NL8602366A - Wattenstok of -tip voor het appliceren van een vloeistof. - Google Patents

Description

« /, NO 34020 »

Wattenstok of -tip voor het appliceren van een vloeistof.

De uitvinding heeft betrekking op een wattenstok of -tip bestaande uit een holle staaf, die aan uiteinde is voorzien van een prop of dot 5 van vloeistof absorberend en afgevend materiaal, zoals een dot watten.

Een dergelijke wattenstok is algemeen bekend. Zij worden in zeer grote aantallen gebruikt overal daar waar vloeistoffen moeten worden aangebracht, zowel voor medische toepassingen, cosmetische toepassingen alsook ingeschreven toepassingen.

10 Deze bekende wattenstok of -tip bestaat uit een holle staaf, waarop een dot watten is bevestigd. Het hol zijn van de staaf heeft daarbij geen functie. Vödr het aanbrengen van een vloeistof met behulp van de wattenstok wordt de dot watten bevochtigd door deze in aanraking te brengen met vloeistof, die zich bevindt in een fles of pot. De gebruike-15 lijke wattenstok heeft aan het van een dot watten voorziene einde + 0,2 ml nodig om kletsnat te zijn. Bij onderdompeling in de inhoud van een fles komt de dot watten echter in aanraking met een grotere hoeveelheid vloeistof. Dit betekent, dat druppels van de dot watten afvallen.

Bovendien moet de persoon, die met de wattenstok een handeling wil 20 uitvoeren, zowel de wattenstok alsook de fles hanteren. Bovendien is vervuiling en besmetting van de inhoud een reëel gevaar. Door verdampen van de inhoud treden concentratieveranderingen op. De fles is onveilig voor kinderen.

Bovendien is een nauwkeurige beheersing van de aan te brengen 25 hoeveelheid vloeistof en het vermijden van morsen vrijwel onmogelijk.

Als alternatieven zijn bekend: 1. Het met de vingers bevochtigen van een grotere prop watten in een de vloeistof bevattende schaal, het zgn. deppen of met een de vloeistof bevattende fles.

30 2. Het in vloeistof gedrenkte doekje of gaasje. Deze komen voor kant en klaar verpakt in aluminiumfolie.

3. Het hanteren van een penseeltje, dat vaak is bevestigd aan het uiteinde van een steel, die aan de dop van een fles is bevestigd.

Hierbij wordt de inhoud van de fles reeds na eenmalig gebruik besmet.

35 In al deze gevallen kan morsen resp. vuil worden van de omgeving veelal niet worden vermeden.

Doel van de uitvinding is nu een wattenstok te verschaffen, waarbij zich deze bezwaren niet meer voordoen.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de 40 holle staaf althans een deel vormt van een vloeistofreservoir of daarop 8602366 4 -5 2 is aangesloten, doordat het vloeistofreservoir een vervormbaar wandge-deelte heeft en doordat het vloeistofreservoir van de watten is gescheiden door een verbreekbaar membraan.

Volgens de uitvinding is de bekende wattenstok dus nu gecombineerd 5 met een reservoir waarin zich de voor een bepaald doel gewenste vloeistof bevindt, welk reservoir is gescheiden van de dot watten. Voordat de wattenstok wordt gebruikt, is de dot watten droog.

Pas wanneer de vloeistof moet worden aangebracht, vindt verbreking van het membraan plaats en wordt de vloeistof uit het reservoir gedrukt 10 in de dot watten en het zal duidelijk zijn, dat de hoeveelheid vloeistof dan een nauwkeurig van te voren bepaalde hoeveelheid kan zijn.

Het vervormbare reservoir kan bestaan uit de holle staaf zelf danwel uit een op het uiteinde van de holle staaf te plaatsen vervormbare ballon, die alleen danwel in combinatie met de holle staaf het reservoir 15 kan vormen.

Het membraan kan bestaan uit een materiaal, dat de druk kan weerstaan van een vloeistofkolom met een hoogte, die gelijk aan of groter is dan de lengte van de staaf plus de eventueel daarop volgende lengte van de ballon en met de soortelijke massa van de vloeistofinhoud, welk mate-20 riaal bij overschrijding van die druk vervormt en opent. Uiteraard dient het materiaal van het membraan bestand te zijn tegen drukschommelingen, die voortvloeien uit temperatuurschommelingen en veranderingen van de atmosferische druk. Dit openen kan plaatsvinden doordat het membraan alsgevolg van de drukverhoging scheurt of doordat het membraan wordt 25 geperforeerd doordat het uitbuigt en daarbij in contact komt met een vast opgestelde scherpe punt.

In beide gevallen behoeft men dus slechts een wattenstok volgens de uitvinding uit een voorraad of verpakking te nemen en op het vervormbare reservoir te drukken, waarna de inhoud uit het reservoir vrijkomt en de 30 dot watten bevochtigt.

Denkbaar is echter ook, dat is voorzien in een verplaatsbaar scherp voorwerp van zodanige vorm en afmetingen, dat daarmede het membraan kan worden doorgeprikt. De eenvoudigste uitvoering van een dergelijk scherp voorwerp is een naald, die door de watten heen in het membraan wordt 35 gestoken.

Het membraan kan zich bevinden aan het de watten dragende einde van de holle staaf. Het kan een integraal deel vormen van de holle staaf, maar kan ook bestaan uit een dun vlies, bijvoorbeeld van kunststof, dat over het uiteinde van de staaf is gespannen en vastgelegd en waarover-40 heen zich de watten bevinden.

8602366 * 3

Het membraan kan zich ook bevinden nabij het uiteinde van de staaf waarop de ballon is aangesloten en wel als integraal deel van de staaf, als over het uiteinde gespannen vlies, danwel als deel van de ballon.

Het volume van de ballon kan in wezen gelijk zijn aan het absorp-5 tieveraogen van de dot watten. Een en ander wordt echter mede bepaald door de aard van de te gebruiken vloeistof en de gewenste mate van de bevochtiging van de watten.

Doorgaans zal men staaf, dot watten en ballon als één geheel, gevuld met een bepaalde vloeistof, in het verkeer brengen.

10 Denkbaar is echter ook, dat het vloeistofreservoir losneembaar is gekoppeld met de staaf en aan het gedeelte, dat op de staaf aansluit, is voorzien van het membraan en de staaf is voorzien van een deel, dat het membraan kan verbreken. Men kan dan telkens een nieuw reservoir aanbrengen. De verbinding tussen de holle staaf en het vloeistofreser- 15 voir kan daarbij een schuifverbinding zijn danwel een schroefverbinding.

Een groot aantal behandelingen kan met de wattenstok volgens de uitvinding thans op eenvoudige wijze morsvrij, hygiënisch en met beheersing van de hoeveelheid, worden gehanteerd voor allerlei toepassingen.

20 Voorbeelden zijn desinfecterende stoffen, zoals jodium en alcohol; vettende en ontvettende stoffen, zoals olie, ether, aceton, zeep; geneesstoffen; etsende stoffen, stoffen voor het reinigen van een film; stoffen voor cosmetische doeleinden, zoals huidverzorging, verwijdering van nagellak enz.; alsmede lijmen, verven, inkten enz.

25 Aangezien het bij vele toepassingen gaat om een gestandaardiseerde vloeistofhoeveelheid van bijvoorbeeld 0,1 tot 0,2 ml is denkbaar te werken met een standaard wattenstok volgens de uitvinding, die dient te zijn voorzien van de geschikte vloeistoffen en met die vloeistof en verpakking met aanwijzingen in het verkeer kan worden gebracht. De staaf 30 kan zijn voorzien van een kleurcodering of van een label.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die een aantal uitvoeringsvormen schematisch in doorsnede weergeven.

Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm.

35 Fig. 2 toont een deel van de wattenstok volgens de uitvinding als variant op de uitvoering van fig. 1.

Fig. 3 toont een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm.

Fig. 4 en 5 tonen uitvoeringsvormen met middelen voor het doorprikken van de membraan.

40 Fig. 6 en 7 tonen uitvoeringsvormen met losneembaar reservoir.

8602366 4

Fig. 8 toont de meest eenvoudige uitvoeringsvorm.

De uitvoeringsvorm van fig. 1 bestaat uit een holle staaf 1 of buisje, dat op bekende wijze aan een uiteinde voorzien is van een dot watten. In het buisje bevindt zich een membraan 3. Aan het tegenover 5 gelegen einde bevindt zich een uit soepel kunststof bestaande ballon 4, die samen met de holle staaf 1 het reservoir vormt. De ballon kan één geheel met het staafje zijn wanneer beide bijvoorbeeld uit kunststof zijn vervaardigd, maar de ballon kan ook op het uiteinde van de staaf zijn geklemd of gelijmd.

10 Deze uitvoering kan zodanig zijn, dat bij knijpen in de ballon 4 de druk op het membraan 3 zodanig groot wordt, dat deze scheurt danwel wordt losgetrokken van de rand 5 waar deze tegenaan is geplakt, waarna verplaatsing naar de watten toe kan plaatsvinden, zodanig, dat de vloeistof uit het reservoir in de watten kan treden.

15 De uitvoeringsvorm van fig. 2 verschilt van die van fig. 1 doordat in het uiteinde van de holle staaf 1 een scherpe punt 6 is bevestigd, die zich op korte afstand van het membraan 3 bevindt. Wordt bij deze uitvoeringsvorm in de ballon geknepen dan zal het membraan tegen de scherpe punt 6 aan worden gedrukt en scheuren, zodat de vloeistof naar 20 de watten toe kan stromen.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 3 is de holle staaf 1 voorzien van een opgeklemde ballon 4 en een dot watten 2. Over het de watten dragende uiteinde van de staaf 1 is een dunne kunststoffoelie 7 gespannen en op het uiteinde vastgelegd door lijmen of klemmen. Bij indrukken van de 25 ballon 4 zal deze dunne kunststoffoelie openscheuren, zodat de inhoud in de dot watten terecht komt.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 4 is de holle staaf 1 met ballon 4 voorzien van een membraan 3. Op het einde waarin zich het membraan 3 bevindt is een doorlaatbare prop van schuimkunststof aangebracht aange-30 geven met het cijfer 8 waarin een naald 9 is gestoken waarvan de scherpe punt zich op korte afstand van het membraan bevindt. Door drukken van de wattenprop tegen het te behandelen oppervlak zal de scherpe punt van de naald tegen het membraan aankomen en scheuren waarna de vloeistof via de schuimkunststofprop 8 in de dot watten 2 kan treden.

35 Met de stippellijn 10 is een beschermkapje aangegeven, dat v8ór gebruik dient te worden verwijderd en beschermd tegen voortijdig doorprikken.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 5 is de holle staaf 1 met dot watten 2 aan het van de watten afgekeerde einde voorzien van een mem-40 braan 11 en in de ballon 12 zijn naalden 13 aangebracht, di.e bij het in 8602366 5 * de ballon knijpen naar voren bewegen en het membraan 11 doorprikken·

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 6 zit de dot watten 2 op een holle staaf 1, die is geschoven op een buisje 13, dat één geheel vormt met de ballon 14. De buis 13 draagt aan zijn uiteinde het membraan 15. De holle 5 staaf is voorzien van een scherpe punt 16. Door de holle staaf 1 te schuiven over de buis 13 zal bij voldoende ver doorschuiven het membraan 15 worden verbroken.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 7 is het uiteinde van de holle staaf 16 voorzien van schroefdraad 17 en inwendige scherpe punten 18 en 10 wel aan de zijde, die naar de ballon toe is gekeerd. De ballon 19 heeft een membraan 20 en een aansluithuls met inwendige schroefdraad 21.

Schroeft men de ballon op het schroefdraadeinde van de staaf 16 dan zal bij voldoende indraaien het membraan 20 worden verbroken.

Fig. 8 toont tenslotte een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm, 15 bestaande uit een uit flexibel materiaal vervaardigd buisje 22, dat het reservoir vormt en dat is voorzien van een membraan 23, waaroverheen de dot watten 2 is geplaatst. Door knijpen in het buisje 22 zal het membraan scheuren en de vloeistof in de watten komen.

In de tekeningen is de holle staaf getoond met een vrij grote 20 binnendiameter. Voldoende is echter de op zichzelf bekende diameter van 2 mm. De lengte wordt bepaald door het doel.

8602366

Claims (12)

1. Wattenstok of -tip bestaande uit een holle staaf, die aan één uiteinde is voorzien van een prop of dot van vloestof-absorberend en 5 af gevend materiaal, zoals een dot watten, met het kenmerk, dat de holle staaf althans een deel vormt van een vloeistofreservoir of daarop is aangesloten, dat het vloeistofreservoir een vervormbaar wandgedeelte heeft en dat het vloeistofreservoir van de watten is gescheiden door een verbreekbaar membraan. 10

2. Wattenstok volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de staaf zelf een vervormbaar reservoir vormt.

3. Wattenstok volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat op 15 het uiteinde van de holle staaf, dat is afgekeerd van de watten, zich een vervormbare ballon bevindt.

4. Wattenstok volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat het membraan bestaat uit een materiaal dat althans de druk kan weerstaan van 20 een vloei stof kolom met een hoogte, die gelijk aan of groter is dan de lengte van de staaf plus de eventuele daarop volgende lengte van de ballon en met de soortelijke massa van de vloeistofinhoud , welk materiaal bij overschrijding van die druk vervormt.

5. Wattenstok volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het mem braan bij voldoende overschrijding van de genoemde druk scheurt.

6. Wattenstok volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het membraan bij een bepaalde overschrijding van de genoemde druk zover 30 elastisch uitbuigt, dat het in contact komt met een vast opgestelde scherpe punt.

7. Wattenstok volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat is voorzien van een verplaatsbaar scherp voorwerp van zodanige vorm en afmetingen, 35 dat daarmede het membraan kan worden doorgeprikt.

8. Wattenstok volgens een of meer der voorgaande conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat het membraan zich bevindt aan het de watten dragende einde van de holle staaf. 8602366 Tf

9. Wattenstok volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het * membraan bestaat uit een dun vlies, bijvoorbeeld van kunststof, dat over het uiteinde van de staaf is gespannen en vastgelegd en waaroverheen zich de watten bevinden· 5

10. Wattenstok volgens een of meer der voorgaande conclusies 3 t/m 7, met het kenmerk, dat het membraan zich bevindt nabij het uiteinde van de staaf waarop de ballon is aangesloten.

11. Wattenstok volgens een of meer der voorgaande conclusies 1 t/m 10, met het kenmerk, dat het volume van het reservoir in wezen gelijk is aan het absorptievermogen.

12. Wattenstok volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 15 vloeistofreservoir losneerabaar is gekoppeld met de staaf en aan het gedeelte dat op de staaf aansluit is voorzien van het membraan en de staaf is voorzien van een deel, dat het membraan kan verbreken. 8602366