmondindruk aan de andere hoekoIn the known injection molding machines, the cast part generally follows the injection half of the mold and it is pulled out of the cover half. Then, as the end of the opening stroke approaches, stripper pins extend and push the casting away from the mold face. To ensure that the casting is released 25 from the pin faces *, another device is used to disrupt this tendency to stick to the pins and these are commonly referred to as "fast ejector" * and this pulls the casting from the original work face. According to the invention, rapid ejectors are used because the casting must remain flat in its original working 50. In addition, the casting must remain in a fixed plane when the two mold halves are opened. a completely different kind of casting ejection device is necessary in order to release the casting from the mold and keep it in the desired fixed position, therefore means are provided for both releasing and retracting the pins about the casting in the central line. 8801988 * 1 9 - 17 - hold and hold the machine on the transport finger 58 at an angle and the nozzle impression on the third corner

Fig. 18 is een dwarsdoorsnede van de uitstootplaat en deze werkt samen met een mechanisme voor het draaien van de uitstoot-5 pennen. Een dergelijk mechanisme is aan heide zijden van de giet-holte aangebracht.Fig. 18 is a cross-section of the ejection plate and it interacts with a mechanism for rotating the ejection pins. Such a mechanism is arranged on the sides of the casting cavity.

De uitstootpen 228 is aan een einde gemonteerd in de uitstootplaat 23Ο en strekt zich uit totaan het stempelvlak 232. Hiertoe heeft de pen 228 een verlengstuk 234 dat coaxiaal met de pen 228 10 verloopt door middel van een buis 238 die een paar schroefvormige kanalen 240 heeft, zoals in fig. 19 is getoonde De pen 228 en het verlengstuk 234 zijn aan de buis 238 gelast en zijn vrije eind is met schroefdraad in een bus 242 vastgezet die meegeefbaar tegen draaiing in de kamer 246 is onder invloed van de druk van schotel-15 veren 266. De vormplaat 268 is voorzien van een van een schouder voorziene bus 270 met een paar diametraal ten opzichte van elkaar aangebrachte volgpennen 272 hierop, die lopen in de schroefvormige [ kanalen 240, zoals in fig. 18 is getoond. De lus 270 is voorzien van I een wigtand 274 (zie detail) die in ingrijping is met een wig-20 vertanding 276 op een buisvormig veerslot 278 wanneer een als pal dienende pen 280 wordt teruggetrokken.The knockout pin 228 is mounted at one end in the knockout plate 23Ο and extends to the stamping surface 232. To this end, the pin 228 has an extension 234 extending coaxially with the pin 228 by means of a tube 238 having a pair of helical channels 240 as shown in Fig. 19 The pin 228 and the extension piece 234 are welded to the tube 238 and its free end is threaded into a sleeve 242 that is pivotable against rotation in the chamber 246 under the influence of disk pressure. Springs 266. The molding plate 268 includes a shouldered sleeve 270 having a pair of diametrically-spaced follower pins 272 therethrough which run into the helical channels 240, as shown in FIG. The loop 270 includes a wedge tooth 274 (see detail) which engages a wedge tooth 276 on a tubular spring lock 278 when a pawl pin 280 is retracted.

Wanneer de machine de vormhelften tegenelkaar sluit, bevindt de pen 228 zich in de stand van fig. 20A, waarbij het vrije einde juist buiten de scheidingslijn van de stempels ligt. Wanneer de vorm 25 geheel gesloten is (fig. 20b) wordt de pen 228 rechtlijnig teruggetrokken tegen de werking van de schotelveren 266 in, en wel met een druk van ongeveer 135 Kf. De pal wordt dan teruggetrokken waardoor de veer 282 het slot 278 naar vo:gn schuift, waarbij de spie-vertandingen 274, 276 draaiing van de bus 270 beletten. Wanneer de 30 vormplaat 268 teruggetrokken wordt naar de stand van fig. 20c werken de volgpennen 272 in de kanalen 240 waardoor de buis 238 met de pen 228 met het uitsteeksel 234 zich in de bus 242 schroeft. Wanneer de plaat 268 de stand van fig. 20c bereikt, wordt de pen lineair teruggetrokken tegen de werking van de schotelvegen 266 in met een 35 kracht van ongeveer 185 Xf, waarbij.de pen 228 over een afstand "3" |_yan ongeveer 0,2 mm van het gietstuk vandaan getrokken wordt.When the machine closes the mold halves together, the pin 228 is in the position of Fig. 20A with the free end just outside the dies dividing line. When the mold 25 is completely closed (Fig. 20b), the pin 228 is retracted rectilinearly against the action of the cup springs 266 at a pressure of about 135 Kf. The pawl is then retracted causing the spring 282 to slide the lock 278 forward, the key teeth 274, 276 preventing rotation of the sleeve 270. When the mold plate 268 is retracted to the position of Fig. 20c, the follower pins 272 act in the channels 240 whereby the tube 238 with the pin 228 with the protrusion 234 screws into the sleeve 242. When the plate 268 reaches the position of Fig. 20c, the pin is retracted linearly against the action of the disc swipes 266 with a force of about 185 Xf, with the pin 228 spaced about 3 "by about 30". 2 mm away from the casting.

.jB 8019 8 8 ... 18 _.jB 8019 8 8 ... 18 _

Wanneer de plaat 268 naar zijn sluitstand van fig. 20a terug-keert, draait de buis 238 terug naar de stand van fig. 18, waarbij de pal 280 de spievertanding 274» 276 vrijgeeft.When the plate 268 returns to its closed position of FIG. 20a, the tube 238 rotates back to the position of FIG. 18, with the ratchet 280 releasing the key teeth 274-276.

De draaiing van het voorvlak van de pen ten opzichte van het 5 gietstuk verstoort het aanhechten hiervan dat wordt veroorzaakt door de druk bij het gieten. Ten tweede wordt de pen over een nauwkeurige afstand teruggetrokken, zoals in. fig. 20 is getoond, welke afstand afhangt van de vorm van de schroef 240 op de buis 238. De pen 228 wordt dus zowel gelost als teruggetrokken, waarbij het gegoten deel 10 geheel vrij is, maar nog met een geringe speling tussen de pennen wordt gehouden, die zich van de beide vormhelften van de vorm uitstrekken. Er zijn maatregelen genomen voor het eerst terugtrekken van de kempen voor het openen van de stempels en onmiddellijk volgend op de vaste toestand van het gegoten metaal. Dit laat een goede uit-15 stroopwerking toe zonder verstoring van het gietstuk, maar ook voor minder belasting op de kempen zelf omdat het gietstuk nog geen tijd heeft gehad om af te koelen en vast om de kenn te krimpen. Omdat kernen tenminste een afschuining 2,5 ηαμ per zijkant heeft, is het slechts noodzakelijk de kern voldoende weg te trekken om de mate van 20 krimping van het gietstuk onbeïnvloed te laten gedurende de korte tussenpozen tussen de stollingstijd en de uitstoottijd. Dit voordeel is duidelijk met het oog op het verminderen van afval, penbreuk-verwringing in het gietstuk omdat de kernen geheel vrij hiervan zijn wanneer de stempels open zijn.The rotation of the front face of the pin relative to the casting disturbs its adhesion caused by the pressure during casting. Second, the pen is retracted by an accurate distance, as in. Fig. 20 is shown, which distance depends on the shape of the screw 240 on the tube 238. The pin 228 is thus both loosened and retracted, the cast part 10 being completely free, but still with a small clearance between the pins. which extend from the two mold halves of the mold. Measures have been taken for the first retraction of the core to open the dies and immediately following the solid state of the cast metal. This allows a good spreading effect without disturbing the casting, but also for less stress on the core itself because the casting has not yet had time to cool and solid to shrink the kennel. Since cores have at least a chamfer 2.5 ηαμ per side, it is only necessary to pull the core sufficiently to leave the degree of casting shrinkage unaffected during the short intervals between solidification time and ejection time. This advantage is evident in view of reducing waste, pin break twisting in the casting because the cores are completely free of this when the dies are open.

25 . In fig. 21 wordt de uitstootplaat 284 van de machine op een luchtcilinder 286 ondersteund die lineair een stang 288^aandrijft, die met zijn eind gekoppeld is aan een andere plaat 290 die een aantal kernpennen, waarvan slechts een is getoond, draagt. Elke kempen is in een buisvormige uitstrooppen 290 geplaatst. Bekrachtiging 30 van de luchtcilinder 286 dient voor het naar voren brengen en terugbrengen van de zuigerstang 288, de platen 290 en de pen 292 binnen de uitstrooppen 294»25. In Fig. 21, the ejection plate 284 of the machine is supported on an air cylinder 286 that linearly drives a rod 288, which is coupled with its end to another plate 290 carrying a plurality of core pins, only one of which is shown. Each core pin is placed in a tubular spout 290. Actuation 30 of the air cylinder 286 serves to advance and return the piston rod 288, plates 290 and pin 292 within the outlets 294.

Zoals in het algemeen in fig. 2 is aangegeven draagt de vinger 58 van het gietstuk transportmechanisme 60 het gietstuk van de 35 stempelholte voor secondaire bewerkingen, zoals het bijwerken. Wanneer iet gietstuk is vervaardigd van gesmolten metaal in een permanente .8801988 ... 19 - gietvorm, moet het hierin na het stollen blijven gedurende een voldoend lange periode om voldoende sterkte te verkrijgen opdat dit zijn eigen gewicht kan dragen. Het is echter ook gewenst de vorm zo snel mogelijk te openen met het oog op een kleine tijdcyèlus en om 5 een zo gering mogelijke krimp om de mannelijke kernen te verkrijgen. In de praktijk heeft het gietstuk een temperatuur die honderden graden boven de omgevingstemperatuur ligt, en wanneer dit volgens de gebruikelijke praktijk wordt af gekeeld door het blussen met water, worden verschillende spanningen in het gietstuk opgebouwd waardoor 10 dit in verband met zijn afmetingen onstabiel wordt, in het bijzonder in de gebieden waar zware delen grenzen aan dunne delen.As generally indicated in FIG. 2, the finger 58 of the casting transport mechanism 60 carries the die of the punch cavity for secondary operations such as touch-up. If a casting is made of molten metal in a permanent .8801988 ... 19 mold, it must remain there after solidification for a sufficient period of time to obtain sufficient strength for it to bear its own weight. However, it is also desirable to open the mold as soon as possible in view of a small time cycle and to minimize shrinkage to obtain the male cores. In practice, the casting has a temperature that is hundreds of degrees above the ambient temperature, and when this is thinned according to usual practice by quenching with water, different stresses are built up in the casting, making it unstable due to its dimensions, especially in the areas where heavy parts are adjacent to thin parts.

Volgens de uitvinding wordt een transporteur toegepast die het gietstuk, dat op de vinger 58 was gegoten, uit de vorm 60 voert door opeenvolgende stadia totdat dit langzaam door lucht is af gekoelc. 15 tot bij de omgevingstemperatuur. Het langzame koelen vermindert in belangrijke mate spanningen in het gietstuk en presenteert het gietstuk aan secondaire machinebewerkingen met grote nauwkeurigheid.According to the invention, a conveyor is used which takes the casting cast on finger 58 out of mold 60 through successive stages until it is slowly cooled by air. 15 to the ambient temperature. The slow cooling significantly reduces casting stresses and presents the casting to secondary machining operations with great precision.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt het gegoten deel van de vormen 60 verder gevoerd voor het bijwerken hiervan. Fig. 22 tooni 20 het "giefeind van het transportmechanisme en fig. 23 toont het l,bijwerkHeind van het transportmechanisme.In the exemplary embodiment shown, the cast part of the molds 60 is further fed for updating it. Fig. 22 shows the "end of the transport mechanism" and FIG. 23 shows the update end of the transport mechanism.

In de figuren 22 en 23 is het transportmechanisme in het algemeen met het cijfer 60 aangeduid en omvat een gestel 296 dat de kamwielen 298 en 300 bij het gieteind van het mechanisme en de kam-25 wielen 302 en 304 bij het bijwerkeind draagt. De kamwielen ajn onderling verbonden door zijplaten 306, 308 voor het bovenste part en de kamwielen 3°2 en 304 hebben hun eigen zijplaten 310 voor een nog nader te beschrijven doel. Verder zijn zijplaten 312 aangebracht tussen de kamwielen 304 en 298 maar deze zijn hiermede niet verbonden 30 voor het teruglopende onderste part van het transportmechanisme.In Figures 22 and 23, the transport mechanism is generally designated 60 and includes a frame 296 that carries the cam wheels 298 and 300 at the casting end of the mechanism and the cam wheels 302 and 304 at the update end. The cam wheels are interconnected by side plates 306, 308 for the upper part and the cam wheels 3, 2 and 304 have their own side plates 310 for a purpose to be described hereinafter. Furthermore, side plates 312 are disposed between the cam wheels 304 and 298, but are not connected thereto for the receding bottom part of the transport mechanism.

Zoals duidelijk in de figuren 25 en 26 is getoond, is een meer-strengige draadkabel 314 om de kamwielen aangebracht en de kabel 314 heeft een belangrijk grotere treksterkte dan voor de werkbelasting noodzakelijk is. De kabel 314 vormt de ondergrond voor het transport-35 (mechanisme 60 en voor dit doel is deze voorzien van een aantal |metalen vingers 58 die losjes op de kabel 314 zijn bevestigd om het .8801Ï88 ... 20 - gietstuk 56 van de vorm 68 af te voeren. Zoals met betrekking tot fig. 17 is beschreven, bestaat het gieten of de gietstuklading uit het gietstuk dat binnen een kader wordt gedragen, welk kader de metalen inlaataanspuitstukken 254 en 260 omvat, het gedeelte 262 en 5 de poorten, alsmede de overloopaanspuitstukken, enz. en het voeteind 258 dat op de transportvinger 58 van de transporteur wordt gegoten. Zoals in fig. 25 en 26 is afgebeeld bestaat de vinger 58 uit een bovendeel 316 dat eindigt in een vierkant ruitvormig toelopend eind 318, Het eind 318 heeft een onderpijp 320 voor het opnemen van een 10 stop 322 die losneembaar is bevestigd aan de kabel 314 door middel van een klemschroef 324. He stop 322 plaatst het lijf van de vinger op de kabel die hieraan is bevestigd door middel van vssthoudorganen 326. Uit fig. 25 blijkt dat er voldoende speling aanwezig is tussen de inwendige pijp van de vinger en de stop 322 om een verplaatsing 15 van de vinger mogelijk te maken. He kabel 314 is ook voorzien van een aantal schalmen 328 die door middel van klemschroeven 330 verplaatsbaar zijn bevestigd aan de ka);el. Elk eind van de schalm 328 heeft een konische boring 332 om ee» de kabel meegevend te laten buigen wanneer de schalmen om de kamwielen van het mechanisme liggen, 20 Er wordt opgemerkt dat in het aanzicht van de vinger aan de rechterzijde van fig. 25 het lijf vlakke gedeelten bezit voor het verschaffen van schouders 334 en 336 voor de onder, respektievelijk boven-baan, waarvan het doel nog zal worden beschreven. He kamwielen 298 en 300 zijn draaibaar in de zijplaten 338 gemonteerd die op hun 25 beurt zijn verbonden met de zijrails 3Ο6 met behulp van verbindings-platen 340 zodat de platen 338 en de zijrails 306 in een vlak en in eikaars verlengde liggen. Bovendien dragen de zijrails 306 op een afstand van elkaar geplaatste spoororganen 342 zoals in fig. 26 is getoond en die de vinger 58, en in het bijzonder de schouders 334 30 daarop dragen. Het is te bemerken, dat de spoororganen 342 zodanig van elkaar zijn geplaatst dat zij de zijvlakken 335 van de vingers 58 opnemen, zoals aan de rechterzijde van de figuren 25 en 26 is getoond. Bovendien omvatten de kamwielen een gebogen orgaan 344 die een verlenging is van het spoororgaan 342 op de rails 306 zodat de 35 vinger 58 en de afstandsstukken 328 goed aanliggen zowel in de jechte stukken dan om de bochten, zodat zij geen kantelpunten of wig- , 8801 981 ' -21 - • * spleten vormen, waar afval kan worden ingesloten en de getempeerde verplaatsing stilzetten. Bij het benedendeel van fig. 22 is te zien dat in het teruglopende part de kabel 314 de vinger 58 langs de onderbaan 312 voert, waar de bovenste schouder 336 van de vinger op 5 het spoororgaan 342 rust.As clearly shown in Figures 25 and 26, a multi-strand wire rope 314 is disposed about the cam wheels and the rope 314 has a significantly greater tensile strength than is required for the workload. The cable 314 forms the substrate for the transport 35 (mechanism 60 and for this purpose it is provided with a number of metal fingers 58 which are loosely attached to the cable 314 around the mold 56 of the mold. 68. As described with respect to Fig. 17, the casting or casting charge consists of the casting carried within a frame, which frame includes the metal inlet sprues 254 and 260, the portion 262 and 5 the ports, as well as the overflow spouts, etc., and the foot end 258 which is cast on the conveyor transport finger 58. As shown in Figs. 25 and 26, the finger 58 consists of an upper part 316 terminating in a square diamond-shaped tapering end 318, the end 318 has a lower pipe 320 for receiving a stopper 322 which is releasably attached to the cable 314 by a clamp screw 324. The stopper 322 places the finger body on the cable attached thereto. Retaining members 326. It can be seen from Figure 25 that there is sufficient clearance between the inner pipe of the finger and the plug 322 to allow movement of the finger. The cable 314 is also provided with a number of links 328 which are movably attached to the cable by means of clamping screws 330. Each end of the link 328 has a conical bore 332 to allow the cable to bend flexibly when the links lie around the cam wheels of the mechanism. It is noted that in the view of the finger on the right side of FIG. Body has flat portions to provide shoulders 334 and 336 for the lower and upper webs, the purpose of which will be described later. The cam wheels 298 and 300 are rotatably mounted in the side plates 338 which in turn are connected to the side rails 3-6 by means of connecting plates 340 so that the plates 338 and the side rails 306 are flush with each other. In addition, the side rails 306 support spaced apart track members 342 as shown in FIG. 26 which carry the finger 58, and in particular the shoulders 334, thereon. It can be seen that the track members 342 are spaced from one another to receive the side surfaces 335 of the fingers 58, as shown on the right side of Figures 25 and 26. In addition, the cam wheels include a curved member 344 which is an extension of the track member 342 on the rails 306 so that the finger 58 and spacers 328 fit snugly both in the patches and around the curves so that they do not have tipping points or wedges. 981 '-21 - • * Form gaps where waste can be trapped and freeze the tempered movement. In the lower part of Fig. 22 it can be seen that in the receding part the cable 314 guides the finger 58 along the bottom track 312, where the upper shoulder 336 of the finger rests on the track member 342.

Uit het linkerbovendeel van fig. 22 blijkt dat het kamwiel 300 op een afstand van elkaar geplaatste insnijdingen 346 heeft voor het opnemen en aandrijven van de schalmen of afstandstukken 328 en voorts insnijdingen 348 met een bepaalde profilering die dienen voor het 10 opnemen en -aandrijven van de onderste delen van de vingers 58.It can be seen from the upper left portion of Fig. 22 that the cam wheel 300 has spaced-apart cuts 346 for receiving and driving the links or spacers 328 and further cuts 348 with a particular profiling which serve to receive and drive the lower parts of the fingers 58.

In fig. 26 is aangegeven dat de rail 306 is bevestigd aan het gestel 12 van de gietmachine door middel van platen 350 en bouten 35*· In figuur 23 is de vinger 58a aangegeven, die een gegoten deel in positie langs het bovenpart 308 van de baan voert, naar de plaats 15 bij een bijwerkmechanisme zoals in het algemeen met het cijfer 354 is aangegeven, en na het bijwerken trekt de kabel 314 4e vinger over het kamwiel 302 naar de baan 310. De baan 310 tezamen met het hierdocr gedragen kamwiel 302 scharniert om het hart van het onderste kamwiel 304 en de baan 310» die in werkelijkheid een lange arm is, wordt als 20 een. tuimelaar om het hart van het kamwiel 304 gebruikt om de kabel 314 op de juiste spanning te houden. Dit geschiedt door de werking van het railorgaan 356 dat aan een einde 358 met de arm 310 is verbonden en aan het andere einde 36Ο met het gestel 296 van het transportmechanisme. Een drukveer 362 verschaft een naar buiten ge-25 richte druk op de arm 310 die om het hart van het kamwiel 304 kan scharnieren, waarbij een schuifbare verbinding tussen het bovendeel 364 van de arm en de zijplaat 366 aanwezig is, welke zijplaat 366 aan de bovenbaan 308 is bevestigd. De konstante belasting op de kabel 5I4 dient om de totale lengte van de kabel ten opzichte van zijn 30 ekastisch strekken te handhaven en kleine verschillen in de plaats van de vingers 58 ten opzichte van elkaar te kompenseren door middel van een betrekkelijke losheid van de vingers met een plus of minus-variatie van hun vaste bevestiging op de kabel, zoals met betrekking tot hun montage in figuur 25 is getoond. Wanneer de vinger 58a langs de arm 35 310 wordt getrokken met het kader van het gietstuk dat na het bijwerksn laverblijft, bereikt het een uitstootplaats 368 waar het kader van een J»801*88 " ... 22 smeltlading smeltlading van de vinger 58 wordt afgetipt, welk kader op een transportband (niet afgebeeld) komt om naar de smelt- pot van he't gietmetaal te worden teruggevoerd. Het uitstootstation is in dwarsdoorsnede in figuur 27 afgebeeld en omvat een paar af- 5 stropers 370 die aan elke zijde van de baan op aan 310 zijn gemonteerd en die door middel van bouten 372 die in een geleiding 374 schuiven, met een plaat 376 aan een lineaire aandrijfinrichting 380 zijn ge-- koppeld. Zoals ook uit fig. 24 blijkt, wordt de vinger 58 met het overblijvende deel van het gietkader naar beneden tussen de kanten 10 van gebogen einden 382 van de afstropers 370 getrokken, die goed onder de oren 384 van het gietstuk liggen, zoals in fig. 27 is getoond.In Fig. 26 it is indicated that the rail 306 is attached to the frame 12 of the casting machine by means of plates 350 and bolts 35 *. In Fig. 23 the finger 58a is shown, which has a cast part in position along the top part 308 of the casting machine. web leads to the site 15 at an update mechanism as generally indicated at numeral 354, and after updating the cable 314 pulls 4th finger across the cam wheel 302 to the web 310. The web 310 along with the cam wheel 302 supported here. pivots about the center of the lower cam wheel 304 and the track 310, which in reality is a long arm, becomes 20 one. rocker arm around the center of the cam wheel 304 used to keep the cable 314 at the correct tension. This is done by the action of the rail member 356 which is connected at one end 358 to the arm 310 and at the other end 36Ο to the frame 296 of the transport mechanism. A compression spring 362 provides an outwardly directed pressure on the arm 310 which can pivot about the center of the cam wheel 304, providing a sliding connection between the upper part 364 of the arm and the side plate 366, which side plate 366 is on the upper track 308 is attached. The constant load on the cable 5I4 serves to maintain the overall length of the cable relative to its elastic stretch and compensate for minor differences in the location of the fingers 58 relative to each other by means of a relative looseness of the fingers with a plus or minus variation of their fixed attachment to the cable, as shown in Figure 25 with respect to their mounting. When the finger 58a is pulled along the arm 35 310 with the frame of the casting remaining after the updating, it reaches an ejection point 368 where the frame of a J »801 * 88" ... 22 fusion charge becomes fusion charge of the finger 58 which frame comes on a conveyor (not shown) to be returned to the cast metal melting pot The ejection station is shown in cross section in Figure 27 and includes a pair of strippers 370 mounted on each side of mounted on the track on 310 and which are coupled by a plate 376 to a linear actuator 380 by bolts 372 sliding in a guide 374. As also shown in FIG. remaining portion of the casting frame is drawn downwardly between the edges 10 of curved ends 382 of the strippers 370, which are well positioned under the ears 384 of the casting, as shown in Fig. 27.

Wanneer de vinger 58 en het gietkader de stand van fig. 27 bereikt wordt de lineaire aandrijfinrichting 380 bekrachtigd, die de plaat 376, de bouten 372 en de afstropers 370 naar buiten bewegen (naar de 15 linkerzijde van de figuren 23 en 27) waarbij het overblijvende deel van het gietstuk wordt weggetikt en dit valt op een transporteur om * weer naar de smeltpot te worden gevoerd. De ring - 58 keert dan naar het gieteind van het transportmechanisme terug langs het beneden-part van de baan 312 zoals in fig. 23 is afgebeeld.When the finger 58 and the casting frame reaches the position of Fig. 27, the linear actuator 380 is energized, which moves the plate 376, bolts 372 and strippers 370 outward (to the left of Figures 23 and 27), remaining part of the casting is tapped away and this falls on a conveyor to be fed back * to the melting pot. The ring - 58 then returns to the pouring end of the transport mechanism along the lower portion of the track 312 as shown in Fig. 23.

20 Zoals uit de figuren 28 en 29 blijkt, is de bijwerkmachine 354 in het midden tussen twee platen van de steun van de baan 308 van de transportinrichting geplaatst, welke transportinrichting het giet·· stuk naar en door het bijwerkstempel voert, zoals noodzakelijk is.As can be seen from Figures 28 and 29, the updating machine 354 is positioned midway between two plates of the support of the web 308 of the conveyor, which conveyor carries the casting to and through the update stamp as necessary.

In fig. 28 is getoond dat de bijwerkmachine schrijlings over de 25 transporteur 308 en de vinger 58 en het hierop ondersteunde gietstuk is geplaatst.In Fig. 28 it is shown that the update machine is placed astride the conveyor 308 and the finger 58 and the casting supported thereon.

In wezen bestaat de bijwerkmachine uit twee beweegbare platen 386 en 388 waarbij het bijwerkstempel 390 gedragen wordt door de platen 360 en de bijwerkpons 392 wordt gedragen door de plaat 388.Essentially, the update machine consists of two movable plates 386 and 388 with the update punch 390 carried by the plates 360 and the update punch 392 carried by the plate 388.

' 30 De platen komen naar elkaar toe dichtbij het stationaire gepositioneerde gietstuk 394 binnenin het gietkader. Het temperen van de twee bewegingen is zodanig dat het stempel 390 zijn uitgangsstand bereikt, terwijl de pons 392 nog nadert èn dienovereenkomstig werkt dit als een steun voor de eerst aankomende positioneerorganen 396 35 juist voordat de pons het gietstuk omsluit, teneinde dit van het -gietkader af te snijden.The plates come together close to the stationary positioned casting 394 within the casting frame. The damping of the two movements is such that the punch 390 reaches its starting position, while the punch 392 is still approaching and accordingly acts as a support for the first arriving positioners 396 just before the punch encloses the casting to take it off the casting frame. to cut off.

Ls 8 01 988--------1 ... 23 -Ls 8 01 988 -------- 1 ... 23 -

Be bijwerkmachine 354 is van de soort met twee trekstangen met een boven- en een onder voorgespannen stang 398 respektievelijk 400, die in buisvormige drukorganen 402 en 504 zijn gemonteerd om een voldoende stijfheid te hebben. Zoals te zien is in fig. 29 zijn de 5 stangen 398 en 400 uit het vertikale vlak gekanteld voor het vergemakkelijken van het laden van het gietstuk wanneer dit in een erboven aangebrachte hefinrichting wordt gevoerd.. Er zijn een paar met een korte slag werkende hydraulische schokbrekers 406 en 408 onder een hoek van 18CP tegenoverelkaar en ten opzichte van het vlak van 10 de centrale lijn van de machine aangebracht, die dienen om de ont- lastingsschok te absorberen, wanneer de pons 392 door het afgeschoven gedeelte van het gietstuk breekt.The updater 354 is of the two tie rod type having an upper and lower prestressed rod 398 and 400, respectively, which are mounted in tubular pushers 402 and 504 to have sufficient rigidity. As can be seen in Fig. 29, the 5 rods 398 and 400 are tilted out of the vertical plane to facilitate loading of the casting when it is fed into an overhead lifting device. There are a pair of short-stroke hydraulic shock absorbers 406 and 408 arranged at an angle of 18CP opposite each other and with respect to the plane of the central line of the machine, which serve to absorb the relief shock, when the punch 392 breaks through the sheared portion of the casting.

Bij een uitvoering van de bijwerkmachine wordt gebruik gemaakt van hydraulische cilinders 410 en 412 die elk de platen 388 respek-15 tievelijk 386 langs de centrale lijn van de machine-as aandrijven.In an embodiment of the updating machine, use is made of hydraulic cylinders 410 and 412, each driving the plates 388 and 386, respectively, along the center line of the machine shaft.

Bij een andere vorm van de machine verdient het aanbeveling hydraulische cilinders 414 en 416 toe te passen die als een vast deel van de plaatsteunen werken, waardoor een open holte door de stempelplaten wordt verkregen voor het automatisch opnemen van het gietstuk, wan-1 20 neer het door de stempel wordt gedrukt bij een hieropvolgende gang van de machine. Be pons 392 en het stempel 390 zijn zelf-richtend. Verwijzend naar fig. 50 heeft het gietstuk 394 een paar openingen 420 en een omtreksafspuitstuk 422. Het gietstuk wordt door de vinger 58 in de bijwerkmachine gevoerd, zoals in fig. 28 is getoond. Het P5 stempel 390, zoals dit in figuur 32 is afgebeeld, heeft een omtreks-kraag 424 die het gietstuk omgeeft, en dit achter de uitspuiting ondersteunt. Het stempel 390 is door middel van een paar bouten 426 en schotelveren 428 aan de plaat 386 bevestigd. Hoewel in fig. 32 slechts een bout is afgebeeld, zijn een paar bouten aanwezig, die 30 diagonaal ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. Het stempel 390 heeft een boring 430 voor elke bout 426. Be diameter van de boring is eeij^reinig groter dan het lijf van de bout, waardoor een beperkte beweging van het stempel 390 bij zijn montage onder de schotelveer 428 mogelijk is.In another machine form, it is recommended to use hydraulic cylinders 414 and 416 which act as a fixed part of the plate supports, creating an open cavity through the punch plates for automatic casting of the casting when it is pushed through the punch at a subsequent run of the machine. Be punch 392 and punch 390 are self-aligning. Referring to Fig. 50, the casting 394 has a pair of openings 420 and a peripheral nozzle 422. The casting is fed through the finger 58 into the updater, as shown in Fig. 28. The P5 punch 390, as shown in Figure 32, has a circumferential collar 424 surrounding the casting and supporting it behind the spout. The punch 390 is secured to the plate 386 by a pair of bolts 426 and cup springs 428. Although only one bolt is shown in FIG. 32, a pair of bolts are provided, which are placed diagonally relative to each other. The punch 390 has a bore 430 for each bolt 426. The diameter of the bore is always larger than the bolt body, allowing limited movement of the punch 390 when mounted below the cup spring 428.

35 In de figuren 31 en 32 is de pons 392 op eenzelfde manier ge- jnonxeerd door middel van de schroeven 434 en schotelveren 436, ,j801 988 - 24- waarbij de boring 436 weinig groter is dan de diameter van de bouten 434 om een verplaatsing van de pons 592 toe te laten. De pons 392 en het stempel 390 zijn daarom op hun monturen en ten opzichte van elkaar enigszins beweeglijk.In Figures 31 and 32, punch 392 is similarly indexed by screws 434 and cup springs 436, j801 988-24, with bore 436 being slightly larger than diameter of bolts 434 for displacement. of the punch 592. The punch 392 and punch 390 are therefore somewhat movable on their frames and relative to each other.

5 De pons 592 is voorzien van een paar diagonaal aangebrachte positioneerpennen 396 die in gaten 438 van het stempel 390 en de plaat. 386 passen. De pons 392 bevat een tweede paar positioneerpennen 440 die overeenkomen met de gaten 420 e» in het gietstuk 394· Tijdens de werking draagt de transporteur en de vinger 58 een 10 gietstuk 394 in de stand van fig. 28. Het stempel 390 wordt naar de stand van fig. -32 gevoerd om het gietstuk te ondersteunen. Het beweeglijke stempel stelt zijn positie op het gietstuk in als gevolg van de configuratie hiervan. De pons 392 wordt dan naar het stempel 390 en het gietstuk 394 gebracht, waarbij de gefcen 420 in het gietstuk de 15 pennen 440 van de pons opnemen, waardoor een uitrichten van de pons op zijn bouten 434 ontstaat, zodat wanneer de pons en het stempel sluiten, de positioneerpennen 596 in de openingen 438 komen.The punch 592 includes a pair of diagonally disposed locating pins 396 which pass into holes 438 of the punch 390 and the plate. 386 passes. The punch 392 includes a second pair of positioning pins 440 corresponding to the holes 420e in the casting 394. During operation, the conveyor and finger 58 carries a casting 394 in the position of FIG. 28. The punch 390 is moved to the position of Fig. -32 to support the casting. The movable punch adjusts its position on the casting due to its configuration. The punch 392 is then brought to the punch 390 and the casting 394, the die 420 incorporating in the casting the 15 pins 440 of the punch, causing the punch to align on its bolts 434 so that when the punch and punch the positioning pins 596 come into the openings 438.

c 8801988c 8801988

Claims

1. Injection molding machine comprising a two-halft mold, a spray nozzle and a frame with two pairs of spaced parallel cylinder units mounted thereon, the first pair of which bear one mold half and are opposite the other pair of units which carries the other mold half, which cylinder units comprise the following parts: - a fixed piston attached to the frame with a piston rod coaxially attached thereto which extends transversely across the machine to a connection with the opposite piston of the other pair of cylinder units, - a cylinder mounted on each piston and piston rod which can move back and forth as a result of the supply of an incompressible medium on the side of the mold, respectively. the opposite side, - means for connecting the cylinder of the resp. cylinder unit with the associated mold half, with medium injection to the cylinders on the end 20 of the pistons on the mold side, pressing the cylinders and mold halves together and medium injection on the opposite side, the cylinders and presses the mold halves apart, the final pressure being taken up by the piston rod when the cylinders are opened, - means for closing the cylinders, such that a closing impact is avoided, 09-08-1988 - 2 - .8801988 - 2 - EXTERPATENT * -7C- ·; characterized in that there are means for supporting the machine-made casting (262) in a fixed position after opening the mold halves (18, 20) comprising a carrying finger (58) and a support core (264) for supporting the casting after the mold halves have been moved apart using sprues (254) cast as one unit therewith at a number of attachment locations (256, 258).

Machine according to claim 1, characterized in that a transport system (60) in the form of an endless cable (314) is provided, which extends between the mold halves (18, 20) of the machine and a spaced finisher (354), wherein a plurality of fingers (58) are adjustably mounted on the cable for successively positioning a finger between the mold halves to receive a casting around it, while pinions (300) are provided for driving of the cable with adjustable links (328) 20 on the cable co-operating with the drive pinions.

Machine according to claim 2, characterized in that the finishing device comprises a pair of movable plates (386, 388) carrying a finishing punch (390) and a finishing punch (392), which device is adapted to receive the transport cable ( 314), a finger (58) and the casting therebetween, wherein the punch is movable to its proper position before the punch becomes operative and acts as a counter-pressure member for the punch, and means (406, 408) are provided for absorbing the impact caused by the punch, - 3 - .8801988 £ EXTERPATENT - 3 - - 21 - while additionally hydraulic means (410) for operating the punch and punch, as well as hydraulic means (412) to make the finishing plates work (Fig. 28).

Machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the metal injection system is formed by a steel body (122) provided with a first cylinder (124) containing a pressure piston (128) and a spray chamber (132) for filling this chamber with molten metal from the stock and effecting an injection of the molten metal from the chamber into the cavity of the mold, immediately releasing the spray pressure so that solidified metal in the spray nozzle (254) of the mold can be discharged so that a tubular spray nozzle is attached to the casting (262) and that a second cylinder (126) in this body includes a selector valve (130) which in one position has a first passage (134 ) of the metal feed to the piston spray chamber, simultaneously closing a second passage (136) to a nozzle (52) of the injection system and in another position closing the first passage and simultaneously the passage opens, * which selector valve is located between the spray chamber of the piston and the second passage.

Machine according to any one of the preceding claims, characterized in that each mold half (68) is provided with an insert (206) on the dividing line between the mold halves, and that a versatile nozzle (204) with a rectangular shape is present in end view. is, which nozzle is oriented diagonally with respect to the dividing line and is provided with a front and - 4 - .8801988 EXTERPATENT 1½ ^; - «- -ή- x ^ rear angled face (208, 216) that fits against adjacent sides and surfaces of the inserts (206) to allow proper alignment of the mold halves around the nozzle 5 ( Figs. 13, 14).

Machine according to claim 5, characterized in that the nozzle (204) comprises a jet guard consisting of a smaller diameter part (220) in the neck of the nozzle to provide an outwardly curved shoulder thereon. (222), and that in the mold halves there is a peripheral chamber (226) located co-axially but offset from the shoulder, with leakage of molten metal from the nozzle directed through said shoulder 15 to said room. 18801988