NL8701771A - Strokend afsluitende pakking. - Google Patents

Description

VO 9244

Titeli Strokend afsluitende pakking.

De uitvinding heeft betrekking op een pakking met een afdichtstrip uit rubberachtig elastisch vervormbaar materiaal, welke in langsrichting is gehecht aan een stuitstrip uit praktisch niet vervormbaar materiaal, 5 waarbij de afdichtstrip in onbelaste toestand wordt begrensd door zich van de stuitstrip naar een vrije zijde van genoemde afdichtstrip divergerend uitstrekkende zijden, zoals bekend uit NL-C-73833. Hoewel daarin de pakking alleen in ringvorm wordt beschreven, kan een IQ dergelijke pakking, waarbij de afdichtstrip in gemonteerde toestand in een vooraf bepaalde mate wordt samengedrukt door de delen waartussen afgedicht moet worden, ook andere configuraties hebben, zoals een lijstvorm.

Dergelijke bekende pakkingen hebben het nadeel, 15 dat het vrije vlak van de afdichtstrip niet strokend aansluit op ten minste één aangrenzende wand van delen waartussen wordt afgedicht, waardoor een rand of holte ontstaat, waarin vuil zich kan ophopen en die het reinigen bemoeilijkt. Dit is in b.v. inrichtingen voor de voedings-20 middelenindustrie een zwaarwegend nadeel. Voor verbindingen tussen leidingen heeft een dergelijke onregelmatigheid in een doorstroomopening bovendien het nadeel, dat in de voorbijstromende vloeistof turbulenties optreden waardoor o.a. de doorstroomweerstand wordt vergroot.

25 Het doel van de uitvinding is, genoemde nadelen te ondervangen door een pakking te verschaffen, welke strokend op ten minste één wand van de aangrenzende delen aansluit. Hiertoe voorziet de uitvinding in een pakking, welke wordt gekenmerkt, dóórdat de afdichtstrip 30 in onbelaste toestand een zodanig dwarsdoorsnedeprofiel 8701771 -2- « £ > heeft, dat wanneer de afdichtstrip zodanig tussen twee platte vlakken wordt ingeklemd, dat deze elkaar benaderen tot op een afstand gelijk aan de hoogte van de aan de stuitstrip gehechte zijde van de afdichtstrip, de afdicht-5 strip aan de vrije zijde wordt begrensd door een rechte lijn.

Aan het vereiste, dat het rubberachtige materiaal in belaste toestand een strokende voortzetting van ten minste één wand van een doorstroomopening in de aangrenzende 10 delen moet vormen, kan alleen worden voldaan, indien de dwarsdoorsnede van de afdichtstrip een specifieke, met de dwarsdoorsnede van de af te dichten spleet corresponderende, vorm heeft. Proefondervindelijk zijn hiervoor enige voorkeursuitvoeringen ontwikkeld. De ene uitvoerings-15 vorm wordt gekenmerkt, doordat het dwarsdoorsnedeprofiel van de afdichtstrip in onbelaste toestand een convexe vrije zijde en een aan de stuitstrip gehechte zijde met een hoogte van ongeveer twee maal de grootste afstand van de vrije zijde tot de stuitstrip heeft. De andere 20 uitvoeringsvorm, die in het bijzonder geschikt is voor geringe drukken en samendrukkrachten tussen de aangrenzende delen wordt gekenmerkt, doordat de afdichtstrip een V-vormig dwarsdoorsnedeprofiel heeft, waarbij beide benen worden gevormd door in hoofdzaak parallellogram-vor-25 mige elementen waarvan de vrije zijdes, ten opzichte van het vlak waarin zij in belaste toestand dienen te liggen, enkele graden naar de respectieve buitenzijden van de V zijn gedraaid.

Een verdere uitwerking van de uitvinding, welke 30 in het bijzonder geschikt is voor toepassing als afdicht-ring in losneembare koppelingen voor het verbinden van leidingen volgens de norm ISO 2853-1976 (E) annex B, wordt gekenmerkt, doordat de hoogte van de afdichtstrip ter plaatse van de aanhechting aan de stuitstrip 3,4 35 mm is en dat de radius van de convexe vrije zijde 11/ 9 mm is.

£ *? f% 4 “Y “! A •v / y t ƒ ƒ i ' * -3-

De gebruikelijke pakkingsringen voor deze koppelingen omvatten slechts een dunwandige steunring, welke niet geschikt is voor het opvangen van de aandrukkracht, waarmee de koppelingsdelen tegen elkaar worden gedrukt.

5 Zij kunnen bij het aandraaien van de koppeling gemakkelijk beschadigd worden. Bij de pakking volgens de uitvinding is dit niet het geval, doordat de koppelingsdelen slechts aangedraaid kunnen worden totdat zij tegen de stuitring uit praktisch onvervormbaar materiaal stuiten.

10 Gezien de doelstelling van de uitvinding, is het van groot belang, dat de afdichtstrip en derhalve noodzakelijkerwijs ook de stuitstrip in dwarsrichting nauwkeurig is gepositioneerd ten opzichte van de wanden van de delen, waartussen wordt afgedicht. Hiertoe kunnen 15 de delen zijn voorzien van met de vorm van de pakking corresponderende uitsparingen. Voor een goede positionering in dwarsrichting kan volgens de uitvinding de stuitstrip zijn voorzien van een profilering, welke samen kan werken met de aangrenzende delen.

20 In het algemeen zal de positionering in dwarsrich ting zowel naar binnen als naar buiten toe moeten werken.

Indien de pakkingen echter een beperkte lengte hebben en daarbij eindloos rondlopen, zoals pakkingsringen, dan kan een positionering door een aanslag in óf binnen-25 óf buitenwaartse richting voldoende zijn. Dit wordt volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bereikt, doordat de profilering van de stuitstrip ten minste één flens omvat.

Een verdere uitwerking van laatstgenoemde uitvoe-30 ringsvorm is bijzonder geschikt voor toepassing in de koppelingen volgens de genoemde ISO-norm en wordt gekenmerkt, doordat de stuitstrip met de flenzen een T-profiel vormt, aan het uiteinde van het been waarvan de rubber afdichtstrip is gehecht. Het been van de T fungeert daarbij als stuit-35 vlak. Bij de bekende pakkingsringen met steunring volgens de genoemde ISO-norm, vóórziet de steunring niet in f; 7 Π 1 7 7 1 v · * * fi

V

-4- een exacte axiale positionering, aangezien deze met ruimte zowel ten opzichte van de moer van de koppeling als ten opzichte van de koppelingsdelen in de uitsparing daarin past.

5 Het effect van de pakking volgens de uitvinding is dat CIP (cleaning in place) mogelijk is en dat demontage minder vaak noodzakelijk is.

De afdichtstrip van de pakking volgens de uitvinding tenslotte, is voor toepassing in de voedingsmiddelen-10 industrie bij voorkeur vervaardigd uit een nitril-K-rubber.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-beelden. Daarbij toont: fig. 1 een doorsnede-aanzicht van een pakking 15 volgens de uitvinding in ingebouwde belaste toestand; figuren 2 en 3 aanzichten overeenkomstig fig.

1 van pakkingen volgens de uitvinding in onbelaste toestand; fig. 4 een aanzicht overeenkomstig fig. 1 van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding in ingebouwde 20 en belaste toestand; figuren 5 en 6 een afgesneden doorsnede-aanzicht van een pakking volgens de uitvinding in ingebouwde en belaste toestand, en fig. 7 een aanzicht in doorsnede van een onbelaste 25 pakking volgens fig. 6.

Overeenkomstige delen zijn in de figuren steeds met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

Fig. 1 toont een pakking 1 volgens de uitvinding, bestaande uit een afdichtstrip 5 en een stuitstrip 6, 30 welke is ingeklemd tussen delen 2 en 2'. De delen 2 en 2' worden door de stuitstrip 6 op afstand van elkaar gehouden, terwijl het de van de stuitstrip afgekeerde zijde begrenzende vlak 4 van de afdichtstrip 5 strokend aansluit op de vlakken 3 en 31 van de delen 2 en 2', 35 zodat er geen randen of holtes zijn, waarin vuil zich kan ophopen en indien de vlakken 3 en 3' deel uitmaken 87 0 1 7 7 \ ft» # -5- van buisbinnenwanden van een buis, de pakking in de buis geen extra stromingsweerstand veroorzaakt.

Fig. 2 toont een pakking 1 volgens de uitvinding in onbelaste toestand. De weergegeven uitvoeringsvorm 5 met een hoogte 8f een half zo grote breedte 10 en een radius 9 van ca. 3,5 x de hoogte en een grootste hoogte 11 van de afdichtstrip van 1,3 x de hoogte 8, waarbij de diepte 10 zodanig is gekozen, dat het volume van de afdichtstrip gelijk is aan dat van de in te nemen 10 ruimte in belaste toestand, blijkt goed te voldoen voor een afstand van de wand 3 tot de van de wand 3 afgelegen bovenrand van de afdichtring 5 van ongeveer 0,5 x de hoogte 8. .

Een andere uitvoeringsvorm, welke geschikt 15 is voor geringere drukken en aandrukkrachten, is weergegeven in fig. 3. Bij het samendrukken van de delen 5 en 5', sluit de V zich en vormen de vlakken 4 en 4' één vlak 4 (zoals in fig. 1). Daartoe zijn de vlakken 4 en 4' ten opzichte van het vlak, waarin zij in belaste toestand 20 dienen te liggen, enkele graden naar de buitenzijde van de V gedraaid.

Voor het verkrijgen van een strokende aansluiting is het van groot belang, dat de pakking in dwarsrichting exact is gepositioneerd.

25 Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij dit is bereikt, door de stuitstrip 6 te voorzien van een profilering 12 resp. 12', welke samenwerkt met een profilering 13 resp. 13' van de aangrenzende delen 2 resp. 2'. Dergelijke samenwerkende profileringen 12 30 resp. 12' en 13 resp. 13' aan beide zijden van de stuitstrip 6 bieden het aanvullende voordeel, dat de aangrenzende delen 2 en 2' ook ten opzichte van elkaar exact worden gepositioneerd. Dit waarborgt een nauwkeurig strokende aansluiting van het de van de stuitstrip 6 afgekeerde 35 zijde van de afdichtstrip 5 begrenzende vlak 4 op de wanden 3 en 3' van de aangrenzende delen 2 en 2'.

ε / c 1 7 71 W>' -6-

Pig. 5 toont een ringvormige uitvoeringsvorm van een pakking 1 volgens de uitvinding, waarbij de profilering 12 voor het positioneren in dwarsrichting is uitgevoerd als een flens. Opgemerkt dient te worden, 5 dat de flens in samenwerking met één van de aangrenzende delen 2, 2' slechts het verschuiven van de pakking 1 in de richting van de wanden 3, 3' verhindert, terwijl het verschuiven in tegenovergestelde richting niet wordt verhinderd. Bij een ringvormige uitvoerinsgvorm is dit 10 echter geen bezwaar, omdat het verschuiven van de pakking in een richting van de wanden 3, 3' af steeds door een flensgedeelte van een aan de tegenovergestelde zijde van de ring gelegen cirkelsegment wordt verhinderd.

Pig. 6 en 7 tonen een ringvormige uitvoeringsvorm 15 geschikt voor toepassing in een koppeling volgens genoemde ISO-norm, waarbij deze in fig. 6 in een dergelijke koppeling ingebouwd is weergegeven. De pakking 1 is voorzien van een profilering 12, 12' voor het positioneren in dwarsrichting, welke bestaat uit twee flenzen, welke samenwerken 20 met de delen 2 en 2'. Hiermee wordt niet alleen de pakking 1 axiaal gepositioneerd, maar worden ook de delen 2 en 2' ten opzichte van elkaar axiaal nauwkeurig gepositioneerd. De op deze wijze verkregen positionering is veel nauwkeuriger dan die welke uitsluitend door een moer 25 14 wordt verkregen, waarmee de delen 2 en 21 tegen elkaar worden gedrukt, zoals bij toepassing van bekende pakkingen volgens genoemde ISO-norm het geval is.

8 > ö 1 7 7 ΐ

Claims (9)

1. Pakking met een afdichtstrip uit rubberachtig elastisch vervormbaar materiaal, welke in langsrichting is gehecht aan een stuitstrip uit praktisch niet vervormbaar materiaal, waarbij de afdichtstrip in onbelaste toestand 5 wordt begrensd door zich van de stuitstrip naar een vrije zijde van genoemde afdichtstrip divergerend uitstrek-kende zijden, met het kenmerk, dat de afdichtstrip (5) in onbelaste toestand een zodanig dwarsdoorsnedeprofiel heeft, dat wanneer de afdichtstrip (5) zodanig tussen 10 twee platte vlakken wordt ingeklemd, dat deze elkaar benaderen tot op een afstand gelijk aan de hoogte (8) van de aan de stuitstrip (6) gehechte zijde van de afdichtstrip (5), de afdichtstrip (5) aan de vrije zijde (4) wordt begrensd door een rechte lijn.

2. Pakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dwarsdoorsnedeprofiel van de afdichtstrip (5) in onbelaste toestand een convexe vrije zijde (4) en een aan de stuitstrip (6) gehechte zijde met een hoogte van ongeveer twee maal de grootste afstand (10) van 20 de vrije zijde (4) tot de stuitstrip (6) heeft.

3. Pakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afdichtstrip (5) een V-vormig dwarsdoorsnedeprofiel heeft, waarbij beide benen worden gevormd door in hoofdzaak parallellogram-vormige elementen waarvan de vrije zijdes 25 (4, 4'), ten opzichte van het vlak waarin zij in belaste toestand dienen te liggen, enkele graden naar de respectieve buitenzijden van de V zijn gedraaid.

4. Pakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de hoogte (8) van de afdichtstrip (5) ter plaatse 30 van de aanhechting aan de stuitstrip (6) 3,4 mm is en dat de radius (9) van de convexe vrije zijde (4) Hf 9 mm is.

5. Pakking volgens één der voorgaande conclusies, f / (I 1 V 7 H -8- A met het kenmerk, dat de stuitstrip (6) is voorzien van een profilering (12, 12') welke samen kan werken met een profilering (13, 13') van aangrenzende delen (2, 2' ).

6. Pakking volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de strips concentrische ringen vormen, met het kenmerk, dat de profilering (12) van de stuitstrip (6) ten minste één flens (12) omvat.

7. Pakking volgens conclusie 6, met het kenmerk, 10 dat de stuitstrip (6) met de flenzen (12, 12') een T-profiel vormt, aan het uiteinde van het been waarvan, de rubber afdichtstrip (5) is gehecht.

8. Pakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdichtstrip (5) is vervaardigd 15 uit een nitril-K-rubber.

9. Losneembare koppeling (15) voor het verbinden van twee uiteinden van buisleidingen (16 en 16') hulpstukken of dergelijke apparaten met twee door lassen of krimpen met genoemde buisleidingen verbonden koppelingsdelen 20 (2 en 2'), waarvan het ene koppelingsdeel (2) is voorzien van een schroefdraad (19) en het andere koppelingsdeel (2') is voorzien van een buitenwaarts uitstekende flens (18), zodat beide koppelingsdelen met een moer (14) welke is voorzien van een met de schroefdraad (19) van 25 het ene koppelingsdeel (2) corresponderende schroefdraad en een met de flens (18) van het andere koppelingsdeel (2') corresponderende binnenwaarts uitstekende flens (21), naar elkaar toe draaibaar zijn, met tussen beide koppelingsdelen (2 en 2') een pakking (1) volgens één 30 der voorgaande conclusies op de stuitring (6) waarvan de axiaal naar elkaar toe uitstekende flenzen (17 resp. 17. van de koppelingsdelen (2 resp. 2') stuiten, waarbij de stuitring tevens is voorzien van flenzen (12 en 12') welke de axiaal uitstekende flenzen (17 en 17') met 35 een nauwe passing aan de buitenzijde omvatten en waarvan de aan de binnenzijde van de stuitring (6) gehechte 6701771 i -9- afdichtring (5), wanneer de moer is aangedraaid tot de koppelingsdelen (2 en 2') tegen de genoemde stuitring (6) stuiten, met zijn vrije zijde (4) een rechte strokende voortzetting van de wand (3 resp. 3') van de koppelingsdelen 5 {2 resp. 2') vormt. f> 7 (t 1 7 7 f