NL8701446A - Metalen houder met een uit de romp te vormen schenktuit. - Google Patents

Description

-1- 0 *

P HP/BH/92,TDV

METALEN HOUDER MET EEN UIT DE ROMP TE VORMEN SCHENKTUIT

De uitvinding heeft betrekking op een metalen houder voor een visceuze vloeistof, in het bijzonder geëvaporeerde melk.

Een dergelijke metalen houder bezit een aantal nadelen 5 vanwege de daarin opgenomen visceuze vloeistof. Tot nu toe werden in het deksel diametraal tegenover elkaar een schenkopening en een beluchtingsopening aangebracht. Het schenken en doseren van melk uit de schenkopenig is moeizaam, waarbij moeilijk melk is te doseren en verder het 10 deksel met de visceuze plakkerige vloeistof wordt besmeurd, welke resten indien niet snel verwijderd, verkleuren.

Onderzocht is of het schenkgedrag van dergelijke visceuze vloeistof kan worden verbeterd door in het deksel een zogenaamd "easy openingsysteem" aan te brengen. Een 15 dergelijk systeem bestaat uit een in de deksel aangebrachte kerf die een dekselreep bepaalt, welke m.b.v. een treklip kan worden verwijderd en daarbij een schenkopening achterlaat. Uit schenkproeven is echter gebleken dat bij een groot aantal schenkgat configuraties het schenk en 20 doseergedrag enigszins kan worden verbeterd, maar immer resten geëvaporeerde melk in de schouder van het deksel achterblijven. Een belangrijk probleem blijft echter het doseren van de melk indien de houder net tot onder het deksel is gevuld.

25 Verrassenderwijs is nu gevonden dat bij toepassing van het hiervoor beschreven easy openingsysteem het schenkgedrag aanmerkelijk kan worden verbeterd terwijl een bevuiling van het deksel in belangrijke mate kan worden vermeden, doordat door gebruik van een specifiek opgesteld en ingericht easy 30 openingsysteem na het verwijderen van de dekselreep, het ontstane schenkgat een naar elkaar toebewegen van de schenkgatranden mogelijk maakt en tegelijkertijd de £701446 γ -2- omtreksrand van de metalen houder, in het bijzonder het er direkt aangrenzende deel van de romp naar buiten toe uitstulpt onder vorming van een schenktuit. Terwijl tegelijkertijd het oorspronkelijk gevormde schenkgat in 5 hoofdzaak zich sluit.

De metalen houder voor een visceuze vloeistof, in het bijzonder geëvaporeerde melk omvat overeenkomstig de uitvinding een romp met een aan de romp bevestigd rond deksel, en een in het deksel aangebrachte kerf die een 10 dekselreep bepaald, welke dekselreep met behulp van een daaraan bevestigde treklip verwijderbaar is en een schenkgat in het deksel achterlaat, waarbij de romp, het deksel en het gevormde schenkgat zodanig zijn opgesteld en ingericht dat door in het vlak van het deksel, dwars op het dekselgat het 15 deksel samen te knijpen in het verlengde van het schenkgat in de romp een schenktuit zich vormt.

Om een voldoend grote schenktuit te vormen, terwijl de op te brengen knijpkrachten zo gering mogelijk moeten blijven, dient over een zo groot mogelijke lengte in het 20 deksel een schenkgat gevormd te worden. Dit wordt bij voorkeur bereikt indien de dekselreep een lengte bezit die groter is dan de straal van het ronde deksel en het middelpunt van het ronde deksel in de dekselreep ligt.

Indien de kerf uitsluitend in het terras van het 25 deksel is gelegen, kan de kerf achteraf na het op de romp felsen van het deksel daarin worden aangebracht, zonder dat op enigerlei wijze de kerf interfereert bij de bevestigingsbewerking, bijvoorbeeld een felsbewerking.

Indien volgens een andere uitvoeringsvorm de kerf zich 30 voortzet tot in de dekselrand, wordt het voordeel bereikt dat voor het vormen van de schenktuit minder kracht vereist is, omdat dekselmateriaal is weggehaald uit het dekselranddeel dat de schenktuit vormt, indien in dit geval de kerf de hoogte van de overgang van het terras van het 35 deksel naar de opstaande dekselrand is onderbroken, is het zelfs mogelijk om een dergelijke, onderbroken kerf aan te brengen tijdens de conversie bewerking van het deksel (d.w.z. aanbrengen van een easy-opening middelen).

8701446 -3- ·*

Een bijzonder voordelige houder wordt verkregen, indien bij voorkeur de kerf zich voortzet tot aan de vrije omtreksrand van het deksel. In dit geval is een maximale 5 hoeveelheid dekselmateriaal weggenomen uit het dekselranddeel waaruit de schenktuit wordt gevormd, zodat in dit geval een minimale samenknijpkracht vereist is. In dit geval is het echter noodzakelijk dat de kerf in het deksel wordt aangebracht in materiaal, alvorens daaruit het deksel 10 te vormen. Gebleken is echter dat met aangepaste gereedschappen dit realiseerbaar is.

De kerf kan een gesloten kromme zijn, ofwel bestaan uit twee kerfdelen die achter de treklip om met elkaar verbonden zijn, en vanaf de treklip naar de dekselrand toe 15 t.o.v. elkaar divergeren en tenslotte eindigen in convergerende, nabij of in de ópstaande, gefelsde dekselrand gelegen kerfdeeleinden. In dit laatste geval propageren de confergerende kerfdeeleinden een verder uitscheuren van een deel van het deksel.

20 Een verdere vermindering van de vereiste knijpkracht voor het vormen van de schenktuit kan worden verkregen, indien in de op de dekselreep aansluitende, dekselrand een knik is gevormd.

Genoemde en andere kenmerken van de metalen houder 25 volgens de uitvinding zullen verder worden verduidelijkt aan de hand van drie uitvoeringsvoorbeelden overeenkomstig de uitvinding, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening.

in de tekening zijn: 30 Fig. 1-5 aanzichten van de bovenzijde van de metalen houder volgens de uitvinding waarin tijdens het openmaken van de houder de schenktuit wordt gevormd;

Fig. 6-9 overeenkomstige aanzichten van een tweede uitvindingsvoorbeeld van de metalen houder volgens de 35 uitvinding; en

Fig. 10 - 12 overeenkomstige aanzichten van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een metalen houder volgens de uitvinding waarin een schenktuit is gevormd.

870 l M 6

F

-4- «»

Fig. 1-5 tonen een metalen houder 1 volgens de uitvinding. De houder 1, omvat een romp 2, b.v. van blik, met een daaraan gefelsd deksel 3, van b.v. aluminium. De felsverbinding is niet verder aangeduid, maar kan elke in de 5 techniek bekende felsverbinding zijn.

In het deksel 3 is een kerf 4 die een gesloten kromme vorm bezit, aangebracht en bepaalt een dekselreep 5 die verwijderbaar is met een treklip 6 die m.b.v. een klinknagel 7 is bevestigd aan de dekselreep 5.

10 Fig. 2 toont de situatie waarin de dekselreep 5 uit het deksel 3 is verwijderd en een schenkgat 8 is achtergebleven.

De kerf 4 bevindt zich uitsluitend in het vlakke, centrale, zogenaamde terras 9 van het deksel 3 en is omgeven 15 door de dekselrand 10. Dit betekent dat in fig. 2 het schenkgat 8 eindigt in de direkte nabijheid van de dekselrand 10.

Het schenkgat 8 ofwel de dekselreep 5 is zodanig opgesteld en ingericht, en bezit met name een lengte die 20 groter is dan de straal r van het deksel 3, terwijl het middelpunt M in de dekselreep 5 is gelegen, dat door samenknijpen van het deksel 3 volgens de pijlen 11 het aan het schenkgat 8 grenzende deel 12 van de dekselrand naar buiten toe uitstulpt en een schenktuit 13 vormt, die b.v. in 25 fig. 5 is getoond.

Omdat in het dekselranddeel 12 al het oorspronkelijke dekselmateriaal aanwezig is, kan de met de hand op te wekken samenknijpkracht te groot zijn. In dit geval is het voordelig dat overeenkomstig fig. 3 m.b.v. een stempel 14 en 30 een samenwerkend, van een oplegrand 15 voor de dekselrand 10 voorzien aambeeld 16 een knik 17 in het dekselrand deel 12 van de dekselrand 10 wordt aangebracht, welke in een met fig. 2 overeenkomende fig. 4 is getoond. De knik 17 is in hoofdzaak aan de binnenzijde van de dekselrand 10 35 aangebracht, terwijl de buitenzijde van de dekselrand 10 in hoofdzaak ongeschonden is. De knik 17 die in feite bedoeld is om ter hoogte van het dekseldeel 12 de dekselrand tot in 8701446 -5- 5 zijn "overcenterde" positie te brengen, leidt ertoe dat de samenknijpkr achten. overeenkomstig de pijlen 11 uit fig. 5 kleiner zijn om de schenktuit 13 te vormen.

Opgemerkt wordt dat tijdens het samenknijpen van het 5 deksel 3 en het vormen van de schenktuit 13 het oorspronkelijke schenkgat 8 in hoofdzaak wordt gesloten en slechts een beluchtingssleuf 18 en schenkopening 19 resteren.

Fig. 6-9 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van 10 een metalen houder 20 overeenkomstig de uitvinding. In dit geval zet de kerf 21 zich voort in de dekselrand 22, doch is onderbroken in de overgang tussen het terras 9 en de opstaande dekselrand 23. Welke overgang b.v. een verdiepte schouder 25 vormt.

15 Fig. 7 toont het verwijderen van dekselreep 5, waartoe tevens een deel 26 uit de opstaande dekselrand 23 behoort.

Als gevolg van bewegen en de richting van de pijlen 27 en 28 zal door metaalmoeheid een breuk optreden ter hoogte van de lijn 29. Omdat in dit geval een deel van het materiaal uit 20 de dekselrand is verwijderd, kan door knijpen in de richting van de pijlen 11 bij een geringe samenknijpkracht de schenktuit 13 worden gevormd, waarbij fig. 8 duidelijk toont dat ter hoogte van de schenkopening 19 een deel van de opstaande dekselrand is verdwenen.

25 Fig. 9 toont een variant van de houder 20 uit fig. 6 - 8, waarbij in dit geval een andere kerfvorm is gebruikt. De in het deksel 3 aangebrachte kerf 30 bestaat uit 2 kerfdelen 31 en 32 die achter de treklip 6 en de klinknagel 7 om met elkaar zijn verbonden en naar de dekselrand 10 toe t.o.v.

30 elkaar divergeren en eindigen in convergerende nabij of in de dekselrand eindigende kerfdeeleinden 33 en 34 die een voortgaand uitscheuren van de dekselreep 5 bevorderen. Overeenkomstig fig. 3 kan samenknijpkr acht ook in dit geval verminderd worden, door m.b.v. het stempel 14 en het daarmee 35 samenwerkende aambeeld 16 een knik 17 in het dekselrand 10 te vormen.

8701k46 -6- *

Tenslotte tonen fig. 10 - 12 een derde uitvoeringsvorm van de houder 35 overeenkomstig de uitvinding. In dit geval is in het deksel 3 een kerf 36 aangebracht die zich voortzet tot aan de vrije omtreksrand van het deksel 3, welke vrije 5 omtreksrand naar binnen toe is omgezet tot in de felsverbinding 37.

Fig. 11 toont dat na het verwijderen van de dekselreep 5 onder vorming van het schenkgat 8 verder een maximaal deel 38 uit de dekselrand 10 is weggenomen en in feite een naar 10 buiten toe omgezet deel 39 van de romp 2 resteert.

Door knijpen in de richting van de pijlen 11 uit fig. 12 wordt op eenvoudigerwijze de schenktuit 13 gevormd in de romp 2.

In dit geval is het echter voordelig dat de kerf 36 15 wordt gevormd in de schijfvormige dekselvormling waaruit vervolgens het deksel wordt gevormd.

Ofschoon in de uitvoeringsvoorbeelden uitsluitend een fels-verbinding tussen het deksel en de romp is beschreven, zal het duidelijk zijn, dat deksel en romp ook door middel 20 van andere, bekende techniek met elkaar verbonden kunnen zijn, zoals sealen met een kunststof (deksel)coating, solderen en dergelijke.

870 1 M 6

Claims (9)

1. Metalen houder voor een visceuze vloeistof, in het bijzonder geëvaporeerde melk, omvattende een romp met een aan de romp bevestigd rond deksel, en een in het deksel aangebrachte kerf die een dekselreep bepaald, welke 5 dekselreep met behulp van een daaraan bevestigde treklip verwijderbaar is en een schenkgat in het deksel achterlaat, waarbij de romp, het deksel en het gevormde schenkgat zodanig zijn opgesteld en ingericht dat door in het vlak van het deksel, dwars op het dekselgat het deksel samen te 10 knijpen in het verlengde van het schenkgat in de romp een schenktuit zich vormt.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de dekselreep een lengte bezit die groter is dan de straal van het ronde deksel en het middelpunt van het ronde deksel 15 in de dekselreep ligt.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de kerf uitsluitend in het terras van het deksel is gelegen.

4. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk 20 dat de kerf zich voortzet tot in de dekselrand.

5. Houder volgens conclusie l of 2, met het kenmerk dat de kerf zich voortzet tot aan de vrije omtreksrand van het deksel.

5 P HP/BH/92,TDV ·» -7-

6. Houder volgens conclusie 3-5, met het kenmerk dat 25 de kerf een gesloten kromme is.

7. Houder volgens conclusie 3-5, met het kenmerk dat de kerf bestaat uit 2 kerfdelen die achter de treklip om met elkaar verbonden zijn, en vanaf de treklip naar de dekselrand toe t.o.v. elkaar divergeren en tenslotte eindigen in 30 convergerende, nabij of in de opstaande, gefelsde dekselrand gelegen kerfdeeleinden.

8. Houder volgens conclusie 3-7, met het kenmerk dat in de op de dekselreep aansluitende, gefelsde dekselrand een knik is gevormd.

9. Houder volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat het deksel via een fels-verbinding met de romp is verbonden. 8701446