NL8801889A - Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem. - Google Patents

Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem. Download PDF

Info

Publication number
NL8801889A
NL8801889A NL8801889A NL8801889A NL8801889A NL 8801889 A NL8801889 A NL 8801889A NL 8801889 A NL8801889 A NL 8801889A NL 8801889 A NL8801889 A NL 8801889A NL 8801889 A NL8801889 A NL 8801889A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
arms
knife
frame
stop
Prior art date
Application number
NL8801889A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Berend Jan Smit
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Berend Jan Smit filed Critical Berend Jan Smit
Priority to NL8801889A priority Critical patent/NL8801889A/nl
Priority to NL8900965A priority patent/NL8900965A/nl
Priority to DE1989620222 priority patent/DE68920222T2/de
Priority to EP19890201969 priority patent/EP0352865B1/en
Publication of NL8801889A publication Critical patent/NL8801889A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C5/00Making or covering furrows or holes for sowing, planting or manuring
    • A01C5/06Machines for making or covering drills or furrows for sowing or planting
    • A01C5/062Devices for making drills or furrows
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/08Broadcast seeders; Seeders depositing seeds in rows

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Sowing (AREA)

Description

Korte aanduiding: Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem, ingericht om tussen een trekkend voertuig, zoals een tractor, en een zaaimachine te worden gemonteerd en omvattende een gestel dat enerzijds aan het trekkende voertuig kan worden bevestigd en waaraan anderzijds de zaaimachine kan worden bevestigd, en een aantal dwars op de rijrichting naast elkaar op het gestel aangebrachte en in hoofdzaak in vertikale richting beweegbare mesarmen die elk nabij het in rijrichting gezien achterste einde een mes dragen voor het in de bodem snijden van een sleuf, waarin door de zaaimachine zaad kan worden gebracht.
Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend, en wordt bijvoorbeeld toegepast wanneer in bestaand grasland nieuw gras gezaaid moet worden d.m.v. het inbrengen van graszaad in sleuven die in de bestaande graszode zijn gesneden. Bij de bekende inrichting bestaan de mesarmen uit bladveren die nabij hun in rijrichting gezien voorste einde vast zijn bevestigd op een dwars op de rijrichting staande en door het gestel gedragen balk. De balk is op zijn lengteas draaibaar en de stand van de balk in draairichting kan worden ingesteld. Hierdoor is het mogelijk de bladveer omhoog en omlaag te bewegen en de kracht waarmee de bladveren de messen in de bodem drukken, in te stellen.
Deze bekende inrichting heeft echter een aantal bezwaren. De bladveren zijn in vertikale richting vrij slap en kunnen betrekkelijk gemakkelijk om hun lengteas getordeerd worden. Hierdoor is men er niet van verzekerd dat de messen recht door de bodem snijden, hetgeen vereist is voor het verkrijgen van een onberispelijke sleuf.
In het bijzonder treden problemen op wanneer het trekkend voertuig met de daaraan gekoppelde zaaimachine tijdens het zaaien door een bocht gaan, waarbij dus zijwaartse krachten op de mesarmen worden uitgeoefend. Verder kunnen, wanneer de inrichting buiten bedrijf is en de mesarmen in een vrij van de bodem liggende stand zijn gebracht, de mesarmen vrij op en neer zwaaien hetgeen in het bijzonder tijdens het rijden over een oneffen bodem nadelig is.
Voorts zijn de bladveren betrekkelijk breed. Dit heeft tot gevolg dat de messen vrij ver uit elkaar komen te staan, waardoor geen optimale verdeling van het zaad kan worden bereikt. De breedte van de bladveren heeft verder tot gevolg dat wanneer er bepaalde oneffenheden in de bodem aanwezig zijn, zoals molshopen of stenen, de bladveren over deze oneffenheden glijden en de messen worden opgetild en tijdelijk los van de bodem komen te liggen.
De onderhavige uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen en een inrichting van het bovengenoemde type te verschaffen die aanzienlijk stabieler is dan de bekende inrichting en een optimale verdeling van het zaad over de bodem mogelijk maakt.
Dit oogmerk wordt bereikt door een inrichting van het bovengenoemde type die gekenmerkt wordt doordat de mesarmen stijf zijn uitgevoerd en nabij hun in rijrichting gezien voorste einde naast elkaar en in een vertikaal vlak scharnierend zijn gemonteerd op een gemeenschappelijke dwars op de rijrichting staande en door het gestel gedragen scharnieras en dat op elke arm afzonderlijk een veer inwerkt die de neiging heeft het achterste einde van de mesarm met het mes naar beneden te drukken.
Bij de inrichting volgens de uitvinding kunnen de op zich stijve mesarmen alleen in vertikale richting bewegen en niet of nauwelijks getordeerd worden. Daardoor wordt een zeer stabiele konstruktie van de mesarmen verkregen, waardoor onberispelijke sleuven in de bodem gesneden kunnen worden.
Doelmatig is elke mesarm ter plaatse van zijn scharnierpunt stijf verbonden met een in hetzelfde vertikale vlak als de mesarm beweegbare tweede arm, die samen met de mesarm een om de scharnieras scharnierende hefboom vormt, en werkt de veer voor het naar beneden drukken van het achterste van de mesarm in op het vrije eindgedeelte van de tweede arm waarbij de veer dit einde in de richting van een ten opzichte van het gestel verstelbare aanslag drukt. Met behulp van de verstelbare aanslag kan de mesarm omhoog en omlaag bewogen worden. Wanneer de mesarmen omlaag zijn gebracht en in de werkstand staan, waarbij de vrije eindgedeelten van de tweede armen vrij van de verstelbare aanslagen liggen, worden de mesarmen door de veren op de bodem gedrukt.
Wanneer de inrichting buiten bedrijf is en de mesarmen met behulp van de verstelbare aanslagen omhoog zijn gebracht, worden de tweede armen door de veren tegen de verstelbare aanslagen gedrukt, zodat de mesarmen niet vrij op en neer kunnen zwaaien.
In een praktische uitvoeringsvorm is het vrije eindgedeelte van elke tweede arm voorzien van tenminste één zich in de bewegingsrichting ervan uitstrekkend doorlopend gat waardoorheen een vast in de aanslag gemonteerde pen steekt, waarbij de pen aan zijn vrije uiteinde een veeraanslag draagt en rondom de pen tussen de veeraanslag en het vrije eindgedeelte van de tweede arm een drukveer is aangebracht. Deze konstruktie is kompakt en geeft bovendien de mogelijkheid om door het variëren van de afstand tussen de veeraanslag en de verstelbare aanslag de veerspanning van de veer te variëren.
Bij voorkeur bestaat de verstelbare aanslag uit een in dwarsrichting lopende balk, die is ingericht als een gemeenschappelijke aanslag voor alle tweede armen en die ten opzichte van het gestel verstelbaar is met behulp van een of meerdere schroefspindels. Bij deze konstruktie kunnen alle mesarmen tegelijk omhoog en omlaag bewogen worden en kan de kracht waarmee de mesarmen op de bodem worden gedrukt voor alle armen tegelijk worden ingesteld.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding aan de hand van de tekening, waarin:
Fig. 1 een zijaanzicht is van de inrichting volgens de uitvinding, bevestigd aan de achterzijde van een tractor;
Fig. 2 de inrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht en op een enigszins vergrote schaal weergeeft; Fig. 3 een vooraanzicht is van de inrichting volgens de uitvinding volgens de pijl III in figuur 2, en Fig. 4 een aanzicht in perspektief is van een aantal op de scharnieras bevestigde mesarmen.
Figuur 1 is de inrichting volgens de uitvinding voor het snijden van sleuven in de bodem aangebracht tussen een tractor 1 en een gebruikelijke zaaimachine 2. De inrichting is enerzijds bevestigd aan de driepuntsophanging 3, 4 van de tractor door middel van bevestigingspunten 5, 6 en anderzijds is aan de inrichting de zaaimachine bevestigd door middel van de bevestigingspunten 7, 8 waarmee de zaaimachine gewoonlijk aan de driepuntsophanging van de tractor is bevestigd.
Zoals ook in fig. 2 en 3 is weergegeven, bestaat de inrichting volgens de uitvinding uit een gestel 9 waarop de bevestigingspunten 5, 6 resp. 7, 8 met de tractor 1 en de zaaimachine 2 zijn aangebracht. De inrichting omvat echter een aantal dwars op de rijrichting (aangegeven met de pijl 10 in figuur 1) naast elkaar op het gestel 9 aangebrachte mesarmen 11. Elke mesarm draagt nabij zijn in rijrichting gezien achterste einde een mes 12 waarmee een sleuf in de bodem 13 kan worden gesneden. Aan het einde van elke mesarm is verder nog een zogenaamde sleufverbreder 14 aangebracht, die de door het mes 12 gesneden sleuf breder maakt. In de door het mes 12 en door de sleufverbreder 14 verbrede sleuf wordt door de zaaimachine 2 zaad gebracht. Dit zaad wordt vanuit de zaadvoorraadhouder 16 via een buis 17 en een zogenaamde zaaikouter 18 in de sleuf gebracht.
Zaaimachines van dit type zijn op zich algemeen bekend en maken geen deel uit van de onderhavige uitvinding.
De mesarmen 11 zijn stijf uitgevoerd en naast elkaar en in vertikale vlakken scharnierend gemonteerd op een gemeenschappelijke door het gestel 9 gedragen scharnieras 19. De scharnieras staat dwars op de rijrichting 10. Elke mesarm 11 is bij zijn scharnierpunt 19 stijf verbonden met een in hetzelfde vertikale vlak als de mesarm 11 beweegbare tweede arm 20. De mesarm 11 en de tweede arm 20 vormen samen een om de scharnieras 19 scharnierbare hefboom.
De breedte van de mesarmen 11 is ten opzichte van de hoogte ervan betrekkelijk klein. Hierdoor wordt de stand van de messen 12 nauwelijks beïnvloed door oneffenheden in de bodem, zoals molshopen. De mesarmen 11 snijden als het ware door deze oneffenheden heen en blijven daarbij min of meer op dezelfde hoogte.
Het vrije eindgedeelte 21 van elke tweede arm is voorzien van een zich in de bewegingsrichting ervan uitstrekkend doorgaand gat 22 waardoorheen zich een schroefdraadpen 23 uitstrekt. Alle pennen 23 zijn vast gemonteerd op een gemeenschappelijke aanslag in de vorm van een in dwarsrichting lopende balk 24. De positie van de balk 24 is ten opzichte van het gestel 9 verstelbaar met behulp van twee schroefspindels 25 die met de hand bediend kunnen worden door middel van een zwengel 26. De met de schroefspindels 25 samenwerkende moeren 27 zijn bij 28 scharnierend verbonden met het gestel 9. Elke pen 23 is aan zijn vrije uiteinde voorzien van een veeraanslag in de vorm van een moer 29. Rondom de pen 23 en tussen de veeraanslag 29 en het vrije eindgedeelte 21 van de tweede arm 20 is een drukveer 30 aangebracht. Deze drukveer 30 heeft de neiging de bijbehorende tweede arm 20 omhoog te drukken en daardoor het door de mesarm 11 gedragen mes 12 naar beneden, in de bodem 13 te drukken. Zoals in de tekening is te zien, wordt het vrije eindgedeelte 21 van elke tweede arm 20 aan de onderzijde verend ondersteund door de drukveer 30 ên wordt de beweging van elke arm 20 aan de bovenzijde begrensd door de aanslagbalk 24.
Aangezien de pennen 23 vast in de aanslagbalk 24 zijn bevestigd, kan wanneer de mesarmen 11 in de werkstand staan en de vrije eindgedeelten 21 vrij van de aanslagbalk 24 liggen, door het omhoog en omlaag bewegen van de aanslagbalk 24 de aandrukkracht van de veren 23, en daardoor de kracht waarmee de messen 12 in de bodem wordt gedrukt worden ingesteld. Wanneer de balk 24 met behulp van de schroefspindels 25 omhoog wordt bewogen, zullen ook de veeraanslagen 29 omhoog worden bewogen en bij eenzelfde positie van het gestel 9 ten opzichte van de bodem 13 zullen de veren 23 verder worden ingedrukt, waardoor de spankracht ervan wordt vergroot, De aanslagbalk 24 dient er tevens voor de mesarmen 11 geheel omhoog te brengen wanneer de inrichting buiten bedrijf is. Dit vindt plaats door met behulp van de schroefspindels 25 de balk 24 naar beneden te bewegen totdat de door de mesarmen 11 en de tweede armen 20 gevormde hefbomen ongeveer in de met de onderbroken lijn 31 aangegeven stand staan.
In fig. 4 zijn schematisch een aantal door een mesarm 11 en een tweede arm 20 gevormde hefbomen op de scharnieras 19 gemonteerd weergegeven. De hefbomen zijn op de scharnieras 19 gelagerd via bijvoorbeeld lagerbussen 32. Tussen de hefbomen zijn afstandsbussen 33 aangebracht. Door het variëren van de lengte van de afstandsbussen 33 kan de afstand tussen de hefbomen op de scharnieras 19 worden gevarieerd en worden aangepast aan de gewenste zaaibreedte.
Door de specifieke konstruktie van de op de scharnieras 19 gemonteerde hefbomen kan de minimale afstand tussen de messen 12 circa 4 cm bedragen, hetgeen kleiner is dan bij de bekende inrichting, waarbij de messen zijn gemonteerd op bladveren, mogelijk is. De minimale afstand tussen de messen is bij de bekende inrichting circa 8,5 cm.
Om de instelling van de afstand tussen de messen 12 mogelijk te maken, kan het eindgedeelte 21 van elke tweede arm 20 voorzien zijn van meerdere naast elkaar liggende gaten 22, zodat de pen 23 door het meest geschikte gat kan steken.
Op het gestel kan verder een bak zijn aangebracht waarin gewichten kunnen worden geplaatst om het totale gewicht van de inrichting te vergroten. Dit kan nodig zijn indien de bodem stug is en er een grote kracht nodig is om de messen door de bodem te laten snijden.
Door de konstruktie van de inrichting volgens de uitvinding zijn de mesarmen met de daarop gemonteerde messen zeer stabiel en kunnen onberispelijke sleuven in de bodem worden gesneden, ook wanneer een bocht wordt doorlopen. De mesarmen 11 kunnen gemakkelijk met behulp van de balk 24 en de schroefspindels 25 omhoog worden gebracht en worden stabiel in deze stand gehouden. Daardoor is het niet nodig om in het geval geen sleuven in de bodem behoeven te worden gesneden, bijvoorbeeld bij het zaaien in geploegd land, de inrichting volgens de uitvinding tussen de tractor en de zaaimachine te verwijderen, hetgeen wel nodig was bij de gebruikelijke inrichting aangezien de op bladveren gemonteerde messen daarbij vrij op en neer konden zwaaien. Bij de inrichting volgens de uitvinding behoeven dus veel minder montage en demontagewerkzaamheden te worden uitgevoerd.

Claims (6)

1. Inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem, ingericht om tussen een trekkend voertuig, zoals een tractor, en een zaaimachine te worden gemonteerd en omvattende een gestel dat enerzijds aan het trekkende voertuig kan worden bevestigd en waaraan anderzijds de zaaimachine kan worden bevestigd, en een aantal dwars op de rijrichting naast elkaar op het gestel aangebrachte en in hoofdzaak in vertikale richting beweegbare mesarmen die elk nabij het in rijrichting gezien achterste einde een mes dragen voor het in de bodem snijden van een sleuf, waarin door de zaaimachine zaad kan worden gebracht, met het kenmerk, dat de mesarmen (11) stijf zijn uitgevoerd en nabij hun in rijrichting gezien voorste einde naast elkaar en in een vertikaal vlak scharnierend zijn gemonteerd op een gemeenschappelijke dwars op de rijrichting staande en door het gestel gedragen scharnieras (19) en dat op elke arm (11) afzonderlijk een veer (30) inwerkt die de neiging heeft het achterste einde van de mesarm (11) met het mes (12) naar beneden te drukken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke mesarm (11) ter plaatste van zijn scharnierpunt stijf verbonden is met een in hetzelfde vertikale vlak als de mesarm (11) beweegbare tweede arm (20), die samen met de mesarm (11) een om de scharnieras scharnierende hefboom vormt, en dat de veer (30) voor het naar beneden drukken van het achterste einde van de mesarm inwerkt op het vrije eindgedeelte (21) van de tweede arm (20) waarbij de veer (30) dit einde in de richting van een ten opzichte van het gestel (9) verstelbare aanslag (24) drukt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het vrije eindgedeelte (21) van elke tweede arm (20) is voorzien van tenminste één zich in de bewegingsrichting ervan uitstrekkend doorlopend gat (22) waardoorheen een vast in de aanslag (24) gemonteerde pen (23) steekt, waarbij de pen (23) aan zijn vrije uiteinde een veeraanslag (29) draagt en rondom de pen tussen de veeraanslag (29) en het vrije eindgedeelte (21) van de tweede arm (20) een drukveer (30) is aangebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de verstelbare aanslag (24) bestaat uit een in dwars-richting lopende balk, die is ingericht als een gemeenschappelijke aanslag voor alle tweede armen (20) en dip ten opzichte van het gestel (9) verstelbaar is met behulp van een of meerdere schroefspindels (25).
5. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand tussen de mesarmen (11) instelbaar is.
6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de breedte van de mesarmen (11) betrekkelijk klein is ten opzichte van de hoogte ervan.
NL8801889A 1988-07-27 1988-07-27 Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem. NL8801889A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801889A NL8801889A (nl) 1988-07-27 1988-07-27 Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
NL8900965A NL8900965A (nl) 1988-07-27 1989-04-18 Inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
DE1989620222 DE68920222T2 (de) 1988-07-27 1989-07-25 Vorrichtung zum Schneiden von Rillen in den Boden.
EP19890201969 EP0352865B1 (en) 1988-07-27 1989-07-25 Device for cutting grooves in the ground

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801889A NL8801889A (nl) 1988-07-27 1988-07-27 Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
NL8801889 1988-07-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801889A true NL8801889A (nl) 1990-02-16

Family

ID=19852679

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801889A NL8801889A (nl) 1988-07-27 1988-07-27 Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8801889A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113396658A (zh) * 2021-07-08 2021-09-17 赵检英 一种农业用果树防旱培土装置

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113396658A (zh) * 2021-07-08 2021-09-17 赵检英 一种农业用果树防旱培土装置
CN113396658B (zh) * 2021-07-08 2022-05-17 赵检英 一种农业用果树防旱培土装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2771044A (en) Uniform seed coverer attachment for listers
US4307674A (en) Agricultural implement for planting seeds
AU2008281337B2 (en) Profiling method and apparatus
US4762075A (en) Seed/fertilizer minimum tillage planter
US4116140A (en) Press wheel depth control for grain drill furrow openers
US4422392A (en) Seed drill with disk-type furrow openers
AU2008258171B2 (en) Single disc furrow opener with walking beam
US4374500A (en) Seed planter depth control
US6895876B2 (en) Seed drill element having improved topsoiling means
US5862763A (en) Apparatus for high speed application of liquid or dry fertilizer
US7104206B2 (en) Agricultural apparatus
NL8900965A (nl) Inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
US4750441A (en) Furrow opening assembly
US7216596B2 (en) Agricultural apparatus
EP0117745A1 (en) Coulter seeder apparatus
NL8801889A (nl) Met een zaaimachine te koppelen inrichting voor het snijden van sleuven in de bodem.
US4831945A (en) Opener assembly with depth gauging from a press wheel
GB2023383A (en) Soil cultivator
NL8903162A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US4884391A (en) Stalk cutting apparatus
NL9101552A (nl) Inrichting voor het maken van zaaivoren in een gazon.
US11490557B2 (en) Sowing coulter with adjustable blades
NL9300659A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1044189B1 (nl) Landbouwwerktuig voor direct- en doorzaai
US20240206373A1 (en) Residue management system for an agricultural row unit assembly

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: VEENHUIS MACHINES B.V.

BV The patent application has lapsed