NL8800868A - Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen. - Google Patents

Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen. Download PDF

Info

Publication number
NL8800868A
NL8800868A NL8800868A NL8800868A NL8800868A NL 8800868 A NL8800868 A NL 8800868A NL 8800868 A NL8800868 A NL 8800868A NL 8800868 A NL8800868 A NL 8800868A NL 8800868 A NL8800868 A NL 8800868A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
control
spray
control unit
train
spraying
Prior art date
Application number
NL8800868A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nl Spoorwegen Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nl Spoorwegen Nv filed Critical Nl Spoorwegen Nv
Priority to NL8800868A priority Critical patent/NL8800868A/nl
Publication of NL8800868A publication Critical patent/NL8800868A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01HSTREET CLEANING; CLEANING OF PERMANENT WAYS; CLEANING BEACHES; DISPERSING OR PREVENTING FOG IN GENERAL CLEANING STREET OR RAILWAY FURNITURE OR TUNNEL WALLS
    • E01H11/00Control of undesirable vegetation on roads or similar surfaces or permanent ways of railways, e.g. devices for scorching weeds or for applying herbicides; Applying liquids, e.g. water, weed-killer bitumen, to permanent ways

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

«fc
Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen.____ •
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid op de bovenbouw, zoals ballastbed en schouwpaden, van spoorlijnen en dergelijke, voorzien resp. van op een eproeitrein gemonteerde sproeiers voor het sproeien met onkruidbestrij-5 dingschemicaliën, een aantal tanks waaronder tenminste één voor opslag van water en de overige voor opslag van verschillende chemicaliën, een leidingen-verdeelsysteem met een of meer pompen en afsluiters voor de toevoer van de chemicaliën in gegeven mengverhoudingen aan de sproeiers, en een stuureenheid. Een dergelijk stelsel is uit de 10 praktijk bekend.
Bij spoorlijnen mag op de bovenbouw, waarin zich het ballastbed met de sporen en de schouwpaden bevinden, geen onkruidgroei plaatsvinden daar de drainage en verende werking door de ontwikkeling van on-kruidvegetatie sterk achteruitgaan en daar de controle van de tech-15 nische staat van de bovenbouw wordt bemoeilijkt. Onder onkruid wordt alle plantengroei in de bovenbouw verstaan. Teneinde de groei van dit onkruid in de bovenbouw tegen te gaan wordt enkele malen per jaar, zoals in het voorjaar en in het najaar, gesproeid met chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Daarvoor wordt sedert vele jaren gebruik gemaakt 20 van een stelsel zoals boven aangegeven dat op een speciaal daartoe bestemde sproeitrein is gemonteerd.
Een probleem bij bovengenoemd stelsel voor de bestrijding van onkruid is dat een selectieve besproeiing, in afhankelijkheid van de aanwezigheid van onkruid en de mate van groei daarvan en de aanwezigheid 25 van speciale aandachtsgebieden, buitengewoon moeilijk is. De afwezigheid van deze mogelijkheid resulteert daardoor in een onnodige belasting van het milieu en een onnodig hoog gebruik van sproeichemicaliën.
Teneinde dit te ondervangen zou men de trein met lage snelheid kunnen laten rijden en/of de trein met meer personeel kunnen bemannen teneinde 30 een meer nauwkeurige controle mogelijk te maken. Hierdoor worden de kosten van een dergelijke onkruidbestrijding weer hoger.
De uitvinding beoogt bovengenoemde problemen te ondervangen en een stelsel aan te geven waarmede een selectieve besproeiing van de bovenbouw op basis van de in eerdere sproeicampagnes van dezelfde trajecten 35 verkregen ervaring mogelijk is.
Dit wordt bij een stelsel van de in de aanhef genoemde soort ,880 086 8 2 volgens de uitvinding bereikt met een sensor- en monitorsyteem met een aan de sproeitrein gemonteerde sensorinrichting voor het waarnemen van het spoortraject en tenminste een monitor in de sproeitrein, en een positiedetectiesysteem voor het bepalen van de momentane positie van de 5 rijdende sproeitrein ten opzichte van het traject, waarbij de door het positiedetectiesysteem tijdens het rijden in positie gesynchroniseerde stuureenheid is voorzien tenminste van een geheugen voor vaste traject-gegevens en voor in een voorgaande sproeicampagne uitgevoerde sproei-commando's met bijbehorende instellingen, waarbij de stuureenheid 10 stuursignalen afgeeft ter besturing van de pompen en de afsluiters en de sproeiers, en waarbij de monitor het beeld van het momentaan door de sensorinrichting waargenomen traject of in combinatie de genoemde vaste trajectgegevens en de genoemde sproeicommando's weergeeft.
Met behulp van bovengenoemde uitvoering is het mogelijk om tot een 15 snelheid van de sproeitrein van bijv. 60 km/uur slechts op die plaatsen te sproeien waar werkelijk onkruid staat, waardoor een selectieve besproeiing mogelijk is met een besparing op de kosten van de onkruid-bestrijdingschemicaliën. Tevens ontstaat het voordeel dat het milieu in de directe nabijheid van het spoortraject aanzienlijk minder wordt 20 belast.
Met voordeel wordt bij dit stelsel volgens de uitvinding de sproei-informatie, die tijdens het sproeien in het najaar wordt verkregen, in een geheugen van de stuureenheid als een soort "film" opgeslagen samen met de posities tijdens het rijden waarop de verschillende 25 acties plaatsvonden. Deze film wordt gedurende de voorjaarscampagne tijdens het rijden gesynchroniseerd afgedraaid waarbij hij als automatische instructie voor het sproeien dient. In de praktijk treedt dus een herhaling op van de najaarscampagne zo nodig echter met andere sproeimiddelen en/of andere mengverhoudingen. De reden hiervoor is dat 30 men in het najaar wel onkruid ziet dat in het voorjaar in principe nog niet is te zien. Men kan in het voorjaar planten verwachten op die plaatsen waar in het najaar onkruid was te zien. Dode plaatsen in het najaar zijn meestal in het voorjaar eveneens dood. Bovendien kan men op de film ook de afzonderlijk ingevoerde speciale aandachtsgebieden, 35 zoals waterwingebieden, bruggen, volkstuinen, natuurgebieden en overwegen invoeren waarmede de automatische sproei-instructie rekening moet houden.
De uitvinding zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader , 880 0868 3 worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin: figuur 1 een algemeen aanzicht geeft van het op een sproeitrein gemonteerde stelsel voor de besproeiing van onkruid; figuur 2 een schema geeft van een deel van het leidingenverdeel-5 systeem voor de toevoer van de onkruidbestrijdingschemicaliën; figuur 3 een aanzicht geeft van een door de monitor weergegeven beeld van een deel van de door de sensor zoals een camera waargenomen bovenbouw van het traject; figuur 4 een schema geeft van de op de stuureenheid aangesloten 10 componenten voor de toevoer en de weergave van gegevens; figuur 5 een schematisch aanzicht geeft van een deel van het traject voorzien van vaste trajectgegevens; figuur 6 een stroomdiagram geeft van de bij een voorjaars- en najaarscampagne optredende acties van het stelsel volgens de uitvin-15 ding; en figuur 7 een schema geeft van de aansluitingen op de stuureenheid voor de besturing van de sproeiers, pompen en afsluiters.
De trein is ontwikkeld voor het bestrijden van onkruid in de bovenbouw van hoofd- en rangeersporen door besproeiing met vloeibare 20 herbicides. Deze worden verkregen door een continue menging van een of meer onkruidbestrijdingschemicaliën en in de gewenste verhouding met water. Het kunnen ook mengsels zijn die vooraf zijn bereid en zijn meegenomen in tanks die zijn uitgerust met voorzieningen om lucht door het mengsel te blazen waardoor de concentratie homogeen blijft. De menging 25 gebeurt met bepaalde mengverhoudingen die van tevoren zijn ingesteld maar ook tijdens het rijden op elk moment kunnen worden gewijzigd. Het is mogelijk om tijdens de rit in totaal over vijf of meer bestrijdingsmiddelen gescheiden of in combinatie te beschikken.
Figuur 1 toont schetsmatig een sproeitrein met het besturings-30 stelsel volgens de uitvinding. In de figuur duiden 1, 2, 3, 4 en 5 een aantal hoofdtanks aan, nl. een tank met geconcentreerd sproeimiddel I (bijv. niet toegestaan in waterwingebieden), een tank met sproeimiddel II (bijv. wel toegestaan in waterwingebieden, echter minder effectief), een tank met sterk met water verdund sproeimiddel III, een tank met 35 sterk met water verdund sproeimiddel IV, en een tank met alleen water V. De tanks, die elk op een afzonderlijke ketelwagen kunnen zijn gemonteerd, zijn via een leidingensysteem met daarin opgenomen afsluiters verbonden met de sproeiwagen 6 (zie figuren 2 en 7).
Behalve de genoemde hoofdtanks 1-5 heeft men drie kleinere tanks ,8800868 -4- » 0 A, B, C onder de sproeiwagen 6 waarvan de inhoud door middel van injectie- of doseerpompen wordt toegevoegd. Vanuit deze vaste reservoirs kunnen een tot drie synthetische sproeimiddelen of herbicides in een reeds voorbereid mengsel uit de hoofdtanks in de hoofdtoevoerlei-5 ding naar de hoofdpomp worden geïnjecteerd, en vandaar naar de sproeiers 24 worden gevoerd. Voor de sproeiwagen 6 is de locomotief 7 aangegeven waaraan tenminste een sensorinrichting, zoals een camera of een rij detectoren, van het stelsel volgens de uitvinding is gemonteerd.
10 In figuur 2 zijn links de drie leidingen aangegeven die van de hoofdtanks 3, 4, 5 afkomen en via de afsluiters 15, 16, 17 uitmonden in de hoofdtoevoerleiding. Deze hoofdleiding voert via een filter 12, een menger 13, en de hoofdpomp 14 het mengsel toe aan een aantal sproeiers 24. Deze sproeiers zijn schematisch rechts aangegeven en omvatten bijv. 15 drie groepen van zeven sproeiers. Het gehele leidingen-verdeelsysteem met pompen en afsluiters is zodanig uitgevoerd dat een continue toevoer van onverdunde sproeioplossingen mogelijk is bij alle snelheden tussen bijv. 0 en 60 km/uur. Hierbij kan bijv. een constante sproeidicht-heid/m^ verkregen worden die onafhankelijk is van de snelheid en 20 sproeibreedte: 0,100 l/m^ op enkel spoor en 0,100 l/m^ op dubbel spoor. De drie groepen van sproeiers zijn bijv. zodanig ingesteld dat bij een snelheid van 0-20 km/uur één rij sproeiers, bij een snelheid van 21 tot 40 km/uur twee rijen sproeiers, en bij een snelheid van 41 tot 60 km/uur drie rijen sproeiers in dienst zijn.
25 In figuur 2 is aangegeven dat de drie injectiepompen 18, 19 en 20 elk zijn voorzien van een instelling, bijv. een potentiometer a, b en c of een meerstanden relais. Hiermede is het mogelijk om, door middel van variatie in toerental van de pompen, een kleine hoeveelheid van 0 tot 4% in verhouding tot de hoofdstroomhoeveelheid in te stellen.
30 Volgens de uitvinding is nu een sensor- en monitorsysteem aange bracht dat tenminste een sensorinrichting aan de sproeitrein teneinde de bovenbouw waar te nemen, en een of meer monitors in de sproeitrein omvat. Met een monitor kan de bediener het beeld van de bovenbouw voor de locomotief Van de sproeitrein waarnemen, zoals schetsmatig in figuur 35 3 is aangegeven, of kan hij de in het geheugen opgeslagen gegevens beoordelen. Tevens is een positiedetectiesysteem aangebracht waarmede op nauwkeurige wijze de positie van de trein ten opzichte van het traject wordt bepaald.
.8800668 5 ject wordt bepaald.
Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van magneetdetectie in combinatie met een tachometer. Het genoemde systeem bestaat uit een groot aantal op diverse plaatsen tussen de rails aangebrachte magneten. Onder 5 de trein bevindt zich een magneetveldgevoelige sensor die bij passage over zulk een magneet schakelt. Na de schakelpuls van de sensor wordt tacho-informatie gebruikt om de positie van de trein nauwkeurig ten opzichte van de magneet aan te geven. Een dergelijke sensor kan bijvoorbeeld een reed-contact zijn. Een dergelijk contact zou echter ook kun-10 nen schakelen als gevolg van stromen die ontstaan door optrekkende treinen of als gevolg van retourstromen of in bestaande kabels lopende stromen. Door meerdere, bijvoorbeeld drie, contacten naast elkaar dwars op de rijrichting te plaatsen kan dit worden ondervangen. De magneet bevindt zich dan midden tussen de spoorstaven en bij passage zal alleen 15 het middelste contact een schakelpuls geven en de buitenste twee geen. Alleen deze combinatie wordt dan als magneetdetectie aangemerkt.
Ook kunnen in plaats van reed-contacten Hall-sensoren worden toegepast. Het uitgangssignaal van een dergelijke sensor geeft de sterkte van een gedetecteerd magneetveld aan. Hierdoor is het magneetveld van 20 een stroom en dat van een permanente magneet te onderscheiden. Om overige invloeden, bijvoorbeeld van meerdere magneten en storingen tengevolge van stromen te vermijden is het mogelijk de sensoren door middel van een tijdvenster in te stellen. Verder kan door toepassing van een Lorenz-C systeem de bedrijfszekerheid van het detectiesysteem wor-25 den vergroot.
Door bovengenoemd positiedetectiesysteem wordt tijdens de rit de stuureenheid of computer in zijn werking gesynchroniseerd.
In figuur 4 is schematisch een overzicht gegeven van de componenten die zijn aangesloten op de genoemde stuureenheid. Zo zijn in figuur 30 3 op de stuureenheid 31 een camera 32, een monitor 33, een verdere monitor 34, een lessenaar 35, een toetsenbord 36, een geheugenorgaan 37, bijv. een EEPROM geheugen, de sensor 38 van het positiedetectiesysteem waartoe meerdere magneten, zoals de magneet 39, behoren, een tachogenerator 40, en een optionele ontvanger 41.
35 Het behulp van het onderhavige stelsel volgens de uitvinding kan bijv. tijdens de najaarscampage het gehele sproeiprogramma door de sensor inrichting, bijv. een (kleuren)camera, worden waargenomen en als een soort "film" in een computergeheugen samen met de posities, waarop de acties plaatsvonden, worden opgeslagen. Tijdens deze campagne waarin .8800868 6 * het onkruid correctief wordt bestreden, zal de bediener bij zijn waarneming sproeicommando's invoeren. Deze bepalen met welke van de onder de trein gejnonteerde sproeiers en met welke middelen en in welke meng-verhouding wordt 5 gesproeid. Deze sproeicommando's en de positie in het baanvak worden vastgelegd in het genoemde geheugen. Verder zijn in een ander geheugen vaste gegevens over het baantraject, zoals overwegen, bruggen, natuurgebieden en waterwingebieden ingevoerd zoals bijvoorbeeld aangegeven in figuur 5.
10 Het totale geheugen dient dan tijdens de voorjaarscampagne als automatische instructie voor de preventieve onkruidbestrijding op die plaatsen waar in het najaar was gesproeid. De inhoud van het geheugen wordt dan, opvolgend in de tijd en gesynchroniseerd met de positie, in de trein op een monitor gepresenteerd. Op een andere monitor ziet de 15 bediener het actuele beeld van het baantraject en hij kan dan in het automatische sproeicommando ingrijpen en de betreffende stuursignalen van de stuureenheid tenietdoen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij onvoorziene situaties zoals bijvoorbeeld werkzaamheden aan het baantraject, of op plaatsen waar onverwacht onkruid of meer onkruid aanwezig 20 is. Wanneer nodig kunnen de functies van beide monitors in een enkele zijn samengevoegd.
Figuur 6 geeft schematisch een stroomdiagram van de verschillende acties tijdens zowel de voorjaars- als de najaarscampagne.
Eerst wordt de najaarscampagne toegelicht. In het blok 60 vindt de 25 positiebepaling langs het traject plaats met behulp van de magneet-detectie en tachometerinformatie, welke positiebepaling aan de blokken 62, 63, 64 wordt toegevoegd. In blok 62 is aangegeven dat door een bediener bij waarneming van de ene monitor, d.i. de weergave van het beeld van de sensorinrichting, of van de andere monitor, d.i. de weer-30 gave van de inhoud van geheugen 62, of vanaf de bedieningsplaats een beslissing wordt genomen met betrekking tot een sproeicommando, d.w.z. dat is blok 63. De hierdoor ingestelde sproeistanden van de sproeiers en de ingestelde en toegepaste sproeimiddelen, zoals samen voorgesteld door blok 64, worden in een geheugen 65 opgeslagen in de met de positie 35 van die actie overeenkomende plaats. Uiteindelijk zijn alle opvolgende sproeicommando's in het geheugen 65 opgeslagen.
Blok 66 geeft het volgende aan. Na de najaarscampagne worden de gegevens uit het geheugen 65 "bewerkt", d.w.z. zij worden beoordeeld en zo nodig bijgesteld. Tevens worden zij - in de trajectpositie gesyn- , 8800888 7 chroniseerd - aangevuld met de vaste geografische gegevens van kunstwerken, waterwin- en natuurgebieden, e.d. uit bestand 67 en met de groenlocaties van het traject van dit najaar uit het bestand 68. Deze gecombineerde gegevens worden, ter voorbereiding van de voorjaarscam-5 pagne, in het geheugen 61 opgeslagen dat dan als 'draaiboek' voor deze komende voorjaarscampagne geldt.
Bij de voorjaarscampagne zal het draaiboek uit het geheugen 61 automatisch worden afgedraaid en wordt het daarbij behorende mengsel bepaald en worden de afsluiters en betreffende pompen ingeschakeld. Ook 10 bij afwezigheid van een sproeicommando zal de bediener bij de voorjaarscampagne zelf een sproeicommando kunnen initiëren. Eveneens kan hij het automatische sproeicommando tenietdoen en door een ander vervangen.
In figuur 7 zijn de aansluitingen aangegeven van de sproeiers 24, 15 de afsluiters en verschillende pompen op de stuureenheid 31 en op de proportionele-besturingsschakeling 42. Deze schakeling zorgt, in afhankelijkheid van een, het aantal in werking zijnde sproeiers weergevend signaal 43 en een de treinsnelheid weergevend signaal 44, voor zodanige stuursignalen voor de hoofdpomp 14 en de injectiepompen 18, 19, 20 dat 20 de opbrengst van deze pompen een constante sproeidichtheid per m^ oplevert. De van de stuureenheid 31 uitgaande stuursignalen 51, 52, 53 zorgen resp. voor de aan/uit besturing van de injectiepompen en de instelling van deze injectiepompen (0 tot 4% van de hoofdstroom), de aan/uit besturing van de afsluiters 15, 16, 17 van de tanks 3, 4, 5 25 (figuur 2), en de aan/uit besturing van de afsluiters van de sproeiers. Bij een variant kan de instelling van de injectiepompen ook manuaal vanaf een bedieningspaneel worden ingesteld.
Vanaf dit bedieningspaneel 54 worden ook naar keuze rechtstreeks de bedieningselementen (afsluiters en pompen) aangestuurd met stuursig-30 nalen 55, 56, 57 die respectievelijk overeenkomen met de door de stuureenheid 31 afgegeven signalen 51, 53 en 52 of via de stuureenheid 31 vanuit het geheugen 58 waarbij ingrepen op de stand van de bedieningselementen vrijwel altijd mogelijk blijven. Alle standen van de bedieningselementen worden na trajectbepaling en het passeren van de bijbe-35 horende magneet in het geheugen opgeslagen.
Bij een verdere uitvoering volgens de uitvinding kan het door een (kleuren)camera opgenomen beeld van het onkruid op de monitor door de stuureenheid worden geanalyseerd en aan ingevoerde criteria worden getoetst. Zo wordt een automatische "onkruid- of groendetectie" gerealiseerd én kunnen al dan niet automatische sproeicommando's volgen.
.8800868 * δ
Het onkruid kan op optische wijze worden gedetecteerd: - door analyse van het kleurenvideobeeld bij toepassing van een kleu-rencamera, waarbij de kleur groen uit het kleurenspectrum wordt uit gefilterd en een hoog groen-aandeel aangeeft dat er onkruid is; 5 - door onderzoek van de door het onkruid gereflecteerde straling in het infrarode gebied, waarbij dit infrarode gebied uit het daglicht wordt gefilterd of extra kan worden geactiveerd door het belichten van het onkruid met kunstlicht; - door gebruik te maken van optische filtertechnieken, zoals speciale 10 grijsfilters, waarbij de kleur groen versterkt op een monochroom monitor wordt weergegeven. Door een monochroom videocamera de bovenbouw van de spoorlijn te laten aftasten is on-line verwerking mogelijk.
Voor het aftasten van het oppervlak van de bovenbouw kan men gebruik maken van: 15 - rasteraftasting waarbij de op de kop van de sproeitrein gemonteerde camera iedere 1/20 seconden een beeld produceert; - lijnaftasting waarbij een lijncamera, d.w.z. een videocamera met slechts één lijn, loodrecht op de rijrichting van de trein is gemonteerd en een aftasting van een lijn loodrecht op het baantraject 20 wordt verkregen. Bij het rijden van de trein wordt dan het baanopper-vlak afgetast. De verwerking van de informatie van de lijncamera is wat eenvoudiger dan bij de rasteraftasting omdat maar één lijn behoeft te worden geanalyseerd; - arrayaftasting, waarbij een groep enkelvoudige groenspectrum gevoeli-25 ge sensoren wordt gebruikt die in een lijn loodrecht op de baan worden gemonteerd. Elke sensor en opvolgende detector heeft zijn eigen detectie hardware waardoor het onkruid c.q. groen wordt gedetecteerd. De detectie van het onkruid gebeurd met behulp van elke sensor in de array, waarbij in feite parallel verwerking optreedt.
30 Bij de toetsing of analyse van de informatie kan als volgt te werk worden gegaan. Het "groene" beeld op de monitor wordt in een aantal vakken verdeeld zoals in figuur 3 is aangegeven. Het middenblok van bijvoorbeeld zestien van deze vakken wordt aangewezen als het detectie-gedeelte en de overige omringende vakken worden gezamenlijk als refe-35 rentiegedeelte aangewezen. De lichtintensiteit van elk van de detectie-vakken wordt vergeleken met de lichtintensiteit van het algemene kleurbeeld en geeft een maatstaf voor de hoeveelheid groen respectievelijk aanwezigheid van onkruid. Bij overschrijding van een bepaalde waarde kan dan automatisch een sproeicommando worden gegeven.
« 8800868 k. _ ............

Claims (8)

1. Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid op de bovenbouw, zoals ballastbed en schouwpaden, van spoorlijnen en dergelijke, voorzien resp. van op een sproeitrein gemonteerde sproeiers voor het sproeien met onkruidbestrijdingschemicaliën, een aantal tanks waar-5 onder ten minste één voor opslag van water en de overige voor opslag van verschillende chemicaliën, een leidingen-verdeelsysteem met één of meer pompen en afsluiters voor de toevoer van de chemicaliën in gegeven mengverhoudingen aan de sproeiers, en een stuureenheid, gekenmerkt door een sensor- en monitorsysteem met een aan de sproeitrein gemonteerde 10 sensorinrichting voor het waarnemen van het spoortrajekt en ten minste een monitor in de trein, en een positiedetectiesysteem voor het bepalen van de momentane positie van de rijdende sproeitrein ten opzichte van het trajekt, waarbij de door het positiedetectiesysteem tijdens het rijden in positie gesynchroniseerde stuureenheid is voorzien ten minste 15 van een geheugen voor vaste trajektgegevens en voor in een vorige sproeicampagne uitgevoerde sproeicommando's met bijbehorende instellingen, waarbij de stuureenheid stuursignalen afgeeft ter besturing van de pompen en de afsluiters en de sproeiers, en waarbij de monitor het beeld van het momentaan door de sensorinrichting waargenomen trajekt of 20 in combinatie de genoemde vaste trajektgegevens en de genoemde sproei-commando's weergeeft.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sensorinrichting een (kleuren)videocamera is.
3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 25 sensor- en monitorsysteem twee monitors bevat, waarvan de ene monitor het beeld van het momentaan waargenomen trajekt weergeeft, en waarvan de andere monitor de genoemde vaste trajektgegevens en de genoemde sproeicommando's weergeeft.
4. Stelsel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de 30 stuureenheid zodanig is uitgevoerd dat een bediener, gedurende een bij een rijdende sproeitrein uitgevoerde besproeiing, kan ingrijpen en de op basis van de vaste trajektgegevens en van de in een vorige sproeicampagne uitgevoerde sproeicommando's opgewekte stuursignalen teniet kan doen en deze door manuaal ingestelde en op verschillende chemica-35 liën en mengverhoudingen betrokken stuursignalen kan vervangen.
5. Stelsel volgens een der conclusies 1 tot 3, waarin het leidingen-verdeelsysteem omvat een met een proportionele besturing uitgeruste .8800868 * 10 » hoofdpomp in de hoofdtoevoerleiding van een chemicaliënmengsel voor de sproeiers en een aantal, elk met een regelinstelling uitgeruste, injectiepompen om in kleine hoeveelheden chemicaliën uit een zelfde aantal injectietanks in de invoer van de hoofdpomp te injecteren, met het ken-5 merk, dat de regelinstellingen voor de injectiepompen door de stuureen-heid worden ingesteld.
6. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het positie-bepalingssysteem bestaat uit een groot aantal op intervallen tussen de rails van het trajekt gemonteerde magneten, een onder de sproeitrein 10 gemonteerde magneetveldgevoelige sensor, die bij het telkens passeren van de magneten een schakelpuls afgeeft, en een tachogenerator, waarvan de informatie in combinatie met de schakelpuls aan de stuureenheid wordt gegeven ter bepaling van de sproeitreinpositie.
7. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuureen-15 heid is uitgevoerd voor een sproeibewerking onder besturing van het momentaan door de sensorinrichting waargenomen beeld van het trajekt, waarbij het beeld van het lopende trajekt in een aantal vakken is verdeeld, waarvan een aantal vakken in het midden als detectiegedeelte en de resterende omringende vakken als referentiegedeelte is aangewezen, 20 waarbij de lichtintensiteit van het detectiegedeelte met die van het toiale kleurbeeld wordt vergeleken, en bij overschrijding daarvan de stuureenheid activeert tot het afgeven van de stuursignalen aan de genoemde pompen, afsluiters en sproeiers.
8. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sensorin-25 richting uit een rij van groen-spectrumgevoelige sensoren bestaat. ,8800868
NL8800868A 1988-04-05 1988-04-05 Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen. NL8800868A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800868A NL8800868A (nl) 1988-04-05 1988-04-05 Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800868 1988-04-05
NL8800868A NL8800868A (nl) 1988-04-05 1988-04-05 Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8800868A true NL8800868A (nl) 1989-11-01

Family

ID=19852069

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800868A NL8800868A (nl) 1988-04-05 1988-04-05 Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8800868A (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0835962A1 (en) * 1996-10-11 1998-04-15 Giletta Michele S.p.A. Vehicle for spreading products on the road surface, in particular de-icing products
GB2327231A (en) * 1997-07-11 1999-01-20 Aqua Hydraulics Ltd Vehicle with weed/foliage killing facility
ES2239904A1 (es) * 2004-03-25 2005-10-01 Servicios Industriales Y Transportes, S.A. Sintra Sistema de control para tratamiento herbicida en vias de ferrocarril.
WO2018197480A1 (de) * 2017-04-28 2018-11-01 Bayer Aktiengesellschaft Hochgeschwindigkeitssystem zu unkrautbekämpfung
EP3406801A1 (de) * 2017-05-23 2018-11-28 Bayer Aktiengesellschaft Hochgeschwindigkeitssystem zur unkrautbekämpfung

Cited By (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0835962A1 (en) * 1996-10-11 1998-04-15 Giletta Michele S.p.A. Vehicle for spreading products on the road surface, in particular de-icing products
US6246938B1 (en) 1996-10-11 2001-06-12 Giesecke & Devrient Gmbh Vehicle for spreading products on the road surface, in particular de-icing products
GB2327231A (en) * 1997-07-11 1999-01-20 Aqua Hydraulics Ltd Vehicle with weed/foliage killing facility
ES2239904A1 (es) * 2004-03-25 2005-10-01 Servicios Industriales Y Transportes, S.A. Sintra Sistema de control para tratamiento herbicida en vias de ferrocarril.
WO2018197480A1 (de) * 2017-04-28 2018-11-01 Bayer Aktiengesellschaft Hochgeschwindigkeitssystem zu unkrautbekämpfung
WO2018197388A1 (de) * 2017-04-28 2018-11-01 Bayer Aktiengesellschaft Modulares system zur unkrautbekämpfung
CN110573676A (zh) * 2017-04-28 2019-12-13 拜耳股份公司 用于杂草控制的模块化系统
CN110573675A (zh) * 2017-04-28 2019-12-13 拜耳股份公司 用于杂草控制的高速系统
CN110573675B (zh) * 2017-04-28 2021-11-30 拜耳股份公司 用于杂草控制的高速系统
US11473256B2 (en) 2017-04-28 2022-10-18 Bayer Aktiengesellschaft High-speed system for weed control
US11668061B2 (en) 2017-04-28 2023-06-06 Discovery Purchaser Corporation Modular system for weed control
EP3406801A1 (de) * 2017-05-23 2018-11-28 Bayer Aktiengesellschaft Hochgeschwindigkeitssystem zur unkrautbekämpfung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10238098B2 (en) Agricultural distribution machine having a system for the automatic switching of spray profiles
EP1521885B1 (en) Weeding procedure for a railway vehicle
US20220142142A1 (en) Agricultural device and method for dispensing a liquid
CA2674527C (en) A method and system to control flow from individual nozzles while controlling overall system flow and pressure
FR2639507A1 (fr) Procede et dispositif pour l'epandage programme d'un produit actif a la surface du sol
AU2018224459A1 (en) Agricultural spraying control system
US5768823A (en) Controlled application of weed control chemicals from moving sprayer
US11903379B2 (en) System and method for performing spraying operations with an agricultural sprayer
US11885085B1 (en) Weed control at high speed
US20210329906A1 (en) Apparatus for spraying insecticides
EP3351685B1 (en) A method of preparing an area on a ground surface to be milled by a milling machine and a survey vehicle apparatus for surveying an area of a ground surface and marking the ground surface
JPS60500506A (ja) 線引き機
US20240081314A1 (en) System for treating plants especially in agriculture
NL8800868A (nl) Stelsel voor het besturen van de besproeiing van onkruid bij spoorlijnen.
WO1993015955A1 (en) Improvement in or relating to crop spraying or other crop or horticultural assessment operations
CA2628023C (en) Real-time measuring of the spatial distribution of sprayed aerosol particles
US20220211025A1 (en) System and method for performing spraying operations with an agricultural sprayer
DE19847258A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Zustandserfassung von Beschichtungsmitteln beim elektrostatischen Beschichten von Gegenständen
EP3944761A1 (en) Fluid atomizing machine and method for spraying an atomized fluid on a target using a fluid atomizing machine
DE102012108012B4 (de) Gerätesystem für den Einsatz im Wein- und Obstbau
DE69705656T2 (de) Verfahren und Vorrichtung für die Aufgabe von Material an Wachstum auf einer Oberfläche
US20240224973A1 (en) System for treating plants especially in agriculture
CN109122642A (zh) 一种农用机器人
Gillis et al. Injection and fluid handling system for machine-vision controlled spraying
CA2174154A1 (en) Controlled application of weed control chemicals from moving sprayer

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed