NL8700439A - Conditioned dough ball rising chamber - has transport system of two parallel endless belts in vertical loops with fixed horizontal C=section closed-end carriers - Google Patents
Conditioned dough ball rising chamber - has transport system of two parallel endless belts in vertical loops with fixed horizontal C=section closed-end carriers Download PDFInfo
- Publication number
- NL8700439A NL8700439A NL8700439A NL8700439A NL8700439A NL 8700439 A NL8700439 A NL 8700439A NL 8700439 A NL8700439 A NL 8700439A NL 8700439 A NL8700439 A NL 8700439A NL 8700439 A NL8700439 A NL 8700439A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- conveyor belts
- belts
- cylinders
- conveyor
- dough pieces
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A21—BAKING; EDIBLE DOUGHS
- A21C—MACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
- A21C13/00—Provers, i.e. apparatus permitting dough to rise
- A21C13/02—Provers, i.e. apparatus permitting dough to rise with endless conveyors, e.g. for moving the dough pieces progressively through the prover
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)
Abstract
Description
VV
N486/JS/mk L.C. Bakkerijtechniek (v.o.f.)N486 / JS / mk L.C. Bakery technology (v.o.f.)
WeertWeert
Kast voor het laten rijzen van deegstukken.Cupboard for proving dough pieces.
55
De uitvinding heeft betrekking op een kast voor het continu achter elkaar laten rijzen van stukken deeg, bijvoorbeeld in de vorm van bollen of rollen, in hoofdzaak bestaande uit een geklimatiseerdê ruimte en middelen om 10 stukken deeg zo lang te verplaatsen tot de ingevoerde porties voldoende zijn gerezen.The invention relates to a cupboard for continuously proving pieces of dough in succession, for example in the form of spheres or rolls, mainly consisting of an air-conditioned space and means for moving 10 pieces of dough until the introduced portions are sufficient. risen.
In een dergelijke "rijskast" verblijft een stuk deeg, bijvoorbeeld bestemd voor het bakken van een brood, gedurende een zeer bepaalde tijd onder een gespecificeerde 15 temperatuur en vochtigheid; daarbij verblijft een aantal deegstukken gelijktijdig in de kast. Aan één zijde worden de deegstukken (met gist) continu toegevoérd en op een andere plaats worden de gerezen bollen uit de kast verwijderd. De temperatuur in de kast bedraagt bijvoorbeeld 20 30° C bij 80 a 85% relatieve vochtigheid.In such a "proofer" a piece of dough, for instance intended for baking a bread, remains under a specified temperature and humidity for a very specific time; a number of dough pieces remain in the cupboard simultaneously. On one side, the dough pieces (with yeast) are continuously fed and in another place, the proofed spheres are removed from the cabinet. The temperature in the cabinet is, for example, 20 30 ° C at 80 to 85% relative humidity.
Het is zaak dat tijdens het rijzen de stukken deeg regelmatig gedraaid en gekeerd worden, om te vermijden dat er een huidje om het deegstuk ontstaat. Dit huidje is nadelig bij navolgende bewerkingen waarbij het deegstuk 25 eerst dun uitgerold en daarna opgerold wordt, én deze rol vervolgens, al of niet in een vorm, in een oven tot een brood wordt gebakken. Wanneer nl. een huidje om het deegstuk aanwezig is krijgt het brood niet de gewenste homogene structuur.It is important that the dough pieces are turned and turned regularly during the proving process, in order to prevent skin from forming around the dough piece. This skin is disadvantageous in subsequent operations in which the dough piece 25 is first rolled thin and then rolled up, and this roll is then baked, in a mold or otherwise, into a bread in an oven. When there is a skin around the dough piece, the bread does not get the desired homogeneous structure.
30 Volgens de bekende stand van de techniek worden de deegstukken in zogenaamde "schommels" hangend aan een eindloos transportsysteem, in de kast verplaatst. Het is daarbij gebruikelijk om ergens in het traject de deegstukken uit de schommels te laten vallen en over een hellend 35 traject te laten rollen om de huidvorming zoveel mogelijk tegen te gaan. Het "vallen" heeft evenwel een nadeel, name- 11.12.1986 5700439 . 4 ...According to the known prior art, the dough pieces are moved in the cabinet in so-called "swings" hanging from an endless transport system. It is usual in this case to drop the dough pieces from the swings somewhere in the range and to roll them over an inclined section in order to counteract the skin formation as much as possible. However, the "fall" has a drawback, namely 11.12.1986 5700439. 4 ...
N486/JS/mk -2- lijk dat een mechanische botsingskracht wordt uitgeoefend ten gevolge waarvan koolzuur uit het gerezen deegstuk ontsnapt, hetgeen nadelig is voor het verder rijzen daarvan.N486 / JS / mk-2 - that a mechanical impact force is exerted as a result of which carbon dioxide escapes from the proofed dough piece, which is detrimental to its further proofing.
Bij de bekende inrichtingen zijn de deegschom-5 mels zodanig aan een transportmiddel (band of ketting) bevestigd dat het deegstuk tijdens het transport ten opzichte van de schommel stil ligt.In the known devices, the dough swings are attached to a transport means (belt or chain) in such a way that the dough piece is stationary relative to the swing during transport.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, uitgaande van de bekende stand van de techniek, waarbij 10 stilligende stukken deeg in "schommels" worden voortbewogen, de deegstukken tijdens de verplaatsing voldoende in beweging te houden om de vorming van een huidje te voorkomen; bovendien is een doel van de uitvinding het gehele transportsysteem zodanig te vereenvoudigen dat het minder 15 gewenste "laten vallen" en het navolgende rollen van de deegstukken niet meer nodig is.The object of the present invention is, based on the prior art, in which 10 stationary pieces of dough are moved in "swings", to keep the pieces of dough moving during the movement sufficiently to prevent the formation of a skin; moreover, an object of the invention is to simplify the entire transport system in such a way that the less desirable "dropping" and the subsequent rolling of the dough pieces is no longer necessary.
Een rijskast volgens de uitvinding waarmee dit doel wordt bereikt bestaat in hoofdzaak uit een geklimati-seerde ruimte waarin een transportsysteem met meerdere dra-20 gers voor deegstukken, voor het doorvoeren van deze stukken door de kast, aanwezig is en is daardoor gekenmerkt dat het transportsysteem bestaat uit twee evenwijdige, eindloze, op enige afstand van elkaar geplaatste transportbanden waartussen zich meerdere holle, aan de einden gesloten, prak-25 tisch horizontaal liggende cilinders bevinden die door de transportbanden gedragen worden en daaraan zodanig bevestigd zijn dat zij ten opzichte van de transportbanden tijdens het transport steeds dezelfde stand innemen, welke cilinders een, praktisch evenwijdig aan de cilinderas lopende 30 langsspleet hebben die iets breder is dan een gerezen deegstuk en aan de buitenkant van de transportbanden ligt en waarbij de transportbanden over een gedeelte van het transporttraject, langs praktisch verticale banen achtereenvolgens gevoerd worden over geleiderollen die zich op ver-35 schillende hoogten bevinden.A proofer according to the invention with which this object is achieved mainly consists of an air-conditioned space in which a transport system with several carriers for dough pieces, for passing these pieces through the cupboard, is present and characterized in that the transport system consists of two parallel, endless, spaced-apart conveyor belts, between which there are a plurality of hollow, closed-ended, practically horizontal cylinders carried by the conveyor belts and attached thereto such that they are relative to the conveyor belts during transport always take the same position, which cylinders have a longitudinal slit running substantially parallel to the cylinder axis, which is slightly wider than a proofed dough piece and lies on the outside of the conveyor belts, and the conveyor belts along a part of the conveying path, along vertical strips lined successively Wed. over guide rollers located at different heights.
De transportbanden bewegen zich volgens de uit- 11.12.1986 fi 7 A ü Λ 3 0 w * '-«· 'J i ui? * N486/JS/mk -3- vinding aan weerszijden van een geleiderol verticaal in tegengestelde richting. Doordat de cilinders waarin zich een deegstuk bevindt een vaste positie hebben ten opzichte van 5 de transportband zullen de deégstukken wanneer de transportband de geleiderollen passeert zich in dwarsrichting verplaatsen over de binnenzijde van de cilinder van de ene kant naar de andere kant. Door deze beweging wordt het vormen van een huidje om de deegstukken voorkomen. Vanzelf-10 sprekend is het daarbij nodig dat de deegstukken niet uit de cilinders vallen en derhalve bevindt de spleet in de cilinders, die iets breder is dan de dikte van een gerezen ‘ deegstuk zich aan de buitenkant van de transportbanden.The conveyor belts move according to the 11.12.1986 fi 7 A ü Λ 3 0 w * '- «·' J i ui? * N486 / JS / mk -3- invention on both sides of a guide roller vertically in opposite direction. Because the cylinders in which a dough piece is located have a fixed position relative to the conveyor belt, when the conveyor belt passes the guide rollers the dough pieces will move transversely across the inner side of the cylinder from one side to the other. This movement prevents the skin from forming around the dough pieces. Needless to say, it is necessary that the dough pieces do not fall out of the cylinders, and therefore the gap in the cylinders, which is slightly wider than the thickness of a proofed dough piece, is on the outside of the conveyor belts.
Onder de buitenkant van de transportbanden wordt die kant 15 van de banden verstaan die in de verticale bewegingsstukken van de banden aan de buitenzijde ligt. Bij het passeren van een geleiderol zijn de langsspleten van de cilinders dus steeds naar boven gericht. Het beladen van de cilinders met een deegstuk kan derhalve plaatsvinden op een willekeurige 20 plaats waar de spleet naar boven gericht is. Daar het transportsysteem eindloze banden heeft is het hoodzakelijk dat op een gegeven plaats aan het einde van het "rijstra-jeet" de band terugloopt naar het begin. Dit terugloopge-deelte zal in het algemeen horizontaal zijn en op dit ge-25 deelte zijn de spleten van de cilinders, ook naar buiten gericht ten opzichte van de transportband hetgeen betekent dat zij daar aan de benedenkant van de cilinders liggen. Op dit stuk kunnen dus de deegstukken, die intussen gerezen zijn, de cilinders verlaten. Zij kunnen dan bijvoorbeeld op 30 een transportband opgevangen en verder bewerkt worden.The outside of the conveyor belts is understood to mean that side 15 of the belts which lies in the vertical movement parts of the belts on the outside. When passing a guide roller, the longitudinal slits of the cylinders are always directed upwards. Loading of the cylinders with a dough piece can therefore take place at any place where the slit is directed upwards. Since the conveyor system has endless belts, it is essential that at some point at the end of the "rice race" the belt returns to the beginning. This return section will generally be horizontal and on this section the slits of the cylinders are also directed outwardly relative to the conveyor belt, which means that they lie there on the bottom of the cylinders. The dough pieces, which have now been proofed, can thus leave the cylinders on this piece. They can then, for example, be collected on a conveyor belt and processed further.
Hoewel in het bovenstaande steeds gesproken is van transportbanden zijn ook de equivalenten van deze banden, bijvoorbeeld kettingen of snaren voor een rijskast volgens de uitvinding bruikbaar. De verbinding tussen de 35 cilinders en de transportbanden kan op velerlei wij zen uitgevoerd worden. Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm 11.12.1986 £ 7 0 0 ^ 3 δ * N486/JS/mk -4- welke de voorkeur verdient, bevinden zich op de eindvlakken van de cilinders twee, ongeveer evenwijdig aan de cilin-deras verlopende uitstekende draagpennen gelegen aan weerszijden van een vlak door de cilinderas en de 5 middenlijn van de langsspleet. Deze draagpennen kunnen rusten en eventueel vast verbonden zijn aan de buitenkant van de transportbanden. Daar de transportbanden echter om de leidrollen lopen is het in vele gevallen gewenst dat de verbinding van de draagpennen met de transportband niet 10 geheel vast is. Immers bij het buigen van de transportband om een geleiderol is de lengte van het boogdeel dat op de geleiderol rust groter dan de afstand tussen de draagpennen in een recht stuk. Om dit verschil op te vangen kunnen bijvoorbeeld de draagpennen aan de transportband verbonden 15 zijn door plaatsing in beugels met een iets grotere diameter dan de diameter van de draagpennen. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm hebben overeenkomstige geleide-rollen van een transportband aan de ene zijde een iets andere diameter dan de geleiderollen van de transportband 20 aan de andere zijde van de cilinders. Daardoor zal de stand van de cilinders niet meer geheel horizontaal zijn maar over een bepaald gedeelte van het transporttraject enigszins hellend. De deegstukken kunnen zich daardoor niet alleen in de dwarsrichting in de cilinder verplaatsen maar 25 ook in de lengterichting hetgeen nog een verdere vermindering van de vorming van een huidje om een deegstuk geeft.Although the above has always referred to conveyor belts, the equivalents of these belts, for example chains or belts for a proofer according to the invention, can also be used. The connection between the 35 cylinders and the conveyor belts can be made in many ways. According to a simple embodiment 11.12.1986 £ 7 0 0 ^ 3 δ * N486 / JS / mk -4-, there are two protruding support pins extending approximately parallel to the cylinder axis and on the end faces of the cylinders. either side of a plane through the cylinder axis and the centerline of the longitudinal slit. These support pins can rest and may be permanently attached to the outside of the conveyor belts. However, since the conveyor belts run around the guide rollers, it is in many cases desirable that the connection of the carrying pins with the conveyor belt is not completely fixed. After all, when bending the conveyor belt around a guide roller, the length of the arc part resting on the guide roller is greater than the distance between the support pins in a straight section. To compensate for this difference, the carrying pins can for instance be connected to the conveyor belt by placing in brackets with a slightly larger diameter than the diameter of the carrying pins. According to a preferred embodiment, corresponding guide rollers of a conveyor belt on one side have a slightly different diameter than the guide rollers of the conveyor belt 20 on the other side of the cylinders. As a result, the position of the cylinders will no longer be completely horizontal, but will be slightly inclined over a certain part of the transport path. The dough pieces can hereby not only move in the transverse direction in the cylinder, but also in the longitudinal direction, which further reduces the formation of a skin around a dough piece.
De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een tekening waarin: figuur 1 schematisch een geheel transporttraject 30 weergeeft; figuur 2 een aanzicht geeft van een deel van een stel transportbanden en een daartussen liggende cilinder en figuur 3 een voorkeursuitvoeringsvorm geeft van een transportband en een cilinder.The invention will now be elucidated on the basis of a drawing in which: figure 1 schematically represents an entire transport path 30; Figure 2 shows a view of a part of a set of conveyor belts and a cylinder lying between them, and Figure 3 shows a preferred embodiment of a conveyor belt and a cylinder.
35 In figuur 1 is met 1 een transportband aange- 11 .12.1986 ί y ü wj w ï N486/JS/mk -5- duid aan een zijde van het transporttraject. De andere transportband ligt achter het vlak van tekening en is praktisch evenwijdig aan de transportband 1. De transportband 1 beweegt zich over een aantal geleiderollen 2 in 5 de met de pijlen aangegeven richting. Met 3 zijn de cilinders aangegeven die zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekken tussen de transportband 1 en de aan de andere zijde gelegen, niet getoonde transportband. Op de eind-vlakken van deze cilinders. 3 die de ruimte binnen de 10 cilinders afsluiten bevinden zich draagpennen 4 die aan de buitenzijde van de transportband 1 liggen en daaraan zodanig bevestigd zijn dat, zoals uit de tekening blijkt, de plaats van de in de cilinders aanwezige langsspleten 5 steeds aan de buitenzijde van de transportband is. Met 15 6 zijn de deegstukken aangeduid die zich ih de cilinders 3 bevinden. Zoals uit de tekening blijkt bewegen deze deegstukken 6 zich tijdens het passeren van een geleiderol in de verticale gedeelten van de transportband van de ené zijde van de cilinders 3 in dwarsrichting naar de andere 20 zijde. Zij kunnen echter de cilinders niet verlaten voordat de band 1 in het horizontale deel aangekomen is. Bij het begin van dit horizontale deel kunnen zij uit de cilinders 3 op de transportband 7 vallen . In het horizontale gedeelte van de transportband bevinden zich dus 25 enkele lege cilinders. In de tekening vindt het beladen van de cilinders bij 8 plaats.In Fig. 1, a conveyor belt is indicated with 1 on one side of the conveying path. 11 .12.1986 ί y ü wj w ï N486 / JS / mk -5. The other conveyor belt lies behind the plane of the drawing and is practically parallel to the conveyor belt 1. The conveyor belt 1 moves over a number of guide rollers 2 in the direction indicated by the arrows. Number 3 indicates the cylinders extending perpendicular to the plane of the drawing between the conveyor belt 1 and the conveyor belt (not shown) located on the other side. On the end faces of these cylinders. 3, which close off the space within the 10 cylinders, support pins 4 lie on the outside of the conveyor belt 1 and are attached thereto such that, as appears from the drawing, the location of the longitudinal slits 5 present in the cylinders is always on the outside of the conveyor is. The dough pieces which are located in the cylinders 3 are indicated by 15. As appears from the drawing, these dough pieces 6 move in the vertical parts of the conveyor belt from one side of the cylinders 3 in the transverse direction to the other side while passing a guide roller. However, they cannot leave the cylinders until the belt 1 has arrived in the horizontal part. At the beginning of this horizontal part they can fall from the cylinders 3 onto the conveyor belt 7. In the horizontal part of the conveyor belt there are thus 25 single empty cylinders. In the drawing, the loading of the cylinders takes place at 8.
In figuur 2 zijn met 11 twee evenwijdige transportbanden aangeduid die zich over geleiderollen 12 bewegen. Met 13 is een cilinder aangeduid voorzien van een 30 langsspleet 14 die zich in ongeveer horizontale richting tussen de banden 11 uitstrekt. Op de eindvlakken 15 van de cilinder 13 zijn draagpennen 16 aangebracht die op de transportbanden 11 bevestigd zijn. Volgens deze getoonde uitvoering bevinden de pennen zich aan weerszijden van het 35 vlak door de as van de cilinder 13 en het midden van de 11.12.1986In Figure 2, 11 denotes two parallel conveyor belts that move over guide rollers 12. 13 denotes a cylinder provided with a longitudinal slit 14 which extends in approximately horizontal direction between the belts 11. Support pins 16 are mounted on the end surfaces 15 of the cylinder 13 and are mounted on the conveyor belts 11. According to this embodiment shown, the pins are located on either side of the plane through the axis of the cylinder 13 and the center of the 11.12.1986
670C4?S670C4? S
VV
N486/JS/mk -6- spleet 14. Dit is echter niet in alle gevallen noodzakelijk. Er moet slechts voor gezorgd worden dat de cilinder 13 zich ten opzichte van de transportbanden 11 steeds in dezelfde positie bevindt. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd 5 worden volgens de uitvoeringsvorm die in figimr 3 is weergegeven. De draagpennen 16 zijn hier aan de transportband 11 bevestigd door middel van de beugels 17. Onder deze beugels hebben de draagpennen 16 enige speling die, zoals boven reeds uiteengezet is, gewenst is om bij het passeren 10 van een geleiderol wringing van de transportband en de cilinders te voorkomen.N486 / JS / mk -6- slit 14. However, this is not necessary in all cases. It is only necessary to ensure that the cylinder 13 is always in the same position relative to the conveyor belts 11. This can be realized, for example, according to the embodiment shown in Fig. 3. The carrier pins 16 are here attached to the conveyor belt 11 by means of the brackets 17. Under these brackets, the carrier pins 16 have some play which, as has already been explained above, is desired to cause twisting of the conveyor belt and the cylinders.
In figuur 2 is aan de linkerzijde met stippellijnen een geleiderol aangeduid die een iets grotere dia-i meter heeft dan de overeenkomstige geleiderol 12 aan de 15 rechterzijde. Daardoor kan de cilinder 13 een iets van de horizontale stand afwijkende positie innemen hetgeen, zoals boven reeds uiteengezet is, een verdere vermindering van de huidvorming mogelijk maakt. In figuur 2 is met een gebroken lijn nog een deegstuk 18 aangeduid.In figure 2 a guide roller is indicated on the left-hand side by dotted lines and has a slightly larger diameter than the corresponding guide roller 12 on the right-hand side. As a result, the cylinder 13 can assume a position deviating slightly from the horizontal position, which, as has already been explained above, allows a further reduction of the skin formation. In Figure 2, a broken line 18 indicates another dough piece 18.
20 11.12.1986 ft ? η Γί~ ά ' v * V y »- *·’ *20 11.12.1986 ft? η Γί ~ ά 'v * V y »- * ·’ *
Claims (4)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700439A NL8700439A (en) | 1987-02-23 | 1987-02-23 | Conditioned dough ball rising chamber - has transport system of two parallel endless belts in vertical loops with fixed horizontal C=section closed-end carriers |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700439 | 1987-02-23 | ||
NL8700439A NL8700439A (en) | 1987-02-23 | 1987-02-23 | Conditioned dough ball rising chamber - has transport system of two parallel endless belts in vertical loops with fixed horizontal C=section closed-end carriers |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8700439A true NL8700439A (en) | 1988-09-16 |
Family
ID=19849611
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8700439A NL8700439A (en) | 1987-02-23 | 1987-02-23 | Conditioned dough ball rising chamber - has transport system of two parallel endless belts in vertical loops with fixed horizontal C=section closed-end carriers |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8700439A (en) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0488439A1 (en) * | 1990-11-27 | 1992-06-03 | WERNER & PFLEIDERER-HATON B.V. | Proving chamber comprising an endless conveying system and carriers connected therewith |
EP0709029A1 (en) * | 1994-10-26 | 1996-05-01 | Kaak, Johan Hendrik Bernard | Case for temporarily storing pieces of dough |
-
1987
- 1987-02-23 NL NL8700439A patent/NL8700439A/en not_active Application Discontinuation
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0488439A1 (en) * | 1990-11-27 | 1992-06-03 | WERNER & PFLEIDERER-HATON B.V. | Proving chamber comprising an endless conveying system and carriers connected therewith |
EP0709029A1 (en) * | 1994-10-26 | 1996-05-01 | Kaak, Johan Hendrik Bernard | Case for temporarily storing pieces of dough |
NL9401778A (en) * | 1994-10-26 | 1996-06-03 | Kaak Johan H B | Cupboard for temporarily storing dough pieces. |
US5692434A (en) * | 1994-10-26 | 1997-12-02 | Johan Hendrik Bernard Kaak | Case for temporarily storing pieces of dough |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3324987A (en) | Device for transferring discrete pieces of material from a feed conveyor to a transport conveyor | |
US4231470A (en) | Conveyor system | |
US5440974A (en) | Croissant dough-piece bending apparatus | |
AU2016250052A1 (en) | Device for transporting objects and conveying and weighing device provided with such transporting devices | |
US3570651A (en) | Conveyor system | |
NL1009569C2 (en) | Endless conveyor. | |
NL8000895A (en) | Device for producing a number of trapezoidal pieces of dough from the same dough with the same orientation. | |
NL8700439A (en) | Conditioned dough ball rising chamber - has transport system of two parallel endless belts in vertical loops with fixed horizontal C=section closed-end carriers | |
US4210074A (en) | Condiment applying apparatus and method | |
NL8902732A (en) | TRANSPORTER FOR A TREATMENT PLANT. | |
US4565277A (en) | Dough tray for a pre-proofer | |
US4279201A (en) | Garment rack system | |
NL9100785A (en) | DEVICE FOR TAKING-IN, CASE-TRANSPORTING AND DELIVERING OBJECTS SUCH AS EGGS. | |
AU714780B2 (en) | Apron conveyor | |
CS209875B2 (en) | Device for the heat processing of generated particularly porous objects | |
US3027994A (en) | Bread and roll cooler | |
NL9201762A (en) | Sorting conveyor with magnetic discharge. | |
NL8004500A (en) | DEVICE FOR SLIDING SLIDES OF BAKED PRODUCTS, IN PARTICULAR INCUBATING ON A CONVEYOR BELT. | |
US3478705A (en) | Proofers and ovens for bread products | |
US3196811A (en) | Oven loader | |
US2626700A (en) | Oven conveyer having guided trays | |
US20030047420A1 (en) | Method and apparatus for conditioning feeder chains in commercial baking ovens | |
JP3069142B2 (en) | Device for adjusting the length of the dough cord | |
SU1183038A1 (en) | Arrangement for mounting dough pieces of national grade articles | |
EP3232792B1 (en) | Roller system for laminated products |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |