NL8801130A - Afdichtingsmanchet voor toepassing bij buisverbinding, mof voorzien van afdichtingsmanchet en buizenstelsel dat een dergelijke mof omvat. - Google Patents

Description

ΐ

A

885007/Ba/eb

Afdichtingsmanchet voor toepassing bij buisverbinding, mof voorzien van afdichtingsmanchet en buizenstelsel dat een dergelijke mof omvat.

Door aanvraagster worden als uitvinder genoemd: 5 - J. Graafmann te 4450 Lingen (Duitse Bondsrepubliek) - A. Guettouche te 4472 Haren (Duitse Bondsrepubliek) - B. Lodder te Hardenberg (NL)

De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een afdichtingsmanchet uit elastomeer materiaal voor toepassing 10 bij het onder afdichten met elkaar verbinden van een instekend buisdeel en een ontvangend buisdeel die in verbonden toestand in axiale richting beperkt ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en bestaande uit een cylindrisch manchetlichaam met aan de buitenzijde zijwaarts uitstekende afdichtingsribben en 15 aan één uiteinde een radiaal naar binnen uitstekende stootrand die kan samenwerken met het uiteinde van het instekend buisdeel en middelen voor het verstijven van genoemde stootrand, en aan het andere uiteinde een naar buiten uitstekend aanslagmiddel dat kan samenwerken met het uiteinde 20 van het ontvangend buisdeel.

Een dergelijke afdichtingsmanchet is bekend uit het Britse octrooischrift 1385240.

De aldaar beschreven afdichtingsmanchet heeft een gladde cylindrische binnenwand en een buitenwand waarop zich 25 afdichtingsribben bevinden. Een instekend buisdeel wordt voor een goede afdichting nauw door de gladde cylindrische binnenwand van de manchet omsloten terwijl de afdichtingsribben op de buitenzijde der manchet samenwerken met de binnenwand van het mofvormig uiteinde van het ontvangend 30 buisdeel. Om te voorkomen dat het instekende buisdeel door de .8801130 f - 2 - naar binnen uitstekende stootrand van de afdichtingsmanchet zou doorschieten is de stootrand voorzien van een verstijvingsmiddel bestaande uit een platte stijve ring welke door vulkaniseren in de stootrand is opgenomen.

5 Het nadeel van deze bekende afdichtingsmanchet is dat het aanbrengen van de platte verstijvingsring in de stootrand tijdens de vervaardiging van de afdichtingsmanchet zeer nauwkeuring dient te geschieden hetgeen de kostprijs van een dergelijk manchet nadelig beïnvloedt. Een ander nadeel van deze 10 bekende afdichtingsmanchet is dat deze voor montage eerst om het instekend buiseinde moet worden aangebracht waarna dit buisuiteinde met de afdichtingsmanchet in het ontvangend buisdeel wordt geschoven. Deze werkwijze verhoogd het risico van vervuiling van de manchet tijdens de montagehandelingen en 15 daarmee de kans op lekkage van de verbinding.

De onderhavige uitvinding heeft nu ten doel een afdichtingsmanchet van de beschreven soort te verschaffen die genoemde nadelen niet bezit.

De afdichtingsmanchet wordt daartoe volgens de uivinding 20 gekenmerkt doordat de middelen voor het verstijven van de stootrand aan de buitenzijde van de manchet aanwezig zijn ter hoogte van de stootrand in de vorm van één of meer zich zijwaarts uitstrekkende verstijvingsribben die deel uitmaken van het manchetlichaam.

25 Door de aanwezigheid van de verstijvingsribben aan de buitenzijde van de manchet blijkt het mogelijk te zijn om de weerstand tegen omklappen van de stootrand zeer aanzienlijk te vergroten. Zodat deze weerstand overeenkomt met de weerstand van de stootrand in het eerder genoemde Britse octrooischrift 30 13852240.

Een dergelijke belasting van een stootrand treedt bijvoorbeeld op indien in een verticaal gericht buizenstelsel expansie van een of meer van dergelijke buizen optreedt die in dat geval in de mof die is toegepast voor het verbinden der buizen moet .8801130 fr 4 - 3 - worden opgevangen.

Een afdichtingsmanchet volgens de uitvinding is eveneens zeer goed bruikbaar indien, eventueel in combinatie met expansie, een relatieve axiale verplaatsing van de buizen optreedt als 5 gevolg van een hoog gewicht der buizen of als gevolg van met grote kracht door de buizen stromende media.

De afdichtingsmanchet heeft in het bijzonder een verstijvings-rib of ribben van driehoekige doorsnede en meer in het bijzonder heeft een verstijvingsrib de vorm van een in 10 hoofdzaak rechthoekige driehoek waarvan de bij benadering rechte hoek aanligt tegen het manchetlichaam welke hoek in axiale richting verder verwijderd is van de naar binnen uitstekende stootrand dan de tegen het manchetlichaam aanliggende scherpe hoek.

15 Met voordeel is bij de afdichtingsmanchet volgens de uitvinding het manchetlichaam eveneens aan de binnenzijde voorzien van afdichtingsribben die deel uitmaken van het manchetlichaam terwijl het aan het andere uiteinde aanwezige aanslagmiddel de vorm heeft van een radiaal naar buiten uitstekende stootrand 20 die kan samenwerken met het uiteinde van het ontvangend buisdeel.

Met veel voordeel is in de afdichtingsmanchet de doorsnede-vorm van zowel de afdichtingsribben aan de binnen- en buitenzijde van het manchetlichaam driehoekig.

25 Ter vergroting van het bevestigingsgemak van de afdichtingsmanchet volgens de uitvinding zijn de afdichtingsribben aan binnen- en buitenzijde van de afdichtingsmanchet geplaatst zoals aangegeven in het kenmerkend gedeelte van conclusie 6.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een mof voor het 30 opnemen van één of meer buisuiteinden voorzien van een afdichtingsmanchet uit elastomeer materiaal waarbij tenminste één der buisuiteinden en de mof in verbonden toestand in axiale richting beperkt ten opzichte van elkaar kunnen bewegen waarbij de afdichtingsmanchet bestaat uit een manchetlichaam met aan de 35 buitenzijde zijwaarts uitstekende afdichtingsribben en aan één .8801130 ΐ - 4 - uiteinde een radiaal naar binnen uitstekende stootrand die kan samenwerken met het uiteinde van het instekend buisdeel en middelen voor het verstijven van genoemde stootrand, die wordt gekenmerkt doordat de middelen voor het verstijven van de 5 stootrand aan de buitenzijde van de manchet aanwezig zijn ter hoogte van de stootrand in de vorm van één of meer zich zijwaarts uitstrekkende verstijvingsribben die aanliggen tegen de binnenzijde van de mof en die deel uitmaken van het manchetlichaam.

10 In de mof volgens de uitvinding zijn in het bijzonder de tegen de binnenzijde der mof aanliggende verstijvingsribben van de manchet van driehoekige doorsnede.

Met voordeel bezit de doorsnede van een verstijvingsrib de vorm van een in hoofdzaak rechthoekige driehoek waarvan de bij 15 benadering rechte hoek aanligt tegen het manchetlichaam welke hoek in axiale richting verder verwijderd is van de naar binnen uitstekende stootrand dan de tegen het manchetlichaam aanliggende scherpe hoek.

Met voordeel is de in de mof toegepaste afdichtingsmanchet 20 eveneens aan de binnenzijde voorzien van afdichtingsribben.

Het radiaal naar buiten uitstekende aanslagmiddel heeft doelmatig de vorm van een stootrand en werkt samen met een aan de mof aanwezig aanslagvlak.

Voor het opvangen van expansie in het buizenstelsel waarin de 25 mof wordt toegepast is de axiale lengte van het vlak van de mof waartegen de afdichtingsmanchet kan aanliggen groter dan de axiale lengte van de afdichtingsmanchet.

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een buizenstelsel omvattende tenminste twee buizen die door middel van een mof 30 met elkaar zijn verbonden en de toegepaste mof een afdichtingsmanchet omvat waarbij de buizen tenminste gedeeltelijk vertikaal gericht zijn met het kenmerk dat voor het opvangen van optredende expansie van de buizen een mof volgens de hiervoor beschreven uitvinding wordt toegepast.

35 De uitvinding zal nu worden toegelicht met behulp van de figuur .8201130

V

t - 5 - waarin: - figuur 1 een afdichtingsmanchet volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft.

- figuur 2 een mof aan het uiteinde van een buis voorstelt die 5 voorzien is van een afdichtingsmanchet en een ingestoken buiseinde.

- figuur 3 een mof volgens de uitvinding voorstelt waarvan één zijde voorzien is van een afdichtingsmanchet eveneens volgens de uitvinding.

10 De in figuur 1 getekende afdichtingsmanchet 1 bestaat uit een cylindrisch manchetlichaam 2 met aan één uiteinde een naar buiten gerichte stootrand 3 en aan het andere uiteinde een naar binnen gerichte stootrand 4. Aan de binnen- en buitenzijde is het manchetlichaam voorzien van afdichtingsribben 5 en 6 terwijl ter 15 plaatse van de naar binnen gerichte stootrand 4 een verstijvingsrib 7 aanwezig is.

Het is mogelijk om in plaats van de enkele hier getekende verstijvingsrib meerdere verstijvingsribben op afstanden van elkaar te plaatsen.

20 De aanwezigheid van een verstijvingsrib of verstijvingsribben voorkomt het omklappen van de stootrand 4 bij het insteken van een buisdeel. De vorm van de afdichtingsribben 5 en 6 kan ook anders zijn dan in de figuur is aangegeven. Bijvoorbeeld zijn afgeronde vormen of meer langgerekte driehoekige vormen mogelijk.

25 In figuur 2 is een mof 9 getekend die verbonden is met een hier niet geschetste buis waarbij de mof voorzien is van een afdichtingsmanchet 1 volgens de uitvinding en een instekend buisuiteinde 8. De naar buiten stekende stootrand 3 steunt op het aanslagvlak 10 van het mofdeel waardoor bij het inbrengen van een 30 buisdeel 8 de manchet 1 in de mof 9 gefixeerd blijft. In het getekende voorbeeld is de axiale lengte Ll van het mofdeel grote dan de axiale lengte L2 van de manchet. De verhouding van de lengte Ll en de lengte L2 hangt af van de beoogde toepassing van de manchet. Indien de manchet wordt toegepast in gevallen waarin 35 expansie van één of meer buizen moet worden opgevangen zal Ll .8801130 * ft - 6 - groter zijn dan L2. Indien geen expansie te verwachten valt kan uiteraard Ll gelijk gekozen worden aan L2.

Opgemerkt wordt nog dat de verbinding goed zal kunnen funktioneren ook indien de geschetste kraag 15 aan de mof niet aanwezig is. Ook 5 het getekende aanslagvlak 10 is geen noodzaak; de stootrand 3 kan eveneens aanliggen op de bovenzijde van het buisdeel 9.

De mof en afdichtingsmanchet volgens de uitvinding wordt met voordeel toegepast in vertikale leidingen. Bij het inbrengen van een buisdeel 8 wordt het uiteinde daarvan tegengehouden door de 10 stootrand 4. Wanneer het buisdeel 8 aan de van het uiteinde 11 afgekeerde zijde vast is bevestigd zal een eventuele thermische uitzetting veroorzaakt door bijvoorbeeld het doorstromen van heet water door het buisdeel 8 resulteren in een verplaatsing van het buisuiteinde 11 in benedenwaartse richting. Door een geschikte 15 keuze van de dikte van het manchetlichaam 2 wordt de manchet niet noemenswaard uitgerekt bij het insteken van het busdeel of als gevolg van het eigen gewicht van het buisdeel, De manchet kan echter als gevolg van de betrekkelijk hoge krachten die worden veroorzaakt door thermische uitzetting wel uitrekken. Wanneer het 20 buisdeel na afkoelen weer tot de oorspronkelijk lengte terugkeert zal ook de manchet weer terugveren.

In figuur 3 is een mof 12 getekend welke is voorzien van één mofdeel 9 met een manchet 1 volgens de uitvinding en een mofdeel 13 met een afdichtingselement 14 volgens een andere uitvoering. In 25 deze vorm is het mofdeel 9 van de mof 12 bedoeld voor het opvangen van thermische expansie van het buisdeel 8 terwijl in mofdeel 13 met afdichting 14 een buisdeel 8' tot aan de stootrand 15 is doorgestoken.

Door toepassen van geschikte beugels wordt eventuele thermische 30 expansie van het buisdeel 8' aan het van het verbindingsdeel 12 afgewende uiteinde opgevangen. Het zal duidelijk zijn dat ook andere uitvoeringsvormen van de mof 12 mogelijk zijn. Gedacht kan worden aan een buisdeel van vrij te kiezen lengte met aan één zijde een mofdeel 9 of aan een mof met twee gelijke mofdelen 9. Ook kan 35 gedacht worden aan willekeurig andere verbindingsdelen met één of .8801130

A

- 7 - meer moffen waarvan er tenminste één voorzien is van een afdichtingsmanchet volgens de uitvinding.

De afdichtingsmanchet volgens de uitvinding en de mof volgens de uitvinding die een dergelijke afdichtingsmanchet bevat kan worden 5 toegepast in buizenstelsels van verschillende materialen zoals gietijzer, staal, asbest-cement, gres of kunststof. In het bijzonder kunnen de afdichtingsmanchet volgens de uitvinding en een mof volgens de uitvinding met een dergelijke afdichtingsmanchet worden toegepast voor leidingen die bestaan uit kunstofcomposities 10 met een hoog gehalte aan zware vulstoffen, zoals die bestemd zijn voor afvoersystemen met geluiddempende eigenschappen. Dergelijke buizensystemen bezitten in het algemeen een hoog gewicht terwijl eveneens de thermische expansie van het materiaal aanzienlijk kan zijn.

15 De thermische uitzetting van een dergelijke gevulde kunstof kan bijvoorbeel 7 tot 8 mm bij een buis van 3 meter lengte bedragen. De waarde van LI - L2 bedraagt in zo'n geval 12 mm, terwijl als gevolg van het gewicht een rek van 0,5 tot 1 mm lengte kan optreden. Een mof voorzien van een afdichtingsmanchet volgens de uitvinding kan 20 een dergelijke rek als gevolg van warmte-uitzetting en eigen gewicht van een buis gemakkelijk opvangen.

.8801130

Claims (13)

1. Afdichtingsmanchet uit elastomeer materiaal voor toepassing bij het onder afdichten met elkaar verbinden van een instekend buisdeel en een ontvangend buisdeel die in verbonden toestand in axiale richting beperkt ten opzichte 5 van elkaar kunnen bewegen en bestaande uit een cylindrisch manchetlichaam met aan de buitenzijde zijwaarts uitstekende afdichtingsribben en aan één uiteinde een radiaal naar binnen uitstekende stootrand die kan samenwerken met het uiteinde van het instekend buisdeel en middelen voor het 10 verstijven van genoemde stootrand en aan het andere uiteinde een naar buiten uitstekend aanslagmiddel dat kan samenwerken met het uiteinde van het ontvangend buisdeel met het kenmerk dat de middelen voor het verstijven van de stootrand (4) aan 15 de buitenzijde van de manchet (1) aanwezig zijn ter hoogte van de stootrand (4) in de vorm van één of meer zich zijwaarts uitstrekkende verstijvingsribben (7) die deel uitmaken van het manchetlichaam (2).

2 Afdichtingsmanchet volgens conclusie 1 20 met het kenmerk dat de verstijvings-rib of ribben (7) een driehoekige doorsnede bezitten.

3. Afdichtingsmanchet volgens conclusie 2 met het kenmerk 25 dat de doorsnede van een verstijvingsrib (7) de vorm heeft van een in hoofdzaak rechthoekige driehoek waarvan de bij benadering rechte hoek aanligt tegen het manchetlichaam (2) welke hoek in axiale richting verder verwijderd is van de .8801130 - 9 - i naar binnen uitstekende stootrand (4) dan de tegen het manchetlichaam (2) aanliggende scherpe hoek.

4. Afdichtingsmanchet volgens conclusie 1-3 met het kenmerk 5 dat het manchetlichaam (2) eveneens aan de binnenzijde is voorzien van afdichtingsribben (6) die deel uitmaken van het manchetlichaam (2).

5. Afdichtingsmanchet volgens conclusie 4 met het kenmerk 10 dat de afdichtingsribben (5, 6) aan de binnen- en buiten zijde van het manchetlichaam een driehoekige doorsnedevorm bezitten.

6. Afdichtingsmanchet volgens conclusie 4-5 met het kenmerk 15 dat de doorsnede van een afdichtingsrib (5,6) de vorm heeft van een in hoofdzaak rechthoekige driehoek waarvan de bij benadering rechte hoek aanligt tegen het manchetlichaam (2) welke hoek in het geval van een afdichtingsrib (6) aan de binnenzijde der manchet (1) in axiale richting dichter bij 20 de naar binnen stekende stootrand (4) ligt dan de aan de manchet grenzende scherpe hoek terwijl bij een afdichtingsrib (5) aan de buitenzijde der manchet (1) de rechte hoek in axiale richting gezien verder van de naar binnen stekende stootrand (4) ligt dan de aan de manchet (1) grenzende 25 scherpe hoek.

7. Mof voor het opnemen van één of meer buisuiteinden voorzien van een afdichtingsmanchet uit elastomeer materiaal waarbij tenminste één der buisuiteinden en de mof in verbonden toestand in axiale richting beperkt ten opzichte van elkaar 30 kunnen bewegen waarbij de afdichtingsmanchet bestaat uit een manchetlichaam met aan de buitenzijde zijwaarts uitstekende 78801130 Λ - 10.- afdichtingsribben en aan één uiteinde een radiaal naar binnen uitstekende stootrand die kan samenwerken met het uiteinde van het instekend buisdeel en middelen voor het verstijven van genoemde stootrand en aan het andere 5 uiteinde een naar buiten uitstekend aanslagmiddel dat kan samenwerken met het uiteinde van de mof met het kenmerk dat de middelen voor het verstijven van de stootrand (4) aan de buitenzijde van de manchet (1) aanwezig zijn ter hoogte 10 van de stootrand (4) in de vorm van één of meer zich zijwaarts uitstrekkende verstijvingsribben (7) die aanliggen tegen de binnenzijde van de mof (9) en die deel uitmaken van het manchetlichaam (2).

8. Mof volgens conclusie 7 15 met het kenmerk dat de tegen de binnenzijde der mof (9) aanliggende verstijvingsribben (7) der manchet (1) een driehoekige doorsnede bezitten.

9. Mof volgens conclusie 8 20 met het kenmerk dat de doorsnede van een verstijvingsrib (7) de vorm heeft van een in hoofdzaak rechthoekige driehoek waarvan de bij benadering rechte hoek aanligt tegen het manchetlichaam (2) welke hoek in axiale richting verder verwijderd is van de 25 naar binnen uitstekende stootrand (4) dan de tegen het manchetlichaam (2) aanliggende scherpe hoek.

10. Mof volgens conclusie 7-9 met het kenmerk dat de aanwezige afdichtingsmanchet (1) eveneens aan de 30 binnenzijde voorzien is van afdichtingsribben (6). .8801130 * * - 11 -

11. Mof volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het naar buiten uitstekend aanslagmiddel in de vorm van een radiaal naar buiten uitstekende stootrand (3) van de 5 afdichtingsmanchet samenwerkt met een aan de mof (1) aanwezig aanslagvlak (10).

12. Mof volgens één of meer der voorgaande conclusies 7-11 met het kenmerk dat de axiale lengte (LI) van het vlak van de mof waartegen 10 de afdichtingsmanchet kan aanliggen groter is dat de axiale lengte van de afdichtingsmanchet (L2).

13. Buizenstelsel omvattende tenminste twee buizen die door middel van een mof met elkaar zijn verbonden en de toegepaste mof een afdichtingsmanchet omvat waarbij de 15 buizen tenminste gedeeltelijk vertikaal gericht zijn met het kenmerk dat voor het opvangen van optredende expansie van de buizen (8, 8') een mof (12) volgens één of meer van de conclusies 7-12 wordt toegepast. .8801130