NL8502285A

NL8502285A - Plant pot support tray with bottom openings - has upward perimeter rim on ribbed pot support surface with upwards, pref. pointed, pin to engage opening

Info

Publication number: NL8502285A
Application number: NL8502285A
Authority: NL
Original assignee: Johannes Bernardus Maria Van D
Priority date: 1985-08-19
Filing date: 1985-08-19
Publication date: 1987-03-16

Abstract

The tray-shaped support (1) for a plant (9) pot (5) with bottom (6) opening (7) comprises a ribbed (4) support surface (2) and upwardly extending perimeter rim (3). The surface (2) is provided with an upwardly extending, pref. upwardly tapering pin (10). This is capable of entering the opening of the pot placed on it and may have a longitudinal, possibly capillary, groove. The pin may be integral with the support tray or releasably securable to it.

Description

* C/Ca/ar/1* C / Ca / ar / 1

Schotel voor ondersteuning van een in zijn bodem een perforatie vertonende bloempot.Saucer to support a perforated flower pot in its base.

De uitvinding heeft betrekking op een schotel voor ondersteuning van een in zijn bodem een perforatie vertonende bloempot, voorzien van een draagplaat met een naar de bovenzijde daarvan uitlopende omtreksrand.The invention relates to a saucer for supporting a flower pot showing a perforation in its bottom, provided with a supporting plate with a peripheral edge extending towards the top thereof.

5 Een dergelijk schotel dient niet alleen voor onder steuning van een bloempot, doch verschaft tevens de mogelijkheid tot watertoevoer vanaf de onderzijde aan het zich binnen een bloempot bevindende basismateriaal, zoals aarde. Het water kan dan in de schotel worden gegoten en via de perfora-10 tie in de bodem van de bloempot door het genoemde materiaal worden opgezogen.Such a saucer not only serves to support a flower pot, but also provides the possibility of water supply from the bottom to the base material, such as soil, which is within a flower pot. The water can then be poured into the saucer and sucked up through the said material via the perforation in the bottom of the flower pot.

In sommige gevallen dient een dergelijke schotel met daarop een bloempot, welke een in aanzienlijke mate daarboven uitstekende plant bevat, gebruikt te worden op een 15 plaats, waar het gevaar van omvallen van de bloempot met plant niet denkbeeldig is, zoals een plaats buitenshuis met af een toe een betrekkelijk sterke wind. Het zojuist genoemde gevaar van omvallen vormt een wezenlijke beperking van de mogelijkheden tot toepassing van een dergelijke schotel met 20 bloempot van bekend type.In some cases, such a saucer with a flower pot on it, which contains a plant projecting substantially above it, should be used in a place where the danger of the flower pot with plant falling over is not imaginary, such as an outdoor location with one added a relatively strong wind. The above-mentioned danger of falling over constitutes an essential limitation of the possibilities of using such a saucer with a flower pot of known type.

De uitvinding beoogt hierin verbetering te brengen en een schotel voor een bloempot van het hier beschouwde type zodanig uit te voeren, dat het gevaar voor omvallen van een op de schotel geplaatste bloempot aanzienlijk wordt vermin-25 derd.The object of the invention is to improve on this and to design a tray for a flower pot of the type considered here in such a way that the risk of a flower pot placed on the tray falling over is considerably reduced.

Daartoe dient een schotel van het in de aanhef genoemde type volgens de uitvinding te zijn gekenmerkt door een binnen de omtreksrand aan de bovenzijde van de draagplaat uitstekende doorn. Een dergelijke doorn, welke volgens 30 verdere kenmerken van de uitvinding bijvoorbeeld een naar zijn boveneinde toe kleiner wordende diameter vertoont en eventueel een langsspleet heeft, kan dan binnendringen in de bodemperforatie van een op de schotel geplaatste bloempot en vormt een verankering voor de laatstgenoemde tegen zijdelings 35 gerichte krachten, zoals windkracht. Bovendien dringt de doorn aan zijn boveneinde over enige lengte in het binnen de B5 £ 2 2 S 5 - 2 - bloempot aanwezige basismateriaal, bijvoorbeeld aarde, waardoor niet alleen het genoemde verankeringseffect versterkt wordt, doch het basismateriaal tevens een groter binnen-dringingsoppervlak voor via de bloempotperforatie rondom de 5 doorn in de bloempot binnendringend vocht en/of lucht biedt. Daarbij kan het volgens de uitvinding aanbeveling verdienen, dat de langsspleet een zodanig geringe breedte heeft, dat een capillair effect voor vocht optreedt.For this purpose, a saucer of the type mentioned in the preamble according to the invention should be characterized by a mandrel projecting within the peripheral edge at the top of the carrier plate. Such a mandrel, which, according to further features of the invention, for instance has a diameter which decreases towards its upper end and possibly has a longitudinal slit, can then penetrate into the bottom perforation of a flower pot placed on the saucer and forms an anchoring for the latter against laterally 35 targeted forces, such as wind force. In addition, the mandrel at its upper end penetrates for some length into the base material, for example earth, present within the B5 2 2 S 5 - 2 - flower pot, whereby not only is the aforementioned anchoring effect enhanced, but the base material also has a larger penetration surface for via the flower pot perforation around the 5 thorn in the flower pot provides moisture and / or air penetrating. According to the invention, it may be recommended that the longitudinal slit has such a small width that a capillary effect for moisture occurs.

Uit vervaardigingstechnische overwegingen kan het 10 volgens de uitvinding aanbeveling verdienen, dat de doorn als één geheel met de draagplaat is vervaardigd, bijvoorbeeld als een spuitgietprodukt van slagvast polystyreen of een andere in aanmerking komende kunststof.For manufacturing reasons, it may be recommended according to the invention that the mandrel is manufactured integrally with the support plate, for example as an injection molded product of impact-resistant polystyrene or another suitable plastic.

Ook is het volgens de uitvinding mogelijk, dat de 15 doorn als afzonderlijk lichaam in een opening in de draagplaat is aangebracht. Duidelijk zal zijn, dat de schotel zonder een dergelijke doorn dan ook voor ondersteuning van een bloempot of andere houder zonder perforatie in zijn bodem kan worden gebruikt. Voor een dergelijke uitvoeringsvorm van 20 de schotel stelt de uitvinding voor, dat de doorn in een opening in de draagplaat is geklemd of dat de doorn door middel van een schroefdraadkoppeling in de draagplaat is bevestigd. In het laatstgenoemde geval verschaft de uitvinding als nieuwe produkten een schotel gekenmerkt door een van 25 een inwendige schroefdraad voorziene opening in de draagplaat, benevens een doorn, voorzien van een uitwendige schroefdraad voor bevestiging in de opening van de draagplaat van een schotel.It is also possible according to the invention that the mandrel is arranged as a separate body in an opening in the support plate. It will be clear that the saucer without such a mandrel can therefore also be used to support a flower pot or other holder without perforation in its bottom. For such an embodiment of the saucer, the invention proposes that the mandrel is clamped in an opening in the support plate or that the mandrel is fixed in the support plate by means of a threaded coupling. In the latter case, the invention provides as new products a tray characterized by an internally threaded opening in the support plate, in addition to a mandrel, provided with an external screw thread for attachment in the opening of the support plate of a dish.

Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uit-30 vinding een zeer eenvoudige oplossing voor het probleem om een bloempot met een zich over enige lengte daarboven uitstrekkende plant tegen ongewenste dwarskrachten, zoals zijwind, te stabilizeren. In wezen omvat de uitvinding niet meer dan de toevoeging van een opstaande doorn aan een bloempot-35 schotel? het effect van deze toevoeging is echter meerledig: niet alleen wordt een betere verankering van een bloempot verkregen, doch tevens een betere toevoer van water en lucht 8502283 - 3 - aan het in een bloempot aanwezige basismateriaal/ zoals aarde.As can be seen from the foregoing, the invention provides a very simple solution to the problem of stabilizing a flower pot with a plant extending some length above it against unwanted transverse forces, such as crosswind. In essence, the invention comprises no more than the addition of an upright mandrel to a flower pot dish? however, the effect of this addition is multiple: not only is a better anchoring of a flowerpot obtained, but also a better supply of water and air 8502283-3 - to the base material / such as soil present in a flowerpot.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende 5 tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonenr fig. 1 een verticale doorsnede door een schotel volgens de uitvinding met daarop een aan zijn bovenzijde in zijaanzicht weergegeven bloempot, 10 fig. 2, in perspectief, een voor bevestiging aan een wand bestemde plantenhanger met twee schotels volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 3, eveneens in perspectief, een soortgelijke plantenhanger met twee schotels volgens een andere uitvoe-15 ringsvorm van de uitvinding, en fig. 4, eveneens in perspectief en op grotere schaal, een doorn volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding .The invention will be elucidated in the following description with reference to the accompanying drawing of some embodiments, to which the invention is not, however, limited. In the drawing fig. 1 shows a vertical section through a saucer according to the invention with a flowerpot shown on its top side, fig. 2 in perspective, a plant hanger with two saucers for attachment to a wall according to an embodiment of the invention, fig. 3, also in perspective, a similar plant hanger with two dishes according to another embodiment of the invention, and fig. 4, also in perspective and on a larger scale, a thorn according to an embodiment of the invention.

De in fig. 1 weergegeven schotel 1 bestaat uit een 20 ronde draagplaat 2 met een zich als axiale flens daaraan over enige afstand in bovenwaartse richting uitstrekkende omtreks-rand 3. De ronde draagplaat 2, de omtreksrand 3 en zich in radiale richting op de draagplaat 2 uitstrekkende ribben 4 (zie 24 in fig. 3) zijn bij de hier beschreven uitvoerings-25 vorm als één geheel door spuitgieten van slagvast polystyreen vervaardigd.The dish 1 shown in fig. 1 consists of a round supporting plate 2 with an circumferential edge 3 extending as an axial flange thereto in an upward direction, the round supporting plate 2, the circumferential edge 3 and radially on the supporting plate 2 extending ribs 4 (see 24 in fig. 3) in the embodiment described here are manufactured in one piece by injection molding of impact-resistant polystyrene.

Op de schotel 1 rust een bloempot 5 van gebruikelijk poreus type met in zijn bodem 6 een perforatie 7. Binnen de bloempot bevindt zich een hoeveelheid basismateriaal 8, 30 zoals aarde, waarin een in zijn geheel met 9 aangeduide plant groeit.On the saucer 1 rests a flower pot 5 of the usual porous type with a perforation 7 in its bottom 6. Inside the flower pot there is an amount of base material 8, 30 such as soil, in which a plant designated as a whole with 9 grows.

In het midden van de ronde draagplaat 2 van de schotel 1 bevindt zich een naar de bovenzijde van de draagplaat uitstekende, puntige doorn 10 welke met enige ruimte 35 door de perforatie 7 in de bloempotbodem 6 gaat en aan de onderzijde in het basismateriaal 8 binnendringt.In the middle of the round support plate 2 of the saucer 1 there is a pointed mandrel 10 projecting towards the top of the support plate, which with some space 35 passes through the perforation 7 in the flower pot bottom 6 and penetrates at the bottom into the base material 8.

85 0 2 285 <Λ ' * - 4 -85 0 2 285 <Λ '* - 4 -

Door de doorn 10 wordt enerzijds de bloempot 5 tegen zijdelingse verplaatsing ten opzichte van, dat wil zeggen over, de schotel 1 geborgd, waardoor verhinderd wordt, dat een bloempot 5 met een daar over enige hoogte boven uit-5 stekende plant 9 bijvoorbeeld door zijwind over de schotel wordt verplaatst en vervolgens daarvan afvalt. Dit is in het bijzonder van belang wanneer de schotel volgens de uitvinding onderdeel vormt van de nog nader te beschrijven planten-hangers volgens de fig. 2 en 3, welke bijvoorbeeld aan de 10 buitenwand van een huis of ander gebouw worden bevestigd.On the one hand, the flower pot 5 is secured against lateral displacement with respect to, i.e. over, the saucer 1, thereby preventing a flower pot 5 with a plant 9 protruding above it over some height, for example by side wind. is moved over the saucer and then falls off. This is of particular importance when the saucer according to the invention forms part of the plant hangers according to fig. 2 and 3, which are yet to be further described, and which are for instance fixed to the outer wall of a house or other building.

Anderzijds wordt door het binnendringen van de doorn 10 in de aarde 8 het oppervlak vergroot, via hetwelk lucht en vocht via de bodemperforatie 7 van de bloempot 5 langs de doorn 10, dat wil zeggen vanaf de onderzijde, in de aarde 8 binnen de 15 pot 5 kunnen binnendringen. De schotel 1 volgens de uitvinding leent zich uitstekend voor toevoer van lucht en vocht aan de plant 9 vanaf de onderzijde; het water kan daartoe op de schotel 1 worden gegoten.On the other hand, the penetration of the mandrel 10 into the soil 8 increases the surface area, through which air and moisture through the bottom perforation 7 of the flowerpot 5 along the mandrel 10, i.e. from the bottom, into the soil 8 within the pot. 5 can penetrate. The saucer 1 according to the invention lends itself perfectly for supplying air and moisture to the plant 9 from the bottom; the water can be poured onto the dish 1 for this purpose.

In fig. 2 zijn twee schotels 11 afgebeeld, welke 20 ieder uit een draagplaat 12, een daaraan opstaande omtreks-rand 13, onderbroken cirkelvormige ribben 14 en een in het hart van de draagplaat 12 opstaande doorn 20 bestaan. De zojuist genoemde onderdelen vormen weer één geheel van slagvast polystyreen, hoewel uiteraard ook ander materiaal kan worden 25 gebruikt. De schotels 11 zijn op willekeurig geschikte wijze bevestigd op, respectievelijk vormen één geheel met, de respectieve uiteinden van een zich bij de hier beschreven uitvoeringsvorm hoofdzakelijk in het horizontale vlak uitstrekkend juk 15, dat in zijn midden wordt gedragen door een 30 verticale stang 16 met in zijn boveneinde een oog 17, waarin een op willekeurig geschikte, niet in de tekening weergegeven wijze aan een binnen- of buitenwand van een huis of gebouw te bevestigen haakarmatuur 18 grijpt. Het juk 15 steunt aan het ondereinde van de stang 16 op een verdikte kop 19.In Fig. 2, two plates 11 are shown, each of which consists of a support plate 12, an upright peripheral edge 13, interrupted circular ribs 14 and a mandrel 20 upright in the center of the support plate 12. The parts just mentioned again form one unit of impact-resistant polystyrene, although other material can of course also be used. The trays 11 are mounted in any suitable manner on, respectively, integrally with, the respective ends of a yoke 15 extending mainly in the horizontal plane in the embodiment described here, which is carried in its center by a vertical rod 16 with in its upper end an eye 17, in which a hook fitting 18 to be attached to an inner or outer wall of a house or building, which grips in any suitable manner, not shown in the drawing, engages. The yoke 15 rests on a thickened head 19 at the lower end of the rod 16.

35 De plantenhanger volgens fig. 3 komt in hoofdzaak met die volgens fig. 2 overeen en is uitgerust met twee schotels 21, welke ieder een bodem of draagplaat 22, een op- 8502285 - 5 - - " ................ * -'Λ staande omtreksrand 23 en in dit geval radiaal verlopende ribben 24 vertonen. De schotels 21 worden gedragen door de vrije uiteinden van een juk 25, waarvan het midden zich bevindt aan het ondereinde van een stang 26 met in zijn boven-5 einde een oog 27, waarin een soortgelijk haakarmatuur 28 als het haakarmatuur 18 volgens fig. 2 grijpt. Opgemerkt wordt dat de stang 26 van de plantenhanger volgens fig. 3 is samengesteld uit een aantal langssecties, welke naar behoefte kunnen worden toegepast en steeds door middel van een 10 schroefdraadverbinding met elkaar zijn gekoppeld. In fig. 3 heeft de bovenste langssectie met het oog 27 het verwijzings-symbool 26a; daaronder volgen drie secties 26¾, waarvan het aantal betrekkelijk willekeurig kan worden gekozen. Het juk 25 vertoont in zijn midden een holle sectie 26c, welke door 15 de verdikte kop 29 van een in fig. 3 niet met een afzonderlijk verwijzingsgetal aangeduide schroefdraadbout tegen de onderste stangsectie 26¾ wordt opgesloten. Daar de constructie van de onderdelen 25-29 geen onderdeel van de uitvinding vormt, wordt daarop niet verder in details ingegaan.The plant hanger according to Fig. 3 corresponds substantially to that according to Fig. 2 and is provided with two dishes 21, each of which has a bottom or supporting plate 22, an 8502285 - 5 - - "........ ........ * -'Λ have upright peripheral edge 23 and in this case radially extending ribs 24. The trays 21 are carried by the free ends of a yoke 25, the center of which is located at the bottom end of a rod 26 with an eye 27 in its upper end, into which a hook fixture 28 similar to the hook fixture 18 of FIG. 2 engages. It is noted that the rod 26 of the plant hanger of FIG. 3 is composed of a number of longitudinal sections, which, if required can be used and are always coupled by means of a threaded connection In Fig. 3, the upper longitudinal section with the eye 27 has the reference symbol 26a, below which three sections 26 volgen, the number of which can be chosen at random. yoke 25 shows in zi In the middle of a hollow section 26c, which is enclosed against the lower rod section 26¾ by the thickened head 29 of a threaded bolt not indicated with a separate reference number in fig. 3. Since the construction of parts 25-29 does not form part of the invention, no further details are given.

20 Uiteraard kunnen deze onderdelen op willekeurig andere, geschikte wijze worden uitgevoerd. Ook de wijze, waarop de schotels 21 op de respectieve uiteinden van het juk 25 zijn aangebracht, vormt geen onderdeel van de uitvinding. Eventueel kunnen de schotels 21 zelfs als één geheel door spuit-25 gieten tezamen met het juk 25 zijn vervaardigd.These parts can of course be constructed in any other suitable manner. Also the manner in which the dishes 21 are arranged on the respective ends of the yoke 25 does not form part of the invention. Optionally, the trays 21 may even be manufactured as a whole by injection molding together with the yoke 25.

Speciale aandacht wordt gevraagd voor de doorn 30 van de schotels 21. Zoals rechts in fig. 3 is te zien bij 30', is het niet noodzakelijk dat een doorn volgens de uitvinding één geheel met de bijbehorende schotel vormt, zoals 30 bijvoorbeeld de doorn 10 in fig. 1 en de doornen 20 in fig.Special attention is requested for the mandrel 30 of the trays 21. As can be seen at 30 'on the right in Fig. 3, it is not necessary for a mandrel according to the invention to be integral with the associated saucer, such as for example the mandrel 10. in fig. 1 and the mandrels 20 in fig.

2. In plaats daarvan is het mogelijk, dat de doorn als afzonderlijk lichaam is uitgevoerd, dat naar behoefte in een bijbehorende opening in de draagplaat wordt aangebracht, bijvoorbeeld daarin wordt vastgeklemd.2. Instead, it is possible for the mandrel to be designed as a separate body, which, if required, is arranged in an associated opening in the support plate, for example clamped therein.

35 Bij de schotels 21 volgens fig. 3 is de doorn 30 door middel van een schroefdraadverbinding met de respectieve draagplaat 22 gekoppeld. Fig. 4 toont een doorn 30 op grotere 8502 2 8 5 - 6 - schaal. De doorn 30 vertoont een naar zijn boveneinde toe geleidelijk kleiner wordende diameter en gaat aan zijn ondereinde over in een schroefdraadstomp 31, welke in een van een bijpassende inwendige schroefdraad voorziene boring 32 (zie 5 fig. 3, rechts) in het hart van de draagplaat 22 kan worden bevestigd. Eventueel, bijvoorbeeld wanneer de doorn 30 en/of de schroefdraadstomp 31 van metaal zijn vervaardigd, behoeft de boring 32 in het hart van de draagplaat niet vooraf van een inwendige schroefdraad te zijn voorzien. De doorn 30 10 wordt dan zelf-tappend in de boring 32 bevestigd.In the dishes 21 according to Fig. 3, the mandrel 30 is coupled to the respective support plate 22 by means of a threaded connection. Fig. 4 shows a mandrel 30 on a larger 8502 2 8 5-6 scale. The mandrel 30 has a gradually decreasing diameter towards its upper end and merges at its lower end into a threaded stub 31, which into a bore 32 provided with a matching internal thread (see fig. 3, right) in the center of the support plate 22 can be confirmed. Optionally, for example when the mandrel 30 and / or the threaded stub 31 are made of metal, the bore 32 in the center of the support plate need not be pre-threaded internally. The mandrel 30 is then self-tapping into the bore 32.

Zoals fig. 4 laat zien, heeft de doorn 30 een langsspleet 33; deze heeft bij voorkeur een zodanig geringe spleetbreedte, dat daarin een capillair effect voor vocht optreedt. Duidelijk zal zijn, dat wanneer een doorn 30 volgens 15 fig. 4 wordt toegepast, zoals bij de linkerschotel 21 in fig. 3, niet alleen vochttransport langs de buitenzijde van de doorn 30, doch tevens door de langsspleet 33 heen naar de in een op de schotel 21 geplaatste bloempot aanwezige aarde zal optreden (vergelijk met fig. 1). Zoals reeds is opge-20 merkt, kan de doorn 30 weer van slagvaste polyethyleen zijn vervaardigd, doch ook van een geschikt, corrosiebestendig metaal.As shown in Fig. 4, the mandrel 30 has a longitudinal slit 33; it preferably has such a small gap width that a capillary effect for moisture occurs therein. It will be clear that when a mandrel 30 according to Fig. 4 is used, as with the left saucer 21 in Fig. 3, not only moisture transport along the outside of the mandrel 30, but also through the longitudinal slit 33 to the in a the saucer 21 placed flowerpot soil present will occur (compare with fig. 1). As has already been noted, the mandrel 30 can again be made of impact-resistant polyethylene, but also of a suitable, corrosion-resistant metal.

De radiaal verlopende ribben 24 van de schotels 21. volgens fig. 3 zijn getekend als ononderbroken ribben, doch 25 ook ribben met onderbrekingen kunnen worden toegepast. Zoals reeds is opgemerkt, zijn de schotels 11 volgens fig. 2 voorzien van onderbroken cirkelvormige ribben 14.The radially extending ribs 24 of the trays 21 of FIG. 3 are shown as continuous ribs, but ribs with interruptions can also be used. As has already been noted, the dishes 11 according to Fig. 2 are provided with interrupted circular ribs 14.

Bij toepassing buitenshuis van plantenhangers volgens de fig. 2 en 3 kan het in sommige gevallen aanbeveling 30 verdienen, dat de schotels 11 of 21 bij de vervaardiging of bij het in gebruiknemen op een daartoe in aanmerking komende, willekeurig geschikte plaats worden voorzien van een perforatie, via welke een overtollige hoeveelheid vocht (regenwater) kan weglekken. Dergelijke perforaties zijn niet in de teke-35 ning weergegeven.In the case of outdoor use of plant hangers according to Figs. 2 and 3, it may in some cases be recommended that the trays 11 or 21 be provided with a perforation at a suitable, arbitrarily suitable location during manufacture or during use. , through which an excess amount of moisture (rainwater) can leak out. Such perforations are not shown in the drawing.

Opgemerkt wordt, dat bij de verschillende in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen van de uitvinding 85 0 2 2 8 - 7 - steeds een ronde schotel 1, 11 of 21 met een in zijn hart aanwezige of aan te brengen doorn 10, 20 of 30 is toegepast; dit houdt verband met het feit, dat de meeste bloempotten van het type zoals de bloempot 5 in fig. 1 met een centrale per-5 foratie 7 in de bodem 6 zijn. Duidelijk zal zijn, dat dit echter geen beperking van de uitvinding vormt. Zo kan de draagplaat van een schotel volgens de uitvinding ook een andere dan een ronde vorm hebben, bijvoorbeeld een veelhoekige vorm. Ook is het mogelijk, dat zich niet één doorn 10 10,20 of 30 in het hart van de draagplaat bevindt, doch dat deze enige dergelijke doorns bevat, welke bijvoorbeeld volgens een bepaald verdelingspatroon in bovenwaartse richting aan de draagplaat uitsteken. Een dergelijke uitvoeringsvorm leent zich bijvoorbeeld voor toepassing bij de onder-15 steuning van een bloempot van niet te harde kunststof, welke op één of meer van de opstaande doorns wordt gedrukt en daardoor aan zijn bodem wordt geperforeerd.It is noted that in the various embodiments of the invention shown in the drawing, a round saucer 1, 11 or 21 with a mandrel 10, 20 or 30 present or to be fitted in its heart is always used. ; this is related to the fact that most flower pots are of the type such as the flower pot 5 in fig. 1 with a central perforation 7 in the bottom 6. It will be clear, however, that this is not a limitation of the invention. For example, the carrier plate of a saucer according to the invention can also have a shape other than a round shape, for example a polygonal shape. It is also possible that not one mandrel 10, 10, 20 or 30 is located in the center of the support plate, but that it contains some such mandrels, which protrude upwardly from the support plate, for example according to a certain distribution pattern. Such an embodiment lends itself, for example, to use in the support of a flower pot of not too hard plastic, which is pressed onto one or more of the upright thorns and is thereby perforated on its bottom.

Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uitvinding een voor ondersteuning van een bloempot dienende 20 schotel van nieuw type met ten minste één doorn, welke een daarop geplaatste bloempot in eerste instantie tegen verplaatsing in zijdelingse richting ten opzichte van de schotel borgt, zodat een dergelijke bloempot met daarboven uitstekende plant tegen (omvallen als gevolg van) zijwind wordt bevei-25 ligd, hetgeen vooral van toepassing buitenshuis van een dergelijke schotel van belang is; voor een dergelijke toepassing wordt verwezen naar de fig. 2 en 3. Daarnaast heeft het binnendringen van de doorn in het binnen de bloempot aanwezige basismateriaal, zoals aarde, tot gevolg, dat langs de 30 buitenzijde van de doorn (en eventueel ook via de in de doorn gevormde langsspleet, zoals 33 in fig. 4) een verbeterde toevoer van vocht en lucht aan het binnen de bloempot aanwezige basismateriaal wordt verkregen.As is apparent from the foregoing, the invention provides a new type flowerpot support tray having at least one mandrel which initially secures a flowerpot placed thereon against lateral displacement relative to the saucer such that flowerpot with plant protruding above it against (falling over as a result of) crosswind is secured, which is of particular importance outdoors of such a saucer; for such an application, reference is made to Figs. 2 and 3. In addition, the penetration of the mandrel into the base material, such as soil, present within the flower pot, has the consequence that along the outside of the mandrel (and possibly also via the in the thorn-shaped longitudinal slit, such as 33 in Fig. 4), an improved supply of moisture and air to the base material contained within the flower pot is obtained.

85 0 2 2 8 ü85 0 2 2 8 ü

Claims

1. Saucer for supporting a flower pot showing a perforation in its bottom, provided with a supporting plate with a peripheral edge extending towards the top thereof, characterized by an inner part of the peripheral edge (3; 13? 23) on the top of the supporting plate (2; 12; 22) protruding mandrel (10; 20; 30).

Dish according to claim 1, characterized in that the mandrel (10; 20; 30) has a diameter which decreases towards its top end.

Dish according to claim 1 or 2, characterized in that the mandrel (30) has a longitudinal slit (33).

Dish according to claim 3, characterized in that the longitudinal slit (33) has such a small width that a capillary effect for moisture occurs.

Dish according to one or more of the preceding claims, characterized in that the mandrel (10; 20) is manufactured as one unit with the support plate (2; 12).

Dish according to one or more of Claims 1 to 4, characterized in that the mandrel (30) is arranged as a separate body 20 in an opening (32) in the support plate (22).

Dish according to claim 6, characterized in that the mandrel is clamped in an opening in the support plate.

Dish according to claim 7, characterized in that the mandrel (30) is fixed in the support plate (22) by means of a threaded coupling 25 (31, 32).

Dish according to claim 8, characterized by an internally threaded opening (32) in the support plate (22).

10. Mandrel, provided with an external screw thread 30 (31) for mounting in the. opening (32) of a support plate (22) of a cup (21) according to claim 9. 8502285