NL8502723A - In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie. - Google Patents

In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie. Download PDF

Info

Publication number
NL8502723A
NL8502723A NL8502723A NL8502723A NL8502723A NL 8502723 A NL8502723 A NL 8502723A NL 8502723 A NL8502723 A NL 8502723A NL 8502723 A NL8502723 A NL 8502723A NL 8502723 A NL8502723 A NL 8502723A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
construction
pivot points
bars
elements
points
Prior art date
Application number
NL8502723A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fokker Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fokker Bv filed Critical Fokker Bv
Priority to NL8502723A priority Critical patent/NL8502723A/nl
Priority to FR8605270A priority patent/FR2589982A1/fr
Priority to DE19863612680 priority patent/DE3612680A1/de
Publication of NL8502723A publication Critical patent/NL8502723A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B64AIRCRAFT; AVIATION; COSMONAUTICS
    • B64GCOSMONAUTICS; VEHICLES OR EQUIPMENT THEREFOR
    • B64G1/00Cosmonautic vehicles
    • B64G1/22Parts of, or equipment specially adapted for fitting in or to, cosmonautic vehicles
    • B64G1/222Parts of, or equipment specially adapted for fitting in or to, cosmonautic vehicles for deploying structures between a stowed and deployed state
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B64AIRCRAFT; AVIATION; COSMONAUTICS
    • B64GCOSMONAUTICS; VEHICLES OR EQUIPMENT THEREFOR
    • B64G99/00Subject matter not provided for in other groups of this subclass
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/343Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport
    • E04B1/344Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport with hinged parts
    • E04B1/3441Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport with hinged parts with articulated bar-shaped elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H12/00Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
    • E04H12/18Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic
    • E04H12/185Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic with identical elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B64AIRCRAFT; AVIATION; COSMONAUTICS
    • B64GCOSMONAUTICS; VEHICLES OR EQUIPMENT THEREFOR
    • B64G1/00Cosmonautic vehicles
    • B64G1/22Parts of, or equipment specially adapted for fitting in or to, cosmonautic vehicles
    • B64G1/42Arrangements or adaptations of power supply systems
    • B64G1/44Arrangements or adaptations of power supply systems using radiation, e.g. deployable solar arrays
    • B64G1/443Photovoltaic cell arrays

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Aerials With Secondary Devices (AREA)

Description

1 '* N.0. 33.458
In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie.
De uitvinding heeft betrekking op een in- en uitvouwbare ruimtelijke constructie, die in ingevouwen toestand compact vervoerd kan worden en die in uitgevouwen toestand de basis kan vormen voor een platform, antenne of andere delen, in het bijzonder in de ruimtevaart.
5 Zulke ruimtelijke constructies zijn in allerlei uitvoeringen be kend. Zo geeft Amerikaans octrooischrift 4.482.900 zulk een constructie weer, opgebouwd uit basiselementen in kubusvorm, met scharnierende verbinding van de stangen, die de ribben vormen, in de hoekpunten van de kubus.
10 De staven, die de ribben van boven- en ondervlak vormen, hebben ook halverwege hun lengte een scharnier, terwijl de zijvlakken van de kubus één diagonaal hebben en de einden van die diagonalen scharnierend met elkaar zijn verbonden op de hoekpunten van de kubus. Bij het opvouwen van dit basiselement bewegen de ribben van boven- en ondervlak zich in 15 het vlak van het zijvlak en de ribben die het boven- en ondervlak verbinden transleren evenwijdig naar elkaar toe. De uitvoering is gericht op éénmalige ontvouwing van het platform en handhaving daarna van de eindstand. Veerkracht die ónder meer werkzaam is in de middelste scharnieren van de gedeelde ribben doet daarbij opgevouwen ribben geheel 20 strekken en de bereikte eindstanden behouden. Een platform dat opgebouwd is uit vele van deze gelijkvormige basiselementen is niet intrekbaar want de gedeelde ribben van alle basiselementen worden niet door een externe kracht tot opvouwen gedwongen.
Een andere opzet geeft Amerikaans octrooischrift 4.276.726. Ook 25 daarvan is de geometrie van het basiselement een opvouwbare kubus, echter zonder staven langs de ribben. In de vier zijvlakken van de kubus zijn twee elkaar kruisende diagonalen die op hun kruispunt scharnierend zijn verbonden. Het achtervlak van de kubus heeft geen diagonalen. In het voorvlak zijn de diagonalen ter plaatse van het snijpunt onderbroken 30 en aldaar hebben zij een gezamenlijk scharnier. Dit scharnier is zodanig opgezet dat bij het opvouwen van de kubus het scharnier uit het voorvlak treedt en met de diagonaalhelften een piramidevormig verband ontstaat.
Bij het uitvouwen komen de diagonaalhelften van het centrale scharnier weer in het voorvlak van de kubus terecht. Omdat het verband van stangen 35 dat de kubus vormt een scharnierend geheel is, wordt pas vormvastheid bereikt door het bedoelde gezamenlijke scharnier met een extra aan te brengen stang vast te zetten. Om de bereikte vorm van het gehele platform te behouden dient in alle basiselementen genoemde extra stang £5 i\ 9 79 t ' ·-? ·' *· a £m V «*3 3 4 % 2 te worden aangebracht. Dit betekent dat het platform niet door verbreking van slechts één blokkering is op te vouwen.
Een volgend voorbeeld van een stangenmechanisme geeft Amerikaans octrooischrift 4.290.244. Het basiselement hiervan is een stelsel opge-5 bouwd uit scharende starre staven. Door de scharende beweging worden de stangen ook door dwarskrachten belast waardoor, om aan de stangen zoveel buigstijfheid te geven dat het basiselement voldoende vormvastheid bezit, de stangen per saldo of meer massa moeten hebben of grotere buitenafmetingen dan wanneer er alleen trek- en drukkrachten heersen.
10 Kenmerkend verschil met de eerdergenoemde systemen is dat de gevormde oppervlakken niet alle scharnierpunten van een basiselement bevatten en er zelfs stangen uit het oppervlak kunnen treden, hetgeen de constructie niet doet voldoen aan de aangelegde criteria voor een platform. De constructie heeft wel de eigenschap dat elke stand van de constructie 15 tussen vrijwel geheel ingevouwen en geheel uitgevouwen te fixeren is door in principe slechts één basiselement te blokkeren.
Dergelijke bekende constructies zijn niet ideaal voor platforms of draagvlakken, bijvoorbeeld voor een antenne, in de ruimte, die op eenvoudige wijze vanuit één of een klein aantal punten kunnen worden 20 opgevouwen en uitgevouwen, die een maximaal aantal goed ondersteunde bevestigingspunten geven voor het bevestigen van daardoor te dragen delen en die licht van uitvoering kunnen zijn, door de wijze van in- en uitvouwen en omdat de staven of dergelijke slechts aan trek en druk en niet of nauwelijks aan buiging worden blootgesteld.
25 De uitvinding beoogt hierin verbetering te brengen en hiertoe is een dergelijke constructie volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat die constructie een aantal elementen omvat, elk gevormd door tweemaal vier staven of dergelijke en zes scharnierpunten, in één richting van het element gezien twee aan één einde, twee aan het andere einde en 30 twee daartussen gelegen, waarbij elke twee bijeenbehorende scharnierpunten als bedoeld dwars op die richting naar en van elkander beweegbaar zijn en van elk van twee bijeenbehorende scharnierpunten aan die einden twee staven of dergelijke uitgaan, één naar elk scharnierpunt van de tussengelegen twee scharnierpunten, en dat een aantal van die 35 elementen tot het vormen van een ruimtelijke constructie met andere soortgelijke elementen is verbonden zodanig, dat die elementen telkens twee eindscharnierpunten gemeenschappelijk hebben en in een vlak dwars op de vlakken der elementen gelijkzijdige veelhoeken vormen, waarbij middelen zijn aangebracht om krachten op een of meer stellen van twee 40 bijeenbehorende scharnierpunten uit te oefenen, waardoor die 8502 723 V \ 3 scharnierpunten naar en van elkaar bewogen kunnen worden om de constructie uit te vouwen of op te vouwen.
Dergelijke elementen met elk zes scharnierpunten zijn aangegeven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 85.01103 van aan-5 vraagster, waar zij in elkanders verlengde worden geschakeld, bijvoorbeeld om een mast te vormen voor het aan het einde daarvan of langs de gehele lengte dragen van antennes of zonnepanelen. Bij de onderhavige uitvinding worden zij met soortgelijke elementen tot gelijkzijdige veelhoeken in een vlak dwars op het vlak van in- en uitvouwen van elk 10 element verbonden voor het vormen van de ruimtelijke constructie. Het geheel kan zeer licht worden uitgevoerd en vanuit één punt, eventueel vanuit enkele punten, worden uitgezet en opgevouwen door het in dat punt of die punten gedwongen naar en van elkander bewegen van twee bijeen-behorende scharnierpunten , waarbij de constructie in de volledig 15 uitgevouwen stand en desgewenst ook in tussenstanden kan worden geblokkeerd door die scharnierpunten op een vaste onderlinge afstand geblokkeerd te houden.
Bij voorkeur worden scharnierpunten van de constructie volgens de uitvinding gebruikt als bevestigingspunten voor te dragen delen van een 20 - platform, een antenne of dergelijke. Daarbij heeft de constructie volgens de uitvinding het voordeel dat alle scharnierpunten in de buitenvlakken van de uitgevouwen constructie liggen.
De constructie behoeft in uitgevouwen toestand niet een plat vlak te vormen. Men kan door toepassing van lengteverschillen van de staven 25 of dergelijke, waarbij zij aan één zijde van de elementen korter zijn dan aan de andere zijde, een constructie verkrijgen, die een hol- of bolvormig werkzaam vlak, bijvoorbeeld platform of antennevlak, vormt.
Men kan in de of een deel der scharnierpunten of tussen scharnierpunten veren aanbrengen, die de aan het scharnierpunt grenzende 30 staven in een bepaalde onderlinge stand dringen of scharnierpunten naar of uit elkander dringen. Daarbij kan men kiezen tussen veren, die de constructie tot uitvouwen dringen of tot opvouwen. De van buitenaf uit te oefenen krachten voor op- of uitvouwen moeten dan voor één dezer bewegingen tegen die veerkrachten in werken. Die veren kunnen in of tussen 35 een deel der scharnierpunten zo zijn uitgevoerd en aangebracht, dat zij vooral of uitsluitend in de eerste fase van het ont- of opvouwen werken, terwijl veren in of tussen andere scharnierpunten vooral in de eindfase daarvan werken. Men kan hierbij in scharnierpunten schroefveren toepassen, die met uitstekende einden met de aangrenzende staven of dergelijke 8502 723 4 of met daaraan aangebrachte aanslagen samenwerken om de staven naar een bepaalde onderlinge hoekstand te dringen.
Zulke veren hebben ook het voordeel, dat geen hinder wordt ondervonden van spelingen in de scharnierpunten, daar de veren door hun 5 eenzijdig gerichte krachten de invloed van deze spelingen teniet doen, wat vooral in uitgevouwen toestand van belang is om een gedefinieerde eindstand te verkrijgen.
Daar die veren de krachten verhogen, die nodig zijn om de constructie tegen de kracht van die veren te bewegen, kan het gewenst zijn om de 10 uitwendige krachten juist dan op meer dan één stel bijeenbehorende scharnierpunten uit te oefenen, bijvoorbeeld op enkele plaatsen, symmetrisch over de omtrek van de constructie verdeeld.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Daarin is: 15 Fig. 1 eenaanzicht van een element als gebruikt in en ter opbouw van een constructie volgens de uitvinding, in grotendeels doch niet geheel opgevouwen stand;
Fig. 2 eenzelfde aanzicht van dit element in geheel uitgevouwen stand; en 20 Fig. 3 eenzelfde aanzicht van twee aangrenzende elementen in uitge vouwen toestand bij lengteverschil der overeenkomstige staven; en
Fig. 4 een aanzicht loodrecht op dat van Fig. 1, 2 en 3 van een uit zulke elementen opgebouwde constructie volgens de uitvinding in uitgevouwen toestand.
25 Van een basiselement 1 is in fig. 1 een tussenstand geschetst tus sen de geheel ingevouwen en geheel uitgevouwen situatie. Dit element 1 is opgebouwd uit twee gelijkvormige delen 2 en 3 die gekoppeld zijn in de punten 6 en 7, elk bestaande uit starre staven, voor deel 2 staven 10 t/m 13 en voor deel 3 staven 14 t/m 17, bijvoorbeeld van met vezel ver-30 sterkte kunststof als op zichzelf bekend, die eindigen in lijnschar- nieren 4 t/m 9. Scharnierpunt 6 wordt gedragen door vier stangen 10, 11, 14 en 15 terwijl punt 7 gedragen wordt door vier stangen 12, 13, 16 en 17. De beweging die het basiselement kan maken vindt plaats in het vlak van de tekening. Omdat de kruisende stangen 11 en 12, alsook 15 en 16, 35 vrij langs elkaar moeten kunnen gaan bij het in- en uitvouwen van de constructie, bestaat bij voorkeur stang 11 uit twee parallel lopende ö2 72 3 5 stangen en beweegt stang 12 zich daar tussenin. Zo ook is vanwege symmetrische opbouw van het platform bij voorkeur stang 16 tweevoudig en beweegt stang 15 zich daar tussen in. Vermeerdering van de afstand tussen scharnierpunten 4 en 5 heeft even grote vermeerdering tot gevolg 5 van de afstand tussen 8 en 9 terwijl de afstand tussen 6 en 7 vermindert. Wordt de afstand tussen de punten 4 en 5 of 8 en 9 vermeerderd, dan gaat het basiselement 1 naar een uitgevouwen eindstand, bijvoorbeeld die waarbij de staven 10 en 14 in eikaars verlengde komen te liggen, hetgeen dan ook het geval is voor 13 en 17 (Fig. 2).
10 Fig. 4, waarin een aantal basiselementen 1 van fig. 1 en 2 bezien wordt in de richting van de denkbeeldige lijn, die de punten 6 en 7 verbindt, toont dat de scharnieren 4 en 5 als ook 8 en 9 aan de overeenkomstige scharnieren van identieke basiselementen 1 zijn verbonden zodanig dat er gelijkzijdige veelhoeken worden gevormd, die gezamenlijk de constructie, 15 bijvoorbeeld een draagvlak voor een platform of antenne, vormen. Zijn de gevormde gelijkzijdige veelhoeken driehoeken, dan kunnen in elk knooppunt 4,5 of 8,9, elk bestaande uit twee in de figuren gezien onder elkaar liggende scharnierpunten, maximaal zes basiselementen zijn verbonden.
20 Een constructie uit gelijkzijdige driehoeken is in het vlak van
Fig. 4 statisch bepaald ten aanzien van scharnierbewegingen in dat vlak. Deze statische bepaaldheid blijft behouden indien een aantal veelhoeken als vierhoeken (ruit) is uitgevoerd, zoals bij 18 in Fig. 4 aangegeven. Ook in het inwendige van de constructie kan men bij behoud van die 25 statische bepaaldheid een of meer vierhoeken of zelfs meerhoeken toepassen, mits deze voldoende door driehoeken zijn omgeven om de hoekstand van elke zijde van zulk een veelhoek te bepalen.
Wordt aan ten minste één scharnierpunt van alle of een groter aantal elementen 1 aan dezelfde zijde van de constructie (boven of onder in 30 Fig. 1-3) na uitvouwen een te dragen constructie vastgemaakt (bijvoorbeeld een rooster- of plaatantenne), welke te dragen constructie in het vlak van Fig. 4 voldoende stijf is, dan kan die statische bepaaldheid door die te dragen constructie worden verzorgd en dan kan men dus desgewenst in de gehele constructie of overal waar de elementen 1 aldus daar-35 aan zijn bevestigd vier- of meerhoeken toepassen, die dan immers in zichzelf en tezamen niet statisch bepaald behoeven te zijn, gezien in het vlak van Fig. 4.
Een de constructie dragend deel zoals een satelliet kan bijvoorbeeld bij 19 op de constructie aangrijpen. Foor het in- en uitvouwen kan 4Q men uitwendige krachten bijvoorbeeld vanuit zulk een satelliet in dit 352 2 72 3 V » 6 punt uitoefenen, om de scharnierpunten 4 en 5 aldaar gedwongen naar of van elkander te bewegen voor opvouwen respectievelijk uitvouwen, maar ter voorkoming van draaiing van deze constructie ten opzichte van zulk een satelliet of dergelijke in het vlak van Fig. 4 moet men aldaar dan 5 speciale maatregelen treffen. Veelal verdient het de voorkeur zulke krachten op meer plaatsen uit te oefenen, bijvoorbeeld bij 19, 20 en 21, eventueel ook in een niet direkt met de satelliet verbonden stel scharnierpunten 4,5 bijvoorbeeld door een vanuit de satelliet lopende kabel, die langs of door de constructie naar dat stel scharnierpunten 10 loopt en met een liertje kan worden gevierd en opgewikkeld of door een plaatselijk tussen een stel scharnierpunten 4,5 aangebrachte constructie met eigen motor. De punten 20 en 21 kunnen geen vaste verbindingen met de satelliet vormen, want dan kan de constructie niet worden opgevouwen. Het kunnen echter wel vaste punten aan de satelliet zijn, maar dan zo 15 dat de constructie eerst alleen bij 19 is verbonden en dat deze eerst na het uitvouwen bij 20 en 21 wordt vastgemaakt. Ook kunnen voor het op- en uitvouwen leibanen zijn aangebracht, gericht van 20 en 21 naar 19, waardoor bijvoorbeeld de scharnieren 5 kunnen schuiven bij op- en uitvouwen onder vrijlating van de scharnieren 7 met aangrenzende stangen 20 om daaronder uit te steken. Streeplijnen in Fig. 4 geven zulke leibanen schematisch weer. Een andere en waarschijnlijk meer praktische oplossing hiervoor is om langs het platform aan één of meer zijden, in Fig. 4 gezien in ieder geval langs de punten 19 en 20, een uitzetbare mast aan te brengen. Deze is bij voorkeur geconstrueerd volgens het 25 principe van de genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 85.01103 uit dezelfde elementen 1 volgens een rangschikking als daarin aangegeven. Zulk een mast kan ook in tussengelegen scharnierpunten met de constructie van Fig. 4 zijn verbonden, en ook een verbinding hebben met punt 21. Op- en uitvouwen van deze mast kan dan gelijk met het op- en 30 uitvouwen van de constructie volgens Fig. 4 geschieden.
Zijn er veren in de constructie, die deze naar uitvouwen dringen, dan moeten die uitwendige krachten naar opvouwen dringen, dus, in Fig. 1 en 2 gezien, tot het naar elkaar bewegen der scharnierpunten 4 en 5, en omgekeerd.
35 In Fig. 2 zijn verschillende mogelijkheden voor het aanbrengen van veren weergegeven. Zo kunnen er veren 22 tussen bijeenbehorende scharnierpunten 6 en 7 zijn en/of veren 23 tussen bijeenbehorende scharnierpunten 8 en 9 (of 4 en 5). Die veren kunnen trek- of drukveren zijn, in het geval van drukveren eventueel met een bijvoorbeeld telescoperende 40 stang om uitknikken te voorkomen. Bij wijze van voorbeeld is verder 8502 723 7 w in scharnierpunt 5 een schroefveer 25 aangegeven, gewikkeld om de scharnierpen of -bus ter plaatse en met uiteinden 26 en 27, die tegen de staven 13 resp. 11 rusten. Zulke veren kunnen de constructie naar de uitgevouwen stand dringen, waarin de staven 11 en 13 een kleinere hoek 5 met elkaar maken, maar ook kunnen de veereinden 26 en 27 op de andere rijden van die staven aangrijpen om de constructie naar opvouwen te dringen.
Uiteraard zal de invloed der veren op op- of uitvouwen afhangen van hun plaats en sterkte en tevens van de mate van op- of uitvouwen, die 10 bepaalt welke krachtcomponenten door de veer worden doorgegeven. Bij het uitvouwen vanuit de stand van nog verder samengevouwen dan in Fig. 1 naar die van Fig. 2 zullen de scharnierpunten 4,5 en 8,9 eerst wel sterk zijwaarts maar weinig vertikaal verplaatsen en naar het einde van het uitvouwen is dit omgekeerd. Veren als 22 zullen in de stand van Fig. 1 15 kleinere kracht ontbondenen in de staven 10, 11, 14, 15 hebben dan in de stand, naderend tot Fig. 2, en in Fig. 2 zijn de ontbondenen van zulke veerkrachten in de staven 11 en 15 het grootst enz. Zijn de veren 22 en 23 trekveren, dan zal de veerkracht door veer 22 het grootst zijn in de opgevouwen stand (verder opgevouwen dan Fig. 1) en de veerkracht door 20 veer 23 juist het grootst in de uitgevouwen stand (Fig. 2). Men kan aldus veren aanbrengen, die elkander goed aanvullen om een soepel en vloeiend opvouwen en uitvouwen te bewerken tezamen met de uitwendige krachtmiddelen, die scharnierpunten zoals 4 en 5 (bijv. bij 19, 20 en 21) naar of van elkander kunnen bewegen. Desgewenst kunnen veren zich 25 ook tussen twee niet-bijeenbehorende scharnierpunten of zelfs tussen scharnierpunten van verschillende elementen 1 uitstrekken.
Fig. 3 geeft aan welke vorm de uitgevouwen constructie aan kan nemen als men het werkzame deel daarvan niet plat wil maken, maar hol of bol gekromd. Hierbij is aangenomen, dat de punten 5 en 9 vervangen wor-30 den door de punten 5‘ en 9' als in Fig. 1 weergegeven. De staven 10, 12, 14 en 16 blijven even lang, de staven 11, 13, 15 en 17 zijn dan evenveel korter dan getrokken in Fig. 1 getekend.. Er ontstaat dan bij het uitvouwen een geknikt werkzaam vlak van de constructie, dat concaaf of convex is. In Fig. 3 kan men uiteraard, evenals in de andere figuren, 35 hetzij het bovenvlak, hetzij het ondervlak, of beide vlakken als werkzame vlak(ken) voor het dragen van nuttige delen gebruiken.
De constructie wordt dan zo dat, wanneer de staven 10 en 14 van alle elementen in elkanders verlengde liggen, de staven 13 en 17 een hoek met elkaar maken.
'”02725 8
De uitwendige middelen, die in punten zoals 19, 20, 21 krachten uitoefenen om scharnierpunten 4 en 5 (of 8 en 9) naar en van elkander te bewegen kunnen middelen omvatten om bijvoorbeeld één dezer punten vast te houden en het andere daar naartoe of daarvan af te bewegen, wat met 5 bijvoorbeeld schroefspillen en moeren of met kabels kan geschieden. Om gewenste standen te fixeren, bijvoorbeeld om in de uitgevouwen stand van Fig. 2 en 4 de staven 10 en 14 stabiel in elkanders verlengde te houden kunnen bijvoorbeeld de maximale afstanden van de buitenste scharnierpunten 4,5 en 8,9 van alle of een deel der elementen, waarop 10 niet door uitwendige krachten voor het op- of uitvouwen wordt aangegrepen, door kabeltjes, die in die stand juist strak staan en zulke bijeenbehorende scharnierpunten verbinden, worden gefixeerd. Men kan ook in één of meer elementen schuifstangen aanbrengen, met één scharnierpunt verbonden en waarlangs het bijbehorende scharnierpunt ver-15 schuift, speciaal tussen 4 en 5 of 8 en 9.
De scharnierpunten zullen normaliter uitgevoerd worden als dragers, waarin op verschillende plaatsen scharnierpunten tussen vorkvormige delen zijn opgenomen. Voor de scharnierpunten 4, 5, 8 en 9 kunnen dit schijven zijn, gelegen in vlakken loodrecht op de verbindingslijn naar 20 het bijbehorende scharnier, en langs de omtrek voorzien van uitsparingen, waarin scharnierpennen de einden van aldaar samenkomende staven of dergelijke opnemen. Waar vele staven of dergelijke samenkomen kunnen die scharnierpunten in verschillende evenwijdige vlakken loodrecht op die verbindingslijn liggen.
25 In de punten 6 en 7, waar steeds slechts vier staven samenkomen, kan men aan één staaf zulk een dragerlichaam vast aanbrengen, dat dan drie vorken met scharnierpennen heeft, voor elk der andere aldaar samenkomende staven één, of twee vorken, waarbij één dezer vorken weer een dragerlichaam met twee vorken draagt. Voor dubbel uitgevoerde staven 30 kunnen er telkens twee van zulke uitsparingen of vorken met scharnierpennen zijn. Dergelijke scharnierconstructies zijn algemeen en in vele uitvoeringen bekend.
8502723

Claims (5)

1. In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie, omvattende een aantal onderling scharnierend verbonden, in hoofdzaak starre staven of dergelijke, met het kenmerk, dat die constructie een aantal elementen omvat, elk gevormd door tweemaal vier staven of dergelijke en zes 5 scharnierpunten, in één richting van het element gezien, twee aan één einde, twee aan het andere einde en twee daartussen gelegen, waarbij elke twee bijeenbehorende scharnierpunten als bedoeld dwars op die richting naar en van elkander beweegbaar zijn en van elk van twee bijeenbehorende scharnierpunten aan die einden twee staven of dergelijke 10 uitgaan, één naar elk scharnierpunt van de tussengelegen twee scharnierpunten, en dat een aantal van die elementen tot het vormen van een ruimtelijke constructie met andere soortgelijke elementen is verbonden zodanig, dat die elementen telkens twee eindscharnierpunten gemeenschappelijk hebben en in een vlak dwars op de vlakken der elementen 15 gelijkzijdige veelhoeken vormen, waarbij middelen zijn aangebracht om krachten op een of meer stellen van twee bijeenbehorende scharnierpunten uit te oefenen, waardoor die scharnierpunten naar en van elkaar bewogen kunnen worden om de constructie uit te vouwen of op te vouwen.
2. Constructie volgens conclusie 1, waarin de eenheden althans grotendeels volgens gelijkzijdige driehoeken zijn geplaatst.
3. Constructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de staven of dergelijke aan één zijde van althans een deel der elementen korter zijn dan de staven of dergelijke aan de andere zijde van dezelfde elementen, zo- 25 dat in uitgevouwen toestand van de constructie deze hol- of bolvormig verloopt.
4. Constructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de of een deel der scharnierpunten veren zijn aangebracht om de of een deel van de in die scharnierpunten samenkomende staven of dergelijke in een 30 onderlinge hoekrichting te dringen, waarin de constructie hetzij opgevouwen, hetzij uitgevouwen is.
5. Constructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen scharnierpunten trek- of drukveren zijn aangebracht om deze naar of uit elkander te dringen. ****** 8502 72 3
NL8502723A 1985-04-15 1985-10-04 In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie. NL8502723A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502723A NL8502723A (nl) 1985-10-04 1985-10-04 In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie.
FR8605270A FR2589982A1 (fr) 1985-04-15 1986-04-14 Structure pliable, notamment pour l'espace
DE19863612680 DE3612680A1 (de) 1985-04-15 1986-04-15 Zusammenfaltbare und entfaltbare raeumliche konstruktion

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502723 1985-10-04
NL8502723A NL8502723A (nl) 1985-10-04 1985-10-04 In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502723A true NL8502723A (nl) 1987-05-04

Family

ID=19846671

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502723A NL8502723A (nl) 1985-04-15 1985-10-04 In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8502723A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2625255B2 (ja) 非圧縮性ピボットを備えたシザー端部が捕獲された折畳み可能なキャノピー骨組構造体
US9650781B2 (en) Deployable truss with orthogonally-hinged primary chords
DE3878013T2 (de) Faltbare struktur.
US5040349A (en) Collapsible truss structures
US5016418A (en) Synchronously deployable double fold beam and planar truss structure
US4942700A (en) Reversibly expandable doubly-curved truss structure
US10407896B2 (en) Mobile solar array and truss
US4663899A (en) Collapsible exhibit panel
US4958474A (en) Truss structure
CA1148521A (en) Collapsible lattice and frame construction
WO1985002434A1 (en) Rigid diagonal deployable lattice column
US4074477A (en) Modular building structure
US4115975A (en) Foldable/extensible structure
US5167100A (en) Deployable structures
NL7906125A (nl) Inklapbaar tentframe.
CN209667394U (zh) 一种大空间可展机构
US20060157100A1 (en) Expandable and collapsible structure with rollers
Rosenfeld et al. New concepts for deployable-collapsable structures
EP3879626A1 (en) Deployable space reflector
US4479340A (en) Quick manual lock for display frames
US5267424A (en) Module for an articulated stowable and deployable mast
Onoda Two-dimensional deployable truss structures for space applications
NL8502723A (nl) In- en uitvouwbare ruimtelijke constructie.
US3975872A (en) System of articulated planes
JPH05507977A (ja) アーチ形構造物

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed