NL8801173A - Een snelle herontsteking metaalhalidelamp en een werkingswijze daarvoor. - Google Patents

Description

* P & c

E 2348-1545 Ned.G/EvF

k

Korte aanduiding: Een snelle herontsteking metaalhalidelamp en een werkingswijze daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op metaalhalidelamp en, en meer in het bijzonder op snelle herontsteking metaalhalidelampen en werkingswijze van een dergelijke lamp, welke in het bijzonder geschikt zijn voor verlichtingsdoeleinden in sportstadions.

5 Standaard metaalhalidelampen hebben daarin aangebracht een boogbuis en bevatten componenten, welke typerend een relatief lange duur, zoals 10 tot 15 minuten, vereisen, waarna het vermogen weer toegevoerd kan worden aan de boogbuis om zijn boogtoestand te activeren of herontsteken, volgend op een vermogensonderbreking naar de lamp, welke de opheffing van boog-10 condities van een dergelijk werkende lamp veroorzaakte. Dergelijke metaalhalidelampen ondervinden een nadeel in bepaalde verlichtingssystemen, zoals die toegepast worden in sportstadions. Als het verlichtingssysteem van het sportstadion bijvoorbeeld een vermogensuitval ondervindt, is het gewenst dat de activering of herontsteking van de boogbuis binnen een paar seconden 15 in plaats van 10 tot 15 minuten plaats kan vinden, zodat de aan de gang zijnde sportactiviteit binnen een relatief korte tijdsduur hervat en door het publiek in het stadion en ook door degenen die het evenement op televisie volgen gadegeslagen kan worden.

Metaalhalidelampen, die voorzien in deze herontstekingsvoorwaarde, 20 vereisen een opstart- of ontstekeningsgolfvorm van een relatief hoge spanning op een relatief hoog stroomniveau door externe schakelingen, om een gewenste ionisatietoestand van de componenten in de boogbuis op te wekken.

Voor het opnemen van dit type van opstart- of herontstekingsgolfvorm, dient de metaalhalidelamp zelf voorzien te worden van geschikte isolatie 25 en ruimte tussen de geleidende elementen in de deze herontstekingsgolfvorm dragende lamp, zodat het vormen van een boog daartussen niet optreedt binnen de lamp zelf. Het is wenselijk dat een metaalhalidelamp verschaft wordt, welke dit type opstartgolfvorm verdraagt zonder de noodzaak van het toevlucht te moeten nemen tot overdadige isolatie binnen de lamp, om 30 tegen een verwante boogvormingstoestand in de lamp te beveiligen.

De metaalhalidelamp met het vermogen van snelle herontsteking dient eveneens de vereisten van de de lamp voedende externe schakelingen in rekening te brengen. De metaalhalidelamp dient een belasting met een relatief lage strooicapaciteit te vertonen aan dergelijke externe schake-35 lingen, zodat dergelijke schakelingen in staat kunnen zijn om de gewenste opstartgolfvormen bij een periodieke herhalingssnelheid te ontwikkelen, zonder het ondervinden van overmatige transmissieverliezen.

78801173 t -2-

Het is overeenkomstig een doel van de onderhavige uitvinding een snelle herontsteking metaalhalidelamp te verschaffen, die een opstartgolf-vorm van een relatief hoge spanning op een relatief hoog stroomniveau van externe schakelingen verdraagt, zonder de noodzaak van overmatige isolatie 5 binnen de lamp en tevens een relatief lage strooicapaciteitbelasting aan de externe schakelingen vertoont.

De uitvinding heeft betrekking op een snelle herontstekening metaalhalidelamp en werkingswijze van een dergelijke lamp, welke in het bijzonder geschikt is voor verlichtingsdoeleinden in een sportstadion.

10 De snelle herontsteking metaalhalidelamp bevat een licht doorlatend omhulsel, een met het buitenomhulsel verbonden voetstuk met een buisvoet, welke een met het voetstuk geschikt verbonden invoerleiding heeft en een met het buitenomhulsel verbonden kap, welke een daarmee geschikt verbonden invoerleiding heeft en zich daarvandaan in het buitenomhulsel 15 uitstrekt. De kap heeft isolatiemiddelen, welke zich uitstrekken in het buitenomhulsel en de invoerleiding omsluiten. De metaalhalidelamp bevat verder steunmiddelen, welke een boven- en een onderelement bevatten voor het star ondersteunen en het axiaal uitlijnen van een boogbuis binnen het buitenomhulsel. Het onderelement is elektrisch verbonden met de 20 invoerleiding in de buisvoet. De boogbuis bevat een vulling bestaande uit een inert gas, kwikmetaal, en een halidesamenstelling. De boogbuis heeft een paar van in tegenovergestelde einden daarvan afgedichte elektrodes, waarbij ëén van de elektrodes elektrisch verbonden is met het onderste steunelement en de andere elektrisch verbonden is met de invoer-25 leiding van de kap en geïsoleerd is ten opzichte van het bovenste steunelement. De met de inrichting van de met de boogbuis verbonden invoer-leidingen vertonen een relatief lage stroomcapaciteit voor de de lamp besturende externe schakelingen.

De werkwijze van besturing van de snelle herontstekingmetaalhalide-30 lamp bevat de stappen van het toevoeren van een opstart- of ontstekings-golfvorm, welke de karakteristieken van een pulstrein met een frequentie van ten minste 25 Hz heeft en waarbij elke pulstrein een amplitude van ten minste 50 kV heeft en opgebouwd is uit een serie van nagenoeg exponentieel afvallende hoge frequentie oscillaties typerend bij 5 MHz. De 35 werkwijze continueert bij voorkeur de toevoer van de ontstekingsgolfvorm totdat de componenten in de boogbuis gebracht zijn in een toestand, die een zelf-onderhoudende boogtoestand activeert.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

;8801173 -3-

Fig. 1 toont een snelle herontsteking metaalhalidelamp en zijn bijbehorende externe opstart- en stabilisatorschakelingen, waarbij de opstartschakeling een opstart- of ontstekingsgolfvorm verschaft volgens ëën uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

5 Fig. 2 is een schematische weergave van de opstart- en stabilisator schakelingen met betrekking tot het verschaffen van de noodzakelijke condities aan de snelle herontsteking metaalhalideklamp van de onderhavig uitvinding.

Fig. 1 toont een snelle herontsteking metaalhalidelamp 10 volgens 10 ëën uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, tezamen met een algemene weergave van de met de lamp 10 verbonden opstartschakeling en stabilisatorschakeling, De lamp 10 heeft verscheidene toepassingsmogelijkheden, zoals noodverlichting en is in het bijzonder geschikt voor verlichtingssysternen in sportstadions.

15 De snelle herontsteking metaalhalidelamp 10 bevat een in het algemeen ellipsvormig gevormde licht-doorlatend buitenomhulsel 12, welke een koepelsectie 12A en een halssectie 12B heeft. De lamp 10 bevat verder een aan het buitenomhulsel 12 bevestigd geleidend voetstuk 14, welke een buisvoet 16 heeft met daarin ingebed een invoerleiding 18, die ge-20 schikt verbonden is met het centrale contactgedeelte 20 van het voetstuk 14. De lamp 10 heeft verder een kap 22, met een uit een ijzer-nikkel-kobaltlegering, zoals Kovar, welke een handelsmerk van de Carborundum Company is, gevormd boven gedeelte 22A. De kap 22 heeft een daarmee geschikt verbonden en vandaaruit in het buitenomhulsel 12 uitstrekkende 25 invoerleiding 24. De kap heeft verder uit een kwarts of glasmateriaal gevormd isolatiemiddel 26, welke zich in het buitenomhulsel 12 uitstrekt en de invoerleiding 24 omsluit.

De lamp 10 heeft verder steunmiddelen, bestaande uit een bovenelement 28 en een onderelement 30 voor het star ondersteunen en axiaal 30 uitlijnen van een boogbuis 32, welke een paar in tegenovergestelde einden daarvan afgedichte thermionische electrodes 34 en 36 heeft. De boogbuis is fysisch verbonden met element 28 door middel van een rond een ingeklemd gedeelte 32A gebonden element 28A en met element 30 door middel van een rond zijn andere ingeklemde gedeelte 32B gebonden element 30A. De 35 middelen voor het axiaal uitlijnen en centreren van de boogbuis binnen het buitenomhulsel worden verschaft door een groot aantal beugels 38, welke steunen tegen en verplaatsbaar zijn over de binnenwanden van het buitenomhulsel 12. De centreermiddelen 38 zijn bevestigd aan de steunmiddelen 28 en 30 door middel van geschikte middelen, zoals solderen.

.8801173 > -4-

De lamp 10 heeft bij voorkeur eerste en tweede respectievelijk op het onder- en bovenelement aangebrachte en respectievelijk boven en onder de tegenovergestelde inklemgedeelten 32A en 32B van de boogbuis 32 geplaatste warmteschermen. Het eerste warmtescherm reduceert de tem-5 peratuur bij kap 22 en leidt de lichtafgifte van lamp 10 van het boveneinde terug naar zijn centrale gedeelte. Overeenkomstig reduceert het tweede warmtescherm de temperatuur bij het voetstuk van lamp 10 en leidt de lichtafgifte van lamp 10 van het ondereinde ook terug naar zijn centrale gedeelte.

10 De elektrode 36 van de boogbuis 32 is elektrisch verbonden met invoerleiding 18 door middel van een geleidend element 42 samen met het onderste steunmiddel 30. De elektrode 34 van boogbuis 32 is elektrisch verbonden met de invoerleiding 24 door middel van een op de elektrode 34 gesoldeerd elektrisch aansluitelement 44.

15 De lamp 10 heeft bij voorkeur ook een door een rond nagenoeg de gehele maar ten minste een gedeelte van de boogbuis 32 gedraaide draad gevormde hulpelektrode 46, welke een eerste einde 47 verbonden heeft met het onderste steunelement 30 door middel van het vastgebonden element 30A. De hulpelektrode 46 heeft een tweede einde 48, welke verbonden is 20 met het elektrisch geleidende voetstuk 14 door middel van een in de buis-voet 16 gevatte invoerleiding 50.

De boogbuis 32 heeft componenten, welke bevatten een inert gas zoals xenon of argon, een kwikdamp in het gebied van ongeveer 21 mg tot ongeveer 165 mg, effectief in het tot stand brengen van een AC werkspanning 25 voor de boogbuis in het bereik van ongeveer 130 V tot ongeveer 270 V, en een halidesamenstelling, welke een dampdruk tijdens de werking van de lamp 10 tot stand brengt. De halide wordt bij voorkeur gekozen uit de groep bestaande uit (1) natriumjodide, scandiumjodide, .thoriumjodide, cadmiumjodide en mengsels daarvan, (2) natriumjodide, scandiumjodide, 30 thoriumjodide, cadmiumjodide, mengsels van de gekozen halide, en het aan de gekozen halide en aan het mengsel van de gekozen jodides toegevoegde metaal cadmium, en (3) het metaal cadmium.

Zoals besproken werd in de "achtergrond" sectie is het gewenst dat een metaalhalidelamp voorzien wordt van (1) de capaciteit van snelle 35 herontsteking binnen een korte tijdsduur, bijvoorbeeld twee seconden, (2) middelen voor het reduceren van de noodzakelijke isolatie tussen verwante geleidende elementen binnen de lamp, die verbonden zijn met de externe schakelingen, welke de voor de snelle herontsteking van de lamp vereiste relatieve hoge spanning en een hoog stroomniveau tot stand o 880 1 173 -5- brengen, en (3) een relatief lage strooicapaciteit vertonen aan de elektrische schakelingen, die de noodzakelijke spanning en stroomcondities voor het opstarten, herontsteken en het doen werken van de metaalhalidelamp verschaffen. De capaciteit voor het opstarten en snel herontsteken 5 van de boogbuis wordt gedeeltelijk verschaft door de toepassing van door de hierna te beschrijven opstartschakeling 54 ontwikkelde golfvorm 52 van fig. 1. De onderhavige uitvinding verschaft een metaalhalidelamp, welke een minimale isolatie heeft door het gunstig aanbrengen van zijn geleidende elementen (invoerleidingen 24 en 18) binnen lamp 10. De 10 gunstige strooicapaciteit wordt verschaft door de inrichting van het bovengedeelte van lamp 10.

De snelle herontsteking metaalhalidelamp 10 verschaft een tweeweg route voor het leiden van de geleidende elementen, welke een door de opstartschakeling 52 ontwikkelde en over de boogbuis 32 geplaatste ont-15 stekingsgolfvorm dragen, om nagenoeg elke boogvormingsconditie daartussen te elimineren. De twee-weg route wordt verschaft door het in de lamp leiden van één van de geleidende elementen door middel van de in de bodem van de lamp 10 aangebrachte invoerleiding 18 en het in de lamp 10 leiden van het andere geleidende element door middel van in de top van de lamp 10 20 aangebrachte invoerleiding 24. De twee-weg route zorgt voor een tussenruimte van bijvoorbeeld ongeveer 15 cm tussen zijn geleidende elementen, om nagenoeg elke boogconditie daartussen te elimineren. De grotere scheiding tussen de geleidende elementen, als gevolg van het in de lamp leiden van de geleidende elementen door ofwel de top of de bodem van de 25 lamp, verschaft voldoende isolatie tussen de geleidende elementen, om boogvorming daartussen te voorkomen. Een verder op de lage strooicapaciteit van lamp 10 betrekking hebbend kenmerk van de onderhavige uitvinding wordt verschaft door middel van de kap 22 en zijn bijbehorende onderlinge verbindingscomponenten. Deze bij de hoge frequentiewerking van opstart-30 schakeling 54 belangrijke lage strooicapaciteit wordt verschaft door het isoleren van de invoerleiding 24 van elk van de andere elektrisch geleidende elementen van lamp 10 zoals het bovenelement 28 en daarmee er-bonden elementen, zoals zijn warmtescherm 40, centreermiddelen 38 en vastbindelement 28A. De invoerleiding 24 wordt voorzien van een derge-35 lijke isolatie door middel van uit kwarts of glasmateriaal gevormd en geselecteerd isolerend element 26, om een hoge weerstand bij een hoge temperatuur te hebben, en in staat te zijn een thermische schok te weerstaan, welke een door snelle temperatuurveranderingen veroorzaakte hoge spanningstoestand is, welke anders het isolerende element kan doen breken '8801173 -6- o£ scheuren. Verder wordt de lage strooicapaclteit van lamp 10 bij voorkeur verschaft door de relatief kleine omvarig van kap 22 en door het minimaliseren van de lengte van de invoerleiding 24 binnen lamp 10.

De kap 22 verschaft verder een bovenafdichting door middel van zijn

TM

5 uit de ijzer-nikkel-kobaltlegering, zoals Kovar , welke extra sterkte heeft ten opzichte van andere materialen, gevormd bovengedeelte 22A en ervoor zorgend dat de invoerleiding 24 daarin gevat kan worden zonder uit het buitenomhulsel 14 te steken. Een voordeel van de kapafdichting 22 is, dat het grote oppervlak van kap 22 extra sterkte verschaft ten opzichte 10 van een enkeldraadsverbinding, voor het ondersteunen van een hoge spannings-leiding van de de lamp 10 besturende externe schakelingen. Als alternatief kan het insluiten tot stand gebracht worden door het doen insmelten van een wolfraamdraad in de koepelsectie van het buitenomhulselglas. Deze wolfraamdraad kan een deel van het invoerleidingdraadsamenstel zijn en kan 15 de thermische uitzettingscoefficiënt van het buitenomhulselglas zeer dicht benaderen.

De lamp 10 met deze hoofdzakelijk door kap 22 en leidingisolatie 26 verschafte lage strooicapaclteit, staat de externe schakelingen, in het bijzonder de in fig. 1 algemeen getoonde opstartschakeling 54, toe 20 om aan lamp 10 een eveneens in fig. 1 weergegeven ontstekinggolfvorm of spanning 52 te leveren. Na het ondervinden van een vermogensonderbreking, gedurende een periode voldoende om de boog te doen opheffen, wordt de lamp 10 op een wijze bestuurd dat een herontstekingsconditie geïnitieerd wordt, door het verschaffen van een ontstekingsspanning 52 met een vol-25 doende amplitude, duur en herhalingssnelheid, zodat alle componenten binnen de boogbuis 32 voldoende geïoniseerd worden binnen een tijdsperiode van twee seconden na een dergelijke vermogensonderbreking, om een zelf-onderhoudende boogconditie van de boogbuis 32 te initiëren.

De ontstekingsspanning 52 wordt geleverd door een opstartschakeling 30 54 van fig. 2, welke als zijn ingangstrap een stabilisatorschakeling 56 heeft, die aangesloten is op een AC-bron 58 met een typerende spanning van 120 V tot 480 V bij een frequentie van 50 tot 60 Hz. De opstartschakeling 54 ontwikkelt de ontstekingsspanning 52, welke bij voorkeur bestaat uit een trein van pulsen met een herhalingssnelheid van tenminste 25 Hz, 35 waarbij elke pulstrein een amplitude van ongeveer 50 kV heeft. De puls-trein bevat een reeks van ongeveer exponentieel afvallende hoogfrequente oscillaties, typerend ongeveer 5 MHz. De ontstekingsspanning 52 kan continu geleverd worden aan de boogbuis totdat de componenten in de boogbuis een ionisatie toestand tot stand brengen, welke een zelf-onderhoudende :8801173 -7- boog verschaft.

De rond nagenoeg de gehele of een deel van de boogbuis 32 gewikkelde hulpelektrode 46 kan ook voorzien worden van een stroom voor het verhitten van de boogbuis 32. Een dergelijke verhitting helpt bij de snelle heront-5 steking van de boogbuis 32 in die gevallen waarin de boogbuis 32 een relatief lange stopzettings- of afkoelingsperiode van meer dan één minuut ondervindt. Als alternatief kan een tinoxide bekleding op een mantel, welke aanvullend is op de boogbuis 32, dienst doen als de hulpelektrode 46. De onderlinge verbindingen van de hulpschakeling met betrekking tot de 10 opstartschakeling 54 tesamen met de stabilisatorschakeling 56 worden getoond in fig.2.

De stabilisatorschakeling 56 bevat een stabilisatortransformator 60 met een over de AG-bron 58 aangesloten primaire winding 60A. De transformator 60 heeft verder een secundaire winding 60B. De stabilisatorschake-15 ling 56 levert de noodzakelijke spanning- en stroomcondities om de boog-conditie van de lamp 10 in stand te houden, zodat dergelijke condities tot stand gebracht zijn door de opstartschakeling 54. De stabilisatorschakeling 56 kan van het in US Octrooi 3.781.586 van Johnson beschreven type zijn, waarnaar voor verdere details van de werking van een derge-20 lijke stabilisatorschakeling verwezen kan worden.

Een deel van de secundaire winding 60B, weergegeven als 60C, is afgetakt om een geschikte spanning, zoals 5 tot 10V, aan de hulpelektrode 46 te leveren. Een schakelaar 62 kan in serie tussen de transformator 60 en de hulpelektrode 46 geplaatst worden, zodat de hulpelektrode 46 uitge-25 schakeld kan worden nadat de lamp 10 zijn door opstartschakeling 54 geïni- * tieerde werkings- of aangeschakelde toestand bereikt heeft.

De opstartschakeling 54 kan een condensator Cl bevatten voor impedantie aanpassingsdoeleinden met betrekking tot de AC-bron 58. Deze condensator Cl kan ook beschouwd worden met betrekking tot stabilisator-30 schakeling 56. De opstartschakeling 54 bevat verder een transformator 64, condensators C2 en C3 met respektievelijk typerende waarden van 1000 en 0,1 picofarad, een vonkbruginrichting 65, zoals twee op een voorafbepaalde afstand van elkaar geplaatste elektrodes of draden, en een op-transformator 66 met een deel van zijn winding verbonden met vonkbruginrichting 65.

35 In het algemeen werkt de opstartschakeling 54 dusdanig, dat transfor mator 64 en condensator C2 een toenemende spanning over vonkbruginrichting 65 aanbrengen, totdat vonkbruginrichting 65 geleidt, wat de ontlading van de geladen condensator C2 naar de hoge spanning transformator 66 veroorzaakt. Transformator 66, welke een op-transformator is, verschaft een hoog .8801173 -8- frequent, hoge spanning start pulstrein ontstekingssignaal 52 aan de lamp 10. De frequentie van een dergelijke trein 52 wordt tot stand gebracht door het resonantiecircuit van transformator 64 en condensator C2. Een dergelijke opstartschakeling 54 is ontworpen om tenminste 0,02 joules aan 5 de lamp te leveren bij een herhalingssnelheid van tenminste groter dan 25 pulsen per seconde (pps). De opstartschakeling 54 levert een dergelijk signaal 52 tijdens het opstarten van de lamp 10 en tijdens de heront-stekingscondities, nadat de lamp 10 een vermogensonderbreking heeft ondervonden, zoals eerder beschreven werd in de "Achtergrond" sectie.

10 De opstartschakeling 54 continueert bij voorkeur de toevoer van het ontstekingssignaal 52 totdat een ionisatie start- of herontstekingsconditie van de boogbuis 32 verkregen is, om een zelf-onderhoudende booglicht uitgang van de lamp 10 voort te brengen. De opstartschakeling 54 herkent de zelf-onderhoudende boog conditie, doordat de impedantie van de lamp 15 overgaat van een hoge toestand naar een lage toestand. Na waarneming van deze overgang, verwijdert de opstartschakeling 54 zichzelf effectief van de lamp 10 en stelt de stabilisatorschakeling 56 in staat om de noodzakelijke spanning- en stroomcondities, voor het in stand houden van de werking van de lamp 10, te leveren en reguleren. De effectieve verwijdering van de 20 opstartschakeling 54 van de lamp 10 kan tot stand gebracht worden op een wijze zoals beschreven in US Octrooi 4.099.095 van Turner, waarnaar verwezen kan worden voor verdere details van een dergelijke werking.

Het zal nu duidelijk zijn dat de toepassing van de onderhavige uitvinding voorziet in een snelle herontsteking metaal halide lamp, waarin 25 de componenten binnen de boogbuis van de metaal halide lamp voldoende geïoniseerd zijn binnen een relatief korte tijd, bijv. twee seconden, om een zelf-onderhoudende boog te verschaffen. Het zal verder duidelijk zijn dat de metaal halide lamp van de onderhavige uitvinding door middel van zijn twee-weg route een lamp verschaft met verbeterde isolatie voor-30 waarden tussen de geleidende elementen, welke de relatief hoge spanning en Stroom ontstekingsgolfvorm over de boogbuis van de metaal halide lamp leiden, voor het opstarten en snel herontsteken van een dergelijke boogbuis, nadat de lamp een vermogensonderbreking toestand ondervonden heeft. Het zal verder duidelijk zijn, dat de metaal halide lamp met de kap-35 inrichting 22 een relatief lage strooicapaciteit aan de opstartschakeling vertoont, daardoor zorgend voor het eenvoudiger opstarten en een lagere belasting van de opstartschakeling.

.8801173

Claims (9)

1. Snelle herontsteklng metaalhalidelamp gekenmerkt door: (a) een licht doorlatend buitenomhulsel; (b) een met het buitenomhulsel verbonden voetstuk met een buisvoet, welke een met het voetstuk geschikt verbonden invoerleiding heeft; 5 (c) een met het buitenomhulsel verbonden kap, welke een daarmee geschikt verbonden invoerleiding heeft en zich daarvandaan in het buitenomhulsel uitstrekt, waarbij de kap isolatiemiddelen heeft, welke zich uitstrekken in het buitenomhulsel en de invoerleiding omsluiten (d) steunmiddelen, welke een boven- en een onderelement bevatten voor 10 het star ondersteunen en het axiaal uitlijnen van een boogbuis binnen het buitenomhulsel, waarbij het onderelement elektrisch verbonden is met de invoerleiding van de buisvoet; waarbij (e) de boogbuis een vulling bevat, bestaande uit een inert gas, kwik-metaal, en een halidesamenstelling, de boogbuis een paar van in tegenover- 15 liggende einden daarvan afgedichte elektrodes heeft, waarbij één van de elektrodes elektrisch verbonden is met het onderste steunelement en de andere elektrisch verbonden is met de invoerleiding van de kap en geïsoleerd is ten opzichte van het bovenste steunelement.

2. Snelle herontsteking metaalhalide lamp volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat de isolatiemiddelen van de kap geselecteerd worden om een hoge weerstand te hebben bij relatief hoge temperaturen en in staat zijn om thermische schok te verdragen.

3. Snelle herontsteking metaalhalide lamp volgens conclusie 1, gekenmerkt door een eerste en tweede respectievelijk op het onder- en bovenelement 25 van de steunmiddelen aangebracht en respectievelijk boven en onder de tegengestelde einden van de boogbuis geplaatst warmtescherm.

4. Snelle herontsteking metaalhalide lamp volgens conclusie 1, gekenmerkt door een door een rond tenminste een gedeelte van de boogbuis gedraaide draad gevormde hulpelektrode 46, welke een eerste einde verbonden heeft met 30 het onderste element van de steunmiddelen en een tweede einde, welke geschikt verbonden is met het voetstuk door middel van elektrische verbindingsmiddelen .

5. Werkwijze voor het doen werken van een snelle herontsteking metaal-35 halide lamp, met een boogbuis, welke voorzien is van elektrische verbindingsmiddelen tussen zijn elektrodes, waarbij één van zijn elektrodes elektrisch geïsoleerd is van alle steunmiddelen van de snelle herontsteking metaalhalide lamp, gekenmerkt door het toevoeren van een ontstekingsspan-ning met de karakteristieken: .8801173 -10- a^ een trein van pulsen met een herhalingssnelheid van tenminste 25 Hz, waarbij elke pulstrein een amplitude van ongeveer 50 kV heeft; all Puls‘rein ^evat een reeks van ongeveer exponentieel afvallende hoog frequente oscillaties van ongeveer 5 MHz.; en 5 alll een ^uur ·*·η ^et bereik van ongeveer twee seconden.

6. Werkwijze voor het doen werken van een snelle herontsteking metaal-halide lamp volgens conclusie 5 gekenmerkt door het continueren van de toevoer van de ontstekingsspanning totdat de componenten in de boogbuis voldoende geïoniseerd zijn om een boogtoestand van de boogbuis in stand 10 te houden.

7. Werkwijze voor het doen werken van een snelle herontsteking metaal-halide lamp volgens conclusie 5 gekenmerkt door het leveren en reguleren van de spanning- en stroomcondities, na de toevoer van de ontstekingsspanning, voor het in stand houden van de werking van de snelle heront- 15 steking metaalhalide lamp.

8. Werkwijze voor het doen werken van een snelle herontsteking metaalhalide lamp volgens conclusie 6 gekenmerkt door het leveren en reguleren van dé spanning- en stroomcondities, na de toevoer van de ontstekingsspanning, voor het in stand houden van de werking van de snelle heront- 20 steking metaalhalide lamp.

9. Werkwijze voor het doen werken van een snelle herontsteking metaalhalide lamp volgens conclusie 5 gekenmerkt door het toevoeren van een stroom rond tenminste een deel van de boogbuis voor het verhitten avn de boogbuis. 25 .8801173