NL8702794A

NL8702794A - Stand assembly for sign - has preloaded elastomeric member allowing sign to deflect, e.g. when wind blows

Info

Publication number: NL8702794A
Application number: NL8702794A
Authority: NL
Original assignee: Marketing Displays Inc
Priority date: 1987-11-20
Filing date: 1987-11-20
Publication date: 1989-06-16

Abstract

The assembly includes a resilient biasing device for allowing the sign to pivotally deflect in the face of winds or other forces. This avoids tipping over the sign and sign stand assembly. The resilient biasing device includes an elastomeric member that is pref. preloaded. The elastomeric member is torsionally deflectable during service in order to provide for such sign deflection.

Description

f N034844 1f N034844 1

Voetsamenstel voor reclameborden of dergelijkeFoot assembly for billboards or the like

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op bordvoetinrichtingen ter ondersteuning van borden met reclame of andere indringende informa-5 tie, in het bijzonder in bedrijfsgebouwen en dienstverlenende bedrijven, De uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op dit soort borden en bordvoetsamenstellen die verhoudingsgewijze stabiel zijn met het oog op de wind of andere krachten, en die een beperkte en geregelde uitwijking mogelijk maken van het bord en een gedeelte van het bord-10 voetsamenstel teneinde te verhinderen dat het bord en de bordvoet kantelen onder invloed van dergelijke krachten. Bij sommige toepassingen van de uitvinding kunnen het bord en het bordvoetsamenstel opgevouwen of ingetrokken worden tot een compacte constructie in verband met transport en opslag.The present invention relates to board footers supporting boards with advertisements or other penetrating information, particularly in commercial buildings and service companies. The invention relates more particularly to such boards and board base assemblies which are relatively stable with the in view of the wind or other forces, and which permit limited and controlled deflection of the board and a portion of the board-10 foot assembly to prevent the board and board base from tipping under the influence of such forces. In some applications of the invention, the board and board base assembly may be folded or retracted into a compact construction for transportation and storage.

15 Belangrijk is dat de voor reclame gebruikte borden (of als waarschuwingsborden in nood of andere situaties) zichtbaar zijn en leesbaar zijn onafhankelijk van de weersomstandigheden. Vele tot nu toe bekende borden en bordvoetsamenstellen zijn verend gemonteerd met schoefveren of dergelijke zodanig dat het bord en een gedeelte van de bordvoet kan 20 uitwijken, zonder te kantelen, onder invloed van hoge windkrachten. Dit vermogen is in het bijzonder belangrijk voor borden of beelddragers met een groot beeldgebied die blootgesteld zijn aan wind of andere krachten. Voorbeelden van dergelijke verend gemonteerde bordvoeten zijn bekend uit de Amerikaanse octrooien nrs. US-A-3.646.696; 3.662.482; 25 4.033.536; 4.265.040; 4.288.053; 4.509.714; 4.516.344; 4.544.125; 4.548.379; 4.569.499; 4.572.473; 4.575.040 en 4.593.879.15 It is important that the signs used for advertising (or as warning signs in an emergency or other situations) are visible and legible regardless of the weather conditions. Many hitherto known plates and plate foot assemblies are resiliently mounted with coil springs or the like such that the plate and a portion of the plate foot can deflect without tilting under the influence of high wind forces. This ability is particularly important for large image area boards or image carriers that are exposed to wind or other forces. Examples of such resiliently mounted board feet are known from U.S. Patents Nos. US-A-3,646,696; 3,662,482; 4,033,536; 4,265,040; 4,288,053; 4,509,714; 4,516,344; 4,544,125; 4,548,379; 4,569,499; 4,572,473; 4,575,040 and 4,593,879.

Hoewel de hierboven besproken borden en bordvoetsamenstellen in het verleden zeer goed voldaan hebben, is de wens naar voren gekomen om een bordvoetsamenstel te verschaffen dat kan uitwijken en dat een ver-30 betering betekent met betrekking tot bekende bordvoetsamenstellen met het oog op vervaardigingstijd en kosten, gewicht, duurzaamheid en prestaties, en dat nog steeds het vermogen bezit om uit te wijken onder invloed van sterke winden of andere krachten zonder te kantelen.While the boards and board base assemblies discussed above have met very well in the past, the desire has emerged to provide a backboard board base assembly that will improve upon known board base assemblies in terms of manufacturing time and cost, weight, durability and performance, and still has the ability to deflect under the influence of strong winds or other forces without tipping.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een bordvoetsamenstel ver-35 schaft ter ondersteuning van een bord met een basis of basissamenstel, een of meer bordondersteunende organen geschikt om bevestigd te worden aan het bord, en een veerkrachtige voorspaninrichting voor de onderlinge verbinding van basis en bordondersteunende organen. De veerkrachtige voorspaninrichting ondersteunt normaal gesproken het bordonder-40 steunende orgaan en het bord in een ten opzichte van de basis over het .8702794 2 algemeen omhoog gerichte positie en spant deze voor, en bevat ten minste een elastomeer orgaan dat veerkrachtig en in torsierichting verbuigbaar is, over het algemeen rond een zich in dwarsrichting uitstrekkende torsiehartlijn. Het elastomere orgaan verschaft dus de mogelijk-5 heid dat het bordondersteunende orgaan en het bord scharnierend uitwijken ten opzichte van de basis, vanuit de over het algemeen opgerichte stand naar een verbogen uitgeweken stand, afhankelijk van winden of andere krachten die uitgeoefend worden op het bordondersteunende orgaan of het bord. Er wordt op gewezen dat de term "omhoog gericht" zoals 10 hierin wordt gebruikt niet alleen betrekking heeft op een naar boven stekende verticale oriëntatie, doch ook op elke andere oriëntatie die "omhoog gericht" is ten opzichte van de basis, zoals horizontale, schuine of naar beneden gerichte oriëntaties bijvoorbeeld.According to the present invention, a board base assembly is provided to support a board with a base or base assembly, one or more board support members suitable for attachment to the board, and a resilient biasing device for interconnecting base and board support members. The resilient biasing device normally supports and biases the board support member and board in a generally upward position relative to the base over the .8702794 2 and includes at least one elastomeric member which is resilient and torsionally bendable. generally around a transversely extending torsion axis. Thus, the elastomeric member allows the board support member and board to pivot hinge from the base, from the generally raised position to a bent deflected position, depending on winds or other forces applied to the board support organ or the board. It is pointed out that the term "upward" as used herein refers not only to an upwardly projecting vertical orientation, but also to any other orientation that is "upwardly" relative to the base, such as horizontal, oblique or downward orientations, for example.

Bij voorkeur wordt het elastomere orgaan van de veerkrachtige 15 voorspaninrichting die hierboven besproken is onder drukkracht voorbelast. Een dergelijke voorbelasting onder drukkracht levert een aanzienlijke bijdrage tot de duurzaamheid en de nuttige levensduur van het bordvoetsamenstel, evenals het voorzien van een aanslagmechanisme bij de voorkeursuitvoeringen, waardoor de maximale torsie-uitwijking van 20 het elastomere orgaan beperkt wordt tot vooraf gekozen maximale grootten van de borduitwijking.Preferably, the elastomeric member of the resilient biasing device discussed above is preloaded under compressive force. Such preload under compression force makes a significant contribution to the durability and useful life of the board base assembly, as well as providing a stop mechanism in the preferred embodiments, limiting the maximum torsional deflection of the elastomer member to preselected maximum sizes of the sign diversion.

Volgens een andere uitvoering van de uitvinding wordt het elastomere orgaan dat hierboven besproken is in torsierichting voorbelast, waarbij een dergelijke torsievoorbelasting in plaats komt van, of een 25 aanvulling vormt op, de hierboven besproken drukvoorbelasting. In het bijzonder wordt volgens een toepassing een paar van dergelijke elastomere organen verschaft teneinde het bord te doen uitwijken zoals hierboven besproken, waarbij de elastomere organen in torsierichting voorbelast zijn in tegengestelde torsie- of rotatierichtingen. Bij zo'n 30 uitvoering werken de elastomere organen in wezen "parallel", waarbij een van de organen in torsierichting ontlast wordt terwijl het andere orgaan verder in torsierichting belast wordt bij lage windsnelheden. Wanneer echter de windbelastingen toenemen, worden beide elastomere organen in torsierichting belast bij verdere uitwijkingen van het bord.According to another embodiment of the invention, the elastomeric member discussed above is preloaded in torsion direction, such torsion preload replacing or supplementing the compression preloading discussed above. In particular, according to one application, a pair of such elastomeric members is provided to deflect the board as discussed above, the elastomeric members being preloaded torsionally in opposite directions of torsion or rotation. In such an embodiment, the elastomeric members operate essentially "in parallel" with one of the members being torsionally relieved while the other member being further torsionally loaded at low wind speeds. However, as the wind loads increase, both elastomeric members are torsionally loaded upon further deflections from the board.

35 Door deze uitvoering wordt de duurzaamheid van de elastomere organen, naar wordt aangenomen, verbeterd.This embodiment is believed to improve the durability of the elastomeric members.

Volgens weer een andere uitvoering bevat de veerkrachtige voorspaninrichting een paar elastomere organen die in wezen "in serie" werken. Bij deze uitvoering bezit een elastomeer orgaan een lagere durome-40 ter hardheid en een lagere torsieveersterkte dan het andere elastomere .6702794 3 orgaan, en zodoende verschaft de veerkrachtige voorspaninrichting een nauwkeurig geregeld gedrag bij verschillende windtoestanden. Het hardere orgaan met hogere dürometer hardheid met de hogere torsieveersterkte wordt aan een kleine of geen torsie-uitwijking onderworpen en werkt zo-5 doende als een verhoudingsgewijze stijf orgaan bij lage windsnelheden. Wanneer echter de grootte van de winden of andere krachten toenemen wijken beide elastomere organen uit teneinde het omvallen van het bord en de voet bij hogere windsnelheden te vermijden. Zodoende wijkt het bord niet uit of trilt dit niet heen en weer bij lagere windsnelheden, 10 en wordt de bruikbare levensduur van de veerkrachtige voorspaninrichting verbeterd.In yet another embodiment, the resilient biasing device includes a pair of elastomeric members which operate essentially "in series". In this embodiment, an elastomeric member has a lower durome-40 hardness and a lower torsional spring strength than the other elastomeric .6702794 3 member, and thus the resilient biasing device provides precisely controlled behavior in various wind conditions. The harder member with higher diameter hardness with the higher torsional spring strength is subjected to little or no torsional deflection and thus acts as a relatively stiff member at low wind speeds. However, as the size of the winds or other forces increase, both elastomeric members deflect to avoid the board and foot tipping over at higher wind speeds. Thus, the board does not deflect or vibrate back and forth at lower wind speeds, 10 and improves the useful life of the resilient biasing device.

Volgens een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding, die ook elk van de andere kenmerken van de hier besproken uitvinding kan bevatten, is een enkel uit een stuk bestaand bordondersteunend orgaan 15 geschikt voor verbinding aan, en steekt in tegenovergestelde richtingen uit ten opzichte van, de veerkrachtige voorspanin richting. Aan deze uitvoering wordt in het bijzonder de voorkeur gegeven gezien de lage kosten en het feit dat hij eenvoudig te vervaardigen is.According to a preferred embodiment of the present invention, which may also include any of the other features of the invention discussed herein, a single one-piece board support member 15 is adapted for connection to and protrudes in opposite directions to the resilient bias direction. This embodiment is particularly preferred because of the low cost and the fact that it is easy to manufacture.

Zodoende verhoogt de onderhavige uitvinding het vermogen van het 20 bord en het voetsamenstel om weerstand te bieden aan windkrachten of andere krachten, evenals om weerstand te bieden aan de effecten van de weersomstandigheden op de schroefveren. Volgens de uitvinding kunnen een of meer gemeenschappelijke ontwerpen worden toegepast teneinde een grote variëteit te verschaffen in het lastondersteunend vermogen voor 25 samenstellen met gemeenschappelijke steunorganen of andere onderdelen. Volgens de onderhavige uitvinding wordt dit kenmerk verschaft door de toepassing van elastomere organen die kunnen uitwijken waarvan de afmeting en de uitwijkkenmerken gevarieerd kunnen worden binnen de omvang van verhoudingsgewijze stijve buitenste hulzen of schalen en binnenste 30 huls, as of staaforganen met constante afmetingen.Thus, the present invention increases the ability of the board and base assembly to resist wind forces or other forces, as well as to resist the effects of weather conditions on the coil springs. According to the invention, one or more common designs can be used to provide a wide variety of load supporting capability for assemblies with common supporting members or other components. According to the present invention, this feature is provided by the use of deflectable elastomeric members the size and deflection features of which can be varied within the scope of relatively rigid outer sleeves or shells and constant sized inner sleeve, shaft or rod members.

Aanvullende doelen, voordelen en kenmerken van verschillende uitvoeringen van de onderhavige uitvinding zullen uit de volgende beschrijving en bijgevoegde conclusies blijken, in samenhang met de bijgevoegde tekeningen.Additional objects, advantages and features of various embodiments of the present invention will become apparent from the following description and appended claims, in conjunction with the appended drawings.

35 Figuur 1 toont een gedeeltelijk aanzicht in perspectief van een als voorbeeld gegeven bordvoetsamenstel volgens de onderhavige uitvinding ter ondersteuning van een bord in een over het algemeen omhoog gerichte oriëntatie ten opzichte van de basis van het bordvoetsamenstel .Figure 1 shows a partial perspective view of an exemplary board base assembly of the present invention supporting a board in a generally upward orientation relative to the base of the board base assembly.

40 Figuur 2 toont een gedeeltelijk aanzicht van een bord en een bord- .87027 94 4 voetsamenstel, met een van de voorkeursuitvoeringen van de onderhavige uitvinding.Figure 2 shows a partial view of a board and a board base assembly, with one of the preferred embodiments of the present invention.

Figuur 3 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van het bord en bord-voetsamenstel van figuur 2.Figure 3 shows a partial side view of the board and board base assembly of Figure 2.

5 Figuur 4 toont een vergrote dwarsdoorsnede volgens lijn 4-4 van figuur 2, en toont in detail de veerkrachtige voorspaninrichting van het bordvoetsamenstel volgens de onderhavige uitvinding.Figure 4 shows an enlarged cross-sectional view along line 4-4 of Figure 2, showing in detail the resilient biasing device of the board base assembly of the present invention.

Figuur 5 toont een vergroot gedeeltelijk vooraanzicht van de veerkrachtige voorspaninrichting van een andere uitvoering van het bord-10 voetsamenstel volgens de uitvinding.Figure 5 shows an enlarged partial front view of the resilient biasing device of another embodiment of the board-10 foot assembly according to the invention.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede over het algemeen genomen volgens de lijn 6-6 van figuur 5.Figure 6 shows a cross-section generally taken along the line 6-6 of Figure 5.

Figuur 7 toont een gedeeltelijk vooraanzicht, overeenkomend met dat van figuur 5, doch van een andere uitvoering van de onderhavige 15 uitvinding.Figure 7 shows a partial front view, similar to that of Figure 5, but of another embodiment of the present invention.

Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede over het algemeen volgens lijn 8-8 van figuur 7.Figure 8 shows a cross-section generally along line 8-8 of Figure 7.

Figuur 9 toont een gedeeltelijk vooraanzicht dat overeenkomt met dat van de figuren 5 en 7, los van een andere uitvoering van de onder-20 havige uitvinding.Figure 9 shows a partial front view similar to that of Figures 5 and 7, separate from another embodiment of the present invention.

Figuur 10 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn 10-10 van figuur 9.Figure 10 shows a cross-section along the line 10-10 of Figure 9.

Figuur 11 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van een verdere andere uitvoering volgens de onderhavige uitvinding.Figure 11 shows a partial front view of a further other embodiment of the present invention.

25 Figuur 12 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van het bord en het bordvoetsamenstel van figuur 11.Figure 12 shows a partial side view of the board and the board base assembly of Figure 11.

Figuur 13 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van weer een andere uitvoering van de onderhavige uitvinding, die overeenkomt met die van figuur 11, doch met een andere bevestigingsinrichting.Figure 13 shows a partial front view of yet another embodiment of the present invention, similar to that of Figure 11, but with a different mounting device.

30 Figuur 14 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van het bord en het bordvoetsamenstel van figuur 13.Figure 14 shows a partial side view of the board and the board base assembly of Figure 13.

Figuren 15a tot en met 15c tonen achtereenvolgende stappen bij het vervaardigen van een onderdeel van weer een andere uitvoering van de veerkrachtige voorspaninrichting volgens de onderhavige uitvinding, die 35 in gerede vorm afgebeeld is in de figuren 16a tot en met 17.Figures 15a through 15c show successive steps in manufacturing a part of yet another embodiment of the resilient biasing device of the present invention, shown in finished form in Figures 16a through 17.

Figuur 16a toont een gedeeltelijk zijaanzicht, van het bordvoetsamenstel volgens de uitvoering van de figuren 15a tot en met 17, voor het bevestigen van een bord.Figure 16a shows a partial side view of the board base assembly according to the embodiment of Figures 15a to 17 for mounting a board.

Figuur 16b toont een aanzicht overeenkomstig dat van 16a, doch van 40 een bordvoetsamenstel na bevestiging van een bord.Figure 16b shows a view similar to that of 16a, but of a board base assembly after board mounting.

.8702794 5.8702794 5

Figuur 17 toont een gedeeltelijk vooraanzicht overeenkomstig dat * van figuur 4, doch met de uitvoering van de onderhavige uitvinding af-gebeeld in de figuren 15a tot en met 16b, na bevestiging van het bord.Figure 17 shows a partial front view similar to that of Figure 4, but with the embodiment of the present invention depicted in Figures 15a through 16b, after mounting the board.

Figuur 18 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van een voorkeurs-5 uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarin het bordvoetsamenstel een enkel uit een stuk bestaand bordondersteunend orgaan bevat geschikt ter bevestiging van een bord daaraan.Figure 18 shows a partial front view of a preferred embodiment of the invention, in which the board base assembly includes a single one-piece board support member suitable for attaching a board thereto.

Figuur 19 toont een dwarsdoorsnede over het algemeen langs lijn 19-19 van figuur 18.Figure 19 shows a cross-section generally along line 19-19 of Figure 18.

10 Figuur 20 toont een aanzicht in perspectief van een andere bordin-richting of een inrichting voor het tonen van een affiche met een op een veer gemonteerde basis.Figure 20 shows a perspective view of another signage device or a device for displaying a poster with a spring-mounted base.

Figuur 21 toont een vergroot zijaanzicht van een torsieveer volgens de uitvoering van figuur 20, met de plaats van de bevestigings-15 steunen volgens de onderhavige uitvinding.Figure 21 shows an enlarged side view of a torsion spring according to the embodiment of Figure 20, with the location of the mounting brackets according to the present invention.

Figuur 22 toont een dwarsdoorsnede van de torsieveer, in het algemeen volgens de lijn 22-22 van figuur 21.Figure 22 shows a cross section of the torsion spring, generally taken along the line 22-22 of Figure 21.

Figuur 23 toont een vooraanzicht van een andere uitvoering van een torsieveer met de bevestigingssteun en met een gedeelte daarvan wegge-20 broken teneinde de torsieveer in dwarsdoorsnede te tonen.Figure 23 shows a front view of another embodiment of a torsion spring with the mounting bracket and a portion thereof broken away to show the torsion spring in cross section.

Figuur 24 toont een zijaanzicht van de veranderde uitvoering van de torsieveer en de bevestigingssteun van figuur 23.Figure 24 shows a side view of the modified version of the torsion spring and the mounting bracket of Figure 23.

Figuur 25 toont een aanzicht in perspectief van weer een andere uitvoering van de uitvinding met een torsieveer waarmee de basis en een 25 bord of een inrichting voor het tonen van een affiche onderling zijn verbonden.Figure 25 shows a perspective view of yet another embodiment of the invention with a torsion spring connecting the base and a board or a poster display device.

Figuur 26 toont een aanzicht in perspectief van een andere inrichting voor een bord voor het tonen van een affiche met een andere vorm van het verbindingsmiddel uitgevoerd als een torsieveer.Figure 26 shows a perspective view of another board device for displaying a poster with a different shape of the connector configured as a torsion spring.

30 Figuur 27 toont een vergroot zijaanzicht van een torsieveer zoals afgebeeld in figuur 26, met het veranderde verbindingsmiddel gedeeltelijk in dwarsdoorsnede teneinde het eindgedeelte daarvan te tonen.Figure 27 shows an enlarged side view of a torsion spring as shown in Figure 26, with the altered connector partially in cross section to show the end portion thereof.

Figuur 28 toont een dwarsdoorsnede van de torsieveer en de steun volgens lijn 28-28 van figuur 27, met de veer in bovenaanzicht.Figure 28 shows a cross-sectional view of the torsion spring and support along line 28-28 of Figure 27, with the spring in top view.

35 Figuur 29 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, van een veranderde vorm van het eindgedeelte van een torsieveer afgebeeld in figuur 28.Figure 29 shows a partial plan view, partly in cross-section, of an altered shape of the end portion of a torsion spring shown in Figure 28.

Figuren 1 tot en met 29 tonen verschillende voorheelden van een bordvoetsamenstel volgens de onderhavige uitvinding. De vakman zal uit 40 de volgende bespreking, in samenhang met de bij gevoegde tekeningen en .8702794 6 conclusies, duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de afgebeelde bordsteunuitvoeringen die gebruikt zijn ter toelichting in de tekeningen, en dat de onderhavige uitvinding ook toegepast kan worden bij andere inrichtingen dan bordvoetsamenstel!en.Figures 1 to 29 show different foreheads of a board base assembly according to the present invention. Those skilled in the art will appreciate from the following discussion, in conjunction with the accompanying drawings and claims 8702794 6, that the present invention is not limited to the illustrated board support embodiments used to illustrate the drawings, and that the present invention is also can be used with devices other than plate foot assembly!

5 In figuur 1 is een bordvoetsamenstel 10 volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld welke een bord 12 ondersteunt in een over het algemeen opgerichte stand ten opzichte van een basis 14 met een of meer benen 16 die op de grond of een ander daaronder zich bevindend oppervlak rusten. Het bordvoetsamenstel 10 bevat ook een of meer bordonder-10 steunende organen 18 geschikt om ter ondersteuning bevestigd te worden aan het bord 12, en een veerkrachtige voorspaninrichting 20 waarmee het bord 12 scharnierend kan uitwijken ten opzichte van de basis 14 vanuit zijn over het algemeen opgerichte stand, zoals aangeduid door de pijlen 22 afgebeeld in de figuren 1 en 3.Figure 1 shows a board base assembly 10 of the present invention supporting a board 12 in a generally erected position relative to a base 14 with one or more legs 16 resting on the ground or other surface beneath it. The board base assembly 10 also includes one or more board support members 10 adapted to be attached to the board 12 for support, and a resilient biasing device 20 that allows the board 12 to pivot relative to the base 14 from its generally raised position, as indicated by arrows 22 depicted in Figures 1 and 3.

15 Zoals afgebeeld in de figuren 1 tot en met 4, bevat de basis 14 een basissteun 24, waaraan de benen 16 bij voorkeur zijn bevestigd door middel van bevestigingsorganen of pennen 26. De basissteun 24 kan er een zijn van een aantal verschillende soorten constructies die aan de vakman bekend zijn, en is aan de bordondersteunende organen 18 beves-20 tigd door de veerkrachtige voorspaninrichting 20 zoals meer gedetailleerd hieronder besproken. Er wordt op gewezen dat de vakman duidelijk zal zijn dat de basissamenstellen van de hier besproken verschillende uitvoeringen aan de andere kant ook inrichtingen kunnen bevatten ter bevestiging aan een wand, kolom of stijl, of andere constructies.As shown in Figures 1 to 4, the base 14 includes a base support 24, to which the legs 16 are preferably secured by means of fasteners or pins 26. The base support 24 may be one of a number of different types of structures which are known to those skilled in the art, and are attached to the board supporting members 18 by the resilient biasing device 20 as discussed in more detail below. It is to be noted that one skilled in the art will appreciate that the base assemblies of the various embodiments discussed here, on the other hand, may also include devices for attachment to a wall, column or post, or other structures.

25 Het bordondersteunende orgaan of de bordondersteunende organen 18 zijn geschikt om bevestigd te worden aan een bord 12 door een willekeurig aantal geschikte bevestigingsmechanismen bekend aan de vakman, zoals bijvoorbeeld door een paar bevestigingssteunen 28, ter toelichting afgebeeld in de figuren 1 tot en met 4. Bij voorkeur zijn de bordonder-30 steunende organen 18 elk in een zijdelingse dwarsdoorsnede over het algemeen U-vormig en bevatten een paar naar beneden wijzende benen 44 en een bevestigingsplaat 45, getoond in de figuren 2 en 3.The board support member or board support members 18 are adapted to be attached to a board 12 by any number of suitable mounting mechanisms known to those skilled in the art, such as, for example, by a pair of mounting brackets 28, illustrated for purposes of Figures 1 to 4. Preferably, the board support members 18 are each generally U-shaped in a lateral cross section and include a pair of downwardly pointing legs 44 and a mounting plate 45, shown in Figures 2 and 3.

De veerkrachtige voorspaninrichting 20 bevat een elastomeer orgaan 30, dat bij voorkeur hol cilindrisch is, waarbij zijn binnenste om-35 treksoppervlak stevig bevestigd is aan of gehecht is aan een binnenste huls of staaf 32, en waarvan het buitenste omtreksoppervlak stevig bevestigd is aan of gehecht is aan een buitenste huls 34. De binnenste huls 32 is ter toelichting afgebeeld in een over het algemeen holle cilindrische vorm, doch kan aan de andere kant een massief orgaan zijn 40 met een geschikte dwarsdoorsnedevorm, afhankelijk van de dwarsdoorsne- ,8702754 7 devorm van het binnenste omtreksoppervlak van het elastomere orgaan 30. *The resilient biasing device 20 includes an elastomeric member 30, which is preferably hollow cylindrical, its inner circumferential surface securely attached to or bonded to an inner sleeve or rod 32, and the outer circumferential surface securely attached to or bonded is on an outer sleeve 34. The inner sleeve 32 is illustrated in a generally hollow cylindrical shape for illustrative purposes, but on the other hand may be a solid member 40 of suitable cross-sectional shape, depending on the cross-sectional shape of the the inner circumferential surface of the elastomeric member 30. *

Het elastomere orgaan 30 en de andere elastomere organen die hieronder beschreven zijn kunnen bestaan uit gevulkaniseerd rubber of een andere elastomere polymeersamenstelling met een geschikte durometer hardheid, 5 veersterkten, en andere eigenschappen, die alle voor een bepaalde toepassing bepaald kunnen worden door de vakman.The elastomeric member 30 and the other elastomeric members described below may consist of vulcanized rubber or other elastomeric polymeric composition having a suitable durometer hardness, spring strengths, and other properties, all of which can be determined by one skilled in the art for a particular application.

De binnenste huls 32 is bij voorkeur bevestigd aan de bevesti-gingsplaten 45 van de bordondersteunende organen 18 door middel van een of meer bevestigingsorganen 38 die bijvoorbeeld door middel van 10 schroefdaad samenwerken met de verdikkingen 35. Net zo is de buitenste huls 34 op willekeurige wijze, bekend aan de vakman, bijvoorbeeld door middel van een of meer bevestigingsorganen 36, bevestigd aan de basissteun 24. Wanneer hij samengesteld is spant de veerkrachtige voorspaninrichting 22 het bord 12 veerkrachtig voor in de hierboven genoemde 15 over het algemeen opgerichte stand, doch laat uitwijking van het bord 12 rond een zich over het algemeen in dwarsrichting uitstrekkende tor-sie-as 40 in scharnierrichtingen aangeduid door de pijlen 22 in figuren 1 en 3, toe.The inner sleeve 32 is preferably attached to the mounting plates 45 of the board supporting members 18 by means of one or more mounting members 38 which, for example, screw together with the bosses 35. Likewise, the outer sleeve 34 is arbitrary Known to those skilled in the art, for example, by means of one or more fasteners 36 attached to the base support 24. When assembled, the resilient biasing device 22 biases the board 12 resiliently into the above-mentioned 15 generally erect position, but allows deflection. of the board 12 about a generally transversely extending torsion shaft 40 in hinge directions indicated by arrows 22 in Figures 1 and 3.

Teneinde de duurzaamheid van het elastomere orgaan 30 onder cycli-20 sche windbelastingen te verbeteren, is het elastomere orgaan 30 bij voorkeur in een over het algemeen radiaal naar binnen gerichte richting ten opzichte van de torsie-as 40, evenals axiaal langs de torsie-as 40 en in andere richtingen onder druk voorbelast. Het op die manier voorbelasten van het elastomere orgaan 30 wordt bij voorkeur uitgevoerd na-25 dat hij gehecht is aan de binnenste en buitenste hulzen 32 en 34, bij het monteren van de veerkrachtige voorspaninrichting. De buitenste huls 34 bevat een doorsneden gedeelte 42 van de buitenste huls 34, dat zich in axiale lengterichting van de buitenste huls 34 uitstrekt en de mogelijkheid verschaft om de buitenste huls 34 te doen uitwijken of vast te 30 zetten in een omtreksrichting (over een boog van bij benadering 1 tot 3 graden) naar de stand afgebeeld in figuur 4, wanneer de buitenste huls 34 bevestigd wordt aan de basissteun 24 door middel van de bevestigingsorganen 36. Dit wordt bereikt door eerst een zijde van de buitenste huls 34 te bevestigen aan de basis 14 en vervolgens de andere zijde 35 van de buitenste huls 34 te roteren naar de stand die in doorgetrokken lijnen afgebeeld is in figuur 4 teneinde het elastomere orgaan 30 samen te drukken tussen de binnenste huls 32 en de vastgezette buitenste huls 34.In order to improve the durability of the elastomeric member 30 under cyclical wind loads, the elastomeric member 30 is preferably in a generally radially inward direction with respect to the torsion axis 40, as well as axially along the torsion axis. 40 and preloaded in other directions under pressure. The preloading of the elastomeric member 30 in this manner is preferably performed after it has been bonded to the inner and outer sleeves 32 and 34 when mounting the resilient biasing device. The outer sleeve 34 includes a sectioned portion 42 of the outer sleeve 34 which extends in the axial longitudinal direction of the outer sleeve 34 and allows the outer sleeve 34 to deflect or lock in a circumferential direction (over an arc from approximately 1 to 3 degrees) to the position shown in Figure 4, when the outer sleeve 34 is attached to the base support 24 by means of the fasteners 36. This is accomplished by first attaching one side of the outer sleeve 34 to the base 14 and then rotate the other side 35 of the outer sleeve 34 to the position shown in solid lines in Figure 4 to compress the elastomeric member 30 between the inner sleeve 32 and the secured outer sleeve 34.

Teneinde de scharnieren twijking van het bord 12 te beperken, en 40 teneinde een te grote spanning op het elastomere orgaan 30 te vermij- . 8702794 8 * den, wordt de torsie-uitwijking van het elastomeer 30 bij voorkeur be perkt door een aanslagorgaan 46, dat bevestigd kan zijn aan de buitenste huls 40. Het aanslagorgaan 46 steekt in axiale richting uit ten opzichte van de buitenste huls 34 en is zodanig aangebracht dat hij wrij-5 vend samenwerkt met een van de benen 44 of de bevestigingsplaat 45 van het U-vormige bordondersteunende orgaan 18 wanneer het elastomere orgaan 30 in torsierichting in een vooraf bepaalde mate uitwijkt die overeenkomt met een vooraf gekozen maximale uitwijking van het bord 12 in de richting van de pijlen 22.In order to limit the hinges twisting of the board 12, and 40 so as to avoid excessive stress on the elastomeric member 30. 8702794 8 * den, the torsional deflection of the elastomer 30 is preferably limited by a stop member 46, which may be attached to the outer sleeve 40. The stop member 46 extends in an axial direction relative to the outer sleeve 34 and is arranged to rub frictionally with one of the legs 44 or the mounting plate 45 of the U-shaped board supporting member 18 when the elastomeric member 30 torsionally deflects by a predetermined amount corresponding to a preselected maximum deflection of the board 12 in the direction of the arrows 22.

10 Bepaald is dat een maximale grootte van de torsie-uitwijking van het elastomere orgaan 30 waaraan de voorkeur wordt gegeven overeenkomt met een rotatie van de binnenste huls 32 rond een torsie-as 40 van bij benadering 45 graden in een van de tegengestelde scharnierrichtingen, aangeduid door de pijlen 22, welke van doorslaggevend belang is voor de 15 levensduur en de duurzaamheid van het elastomere orgaan 30 in verband met het vermijden van te hoge spanningen in het elastomeer bij deze toepassing met cyclische belastingen. Dit komt overeen met een maximale scharnieruitwijking, waaraan de voorkeur wordt gegeven, van het bord 12 van ongeveer 55 graden in een van de scharnierrichtingen aangeduid door 20 de pijlen 22, waarbij het verschil van 10 graden tussen de uitwijking van het elastomere orgaan 30 en het bord 12 te wijten is aan de inherente veerkracht van de samengestelde onderdelen van het bordvoetsamen-stel 10 anders dan het elastomere orgaan 30. Deze grootte van de uitwijking bleek ook te leiden tot een verandering in de vectorkrachten op 25 het bord en de voet zodanig dat bord en voet stabieler zijn en minder vatbaar voor omvallen bij sterke winden.It has been determined that a maximum magnitude of the torsional deflection of the elastomeric member 30 corresponds to a rotation of the inner sleeve 32 about a torsion axis 40 of approximately 45 degrees in one of the opposite hinge directions, indicated by the arrows 22, which is critical to the life and durability of the elastomeric member 30 in connection with the avoidance of excessive stresses in the elastomer in this cyclic loading application. This corresponds to a preferred maximum hinge deflection of the board 12 of about 55 degrees in one of the hinge directions indicated by the arrows 22, with the difference of 10 degrees between the deflection of the elastomeric member 30 and the board 12 is due to the inherent resilience of the composite parts of the board base assembly 10 other than the elastomeric member 30. This magnitude of the deflection was also found to lead to a change in the vector forces on the board and the foot such that board and foot are more stable and less prone to falling over in strong winds.

De hierboven beschreven maximale scharnieruitwijking, waaraan de voorkeur wordt gegeven, van 55 graden voor het bord 12, die overeenkomt met een maximale torsie-uitwijking, waaraan de voorkeur wordt gegeven, 30 van 45 graden in elke richting voor het elastomere orgaan 30, is zo bepaald dat een goede leesbaarheid en goed terugkaatsingsvermogen van het bord 12 wordt verschaft, terwijl toch de neiging van het bord en de bordvoet om bij sterke wind te kantelen, zoals winden tot ongeveer 100 mijl per uur, wordt vermeden. Een dergelijke bepaling werd uitgevoerd 35 met een prototype van het bord en de bordvoet met benen die op de grond of een ander zich daaronder bevindend oppervlak rusten, op punten die ongeveer 24 inch (0,61 m) in dwarsrichting vanaf een verticaal vlak lopend door de torsie-as 40 liggen, waarbij het bord en het bordvoetsa-menstel een totale hoogte van 52 inch (1,32 m) boven de grond bezitten. 40 Bij proeven met dit prototype trad de hierboven genoemde uitwijking van .8702794 9 45 graden van het elastomere orgaan 30 op bij een kracht van ongeveer * 38 tot 40 lbs (169 tot 178 N) in een richting volgens een effectieve vector ongeveer 36 inch (0,91 m) boven de grond of een ander steunop-pervlak. Bij voorkeur kunnen de hierboven genoemde maximale scharnier-5 uitwijkingen op voordelige wijze gebruikt worden in een van de hier besproken en getoonde uitvoeringen volgens de onderhavige uitvinding.The preferred maximum hinge deflection described above, of 55 degrees for the board 12, which corresponds to a preferred torsional deflection, 30 of 45 degrees in each direction for the elastomeric member 30, is thus determined to provide good legibility and good reflectivity of the board 12 while still avoiding the tendency of the board and board base to tip in strong winds, such as winds up to about 100 miles per hour. Such a determination was made with a prototype of the board and board base with legs resting on the ground or other surface below, at points approximately 24 inches (0.61 m) transversely from a vertical plane passing through the torsion shaft 40 lie, with the board and board base assembly having an overall height of 52 inches (1.32 m) above the ground. 40 In tests with this prototype, the aforementioned 45 degree deflection of the elastomeric member 30 occurred at a force of about * 38 to 40 lbs (169 to 178 N) in a direction according to an effective vector about 36 inches ( 0.91 m) above the ground or other supporting surface. Preferably, the aforementioned maximum hinge-5 deflections can be advantageously used in any of the embodiments of the present invention discussed and shown herein.

Figuren 5 en 6 tonen een andere uitvoering volgens de onderhavige uitvinding die in zijn algemeenheid overeenkomt met de in figuren 1 tot en met 4 afgebeelde, met het verschil dat een ander aanslagorgaan is 10 aangebacht, dat gebruikt kan worden in plaats van het aanslagorgaan 46 bij in wezen alle daarvan besproken uitvoeringen. In de figuren 5 en 6 zijn de meeste onderdelen van een voetbordsamenstel 110 identiek aan of komen overeen met de verschillende onderdelen van het in de figuren 1 tot en met 4 afgebeelde bordvoetsamenstel 10. Dergelijke identieke of 15 overeenkomstige onderdelen van het bordvoetsamenstel 110 zijn zodoende aangeduid met verwijzingstekens die overeenkomen met die van het bordvoetsamenstel 10 in de figuren 1 tot en met 4, doch aangeduid met een "voorzetsel" van honderd.Figures 5 and 6 show another embodiment of the present invention which generally corresponds to that shown in Figures 1 to 4, except that another stopper is provided which can be used in place of the stopper 46 at essentially all of them discussed. In Figures 5 and 6, most parts of a footboard assembly 110 are identical to or correspond to the different parts of the board base assembly 10 shown in Figures 1 to 4. Such identical or corresponding parts of the board base assembly 110 are thus indicated with reference characters corresponding to those of the board base assembly 10 in Figures 1 to 4, but indicated by a "preposition" of one hundred.

In de figuren 5 en 6 vormt het aanslagorgaan 146 een vervanging 20 voor het aanslagorgaan 46 van bordvoetsamenstel 10 en bevat dit een be-vestigingsplaat 148 en een driehoekig gedeelte 150. Bij voorkeur zijn de bevestigingsplaten 148 geschikt om bevestigd te worden aan de basissteun 124, waarbij de driehoekige gedeelten 150 verschoven ten opzichte daarvan uitsteken zodat zij geschikt zijn om wrijvend samen te werken 25 met de benen 144 of de bevestigingsplaten 145 van de bordondersteunende organen 118 bij een torsie-uitwijking van het elastomere orgaan 130 tot de hierboven besproken vooraf bepaalde maximale scharnier- of rotatie-posities ten opzichte van de torsie-as 140. In andere opzichten is de functie van het bordvoetsamenstel 110 in wezen dezelfde als die van het 30 bordvoetsamenstel 10 in de figuren 1 tot en met 4.In Figures 5 and 6, the stop member 146 is a replacement 20 for the stop member 46 of board base assembly 10 and includes a mounting plate 148 and a triangular portion 150. Preferably, the mounting plates 148 are adapted to be attached to the base support 124, the triangular portions 150 protruding offset therefrom so that they are adapted to rub frictionally with the legs 144 or the mounting plates 145 of the board supporting members 118 upon torsion deflection of the elastomeric member 130 to the predetermined maximum discussed above pivot or rotational positions with respect to the torsion shaft 140. In other respects, the function of the board base assembly 110 is essentially the same as that of the board base assembly 10 in Figures 1 to 4.

In de figuren 7 en 8 is weer een andere uitvoering van de onderhavige uitvinding afgebeeld, waarbij een bordvoetsamenstel 210 over het algemeen overeenkomt met de bordvoetsamenstel!en 10 en 110, afgebeeld in de figuren 1 tot en met 4 en de figuren 5 en 6 respectievelijk. Zo-35 doende zijn overeenkomstige elementen aangeduid met overeenkomende verwijzingstekens met een "voorzetsel" van tweehonderd.Figures 7 and 8 illustrate yet another embodiment of the present invention, wherein a plate foot assembly 210 generally corresponds to the plate foot assembly 10 and 110 shown in Figures 1 to 4 and Figures 5 and 6, respectively. . In doing so, corresponding elements are indicated by corresponding reference characters with a "preposition" of two hundred.

In plaats van de hierboven besproken binnenste huisorganen 32 of 132, bevat het bordvoetsamenstel 210 een zeshoekvormig huls- of staaf-orgaan 238, dat zich axiaal uitstrekt door, en tegen verdraaiing ge-40 blokkeerd is ten opzichte van, een binnenste huisorgaan 232. Op zijn .8702794 10 beurt bezit het binnenste huisorgaan 232 een overeenkomstige zeshoekvormige opening 249 die zich daar doorheen axiaal uitstrekt en bestemd is om het zeshoekvormige orgaan 238 op te nemen en in draairichting te blokkeren. Het zeshoekvormige orgaan 238 is bij voorkeur aan een uit·? 5 einde vastgezet aan ten minste een van de bevestigingsplaten 245 van de bordondersteunende organen 218, bijvoorbeeld door lassen zoals als voorbeeld afgebeeld is bij verwijzingsteken 247 in figuur 7, waarbij het tegenover liggende uiteinde zich ofwel uitstrekt door een zeshoekvormige opening 251 in de andere bevestigingsplaat 245 of daaraan be-10 vestigd is.Instead of the inner housing members 32 or 132 discussed above, the board base assembly 210 includes a hexagonal sleeve or bar member 238 extending axially through, and blocked from twisting relative to, an inner housing member 232. On In turn, the inner housing member 232 has a corresponding hexagonal opening 249 extending axially therethrough and adapted to receive and block the hexagonal member 238 in the direction of rotation. The hexagon-shaped member 238 is preferably on one end. 5 end secured to at least one of the mounting plates 245 of the board supporting members 218, for example, by welding as exemplified at reference 247 in Figure 7, the opposite end either extending through a hexagonal opening 251 in the other mounting plate 245 or attached to it.

Er wordt op gewezen dat hoewel het aanslagorgaan 246 afgebeeld in de figuren 7 en 8 overeenkomt met het aanslagorgaan 146 afgebeeld in de figuren 5 en 6, het aanslagorgaan 46 van het bordvoetsamenstel 10 afgebeeld in de figuren 1 tot en met 4 aan de andere kant gebruikt kan wor-15 den tezamen met het bordvoetsamenstel 210 afgebeeld in de figuren 7 en 8 of met andere uitvoeringen volgens de onderhavige uitvinding. Er wordt op gewezen dat de zeshoekvormige dwarsdoorsnede van het orgaan 238 en de openingen 249 en 251 aan de andere kant uitgevoerd kunnen worden met andere veelhoekige vormen die complementair samenwerken en 20 onderlinge rotatie verhinderen.It is noted that although the stop member 246 shown in Figures 7 and 8 corresponds to the stop member 146 shown in Figures 5 and 6, the stop member 46 of the board base assembly 10 shown in Figures 1 to 4 uses the other side can be used together with the board base assembly 210 depicted in Figures 7 and 8 or with other embodiments of the present invention. It is pointed out that the hexagonal cross-section of the member 238 and the openings 249 and 251 on the other hand can be formed with other polygonal shapes which cooperate complementarily and prevent mutual rotation.

Figuren 9 en 10 tonen een andere uitvoering volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het bord en het bordvoetsamenstel 310 over het algemeen overeenkomen met het bord en de voetsamenstellen van de in de voorgaande figuren afgebeelde uitvoeringen. Zo zijn de identieke of 25 overeenkomende onderdelen van het bord en het voetsamenstel 310 aangeduid met verwijzingstekens die overeenkomen met de hierboven besproken, met dat verschil dat een "voorzetsel" van driehonderd is gebruikt.Figures 9 and 10 show another embodiment of the present invention, wherein the board and board base assembly 310 generally correspond to the board and foot assemblies of the embodiments shown in the preceding figures. For example, the identical or corresponding parts of the board and the base assembly 310 are indicated by reference characters corresponding to those discussed above, except that a "preposition" of three hundred has been used.

Bij het bord en het voetsamenstel 310, is een paar elastomere organen 330 en 331 aangebracht in de veerkrachtige voorspaninrichting 30 320, waarbij het buitenste elastomere orgaan 330 bevestigd is aan of gehecht aan de binnenste omtrek van een buitenste huisorgaan 334 en over het algemeen een tussengeplaatst huisorgaan 333, een binnenste elastomere orgaan 331, en een binnenste huisorgaan 332 omgeeft. Het binnenste elastomere orgaan 331 is bevestigd aan of gehecht aan zowel 35 het binnenste huisorgaan 332 alsmede het tussengeplaatste huisorgaan 333, dat op zijn beurt bevestigd is aan of gehecht aan het buitenste huisorgaan 334.At the board and foot assembly 310, a pair of elastomeric members 330 and 331 are disposed in the resilient biasing device 320, with the outer elastomeric member 330 attached to or bonded to the inner periphery of an outer housing member 334 and generally an intermediate. housing member 333, an inner elastomeric member 331, and an inner housing member 332. The inner elastomeric member 331 is attached to or bonded to both the inner housing member 332 and the intermediate housing member 333, which in turn is attached to or bonded to the outer housing member 334.

Bij voorkeur bestaat het buitenste elastomere orgaan 330 uit een elastomeer materiaal met een lagere durometer hardheid, en zodoende een 40 lagere torsieveersterkte, dan die van het binnenste elastomere orgaan .8702794 11 £ 331. De binnenste en buitenste elastomere organen 331 en 330 respectievelijk, werken "in serie" met elkaar doordat het binnenste elastomere orgaan 331 met de hogere torsieveersterkte aan geen of slechts een kleine torsie-uitwijking wordt onderworpen bij lage of gemiddelde wind-5 snelheden. Marineer de grootte van de windkrachten of andere krachten uitgeoefend op het bord 312 en het bordvoetsamenstel 310 toenemen, wijken beide elastomere organen 330 en 331 uit teneinde te verhinderen dat het bord en het bordvoetsamenstel kantelen. Bij een dergelijke uitvoering wijkt het bord niet zoveel uit bij lagere windkracht, en de duur-10 zaamheid van de veerkrachtige voorspaninrichting 320 wordt vergroot, zonder evenwel de windbestendigheid van het bordvoetsamenstel nadelig te beïnvloeden.Preferably, the outer elastomeric member 330 is comprised of an elastomeric material having a lower durometer hardness, and thus a lower torsional spring strength, than that of the inner elastomeric member. 8702794 331. The inner and outer elastomeric members 331 and 330, respectively, act "in series" with each other by subjecting the inner torsional member 331 with the higher torsional spring strength to little or no torsional deflection at low or medium wind speeds. As the magnitude of the wind forces or other forces applied to the board 312 and the board base assembly 310 increase, both elastomeric members 330 and 331 deflect to prevent the board and board base assembly from overturning. In such an embodiment, the board does not deflect as much at lower wind force, and the durability of the resilient biasing device 320 is increased, without, however, adversely affecting the wind resistance of the board base assembly.

Hoewel in verband met de duidelijkheid van de afbeelding geen aan-slagmechanisme of aanslagorgaan afgebeeld is in de figuren 9 en 10, kan 15 het bordvoetsamenstel 310 bij voorkeur ofwel het aanslagorgaan 46 afgebeeld in de figuren 1 tot en met 4, danwel het aanslagorgaan 146 afgebeeld in de figuren 5 en 6 bevatten, welke beide hierboven werden besproken. Verder wordt erop gewezen dat, hoewel het zachtere (lagere torsieveersterkte) elastomere orgaan 330 in radiaal opzicht buiten het 20 hardere (hogere torsieveersterkte) elastomere orgaan 331 in de figuren 9 en 10 is geplaatst, het aan de vakman duidelijk zal zijn, dat deze radiale oriëntatie omgekeerd kan worden, waarbij het binnenste elastomere orgaan zachter is en een lagere veersterkte bezit dan het buitenste elastomere orgaan.Although, for clarity of the illustration, no stop mechanism or stop member is shown in Figures 9 and 10, the board base assembly 310 may preferably be either the stop member 46 shown in Figures 1 to 4 or the stop member 146 shown. in Figures 5 and 6, both of which have been discussed above. It is further pointed out that although the softer (lower torsion spring strength) elastomeric member 330 is radially positioned outside the harder (higher torsion spring strength) elastomer member 331 in FIGS. 9 and 10, it will be apparent to those skilled in the art that these radial orientation can be reversed, with the inner elastomeric member being softer and having a lower spring strength than the outer elastomeric member.

25 In de fig. 11 en 12 is een ander bordvoetsamenstel 410 getoond dat in zijn algemeenheid overeenkomt met dat van de fig. 1 tot en met 8, en zodoende zijn overeenkomstige elementen van het bordvoetsamenstel 410 aangeduid met verwijzingstekens met "voorzetsels" van vierhonderd. Het bord 412 in de fig. 11 en 12 echter is verbonden met het buitenste 30 huisorgaan 434, en de basis 414 is verbonden met het binnenste huisorgaan 432. In deze uitvoering kunnen het of de bordondersteunende orgaan of organen direct bevestigd worden aan het bord 412, zoals afgebeeld in de fig. 11 en 12, en zich in zijdelingse richting op afstand van elkaar bevindende beengedeelten 423 bevatten die door willekeurige geschikte 35 middelen bevestigd zijn aan het buitenste huisorgaan 434, zoals bijvoorbeeld door middel van bevestigingsorganen 421. De basis 414 bevat een willekeurig aantal geschikte organen 424 ter bevestiging van de benen, bijvoorbeeld zulke waarbij de benen 418 kunnen worden opgevouwen, en die aan het binnenste huisorgaan 432 kunnen worden bevestigd door 40 iiddel van een bevestigingsplaat 429, bevestigingssteunen 427, en be- . S702794 12 * vestigingsorganen 438 bijvoorbeeld.In FIGS. 11 and 12, another board base assembly 410 is shown generally similar to that of FIGS. 1 through 8, and thus corresponding elements of the board base assembly 410 are indicated by reference characters with "prepositions" of four hundred. However, the board 412 in Figures 11 and 12 is connected to the outer housing member 434, and the base 414 is connected to the inner housing member 432. In this embodiment, either the board supporting member or members can be directly attached to the board 412 , as shown in FIGS. 11 and 12, and laterally spaced apart leg portions 423 secured by any suitable means to the outer housing member 434, such as, for example, by fasteners 421. The base 414 includes any number of suitable members 424 for securing the legs, for example, where the legs 418 can be folded, and which can be attached to the inner housing member 432 by means of a mounting plate 429, mounting brackets 427, and. S702794 12 * branch members 438 for example.

In de andere in fig. 11 en 12 afgebeelde uitvoering, die "omgekeerd" is met betrekking tot de hierboven besproken, werkt de veerkrachtige voorspaninrichting 420 op een wijze die in zijn algemeenheid 5 overeenkomt met de hierboven beschreven in samenhang met de uitvoeringen afgebeeld in de fig. 1 tot en met 8, waarbij de uitvoering van het bordvoetsamenstel 410 waarschijnlijk meer geschikt is voor bepaalde soorten borduitvoeringen, of ter verbinding van een bordstijl of ander verticaal onderdeel van het bord aan de veerkrachtige voorspaninrich-10 ting 420. Er wordt op gewezen dat de veerkrachtige voorspaninrichting 420, net zoals die van de andere hier besproken uitvoeringen, aan de andere kant de dubbele inrichting met een elastomeer orgaan met dubbele durometerhardheid kan bevatten besproken in samenhang met de fig. 9 en 10.In the other embodiment shown in Figs. 11 and 12, which is "reversed" with respect to the above discussed, the resilient biasing device 420 operates in a manner generally similar to that described above in connection with the embodiments shown in the FIG. Figures 1 through 8, wherein the design of the board base assembly 410 is likely to be more suitable for certain types of board designs, or for connecting a board post or other vertical part of the board to the resilient biasing device 420. It is pointed out that the resilient biasing device 420, like that of the other embodiments discussed here, may, on the other hand, include the double device having an elastomeric member having double durometer hardness discussed in conjunction with Figures 9 and 10.

15 Weer een andere uitvoering volgens de onderhavige uitvinding is afgebeeld in fig. 13 en 14, waarbij het bordvoetsamenstel 510 in zijn algemeenheid overeenkomt met het bordvoetsamenstel 410 van de fig. 11 en 12, met dat verschil dat de basis 514 aan de veerkrachtige voorspaninrichting 520 verbonden is door middel van een zeshoekvormig huls- of 20 staaforgaan 538, dat in zijn algemeenheid overeenkomt met het zeshoekvormige orgaan 238 afgebeeld in de fig. 7 en 8. Teneinde het zeshoekvormige orgaan 538 in draairichting vast te zetten in de bevestigings-steunen 527, zijn instel schroeven 552 of andere geschikte bevestigings-organen door middel van schroefdraad bevestigd in de van schroefdraad 25 voorzienen openingen 53 in de bevestigingssteunen 527. Op zijn beurt wordt het zeshoekvormige orgaan 538 in draairichting tegengehouden door, en opgenomen in, een zeshoekvormige opening 549 in de binnenste huls 532.Yet another embodiment of the present invention is illustrated in Figures 13 and 14, wherein the board base assembly 510 generally corresponds to the board base assembly 410 of Figures 11 and 12, except that the base 514 is attached to the resilient biasing device 520 is connected by means of a hexagonal sleeve or bar member 538, which generally corresponds to the hexagonal member 238 shown in Figs. 7 and 8. In order to rotate the hexagonal member 538 in the mounting brackets 527, its adjustment screws 552 or other suitable fasteners are threadedly secured in the threaded openings 53 in the mounting brackets 527. In turn, the hexagonal member 538 is retained in rotation direction and received in a hexagonal opening 549 in the inner sleeve 532.

Er wordt op gewezen dat net zoals bij de hierboven in samenhang 30 met de fig. 7 en 8 besproken uitvoering, het zeshoekvormige orgaan 238, en de zeshoekvormige openingen 249 en 251 aan de andere kant uitgevoerd kunnen worden met andere complementaire veelhoekige vormen teneinde elkaar in draairichting vast te houden.It is pointed out that, as in the embodiment discussed above in conjunction with Figures 7 and 8, the hexagonal member 238, and the hexagonal apertures 249 and 251, on the other hand, may be formed with other complementary polygonal shapes to form one another the direction of rotation.

Fig. 15A tot en met 17 tonen weer een andere uitvoering volgens de 35 onderhavige uitvinding, waarbij de veerkrachtige voorspaninrichting een paar elastomere organen bevat die in wezen "parallel" werken ten opzichte van elkaar en die in torsierichting voorbelast zijn in tegengestelde torsie-omtreksrichtingen met betrekking tot elkaar. Zoals hierboven zijn elementen afgebeeld in de fig. 15A tot en met 17 die over-40 eenkomen met die van andere uitvoeringen aangeduid met overeenkomstige .8702794 13 verwijzingstekens voorzien van "voorzetsels" van zeshonderd.Fig. 15A through 17 show yet another embodiment of the present invention, wherein the resilient biasing device includes a pair of elastomeric members which operate substantially "parallel" to each other and are preloaded torsionally in opposite torsional circumferential directions with respect to each other. As above, elements depicted in FIGS. 15A through 17 which correspond to those of other embodiments are indicated by corresponding reference numerals bearing "prepositions" of six hundred.

Fig. 15A tot en met 15C tonen de belangrijkste achtereenvolgende stappen bij het vervaardigen van een gedeelte van de veerkrachtige voorspaninrichting 620 afgebeeld in de fig. 16A tot en met 17 in sarnen-5 hang met het alternatieve bordvoetsamenstel 610. In fig. 15A is een binnenste huisorgaan 632, met bevestigingsverdikkingen 635 daarop, bevestigd aan of gehecht aan het binnenste oppervlak van een over het algemeen cilindrisch elastomeer orgaan 630, waarvan op zijn beurt het buitenste omtreksoppervlak bevestigd is aan of gehecht aan het buiten-10 ste huisorgaan 634. Dit samengestelde samenstel komt in wezen overeen met het binnenste huisorgaan 32, het elastomere orgaan 30, en het buitenste huisorgaan 34 afgebeeld in de fig. 1 tot en met 4, met dat verschil dat het buitenste huisorgaan 634 voorzien is van een paar zich in axiale richting op afstand van elkaar bevindende lippen 660 aan een ra-15 diale zijde, zoals afgebeeld in fig. 15A, en een paar overeenkomstige zich in axiale richting op afstand van elkaar bevindende lippen 661 op zijn buitenste omtrek aan de tegenover liggende radiale zijde van het buitenste huisorgaan 634. De lippen 661 zijn niet zichtbaar in de fig. 15A en 15B, doch hun functie zal duidelijk worden uit de bespreking 20 hieronder in samenhang met fig. 15C.Fig. 15A through 15C show the major successive steps in fabricating a portion of the resilient biasing device 620 shown in Figures 16A through 17 in suspension-5 with the alternative board base assembly 610. In Figure 15A, an inner housing member is shown. 632, with mounting bosses 635 thereon, attached to or bonded to the inner surface of a generally cylindrical elastomer member 630, the outer peripheral surface of which in turn is attached to or bonded to the outer housing member 634. This composite assembly substantially similar to the inner housing member 32, the elastomeric member 30, and the outer housing member 34 depicted in Figures 1 to 4, except that the outer housing member 634 includes a pair axially spaced from spaced lips 660 on a radial side, as shown in Fig. 15A, and a pair of corresponding ones in axial direction spaced lips 661 on its outer circumference on the opposite radial side of the outer housing member 634. The lips 661 are not visible in Figures 15A and 15B, but their function will become apparent from discussion 20 below in conjunction with Fig. 15C.

Zoals afgebeeld in fig. 15B is het ondersamenstel van fig. 15A doorgesneden of op andere wijze gescheiden of doorgesneden langs een axiaal zich in de radiale richting uitstrekkend tussenvlak dat radiaal loodrecht staat op de axiale hartlijn of torsieas 640 van het samenge-25 stelde samenstel. Door deze handeling worden twee afzonderlijke samengestelde ondersamenstellen verkregen, een met een buitenste huisorgaan 634a, een elastomeer orgaan 630a, en een binnenste huisorgaan 632a, waarbij het andere samengestelde ondersamenstel een buitenste huls 634b bezit, een elastomeer orgaan 630b, en een binnenste huisorgaan 632b.As shown in Fig. 15B, the subassembly of Fig. 15A is cut or otherwise separated or cut along an axially extending radially extending interface that is radially perpendicular to the axial axis or torsion axis 640 of the assembled assembly. By this operation, two separate composite subassemblies are obtained, one with an outer housing member 634a, an elastomeric member 630a, and an inner housing member 632a, the other composite subassembly having an outer sleeve 634b, an elastomeric member 630b, and an inner housing member 632b.

30 Het is belangrijk er op te wijzen dat de verdikkingen 635a en 635b in fig. 15B nog steeds in omtreksrichting onder dezelfde hoek 670 (bij voorkeur ongeveer 10°) georiënteerd zijn met betrekking tot een verticaal vlak 641 dat zich uitstrekt door de hartlijn of torsieas 640 zoals dat het geval was in fig. 15A voordat het samengestelde samenstel 35 werd doorgesneden.It is important to note that the bosses 635a and 635b in Fig. 15B are still circumferentially oriented at the same angle 670 (preferably about 10 °) with respect to a vertical plane 641 extending through the axis or torsion axis 640 as was the case in Fig. 15A before the composite assembly 35 was cut.

In fig. 15C is een van de helften van de doorgesneden samengestelde ondersamenstellen wat betreft de uiteinden omgedraaid zodat zijn vrije uiteinde zich nu bevindt nabij het doorgesneden uiteinde van het andere samengestelde ondersamenstel. Resultaat daarvan is dat de ver-40 dikkingen 635a volgens een lijn verlopen onder een hoek 670 in de te- 8702794 14 gengestel de richting vanaf het verticale vlak 641 dat zich uitstrekt door de hartlijn of torsieas 640. In fig. 15C is derhalve een van de lippen 661a, die zich daarvoor aan de tegenover liggende zijde van het buitenste huisorgaan 634a bevond (en niet zichtbaar in de fig. 15 en 5 15B) nu zichtbaar in fig. 15C, ten gevolge van de omdraaiing van de uiteinden van het buitenste huisorgaan 634a en zijn bijbehorende onderdelen.In Fig. 15C, one of the halves of the cut composite subassemblies has been turned over at the ends so that its free end is now adjacent to the cut end of the other composite subassembly. As a result, the thickenings 635a line up at an angle 670 in the opposite direction from the vertical plane 641 extending through the centerline or torsion axis 640. Thus, in FIG. 15C, one of the lips 661a previously located on the opposite side of the outer housing member 634a (and not visible in FIGS. 15 and 15B) are now visible in FIG. 15C, due to the reversal of the outer housing member ends 634a and its associated parts.

In fig. 16A zijn de doorgesneden halve ondersamenstellen in fig. 15A tot en met 15C wat betreft de uiteinden teruggeplaatst (zoals afge-10 beeld in fig. 15C) en op basis 614 gemonteerd op een wijze overeenkomstig die besproken in samenhang met de fig. 1 tot en met 4. Zoals direct te zien is in fig. 16A echter, liggen de verdikkingen 635a op de binnenste huls 632a in omtreksrichting niet op een lijn met betrekking tot de verdikkingen 636b op de binnenste huls 632b, waarbij elk van de 15 paren verdikkingen 635a en 635b resp. in omtreksrichting verschoven zijn in tegengestelde omtreksrichtingen onder de hiervoor genoemde hoek 670 ten opzichte van het verticale vlak 641 dat door de hartlijn of torsieas 640 loopt.In Fig. 16A, the sectioned half subassemblies in Figs. 15A through 15C are tip-replaced (as shown in Fig. 15C) and mounted on base 614 in a manner similar to that discussed in connection with Figs. 1 to 4. However, as can be seen directly in Fig. 16A, the bosses 635a on the inner sleeve 632a are circumferentially out of alignment with the bosses 636b on the inner sleeve 632b, each of the 15 pairs thickenings 635a and 635b resp. circumferentially shifted in opposite circumferential directions at the aforementioned angle 670 relative to the vertical plane 641 passing through the centerline or torsion axis 640.

Zoals afgebeeld in fig. 16B echter zijn de bordondersteunende or-20 ganen 618 (afgebeeld in fig. 7) bevestigd aan het bord 612 en aan de binnenste huisorganen 632a en 632b door middel van de bevestigingsorga-nen 638 en de bevestigingsplaten 645 afgebeeld in fig. 17, waarbij de respectievelijke paren verdikkingen 637a en 635b in omtreksrichting naar elkaar toe verdraaid zijn over de hoeken 670 zodanig dat zij in 25 wezen op een lijn liggen ten opzichte van het verticale vlak 641 en van elkaar. Een dergelijke verdraaiing in omtreksrichting ten opzichte van de vaste buitenste cilinder 634a en 634b, evenals de bevestigingsklem 674, leidt tot een torsievoorbelasting op de elastomere organen 630a en 630b in tegengestelde omtreksrichtingen naar elkaar toe.However, as shown in Fig. 16B, the board supporting members 618 (shown in Fig. 7) are attached to the board 612 and to the inner housing members 632a and 632b by the fasteners 638 and the mounting plates 645 shown in Fig. 17, wherein the respective pairs of bosses 637a and 635b are circumferentially twisted about the corners 670 such that they are substantially aligned with the vertical plane 641 and from each other. Such circumferential rotation relative to the fixed outer cylinder 634a and 634b, as well as the mounting clamp 674, results in a torsional preload on the elastomeric members 630a and 630b in opposite circumferential directions.

30 Zoals hierboven besproken verschaft een dergelijke torsievoorbelasting van de samengestelde ondersamenstellen afgebeeld in de fig. 15A tot en met 15C de mogelijkheid dat de resp. elastomere organen 630a en 630b in torsierichting uitwijken en "parallel" ten opzichte van elkaar functioneren. Deze uitvoering leidt ertoe dat een van de elastomere or-35 ganen 630a en 630b in torsierichting ontlast wordt terwijl het andere elastomere orgaan verder in torsierichting belast wordt bij lage of gemiddelde windsnelheden. Wanneer de grootte van de windsnelheden echter toeneemt, wijken beide elastomere organen 630a en 630b in torsierichting uit tot aan de maximale vooraf bepaalde grootten van de hierboven 40 besproken torsie-uitwijking.As discussed above, such torsional preload of the composite subassemblies depicted in Figs. 15A through 15C provides the possibility that the resp. elastomeric members 630a and 630b deflect torsionally and function "parallel" to each other. This arrangement results in one of the elastomeric members 630a and 630b being torsionally relieved while the other elastomeric member is further torsionally loaded at low or medium wind speeds. However, as the magnitude of the wind speeds increases, both elastomeric members 630a and 630b diverge up to the maximum predetermined magnitudes of the torsional deflection discussed above.

.8702794 15.8702794 15

In fig. 16A tot en met 17 is de inrichting afgebeeld door middel waarvan de buitenste huls 634a en 634b in draairichting tegengehouden worden met betrekking tot de bevestigingsklem 664. De radiaal uitstekende lippen 660a en 660b en de tegenover liggende lippen 661a en 661b 5 zijn onderling geblokkeerd opgenomen in de sleuven 666 op tegenover liggende zijden van de bevestigingsklem 664. Aangezien verder de bevestigingsklem 664 bevestigd is aan de basissteun 624 door middel van be-vestigingsorganen 636, kunnen de elastomere organen 630a en 630b in drukrichting voorbelast worden, zoals hierboven besproken in verband 10 met de fig. 1 tot en met 4, tengevolge van de zich axiaal uitstrekkende sleuven 642a en 642b. Hoewel verder geen aanslagorgaan afgebeeld is in de fig. 16A tot en met 17 in verband met de duidelijkheid van de afbeelding, zijn bij voorkeur aanslagorgaanuitvoeringen overeenkomstig die afgebeeld in de fig. 1 tot en 4 of 5 en 6 ondergebracht in het 15 bordvoetsamenstel 610 met het oog op het beperken van de maximale torsi e-uitwijking van het elastomere orgaan 630a en 630b zodanig dat deze overeenkomt met de maximale vooraf gekozen borduitwijking van het bord 612.Figures 16A to 17 show the device by which the outer sleeve 634a and 634b are rotated with respect to the mounting clamp 664. The radially projecting lips 660a and 660b and the opposite lips 661a and 661b are mutually locked in the slots 666 on opposite sides of the mounting clip 664. Furthermore, since the mounting clip 664 is attached to the base bracket 624 by mounting members 636, the elastomer members 630a and 630b can be preloaded in the compression direction, as discussed above in 10 to FIGS. 1 to 4, due to the axially extending slots 642a and 642b. Although no stop member is further shown in Figures 16A through 17 for clarity of view, preferably stop member embodiments similar to those shown in Figures 1 to 4 or 5 and 6 are housed in the board base assembly 610 with in view of limiting the maximum torsional deflection of the elastomeric member 630a and 630b to match the maximum preselected plate deflection of the board 612.

Fig. 18 en 19 tonen een voorkeursvorm volgens de onderhavige uit-20 vinding, die in veel opzichten overeenkomt met de uitvoeringen van de hierboven besproken uitvinding, en derhalve zijn overeenkomstige elementen aangeduid met verwijzingstekens voorzien van "voorzetsels" van zevenhonderd.Fig. 18 and 19 show a preferred form of the present invention, which corresponds in many respects to the embodiments of the invention discussed above, and therefore corresponding elements are indicated by reference characters having "prepositions" of seven hundred.

Het in de fig. 18 en 19 afgebeelde bordvoetsamenstel 710 bevat een 25 enkel, uit een deel bestaand bordondersteunend orgaan 718 met een over het algemeen U-vormige voorkeursdwarsdoorsnede met naar beneden wijzende benen 744. Het uit een deel bestaande bordondersteunende orgaan 718 is bevestigd aan een andere vorm van een buitenste huisorgaan 734, bijvoorbeeld door middel van de bevestigingsorganen 736. Het buitenste 30 huisorgaan 734 is bevestigd aan of gehecht aan het elastomere orgaan 730, dat op zijn beurt bevestigd is aan of gehecht aan het binnenste huisorgaan 732. Net zo is het binnenste huisorgaan 732 bevestigd aan de basissteunen 724 van het basissamenstel 714.The board base assembly 710 shown in Figures 18 and 19 includes a single, one-piece board support member 718 with a generally U-shaped preferred cross-section with downwardly pointing legs 744. The one-piece board support member 718 is attached to another form of an outer housing member 734, for example, by means of the fasteners 736. The outer housing member 734 is attached to or bonded to the elastomeric member 730, which in turn is attached to or bonded to the inner housing member 732. the inner housing member 732 is attached to the base brackets 724 of the base assembly 714.

Bij voorkeur is de vorm van de basissteunen 724 zodanig dat hun 35 zijden wrijvend samenwerken met de benen 744 van het bordondersteunende orgaan 718 bij de torsie-uitwijking van het elastomere orgaan 730 teneinde een dergelijke torsie-uitwijking tot de hierboven besproken vooraf bepaalde grootten te beperken. Aan de andere kant kunnen aan-slagorganen die overeenkomen met de aanslagorganen 46 of 146 (hierboven 40 besproken) voor dit doel worden gebruikt.Preferably, the shape of the base brackets 724 is such that their sides frictionally engage the legs 744 of the board support member 718 at the torsional deflection of the elastomeric member 730 to limit such torsional deflection to the predetermined sizes discussed above. . On the other hand, stop members corresponding to the stop members 46 or 146 (discussed above 40) can be used for this purpose.

.8702734 16.8702734 16

Aan de uitvoering van de fig. 18 en 19 wordt in het bijzonder de voorkeur gegeven in bepaalde toepassingen gezien de eenvoud en de lage prijs samenhangend met het vervaardigen en samenstellen voortvloeiend uit het eendelige ontwerp van het bordondersteunende orgaan 718. De 5 vakman zal direct duidelijk zijn dat de in de fig. 18 en 19 afgeheelde uitvoering aan de andere kant gemakkelijk veranderd kan worden teneinde de afgeheelde uitvoering om te draaien zodanig dat het eendelige bordondersteunende orgaan 718 verbonden wordt met het binnenste huisorgaan 732 (bijvoorbeeld door geschikte bevestigingsplaten tussen de benen 10 744), waarbij de basis 714 bevestigd is aan het buitenste huisorgaan 734 overeenkomstig de in de andere tekeningen afgebeelde uitvoeringen.The embodiment of FIGS. 18 and 19 is particularly preferred in certain applications because of the simplicity and low cost associated with the manufacture and assembly resulting from the one-piece design of the board support member 718. The skilled artisan will readily understand that the embodiment shown in Figures 18 and 19, on the other hand, can be easily changed in order to reverse the item of the arrangement such that the one-piece board supporting member 718 is connected to the inner housing member 732 (for example, by suitable mounting plates between the legs 10 744), the base 714 being attached to the outer housing member 734 according to the embodiments shown in the other drawings.

Onder verwijzing naar de fig. 20 tot en met 29 van de tekeningen, waar overeenkomstige verwijzingstekens betrekking hebben op overeenkomstige delen in de verschillende aanzichten van weer andere uitvoeringen 15 volgens de onderhavige uitvinding, is in fig. 20 een toorn’nrichting of middel 810 voor affiches getoond met een omhoog gerichte gestel constructie met een geschikte zich naar beneden uitstrekkende steun of steunstaaf 811 die rechthoekig of buisvormig kan zijn. Een dergelijk middel 810 is een gestel constructie die echter in het beschreven voor-20 beeld af geheeld is als een toom’nrichting geschikt om daarop een reclamebord, affiche of dergelijke te bevestigen.Referring to FIGS. 20 through 29 of the drawings, where like reference characters refer to like parts throughout the various views of still other embodiments of the present invention, in FIG. 20 there is an anger or means 810 for posters are shown with an upwardly directed frame construction with a suitable downwardly extending support or support bar 811 which may be rectangular or tubular. Such a means 810 is a frame construction which, however, is healed in the described example as a bridle device suitable for mounting thereon a billboard, poster or the like.

Een dergelijke tooninrichting voor een affiche is gemonteerd op een basis voorzien van een U-vormige steun 813 met een paar verticaal geplaatste platen 814 en een bodemplaat 815 die dergelijke verticaal 25 geplaatste platen 814 onderling verbindt. Dergelijke platen kunnen gevormd worden door een enkel U-vormig orgaan. Een aantal horizontale bennen 816 is op bekende wijze geschikt bevestigd aan de bodemplaat 815 teneinde grondsteunmiddelen te verschaffen.Such a poster display is mounted on a base provided with a U-shaped support 813 with a pair of vertically placed plates 814 and a bottom plate 815 interconnecting such vertically placed plates 814. Such plates can be formed by a single U-shaped member. A number of horizontal legs 816 are suitably attached to the bottom plate 815 in a known manner to provide ground support means.

De in de fig. 21 en 22 afgebeelde torsieveer 820 bezit een cilin-30 drisch asorgaan of huls 821 met een spiebaan 822 die zich daar doorheen uitstrekt langs zijn binnenste boring 823. Gemonteerd in de boring 823 is een langwerpige as 825 met een spiebaan daarin ter opname van een spie 26 (fig. 22) teneinde de as 825 en de torsieveer 820 aan elkaar te bevstigen. De resp. uiteinden van as 825 zijn bevestigd aan de verti-35 caal geplaatste platen 814 bijvoorbeeld door middel van afzonderlijke spieën of andere geschikte middelen.The torsion spring 820 shown in Figs. 21 and 22 has a cylindrical shaft member or sleeve 821 with a keyway 822 extending therethrough along its inner bore 823. Mounted in the bore 823 is an elongated shaft 825 having a keyway therein for receiving a key 26 (Fig. 22) to secure the shaft 825 and the torsion spring 820 together. The resp. ends of shaft 825 are secured to the vertically disposed plates 814, for example, by separate wedges or other suitable means.

Een over het algemeen cilindrisch huisorgaan of schaal 830 bezit een paar zich naar buiten uitstrekkende benen of beenorganen 831 en 832 ter bevestiging van de torsieveer aan de tooninrichting voor affiches, 40 hetgeen nog beschreven zal worden. Het cilindrische huisorgaan 830 is .8702794 17 een omtreksschaal met langs zijn bovenste omtrek gevormd een spleet 834 tussen de resp. beenorganen 831 en 832. De resp. beenorganen bezitten elk een paar op een lijn liggende boutgaten.A generally cylindrical housing member or shell 830 includes a pair of outwardly extending legs or leg members 831 and 832 for attaching the torsion spring to the poster display 40, which will be described later. The cylindrical housing member 830 is a circumferential shell with a gap 834 formed along its upper circumference between the resp. leg organs 831 and 832. The resp. leg members each have a pair of aligned bolt holes.

Een rubber huls of rubberen ring van elastomeer materiaal 835, het 5 veerelement in de torsieveer, is gevormd en gevulcaniseerd in de ruimte tussen het asorgaan of huls 821 en het cilindrische huisorgaan 830, bij voorkeur door middel van een geschikt rubber-metaalhechtmiddel en onder druk. Tijdens het vormproces, vult het rubber de gehele ruimte tussen de huls 821 en het huisorgaan of de schaal 830 wordt stevig daaraan ge** 10 hecht.A rubber sleeve or rubber ring of elastomeric material 835, the spring element in the torsion spring, is formed and vulcanized into the space between the shaft member or sleeve 821 and the cylindrical housing member 830, preferably by means of a suitable rubber-metal adhesive and under pressure . During the molding process, the rubber fills the entire space between the sleeve 821 and the housing member or the shell 830 is firmly adhered thereto.

Na bevestiging van de resp. uiteinden van de as 825 aan de eind-steunen of verticaal geplaatste platen 814, wordt de naar beneden wijzende steunstaaf 811 van de toorn*nrichting voor een affiche naar beneden geschoven tussen de beenorganen 831 en 832 zodanig dat de op een 15 lijn liggende boutgaten in dergelijke beenorganen 831 en 832 ook uitgelijnd zijn ten opzichte van de gaten 836 en 838 in de steunstaaf 811 teneinde de opname van de bouten 839 en 840 te vergemakkelijken ter verbinding van de torsieveer aan de toorn*nrichting 810 voor de affiches. Een dergelijk huis 830 in gespleten uitvoering als onderdeel van 20 de torsieveer zelf functioneert ook als klem ter bevestiging aan andere bevestigingsmiddelen in verband met het vergemakkelijken van zijn werking als onderdeel van de torsieveer. Een dergelijke gespleten buiten?* ste schaal of huis bevordert het verminderen van de krimpspanning van de rubber veerhuis 835 en maakt een geregelde samendrukking mogelijk 25 van het rubber in verband met een grotere vermoeiingslevensduur.After confirmation of the resp. ends of the shaft 825 to the end supports or vertically positioned plates 814, the downwardly pointing posterior support bar 811 is slid down between the leg members 831 and 832 for a poster so that the aligned bolt holes such leg members 831 and 832 are also aligned with holes 836 and 838 in the support bar 811 to facilitate the inclusion of the bolts 839 and 840 for connecting the torsion spring to the wrench 810 for the posters. Such a split-design housing 830 as part of the torsion spring itself also functions as a clamp for attachment to other fasteners in order to facilitate its operation as part of the torsion spring. Such a split outer shell or housing aids in reducing the shrinkage stress of the rubber spring housing 835 and permits controlled compression of the rubber for increased fatigue life.

In bedrijf van de tooninrichting 810 voor affiches, zal een dergelijke inrichting 810 voorgespannen worden door de torsieveer in een opgerichte stand. De naar beneden wijzende staaf 811 van de affiche-in-richting wordt vastgeklemd door de beenorganen 831 en 832 van de tor-30 sieveer 820 en wanneer een uitwendige kracht wordt uitgeoefend op de toorn*nrichting 810 voor affiches, zal de tooninrichting zoals in onderbroken lijnen aangegeduid in fig. 21 uitwijken teneinde een torsie op te wekken in het rubber van huls 835 waarvan het radiaal binnenste oppervlak tegen verdraaiing vastgehouden wordt door huls 821 en zijn 35 spieverbinding aan as 825. Wanneer de uitwendige krachten worden weggenomen, zal de torsieveer de toom*nrichting 810 voor affiches terug doen keren naar zijn normale verticale stand.In operation of the poster display 810, such a device 810 will be biased by the torsion spring into an upright position. The downwardly pointing bar 811 of the poster device is clamped by the leg members 831 and 832 of the torch spring 820 and when an external force is applied to the poster anger 810, the display device will be interrupted as in lines indicated in Fig. 21 divert to generate a torque in the rubber of sleeve 835, the radially inner surface of which is retained against rotation by sleeve 821 and its keyed connection to shaft 825. When the external forces are released, the torsion spring will Bring device 810 for posters to return to their normal vertical position.

Een verandering van de hierboven beschreven inrichting is afge-beeld in fig. 23 en 24, waarbij de torsieveer aangeduid is door verwij-40 Ringsteken 842. De torsieveer 842 bezit een cilindrisch huis of buiten- .8702794 18 schaal 843 met een paar zich naar buiten uitstrekkende beenorganen 844 en 845. In deze uitvoering zijn dergelijke beenorganen 844 en 845 wat betreft hun lengte veel korter dan de aanvankelijk beschreven uitvoering van de beenorganen 831 en 832. Dergelijke beenorganen 844 en 845 5 zijn bij 846 en 847 verdiept ter opname van een paar verbindingsarmen 848 en 849 van een bevestigingssteun 850. Steun 850 bezit een paar verticaal geplaatste zijplaten 851 en 852 die onderling verbonden zijn door een zich horizontaal uitstrekkend gedeelte 853. Steun 850 wordt op zijn plaats geschoven wanneer beenorganen 844 en 845 van schaal 843 10 naar elkaar toe bewogen worden zodanig dat dergelijke verbindingsuit-steeksels 848 en 849 in de verdiepte gedeelten 846 en 847 geschoven kunnen worden van beenorganen 844 en 845.A change from the above described device is shown in FIGS. 23 and 24, with the torsion spring indicated by reference ring 842. The torsion spring 842 includes a cylindrical housing or outer shell 827 2794 with a pair facing outwardly extending leg members 844 and 845. In this embodiment, such leg members 844 and 845 are much shorter in length than the initially described embodiment of leg members 831 and 832. Such leg members 844 and 845 are recessed at 846 and 847 to accommodate a pair of connecting arms 848 and 849 of a mounting support 850. Support 850 includes a pair of vertically positioned side plates 851 and 852 interconnected by a horizontally extending portion 853. Support 850 is slid into place when leg members 844 and 845 are of scale 843 are moved together so that such connecting projections 848 and 849 can be slid into the recessed portions 846 and 847 of leg organs 844 and 845.

De respectievelijke platen 851 en 852 bezitten paren verticaal zich op afstand van elkaar bevindende boringen bestemd om op een lijn 15 te liggen met boringen in de steunstaaf 811, en ter opname van bouten 854 en 855 ter bevestiging van de toorn'nrichting 810 voor affiches en zijn steunstaaf 811 aan de torsieveer 842.The respective plates 851 and 852 have pairs of vertically spaced bores intended to line up with bores in the support bar 811, and to accommodate bolts 854 and 855 for mounting the torch device 810 for posters and its support rod 811 on the torsion spring 842.

De schaal 843 van de torsieveer 842 is met zijn inwendig oppervlak gehecht aan een elastomere of rubber huls 857 overeenkomstig rubber 20 huls 835, welke huls 857 op zijn beurt met zijn binnenste omtreksopperr vlak gehecht is aan een binnenste metalen huls 858. Binnenste huls 858 bezit een buitenste cirkel vormig oppervlak en een binnenste niet-line-air grensvlak dat een veelhoekige opening 860 bepaalt. Een in dwarsdoorsnede zeshoekvormige as 862 wordt wrijvend opgenomen in opening 860 25 en zeshoekvormige openingen 863 en 864 in zijplaten 865 en 866 van een U-vormige steun 867. As 862 is zodoende bevestigd aan de zijplaten 865 en 866. Een dergelijke as 862 kan door spieën bevestigd worden aan de zijplaten 865 en 866 of op andere wijze daaraan bevestigd worden teneinde axiale beweging van as 862 te verhinderen. Steun 867 bezit een 30 aantal op de grond steunende beenorganen 868 die op geschikte wijze daaraan zijn bevestigd.The shell 843 of the torsion spring 842 is bonded with its internal surface to an elastomeric or rubber sheath 857 corresponding to rubber sheath 835, which sheath 857 in turn is flatly bonded with its inner circumferential surface to an inner metal sheath 858. Inner sheath 858 an outer circular shaped surface and an inner non-line-air interface that defines a polygonal opening 860. A cross-sectional hexagonal shaft 862 is frictionally received in opening 860 and hexagonal openings 863 and 864 in side plates 865 and 866 of a U-shaped support 867. Shaft 862 is thus secured to side plates 865 and 866. Such a shaft 862 can be keys are attached to the side plates 865 and 866 or otherwise attached to them to prevent axial movement of shaft 862. Support 867 includes a number of ground-supporting leg members 868 which are suitably attached thereto.

Wanneer de torsieveer 842 met beenorganen 844 en 845 verbonden is aan bevestigingssteun 850, is de bevestigingswijze aan steunstaaf 811 overeenkomstig met de eerste beschreven uitvoering. Indien het rubber 35 onderdeel zoals huls 857 van de torsieveer onder druk staat, is de vermoei ingslevensduur van een dergelijke rubber huls aanzienlijk groter.When the torsion spring 842 with leg members 844 and 845 is connected to mounting bracket 850, the method of attachment to bracket 811 is in accordance with the first described embodiment. When the rubber part such as sleeve 857 of the torsion spring is pressurized, the fatigue life of such a rubber sleeve is considerably greater.

Een verder veranderde uitvoering van de uitvinding is getoond in fig. 25 waar een tooninrichting voor affiches of middel 870 op geschikte wijze verbonden is aan een paar naar beneden wijzende steunen 871 en 40 872 die een steungestel vormen. Dergelijke steunen 871 en 872 bezitten , 8702794 19 een paar op een lijn liggende veelhoekige openingen waarin een in dwarsdoorsnede veelhoekige as 875 is opgenomen. As 875 is wrijvend opgenomen in de inwendige veelhoekige boring van huls 876 van een torsie-veer 878. Het cilindrische buitenste oppervlak van huls 876 is gehecht 5 aan een rubber huls of een ring van elastomeer materiaal 879, het veerr element in de torsieveer 878. Het buitenste oppervlak van rubber huls 879 is gehecht aan het binnenste cilindrische oppervlak van een huisorgaan of schaal 880 die een spleet bezit gevormd langs zijn onderste omstrek zoals afgebeeld in fig. 25, overeenkomstig de hierboven beschreven 10 uitvoeringen. Een dergelijke rubber huls 879 is gevormd en gevulcani-seerd in de ruimte tussen de huls 876 en het cilindrische huisorgaan of schaal 880, bij voorkeur met behulp van een geschikt rubber/metaal-hechtmiddel en onder druk. Tijdens dat vormproces, vult het rubber de gehele ruimte tussen de huls 876 en de schaal 880 en wordt daar stevig 15 aan gehecht.A further modified embodiment of the invention is shown in Fig. 25 where a poster or agent display device 870 is suitably connected to a pair of downwardly pointing brackets 871 and 40872 forming a support frame. Such supports 871 and 872 have a pair of aligned polygonal openings incorporating a cross-sectional polygonal shaft 875. Shaft 875 is frictionally received in the inner polygonal bore of sleeve 876 of a torsion spring 878. The cylindrical outer surface of sleeve 876 is bonded to a rubber sleeve or a ring of elastomeric material 879, the spring element in the torsion spring 878. The outer surface of rubber sleeve 879 is bonded to the inner cylindrical surface of a housing member or shell 880 which has a slit formed along its lower perimeter as shown in Fig. 25, in accordance with the above described embodiments. Such a rubber sleeve 879 is formed and vulcanized into the space between the sleeve 876 and the cylindrical housing member or shell 880, preferably using a suitable rubber / metal adhesive and under pressure. During that molding process, the rubber fills the entire space between the sleeve 876 and the shell 880 and is firmly adhered thereto.

De buitenste schaal 880 bezit een paar zich naar buiten uitstrekkende benen of beenorganen 881 en 882 ter bevestiging van de torsieveer aan een zich naar boven uitstrekkende steun 885 waaraan op een geschikte wijze een aantal op de grond steunende steunen 886 is bevestigd.The outer shell 880 includes a pair of outwardly extending legs or leg members 881 and 882 for securing the torsion spring to an upwardly extending support 885 to which a number of ground-supporting supports 886 are suitably attached.

20 Steun 885 bezit een paar zich verticaal uitstrekkende op een lijn liggende gaten welke bestemd zijn om tegenover boringen in beenorganen 881 en 882 te liggen ter opname van bouten 883 en 884 in verband met het aan elkaar bevestigen van deze organen in bedrijf teneinde een druk-kracht op de rubber huls 879 uit te oefenen en daardoor de vermoeiings-25 levensduur van het rubber onderdeel te vergroten.Support 885 has a pair of vertically aligned holes which are intended to face bores in leg members 881 and 882 to receive bolts 883 and 884 in connection with these members in operation to provide a push exerting force on the rubber sleeve 879 and thereby increasing the fatigue life of the rubber part.

Een verdere verandering van de hierboven beschreven uitvoeringen is afgebeeld in de fig. 26 tot en met 29 waarbij een tooninrichting 890 voor affiches op geschikte wijze verbonden is aan een naar beneden wijzende steun 891 die een steungestel vormt. Een dergelijke steun 891 is 30 verbonden aan een paar zich op afstand van elkaar bevindende en naar buiten uitstrekkende beenorganen 892 en 893 van een buitenste schaal 895. De respectievelijke beenorganen 892 en 893 bezitten geschikte gaten die op een lijn liggen met openingen 896 en 897 in steun 891 teneinde het opnemen van bouten 898 te vergemakkelijken ter verbinding van 35 dergelijke beenorganen aan de steun 891. Een ringvormig elastomeer orgaan 900 is met zijn uitwendige oppervlak op geschikte wijze gehecht aan het binnenste omtreksoppervlak van een buitenste schaal 895, overeenkomstig de hiervoor beschreven uitvoeringen.A further change from the above-described embodiments is illustrated in FIGS. 26 to 29 wherein a poster display 890 is suitably connected to a downward-pointing support 891 which forms a support frame. Such a bracket 891 is connected to a pair of spaced and outwardly extending leg members 892 and 893 of an outer shell 895. The respective leg members 892 and 893 have suitable holes aligned with openings 896 and 897 in support 891 to facilitate receiving bolts 898 to connect such leg members to support 891. An annular elastomeric member 900 with its outer surface is suitably bonded to the inner peripheral surface of an outer shell 895, in accordance with the above-described embodiments. .

Het zich in omtreksrichting uitstrekkende binnenste oppervlak van 40 het elastomere ringvormige orgaan 900 is op geschikte wijze gehecht aan .8702794 20 het buitenste oppervlak van een buisvormige metalen huls 901, welke huls 901 voorzien is van een plat verlengstuk 902.The circumferentially extending inner surface of the elastomeric annular member 900 is suitably bonded to the outer surface of a tubular metal sleeve 901, which sleeve 901 includes a flat extension 902.

Deze hierboven beschreven torsieveer is gemonteerd in een basis voorzien van een Ufvormige steun 910 met een paar verticaal geplaatste 5 platen 911 en een bodemplaat 912 voor de onderlinge bevestiging van dergelijke verticaal geplaatste platen 911. Die platen kunnen gevormd worden door een enkel U-vormig orgaan. Een aantal horizontaal zich uitstrekkende benen 914 is op geschikte wijze verbonden aan de bodemplaat 912 door lassen. De ene verticale plaat 911 van de steun 910 bezit een 10 sleuf 915 ter opname van het platte verlengstuk 902 van huls 901. De andere verticale plaat 911 van steun 910 bezit een opening 918 ter opname van het cilindrische gedeelte 919 van prop 920. Het buitenste eindgedeelte van prop 920 is wrijvend opgenomen in de eindboring 921 van buisvormige huls 901 die tegenover het platte verlengstuk 902 ligt 15 van een dergelijke huls 901 teneinde de torsieveer op de U-vormige steun 910 te houden van de basis. In plaats van een wrijvingsverbin-ding, kan het eindgedeelte van de boring 921 van schroefdraad worden voorzien zoals bij 923 ter opname van een van schroefdraad voorziene prop 925 welke de verbinding van de torsieveer aan de basis vergemakke-20 lijkt. Een dergelijk elastomeer orgaan 900 wordt in de ruimte tussen huls 901 en buitenste schaal 895 gevormd en gevulcaniseerd, welke schaal een spleet bezit langs zijn beenorganen 892 en 893. Deze elasto-mere huls 900 wordt in de ruimte tussen huls 901 en schaal 895 gevormd en gevulcaniseerd, bij voorkeur met behulp van een geschikt rubber/me-25 taalhechtmiddel en onder druk. Tijdens dat vormproces, vult het elasto-mere materiaal de gehele ruimte tussen de huls 901 en de schaal 895 en wordt daar krachtig aan gehecht.This torsion spring described above is mounted in a base provided with a U-shaped support 910 with a pair of vertically placed plates 911 and a bottom plate 912 for the mutual attachment of such vertically placed plates 911. Those plates can be formed by a single U-shaped member . A plurality of horizontally extending legs 914 are suitably connected to the base plate 912 by welding. One vertical plate 911 of support 910 has a slot 915 for receiving the flat extension 902 of sleeve 901. The other vertical plate 911 of support 910 has an opening 918 for receiving the cylindrical portion 919 of plug 920. The outer end portion of plug 920 is frictionally received in the end bore 921 of tubular sleeve 901 opposite the flat extension 902 of such sleeve 901 to hold the torsion spring on the U-shaped support 910 from the base. Instead of a friction joint, the end portion of the bore 921 can be threaded as in 923 to accommodate a threaded plug 925 which facilitates connection of the torsion spring to the base. Such an elastomeric member 900 is formed and vulcanized in the space between sleeve 901 and outer shell 895, which shell has a slit along its leg members 892 and 893. This elastomeric sleeve 900 is formed in the space between sleeve 901 and shell 895, and vulcanized, preferably using a suitable rubber / metal adhesive and under pressure. During that molding process, the elastomeric material fills the entire space between the sleeve 901 and the shell 895 and is strongly adhered thereto.

In de voorgaande beschrijving zijn voorbeelduitvoeringen van de onderhavige uitvinding beschreven. De vakman zal uit deze bespreking en 30 de bijgevoegde tekeningen duidelijk zijn dat verschillende veranderin?· gen, aanpassingen en variaties daarop kunnen worden gemaakt zonder buiten de omvang van de in de volgende conclusies bepaalde uitvinding te treden.In the foregoing description, exemplary embodiments of the present invention have been described. Those skilled in the art will appreciate from this discussion and the accompanying drawings that various changes, modifications, and variations can be made without departing from the scope of the invention defined in the following claims.

.8702794.8702794

Claims

1. Board base assembly to support a board, which board base assembly includes: a base; at least one board supporting member 5 that can be attached to the board; and resilient biasing means for interconnecting said base and said board supporting member to normally bias said board supporting member in a generally upright position relative to said base, said resilient biasing means comprising at least one elastomeric member resiliently and torsionally deflectable about a torsion axis such that said board support member may pivotally pivot relative to said base from said general erect position depending upon predetermined forces applied to said board support member, and which board base assembly further means for pre-loading said elastomeric member under pressure.

2. Board base assembly according to claim 1, characterized in that said board base assembly further comprises means for torsionally biasing said elastomeric member in a circumferential direction relative to said torsion axis.

Board base assembly according to claim 1, characterized in that it further comprises stop means for limiting the torsional deflection of said elastomeric member to a predetermined size of said torsional deflection.

Board base assembly according to claim 1, characterized in that said resilient biasing means includes at least one radially outer housing member attached to a radially outer portion of said elastomeric member, and at least one radially inner housing member attached to a radially inner member. part of said elastomeric member; which base and board supporting member are connected to the opposing inner and outer sleeve members.

Board base assembly according to claim 4, characterized in that said elastomeric member is compressed radially between said inner and outer housing members to preload said elastomeric member by compressive force.

6. Board base assembly according to claim 4, characterized in that it further comprises a stop member connected to one of said 40 inner and outer housing members, said stop member frictionally cooperating with a portion of said board supporting member depending on a predetermined magnitude of a torsional deflection of said elastomeric member to substantially prevent further torsional deflection of said elastomeric member.

Board base assembly according to claim 4, characterized in that it includes a pair of said board support members; which spring ·? powerful biasing means comprising at least a pair of said elastomeric members, and at least a pair of said inner housing members; wherein each of said inner housing members is attached to an associated one of said board supporting members and is attached to said radially inner portion of one of said elastomeric members; which radially outer portions of both of said elastomeric members are attached to said base; which elastomeric members are preloaded torsionally in opposite circumferential directions with respect to said torsion axis.

8. Board base assembly according to claim 7, characterized in that said resilient biasing means further includes at least a pair of said outer housing members, each of said outer housing members being attached to said radially outer portion of one of said elastomeric organs and is attached to said base.

9. Board base assembly according to claim 7, characterized in that said inner housing members and associated board supporting members are oriented in radial directions circumferentially spaced from said torsional axis when said board supporting members are loose. of the board, which inner housing members and which associated board support members are circumferentially rotatable to a common radial orientation and are held in said common radial orientation when said board support member is attached to the board so as to call the elastomeric members torsion direction to be loaded in the opposite circumferential direction and with respect to the said torsion axis.

Board base assembly according to claim 9, characterized in that said resilient biasing means further includes at least a pair of said outer housing members, and each of said outer housing members is attached to said radially outer portion of one of said elastomeric members and is attached to said base, said board base assembly further comprising mounting means. 8702794 for circumferentially retaining said outer housing members and for attaching said outer housing members to said base.

11. Board base assembly according to claim 10, characterized in that said fastening means comprises a fastening clamp which at least partially surrounds said outer housing members and is attached to said base so as to fasten said outer housing members to said base by clamping therein. at least one generally transversely extending elongated opening, each of said outer housing members having at least one generally transversely extending elongated lip on its circumference, said lips being received in a blocking manner on said outer housing members in said transversely extending opening in said mounting clip to retain said outer sleeve in circumferential direction relative to said base.

12. Board base assembly according to claim 1, characterized in that said resilient biasing means comprise a pair of said elastomeric members wherein at least a portion of one of said elastomeric members is positioned radially outwardly relative to at least a portion of the elastomeric members. other of said elastomeric members, and an intermediate sleeve placed radially between said outer and inner elastomeric members and attached thereto, one of said radial inner and outer elastomeric members 25 being attached to said base and the other of said radial inner and outer elastomeric members are attached to said board supporting member, said radial inner and outer elastomeric members having different torsional strengths to deflect resiliently and torsionally to varying degrees depending upon forces applied to said board supporting member.

13. Board base assembly to support a board, which board base assembly includes: a base, a pair of board support members that can be attached to the board; and resilient biasing means 35 interconnecting said base and said board supporting members to normally support said board supporting member under bias in a generally longitudinally extending orientation relative to said base, said resilient biasing means at least 40 elastomeric member that can deflect resiliently and torsionally about a generally transversely extending torsion axis such that the board and said board support members can pivot relative to said base from said generally longitudinal extension ·? The orientation depending on predetermined forces applied to said board supporting members in directions transverse to the board, said resilient biasing means further comprising at least one radially outer housing member attached to the radially outer portion of said elastomeric member, and at least one radially inner housing member attached to a radially inner portion of said elastomeric member, said elastomeric member being compressed between said inner and outer housing members to bias said elastomeric member in the direction of pressure; which base is connected to one of said inner and outer housing members, and said board supporting members are connected to the other of said inner and outer housing members and extend in opposite transverse directions thereto.

Board base assembly according to claim 13, characterized in that it further comprises a stop member connected to one of said inner and outer housing members, said stop member frictionally engaging a portion of at least one of said board supporting members depending on a predetermined magnitude of a torsional deflection of said elastomeric member to substantially prevent further torsional deflection of said elastomeric member.

A board base assembly according to claim 14, characterized in that each of said board support members is substantially U-shaped in cross section and has a pair of spaced apart leg portions, said stop member having a projection interposed between said spaced apart spaced leg portions to frictionally interact with one of said leg portions depending on said predetermined magnitude of the torsional deflection of said elastomeric member.

16. Board base assembly according to claim 15, characterized in that said protrusion generally has a triangular shape with a top of said triangular protrusion being located between said mutually spaced leg portions, and each side of the protrusion. said triangular protrusion near said tip is adapted to frictionally engage one of said leg portions depending upon said predetermined magnitude of torsional deflection of said elastomeric member.

17. Board base assembly according to claim 14, characterized in that said stop member limits said torsional deflection of said elastomeric member to allow maximum total hinge extension of said board support members of about 55 °.

18. Board base assembly according to claim 13, characterized in that said inner housing member has a sleeve opening which generally extends transversely therethrough, said sleeve opening having a non-circular cross-sectional shape, said resilient biasing means extending a rod member extending through at least one portion of said sleeve opening and have a non-circular cross-sectional shape that is complementary to said non-circular cross-sectional shape of said sleeve opening to retain said inner housing member from rotation relative to said rod member, which rod member is rotatably mounted relative to of the aforementioned board supporting organs.

Board base assembly according to claim 13, characterized in that said inner housing member has a sleeve opening which generally extends transversely therethrough, said sleeve opening having a non-ci-shaped cross-sectional shape, said resilient biasing means extending a rod member extending through at least 25 has a portion of said sleeve opening and a non-circular cross-sectional shape that is complementary to said non-circular cross-sectional shape of said sleeve opening to retain said inner housing member from rotation relative to said rod member, which rod member rotates is fixed relative to said base.

20. Board base assembly to support a board, which board base assembly includes: a base; at least one board supporting member; and resilient biasing means interconnecting said base and said board support member to normally support said board support member under bias in a generally longitudinal orientation relative to said base, said biasing means a pair of elastomeric members resiliently and torsionally deflectable about a generally transversely extending torsion axis such that the board and the aforementioned board support member can pivot relative to said base from said generally extending longitudinally extending orientation depending on predetermined forces exerted on said board supporting member 5 in directions transverse to the board, with at least a portion of one of said elastomeric members radially outside at least one portion a portion of the other of said elastomeric members is disposed, which resilient biasing means further intervening? housing member include radially disposed between said outer and inner elastomeric members and fixedly attached thereto, at least one radially outer housing member being attached to a radially outer portion of said outer elastomeric member, and a radially inner housing member being attached to a radially inner portion of said radially inner elastomeric member, which base is connected to one of said inner and outer housing members, and said board supporting member is connected to the other of said radial inner and outer housing members, which radial inner members and outer elastomeric housing members have different torsion spring strengths to deflect resiliently and torsionally to varying degrees depending upon forces applied to said board supporting member.

Board base assembly according to claim 20, characterized in that said radially inner elastomeric member has a lower torsion spring strength than the radially outer elastomeric member.

Board base assembly according to claim 20, characterized in that said radially inner elastomeric member has a higher torsion spring strength than the radially outer elastomeric member.

23. Board base assembly according to claim 20, characterized in that said radially innermost housing member has a sleeve opening generally extending transversely therethrough, said sleeve opening having a non-circular cross-sectional shape, said resilient biasing means having a rod member generally extending through at least a portion of said sleeve opening and having a non-circular cross-sectional shape complementary to said non-circular cross-sectional shape of said sleeve opening to retain said radially inner housing member against rotation relative to said rod member, which rod member is fixed in rotation direction with respect to said board supporting member.

A board base assembly according to claim 20, characterized in that said radial inner housing member has a sleeve opening generally transverse therethrough, said sleeve opening having a non-circular cross-sectional shape, said resilient biasing means having a rod member extending through at least a portion of said sleeve opening and a non-circular cross-sectional shape complementary to said non-circular cross-sectional shape of said sleeve opening to retain said radially inner housing member against rotation relative to said rod member, which rod member is rotated is relative to said base.

Plate base assembly according to claim 20, characterized in that it further comprises means for pre-loading at least one of said elastomeric members under pressure.

26. Board base assembly according to claim 20, characterized in that it further comprises means for preloading at least one of said elastomeric members with respect to said torsion axis in torsional direction.

27. Board base assembly according to claim 20, characterized in that it further comprises stop means for limiting the torsional deflection of said elastomeric members to a predetermined amount of said torsional deflection.

28. Board base assembly for supporting a board, characterized in that said board base assembly includes: a base; a one-piece board support member that can be attached to the board; and resilient biasing means for interconnecting said base and said board support member to normally bias support said board support member in a generally longitudinal orientation relative to said base, which are resiliently rigid. biasing means includes at least one elastomeric member capable of deflecting resiliently and torsionally about a generally transversely extending torsion axis such that said board and said board support member can pivot relative to said base from said over-all -35 in common longitudinally extending orientation depending upon predetermined forces exerted on said board supporting member in directions transverse to the board, said resilient biasing means further including at least one radially outer housing member attached to a radial outer portion of said elastomeric member, and at least one radial inner housing member attached to 8702794 a radial inner portion of said elastomeric member, said elastomeric member being compressed radially between said inner and outer members. outer casing members to bias said elastomeric member under pressure, said base and which one-piece board supporting member are connected to opposite inner and outer casing members of said resilient biasing means.

29. Board base assembly according to claim 28, characterized in that it further comprises a stop member connected to one of said inner and outer housing members, said stop member frictionally engaging a portion of said board support member depending on a predetermined torque *. deflection of said elastomeric member to substantially prevent further torsional deflection of said elastomeric member.

A board base assembly according to claim 28, characterized in that it further comprises means for preloading said elastomeric member relative to said torsion axis in torsional direction.

31. A method of manufacturing a torsionally biased torsion spring characterized in that it comprises: forming a composite axially elongated generally cylindrical assembly having an outer rigid cylinder attached to an elastomeric cylinder and surrounding it, which in turn is attached on an inner rigid cylinder and surrounding it, said composite assembly having a pair of opposing free axial ends, forming axially elongated lips which project transversely outwardly in opposite directions from said outer rigid cylinder; forming mounting holes axially extending through said inner rigid cylinder for securing a pair of articles to said opposing axial ends according to circumferentially aligned orientations, which are circumferentially aligned circumferential orientations offset by a predetermined acute angle from a first axial plane circumferentially perpendicular to a second axial plane extending through said lips on opposite sides of said outer rigid cylinder; cutting said composite assembly, generally along a radial plane perpendicular to said axial .8702794 centerline of said composite assembly and located in a location axially between the free axial ends of said composite assembly to form a pair axially form separable subassemblies; 5 rotating the ends of one of said subassemblies in said second axial plane and placing said twisted subassembly near the untwisted subassembly with the free axial end of the twisted subassembly axially near the cut axial end of the untwisted subassembly, and the axially adjacent lips on opposite lateral sides of said subassemblies align circumferentially to ensure that said mounting holes through said inner rigid cylinder of said resp. sub-assemblies the size of a predetermined circumferential angle relative to each other in the circumferential direction are out of alignment; retaining said lips rotatably on said assemblies relative to each other; Mounting one of said pair of objects on the free axial end of said inner rigid cylinder of said untwisted subassembly and attaching the other of said pair of objects to the cut axial end of said inner cylinder of the said twisted subassembly wherein said objects are out of alignment relative to each other at said predetermined circumferential angle; and twisting said objects and said resp. inner cylinders in opposite directions around their resp. shafts 30 such that they are circumferentially aligned with respect to each other so that said elastomeric cylinders of the resp. pre-load sub-assemblies in opposite circumferential directions in torsion direction.

32. A method according to claim 31, characterized in that said predetermined acute angle is approximately 10 degrees.

A method according to claim 31, characterized in that said lips are held in the direction of rotation by clamping said lips to another object by means of a clamping member provided with slots for blocking receiving said lips. 40.

34. Resilient fastening device for mounting a hinged frame support hinged to a base, which base contains solid ground-resting means, a torsion support means by which said base is secured to said upright support 5, which means for mounting an axle member with a ring of elastomeric material adhered thereto in the form of a compliant member, a housing member which surrounds the outer circumference of said elastomeric ring to compress said elastomeric ring, which housing member is attached to said elastomeric sleeve, wherein one of said members of said torsion support means is attached to said base and the other of said members is attached to said raised frame support to provide a hinge construction on said base.

A resilient fastening device according to claim 34, characterized in that said housing member has a slot for determining a gap, said housing member having a plurality of spaced legs at said slot to facilitate compression of said elastomeric material in connecting the said leg organs.

Fixing device according to claim 35, characterized in that said base has an upwardly extending support, and the distance between the legs is greater than the width of said upwardly extending support in order to provide compression of the said elastomeric material when said legs are attached to said support.

37. A fastening device according to claim 34, characterized in that said housing member has a slit to define an opening, said housing member having a pair of spaced legs at the slit to facilitate compression of said elastomeric material when connecting said leg members to said upwardly directed frame support.

38. Fastening device according to claim 37, characterized in that said frame support has a downwardly pointing bar, and the distance between said leg members is greater than the width of said downwardly pointing bar to provide compression of said elastomeric material when said leg members are connected to said rod.

Fastening device according to claim 38, characterized in that said rod member has a polygonal cross section, and said bast 277 has a pair of spaced plates with polygonal openings to receive the ends of said axle member.

40. Fastening device according to claim 37, characterized in that each of said raised legs has grooves, a support with a pair of vertically placed side plates and a pair of arms, which ar? one extends into the grooves to exert a compressive force on said elastomeric ring, and said side plates are attached to said upwardly directed frame support.

A resilient fastener according to claim 35, characterized in that said base includes a pair of spaced upwardly facing plates, one of said plates having a slit, and said other member of said torsion The support is a sleeve with a flat end that extends into the aforementioned slot.

42. Resilient fastener according to claim 41, characterized in that said sleeve is a tubular member with a bore at the other end opposite the flat end to receive a plug, which plug is attached to the other of said plates 20 of the said upright plates.

A resilient fastener according to claim 42, characterized in that said bore is threaded, and said plug is threaded in said bore.

44. Resilient fastener for fastening a frame structure to a base, which base has ground resting means, which base structure can receive a tone means, which frame structure has a downwardly pointing support means, which base has a rubber torsion spring means with which the said 30 is attached to said downwardly pointing support means, said rubber torsion spring having an inner shaft attached to said base, said inner shaft being wedged to a rigid housing member, while a rubber sleeve is internally bonded to said A rigid housing member, an outer shell provided with a pair of outwardly extending leg members, which shell is adhered to the outer surface of said rubber sleeve, which outer shell is split to define a gap between said leg members, which gap is greater in width .8702784 than the width of the gene called downwardly pointing support means, which leg members are connected to said downwardly pointing support means in order to exert a compressive force on said rubber sleeve.

45. Fastening device according to claim 44, characterized in that each of said leg members has a groove, while an Ur * support is slidably received in said grooves with a few stops, and said U-shaped support in in operation, said rubber sleeve is compressed and connected to said downwardly pointing support means. .8702794