NL8501701A

NL8501701A - Evacuatiematras.

Info

Publication number: NL8501701A
Application number: NL8501701A
Authority: NL
Original assignee: Neer International B V V D
Priority date: 1985-06-12
Filing date: 1985-06-12
Publication date: 1987-01-02
Also published as: WO1986007253A1; JPS63500219A; EP0224552A1; AU5958386A

Description

ΐ Μ 855049/Ti

Korte aanduiding: Evacuatiematras.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het verplaatsen van een bedlegerig persoon, omvattende een matras en een daarmee samenwerkend stel, bij het verplaatsen om de persoon aan te brengen, banden of koorden.

5 Een dergelijk samenstel is op zich bekend uit de PCT-aan- vrage 35524. Bij dit bekende samenstel zijn de banden of koorden bevestigd aan een onder het matras en bed te plaatsen doek dat bij het verschonen van het beddegoed door een ander moet worden vervangen en steeds bij het opmaken van het 10 bed op de juiste wijze moet worden aangebracht. Niet alleen moet een aantal van dergelijke samenstelsels in voorraad worden gehouden, doch een veel groter bezwaar is, dat de kans op foutief aanbrengen bij het opmaken van het bed, in het bijzonder wanneer dit geschiedt door betrekkelijk ongeschoold of 15 weinig geïnteresseerd verpleegpersoneel groot is. Daarmee is ook de kans dat het samenstel, wanneer het eenmaal in een noodgeval - wanneer weinig tijd ter beschikking staat - voor de evacuatie van een patiënt moet worden gebruikt, niet snel op de juiste wijze rond het matras kan worden aangebracht, 20 zeer reëel.

Een verder bezwaar van dit bekende samenstel is dat het niet geschikt is voor zowel horizontaal als verticaal transport, bijvoorbeeld waarbij de te evacueren patiënt hangt aan een afdaalmechanisme.

25 De uitvinding beoogt een samenstel te verschaffen waarbij deze bezwaren zijn ondervangen. Volgens de uitvinding is hiertoe het stel banden of koorden permanent aan het matras bevestigd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het matras opgebouwd 30 uit tenminste twee op elkaar gelegen en aan elkaar bevestigde delen in het scheidingsvlak waarvan de banden of koorden zijn aangebracht.

Doordat de banden volledig in het matras zijn geïntegreerd is foutieve montage onmogelijk; het samenstel is steeds 35 voor gebruik gereed en de banden kunnen in een minimum aan tijd rond de te evacueren patiënt worden bevestigd.

w *? A „J ' ' V

¥ 2

Een voorkeursuitvoeringsvorm is uitgevoerd met in de opstaande zijden van het matras ter plaatse van de daar uittredende banden of koorden aangebrachte uitsparingen, terwijl het matrasovertrek is uitgevoerd met afgedekte doorlaatopenin-5 gen voor de einden van de in de uitsparingen opgenomen banden.

Hierdoor heeft het matras het uiterlijk van een normale matras en zijn de banden of koorden in geen enkel opzicht hinderlijk bij het opmaken van het bed.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het stel banden of 10 koorden een aantal dwarsbanden en tenminste twee in de het matras langslopende richting verlopende banden die aan een, als voeteneinde te gebruiken, matraseinde zijn verbonden met een daartussen gelegen steundeel. Dit geeft de mogelijkheid de patiënt te transporteren hangend aan een afdaalmiddel daar 15 het steundeel voorkomt dat de patiënt van het matras afglijdt.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Figuur 1 toont twee delen waaruit het matras is opgebouwd met een ertussen aangebracht bandenstel; 20 Figuur 2 is een bovenaanzicht van het complete banden stel ;

Figuur 3 toont het complete matras, voorzien van een overtrek;

Figuur 4 toont het transporteren van de patiënt met het 25 matras volgens de uitvinding;

Figuur 5 toont een gedeelte van een gewijzigde uitvoeringsvorm.

De in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm van het matras 1 volgens de uitvinding is opgebouwd uit twee matrasvuldelen 30 2 en 3, die onder tussenvoeging van een bandenstel 4 op een geschikte wijze, bijvoorbeeld door lijmen aan elkaar zijn bevestigd. Het bandenstel 4, dat dus ligt in het scheidingsop-pervlak 5 der beide matrasdelen 2, 3 bestaat, zoals figuur 2 toont, uit twee langsbanden 6a, 6b en de daarmee verbonden 35 dwarsbanden 7a-7d. De dwarsbanden 7a-7d eindigen in ringen 8, evenals de uit het hoofdeinde uitstekende einden van de langsbanden 6a, 6b; de langere, uit het voeteneinde 9b uitstekende 350 1 7 0 1 * 3 einden van deze langsbanden 6a, 6b eindigen in kleinere ringen 8a, die kunnen worden gestoken door de grotere ringen 8. Aan het voeteneinde 9a van het matras is aan de banden 6a, 6b bovendien een flexibel steundeel 10 aangebracht waarvan de func-5 tie nog nader zal worden toegelicht.

Daar waar de banden 6a, 6b; 7a-7d uit de respectievelijke matraszijden uitsteken zijn loodrecht op de grote matrasoppervlakken staande rechthoekige uitsparingen 11 gevormd, terwijl aan het voeteneinde 9b bovendien een evenwijdig met de korte 10 zijde verlopende, eveneens rechthoekige uitsparing 12 is gevormd. De functie van deze uitsparingen blijkt uit figuur 3 die het matras toont voorzien van een overtrek 13: de bandeinden worden in opgerolde toestand opgeborgen in de respectievelijke uitsparingen 11, terwijl de ringen 8 door een opening 15 14 in het overtrek 13 zijn gestoken en dus direct toegankelijk zijn. Elke opening 14 is afgedekt met een strook klittenband 15; om de banden vrij te maken behoeft men slechts aan de ring 8 of 8a te trekken waarna de band geheel kan worden afgerold.

Aan het voeteneinde 9b heeft in het overtrek 13 de rits-20 sluiting 16 waarachter de opgerolde einden van de langsbanden 6a, 6b en het opgerolde steundeel 10 zijn opgeborgen.

Het is duidelijk dat het bandenstel het normale gebruik van het matras op geen enkele wijze beïnvloedt: voor wat dit betreft onderscheidt het matras zich niet van elk ander, in 25 zieken- en verpleeghuizen in gebruik zijnde matrassen. Bij calamiteiten kan men het bandenstel bijzonder snel vrij maken: door trekken aan de aan langskanten en aan het hoofdeinde van het matras toegankelijke ringen 8, komen de daarmee verbonden banddelen naar buiten, terwijl door het openen van de rits-30 sluiting 15 aan het voeteneinde en trekken aan de, kleinere ringen 8a ook de met deze laatsten verbonden lange delen van de langsbanden 6a, 6b vrijkomen. Deze worden dan, zoals figuur 4 toont, kruiselings door de ringen 8 van de dwarsbanden en door de ringen 8 van de aan het hoofdeinde 9b uitstekende 35 langsbanddelen gehaald, waarna het matras met daarop de door het beddegoed 17 afgedekte patiënt 8 versleept kan worden en zelfs bijvoorbeeld via een door de ringen 8a gaande haak 18 •-v Λ O ^7 .7 •V.' -V > « J i * · .

4 aan een lijn kan worden neergelaten; het steundeel 10 voorkomt dat de patiënt van het matras glijdt.

Figuur 5 toont schematisch en in doorsnede hoe het matras bovendien nog verticaal gedeeld kan zijn en wel in een 5 linkerhelft 20a, bestaande uit de delen 20a, en 20a2, en een rechterhelft bestaande uit de delen 20b en 20b2· Het overtrek 21 vertoont dan een naad 22. Met 23 is een band aangegeven.

Opgemerkt wordt dat binnen het kader van de uitvinding in plaats van banden of koorden soortgelijke elementen zoals 10 doek- of kabellint kunnen worden toegepast.

850 ? 701

Claims

1. Samenstel voor het verplaatsen van een bedlegerig persoon , omvattende een matras en een daarmee samenwerkend stel, bij het verplaatsen om de persoon aan te brengen, banden, koorden en dergelijke, met het kenmerk, dat dit stel banden of 5 koorden permanent aan het matras is bevestigd.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het matras is opgebouwd uit tenminste twee op elkaar gelegen en aan elkaar bevestigde delen in het scheidingsvlak waarvan de banden of koorden zijn aangebracht.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2 gekenmerkt door in de opstaande zijden van het matras ter plaatse van de daar uittredende banden of koorden aangebrachte uitsparingen, terwijl het matrasovertrek is uitgevoerd met afgedekte doorlaat-openingen voor de einden van de in de uitsparingen opgenomen 15 banden.

4. Samenstel volgens conclusies 1-3 met het kenmerk, dat het stel banden of koorden een aantal dwarsbanden en tenminste twee in matraslangsrichting verlopende banden omvat die aan een, als voeteneinde te gebruiken, matraseinde zijn verbonden 20 met een daartussen gelegen steundeel.

5. Samenstel volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het matras in verticale richting is gedeeld in twee door het matrasovertrek bijeen gehouden delen. Λ X* -> * 'V- 'Λ ï 5 f -* / 'f' Λ