NL8702562A - Anti-stofhelm. - Google Patents

Description

p & c t W 6638-1 Ned.B/EvF * Λ

Korte aanduiding: Anti—stofhelm.

De uitvinding heeft betrekking op een anti-stofhelm met vizier» van het type dat met een rondom neerhangend schort tot op en rond de schouderen borstpartij van de drager kan reiken en waarbij voorts een inlaat» een uitlaat en een ventilator met filter voor de ademhalingslucht aanwezig 5 zijn. Een dergelijke anti-stofhelm is bekend uit GB 1.426.432 en ÜS 3.963.024, Deze bekende helm is bestemd en ingericht om de drager in een stofrijke omgeving tegen inademen van stof te beschermen. Aan de achterzijde van de helm is daarbij een door een dubbelwandig helmgedeelte begrensde inlaatkamer gevormd, waarin lucht door de ventilator uit de om-10 geving wordt aangezogen. Via het binnen de helm op de inlaatkamer aangesloten» zich over het hoofd van de drager heen uitstrekkend zakvormig uitgevoerde filter verdeelt de gefilterde lucht zich langs de gesloten voorzijde van de helm, De uitgeademde lucht stroomt van onderen, via de benedenrand van het los op de borst-schouderpartij van de drager aanlig-15 gende schort naar de omgeving terug.

De uitvinding nu beoogt een anti-stofhelm te verschaffen, waarmede zogenaamde schone ruimten, zoals deze voor o.a. de fabrikage van "chips" worden toegepast, kunnen worden beschermd tegen binnendringen van door (het hoofd van) in zulke ruimten werkzame personen geproduceerde deeltjes.

20 Uitgaande van de bovenbeschreven bekende, in feite voor een tegen gesteld doel bestemde anti-stofhelm wordt dit deel volgens de uitvinding bereikt, doordat de inlaat wordt gevormd door een ter hoogte van het voorhoof dgedeelte van de helm aanwezige instroomopening, terwijl de uitlaat een in een zich voor de kinpartij van de drager langs naar opzij uitstrek-25 kend dubbelwandig helmgedeelte aanwezige kamer omvat, van welke kamer een naar de mond en neus van de drager toegekeerde wand van openingen is voorzien, terwijl ten minste ëén der beide op zij gelegen einden van deze kamer via de ventilator en het filter met de omgeving in verbinding staat.

Anders dan bij de bekende anti-stofhelm zal bij het beoogde gebruik 30 van de helm volgens de uitvinding schone lucht vanuit de omgeving in de door de helm omsloten ruimte stromen, terwijl de uitgeademde lucht, tezamen met de bij elke beweging van het hoofd vrijkomende deeltjes, de helmruimte niet anders dan via de uitlaatkamer in het kinstuk van de helm en het daarop aansluitende filter kunnen verlaten.

35 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding strekt de instroomopening zich uit tussen het voorhoofdgedeelte van de helm en de op enige afstand daarvoor gelegen bovenrand van het vizier, waarvan de benedenrand 070256 2.

\ i -2- (praktisch) luchtdicht aansluit op het dubbelwandige kingedeelte van de helm. Een aldus uitgevoerde anti-stofhelm is optimaal aangepast aan de gewoonlijk in schone ruimten onderhouden vertikale luchtstroming, waarbij (verse) lucht aan het plafond wordt ingebracht en aan de bodem wordt af-5 gezogen.

Opgemerkt wordt, dat op het gebied van zogenaamde valhelmen helmen met (opklapbaar) vizier bekend zijn, waarbij tussen het voorhoofdgedeelte van de helm en de bovenrand van het vizier een spleet aanwezig is. Daarbij vormt deze spleet echter niet de enige luchtintreeopening. De ademhalings-10 lucht zal zelfs in hoofdzaak langs de vrije benedenrand naar binnen en weer naar buiten stromen.

.Uit NL-8105544 is voorts een valhelm bekend, waarvan het kingedeelte in de zone tegenover mond en neus voorzien is van openingen, waardoor de uitgeademde lucht wordt geleid. Van een geforceerde en gefiltreerde 15 ademhalingsluchtstroom is hierbij echter geen sprake.

Verdere kenmerken van de uitvinding worden hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van de anti-stofhelm volgens de uitvinding; en 20 Fig. 2 is een aanzicht in perspectief, gezien van binnen uit, van het kingedeelte van de helm en de daarop aansluitende behuizing voor ventilator en filter.

De in de tekening weergegeven anti-stofhelm heeft een voorhoofdgedeelte 1 en een aan weerszijden door een verbindingsstrook 2 daarmede 25 verbonden kindeel 3. V66r het tussen het voorhoofddeel 1 en het kindeel 3 gevormde venster bevindt zich een om een scharnier 4 opklapbaar gemonteerd vizier 5, waarvan de bovenrand 5a in de neergeklapte vizierstand (zie fig. 1) een luchtintreespleet 6 vrijlaat ten opzichte van het voorhoof ddeel 1. De benedenrand 5b van het vizier sluit daarbij praktisch 30 luchtdicht aan tegen het kindeel 3. Het kindeel 3 is dubbelwandig uitgevoerd en begrenst een kamer, waarvan het naar neus en mond van de drager toegekeerde, enigszins verhoogde wandgedeelte 7 is voorzien van uitlaat-spleten 8 voor uitademingslucht. De kamer binnen het kindeel 3 loopt aan elk van de op zij gelegen einden van het kindeel uit in huis 9 resp.

35 10.

Het achterhoofd- en nekgedeelte 12 van de helm bestaat uit buigzaam, voor stof ondoordringbaar materiaal en vormt één geheel met het vanaf de onderzijde van het kindeel 3 neerhangende schort 11, dat op bekende wijze tot op en rond de borst- en schouderpartij van de drager kan reiken.

8702 56 2.

-3- V

Het schort 11 is, met inbegrip van het gedeelte 12, afneembaar rond de benedenrand 3a van het kindeel 3, de schuin naar achteren oplopende achterranden 2a van de verbindingsdelen 2 en de schuin naar voren oplopende boogvormige achterrand la van het voorhoofddeel 1 bevestigd.

5 Ten minste in één van deze huizen, in het voorbeeld volgens de tekening in het huis 9, bevindt zich een niet nader weergegeven ventilatoreenheid, waarmede lucht via de spleten 8 vanuit de ruimte binnen de helm in de kamer kan worden gezogen.

Op de uitlaatzijde van de kamer 9 sluit een in de vorm van een halve 10 ring uitgevoerd filter 13 aan. Dit filter strekt zich rond het schort-gedeelte 12 uit en eindigt bij het huis 10, onder afsluiting van het niet als zodanig werkzame uitlaateinde daarvan.

In het getekende uitvoeringsvoorbeeld bevat het filter 13 twee secties, en wel een op de kamer 9 aansluitende geluiddempende sectie 14 en 15 een het eigenlijke stoffilter vormende sectie 15. In fig. 2 is de stroming van de lucht vanuit de helmruimte, via de spleten 8, de kamer 9, de geluiddempende filtersectie 14 en het eigenlijke stoffilter 15 net pijlen weergegeven. In het huis 10 kan eventueel een reserve-ventilatoreenheid worden ondergebracht, die bij een storing in de eenheid in huis 9 kan worden 20 ingeschakeld na eerst het filter 13 tehebben verwijderd en met de einden daarvan verwisseld weer te hebben aangesloten.

De aldus uitgevoerde helm is voorts op bekende wijze om twee aan weerszijden gelegen draaitappen 16 scharnierend en eventueel vastzetbaar opgehangen aan een in de tekening met streeplijnen aangegeven draagkroon 25 17. De spanmaat van deze draagkroon is via een door het schortgedeelte 12 naar buiten reikende stelknop 18 van buitenaf verstelbaar, zonder dat dit de scharnierbeweging van de helm ten opzichte van de draagkroon 17 belemmert.

8702562.

Claims (9)

1. Anti-stofhelm met vizier, van het type dat met een rondom neerhangend schort tot op en rond de schouder- en borstpartij van de drager kan reiken en waarbij voorts een inlaat, een uitlaat en een ventilator met filter voor de ademhalingslucht aanwezig zijn, met het kenmerk, dat de inlaat wordt gevormd door een ter hoogte van het voorhoofdgedeelte van de helm 5 aanwezige instroomopening, terwijl de uitlaat een in een zich voor de kin-partij van de drager langs naar opzij uitstrekkend dubbelwandig helm-gedeelte aanwezige kamer omvat, van welke kamer een naar de mond en neus van de drager toegekeerde wand van openingen is voorzien, terwijl ten minste ëën der beide op zij gelegen einden van deze kamer via de ventilator 10 en het filter met de omgeving in verbinding staat.

2. Anti-stofhelm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de instroomopening zich uitstrekt tussen het voorhoofdgedeelte van de helm en de op enige afstand daarvoor gelegen bovenrand van het vizier, waarvan de benedenrand (praktisch) luchtdicht aansluit op het dubbelwandige kinge-15 deelte van de helm.

3. Anti-stofhelm volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het voorhoofdgedeelte aan weerszijden via een betrekkelijk smalle verbindings-strook met een einde van het kindeel is verbonden en dat het achterhoofden nekgedeelte van de helm bestaan uit buigzaam voor stof ondoordringbaar 20 materiaal, welk gedeelte een geheel vormt met het vanaf de onderzijde van het kindeel neerhangende schort.

4. Anti-stofhelm volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het schort, met inbegrip van het achterhoofd- en nekgedeelte van de helm, afneembaar rond de benedenrand van het kindeel, de achterrand van de verbindings- 25 stroken en de schuin naar voren oplopende boogvormige achterrand van het voorhoofddeel is bevestigd.

5. Anti-stofhelm volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de kamer in het dubbelwandige kindeel aan elk op zij gelegen einde uitloopt in een huis, waarbij ten minste in ëën huis een ventilatoreenheid is onder- 30 gebracht.

6. Anti-stofhelm volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat op het de ventilatoreenheid bevattende huis een in de vorm van een de achterzijde van het schort omgevende halve ring uitgevoerd filter aansluit, dat eindigt bij het einde van het tweede huis en dit afsluit.

7. Anti-stofhelm volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het filter een direct op de ventilatoreenheid aansluitende geluiddempende sectie 67025 62. -5- V bevat.

8. Anti-stofhelm volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de aansluitingen tussen de beide huizen en het filter onderling verwisselbaar zijn en het tweede huis een reserve-ventilatoreenheid bevat, 5

9, Anti-stofhelm volgens conclusie 8, welke om twee aan weerszijden gelegen draaitappen scharnierend is opgehangen aan een draagkroon, met het kenmerk, dat de spanwijdte van de draagkroon via een door het buigzame achterhoofd- en nekgedeelte heen naar buiten reikende stelknop verstelbaar is. 8702562.