NL8500730A - Buigzame boorpijp. - Google Patents

Description

* /1 NL 32743 tM/ed - 1 - * j

Buigzame boorpijp

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gesegmenteerde buigzame boorpijp met een verbeterde vormgeving voor de in elkaar grijpende segmenten.

Bij het boren van afwijkende putboringen is het 5 nodig boorpijp te gebruiken die kan buigen over de kromming van afwijking van de verticaal. Er zijn een aantal voorstellen geweest voor het segmenteren van regelmatige boorpijp voor het maken van de pijpbocht zonder blijvend de pijp te vervormen. Bijvoorbeeld leert het Amerikaanse octrooischrift 10 2.515.366 het vormen van meerdere in het algemeen zich in de omtreksrichting uitstrekkende sleuven, elk gesneden door de wand van een buisvormige boorpijp, zodat de pijp is verdeeld in meerdere secties.

Hoewel de sleuven in het algemeen zich in de om-15 treksrichting uitstrekken, wijken zij af van de zuivere omtrek voor het vormen van meerdere in elkaar grijpende en los in elkaar grendelende tanden met een zwaluwstaartvorm. De -boveneinden en zijden van elke zwaluwstaartvorm bij het Amerikaanse octrooischrift 2.515.366 zijn elk betrekkelijk recht.

20 Verder zijn de zwaluwstaartsneden volgens het Amerikaanse octrooischrift 2.515.366 in verticale richting zuiver, en elk recht in lijn met de volgende.

Het is gebleken, dat de rechte zijden van de zwa-luwstaartsnede volgens het Amerikaanse octrooischrift 25 2.515.366 een overmatige vervorming toelaten bij het buigen van de boorpijp en vaak beschadigingen veroorzaken aan de snede als overmatige krachten worden uitgeoefend in de bocht.

Soms, bij rotatie van de boorpijp onder zware belasting bezwijkt de pijp aan een bijzondere door spanningen verzwakte 30 snede. Dit wordt geweten aan de verticale uitlijning alsmede aan de rechte zijden van de sneden.

In het Amerikaanse octrooischrift 4.328.839 is een gewijzigde buigzame boorpijp afgeheeld waarin de zijden van de in elkaar grijpende tanden zijn gevormd in omgekeerde el-35 kaar snijdende halve cirkels om een verbeterde krachtdragende werking te verkrijgen tussen aangrenzende tanden bij het buigen van de buigzame boorpijp. Echter is gebleken dat deze 8500730 I * - - 2 - vorm, hoewel deze verbeterde eigenschappen oplevert over de boorpijp van het type van het Amerikaanse octrooischrift 2.515.366, niettemin is onderworpen aan overmatige verlenging en mogelijke breuk bij aanzienlijke axiale belasting tenge-5 volge van de afwezigheid van een positieve aanslag tussen aangrenzende segmenten om overmatige axiale vervorming te verhinderen. Verder blijft deze vorm onderworpen aan mogelijke breuk bij overmatige buiging tengevolge van het betrekkelijk smalle halsdeel aan de basis van elk van de in elkaar 10 grijpende tanden, daar de vorm zodanig is, dat de tand het smalst en dus zwakst is op het punt waar deze is onderworpen aan de grootste concentratie van buigmomentkrachten.

Verschillende andere uitvoeringen van gesegmenteerde boorpijpen zijn afgebeeld in de Amerikaanse octrooischrif-15 ten: 2.382.933; 2.515.366; 2,585.207; 2.687.282; 20 2.694.549; 3.160.218; 3.903.974 en 4.067.404.

Derhalve is een doel van de onderhavige uitvinding 25 het verschaffen van een verbeterde buigzame boorpijp door het „ verschaffen van een bijzondere vorm voor de in elkaar grijpende tanden ervan.

Een verder doel is het verschaffen van een vergrote rotatiesterkte en treksterkte in een buigzame boorpijp.

30 Een ander doel is het verschaffen van een verbeter de buiging van de buigzame boorpijp met behoud van de samenhang van de in elkaar vergrendelende tanden.

Een ander doel is het verschaffen van een positieve vergrendeling tegen overmatige axiale verplaatsing tussen 35 aangrenzende pijpsegmenten van de buigzame boorpijp.

Nog een ander doel is het verschaffen van een verbeterde rotatiesterkte van de boorpijp door het verschaffen van een verspringing voor elke opvolgende snede die de in elkaar grijpende tanden vormt.

8500730 - 3 - #

Een ander doel is het verschaffen van een dergelijke buigzame boorpijp met verbeterde draageigenschappen tussen aangrenzende segmenten om slijtage te verminderen en de levensduur van de boorpijp te verbeteren.

5 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een buigzame pijp omvattende een langwerpig buisvormig deel dat is onderverdeeld in meerdere segmenten van stijve pijp met een aanzienlijke wanddikte in eind-aan-eind-verband met meerdere in elkaar grijpende tanden en complemen-10 taire uitsparingen op elk eind van de tussenliggende segmenten, waarbij de tanden van een segment zijn geplaatst in de uitsparingen en ingrijpen in de tanden van het aangrenzende segment met voldoende speling om een verbinding te vormen die een beperkte relatieve beweging in elke richting tussen de 15 segmenten toelaat, waarbij elk van de tanden een gebogen kruindeel heeft, een taps basisdeel en een althans nagenoeg platte schouderzone tussen het kruin- en basisdeel.

De bovengenoemde en andere doelen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de deskundigen op . 20 dit gebied na een beschouwing van de volgende gedetailleerde beschrijving in samenhang met de bijgaande tekening waarin een voorkeursuitvoering van de uitvinding is afgeheeld.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een deel van een buigzame boorpijp die in segmenten is verdeeld met 25 toepassing van de verbeterde in elkaar grijpende tandvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van een deel van de boorpijp volgens de onderhavige uitvinding en toont de verspringing van elke opvolgende snede die de tanden en com-30 plementaire uitsparingen vormt.

Fig. 3 is een uitgelegde sectie van een deel van de buigzame boorpijp volgens de onderhavige uitvinding in mal-vorm en toont in grotere schaal op detail de in elkaar grijpende tandvorm van aangrenzende segmenten van de pijp.

35 De buigzame boorpijp volgens de onderhavige uit vinding is bijzonder nuttig als hulp bij het boren van zijwaartse boringen die afwijken van een verticaal boorgat. De bijzondere in elkaar grijpende tandsnede, die hierna wordt beschreven, is wel geschikt om weerstand te bieden tegen de 85 0 0 7 3 Ó - 4 - druk-, buig- en torsiespanningen die optreden bij het boren van boorgaten.

Bij het boren van zijwaartse boringen uit een verticaal boorgat moet de boorpijp kunnen buigen over de straal 5 van een boog om binnen te treden in het zijwaartse boorgat en dan een vrijwel rechte vorm aannemen voor het verder recht boren. In bedrijf bestaat de boorpijpkolom uit regelmatige boorpijp en buigzame boorpijp.

Verwezen wordt naar het Amerikaanse octrooischrift 10 4.343.369 getiteld "Apparatus for Drilling Straight Portion of a Deviated Hole" dat een boorgeleiding beschrijft van het type dat normaal wordt toegepast in verband met de buigzame pijp volgens de onderhavige uitvinding. In dat octrooischrift wordt de buigzame boorpijp aangeduid als "drive pipe". Zoals 15 vermeld in dat octrooischrift zouden meerdere buigzame boor-pijpen worden gebruikt voor het maken van een deel van de boorkolom, waarbij tenminste één van de buigzame boorpijpen wordt opgenoraen .in de boring van de boorgeleiding. De boorpijp die eindigt in de boorgeleiding draagt een boorbeitel .. 20 om het boorgat te snijden. De boorgeleiding is geschikt voor het geleiden van de richting van het boren en roteert niet met de buigzame boorpijp volgens de onderhavige uitvinding.

Thans verwijzend naar fig. 1 is perspectivisch een deel van een buigzame boorpijp 10 afgeheeld omvattende een 25 langwerpig buisvormig deel dat is onderverdeeld in meerdere segmenten 14, 16 en 18. De boorpijp 10 heeft bij voorkeur een stijve constructie met een aanzienlijke wanddikte om weerstand te bieden tegen de druk-, buig- en torsiespanningen die optreden bij het boren van boorgaten.

30 De segmenten 14, 16 en 18 zijn representatief voor de boorpijp 10 die middelen 12 aan elk eind ervan heeft voor verbinding met een andere boorpijp. De verbindingsmiddelen 12 die in fig. 1 zijn afgeheeld bestaan uit een penvormig einddeel met schroefdraad. Een mofvormig einddeel met schroef-35 draad wordt normaal aangebracht op het tegengestelde eind van de pijp. De schroefdraadsegmenten van de boorpijp 10 zoals . het penvormig segment 14 worden verbonden met meerdere tussen liggende segmenten zoals segment 16.dat representatief is voor alle tussenliggende segmenten en die zijn aangebracht 8500730 - 5 - , - eind-aan-eind.

Elk eind van elk tussenliggend segment 16 heeft meerdere tanden 22 en complementaire uitsparingen 24. De tanden 22 van lijn 16 worden geplaatst in de uitsparingen 26 en 5 grijpen in de tanden 27 van het aangrenzende segment 18 met voldoende speling om een verbinding te vormen die een relatieve beweging toelaat in elke richting tussen de segmenten 16 en 18.

De breedte van de snede die de tanden 22 en uitspa-10 ringen 24 vormt is bij voorkeur voldoende om toe te laten dat de segmenten van de buigzame boorpijp 10 radiaal en axiaal relatieve bewegingen ten opzichte van elkaar kunnen uitvoeren. Als een koppel wordt uitgeoefend op de boorpijp 10 bij het boren, zal één zijde van de tanden van een sectie van de 15 pijp in kontakt komen met de zijde van de tanden in het volgende axiaal aangrenzende segment en zo het koppel overbren-gen over de lengte van de boorpijp terwijl de spelingen of spleten tussen de segmenten een beperkte buiging van de totale pijp zullen toelaten voor het opnemen van een betrekkelijk-.

20 scherpe bocht in de putboring. Het zal duidelijk zijn aan een deskundige op dit gebied dat de mate van totale buiging van de pijp 10 zal worden bepaald door het aantal afzonderlijke segmenten en de afmeting van en spelingen tussen de in elkaar grijpende tanden die de segmenten vormen. Deze parameters 25 kunnen derhalve worden gevarieerd om het gewenste resultaat te verkrijgen door de ontwerper van de pijp.

Bij voorkeur wordt de buigzame boorpijp 10 volgens de uitvinding vervaardigd door de wanddikte van een gewone boorpijp te doorsnijden om de in elkaar grijpende tanden en 30 segmenten van de buigzame boorpijp te vormen. Hoewel andere vervaardigingsraethoden beschikbaar kunnen zijn in de industrie is gebleken dat door toepassing van een in de handel verkrijgbare boorpijp als het basisbuisdeel het gewenste eindprodukt wordt bereikt. Dit verschaft ook een buisdeel met 35 voldoende wanddikte om aan de tanden de sterkte te geven om weerstand te bieden tegen de spanningen die daarop zullen worden uitgeoefend bij het boren.

De onderhavige uitvinding ligt voornamelijk in de nieuwe vorm van de middelen voor het in elkaar grijpen van de 85 0 0 7 3 0 ' - β - » aangrenzende segmenten 16 en 18 van de boorpijp 10. De tanden 22 en uitsparingen 24 worden gevormd door een snede door de wanddikte van de pijp 10, welke snede is gemaakt zodat de tanden 35, 36, 38 en 40 zoals afgebeeld in fig. 3 en comple-5 mentaire uitsparingen worden gevormd.

Zoals het duidelijkst is afgebeeld in fig. 3, is elk van de tanden 34, 36, 38 en 40 gelijk, omvattende een half cirkelvormig kruindeel 42, twee althans nagenoeg platte schouders 44 en 46 die liggen langs de omtreksrichting van de 10 boorpijp 10 en een tapse basis 48 die zich omlaag uitstrekt in de axiale richting en buitenwaarts in de omtreksrichting vanaf de tandkruin 42. De diameter van de half cirkelvormige kruin 42 is geplaatst in een richting die in het algemeen in de omtreksrichting van de pijp 10 loopt, terwijl de boog die 15 de halve cirkel vormt zich uitstrekt in een richting die in het algemeen axiaal ten opzichte van de pijp 10 loopt. De schouders 44 en 46 liggen langs de buiteneinden van de diameter van de halve cirkel die het kruindeel 42 vormt waarbij de top van de basis 48 de rest van de diameter omvat.

20 Tapse zijden 50 en 52 van de basis 48 omvatten te genovergestelde bogen van ongeveer 90°, zodat de aangrenzende tapse zijden 52 en 54 van in de omtreksrichting aangrenzende tanden 34 en 36 op één segment een continue half cirkelvormige uitsparing vormen voor het ..opnemen van het half cirkel-25 vormige kruindeel van de tegenovergestelde tand 38 op het volgende axiaal aangrenzende pijpsegment. Bij axiale samen-drukking van de gesegmenteerde pijp, zal dus elk van de half cirkelvormige tandkruinen in ingrijping zijn met een overeenkomstige half cirkelvormige uitsparing op het volgende axiaal 30 aangrenzende pijpsegment om een draagvlak van het kogelmof-type te verschaffen en de drukkrachten te verdelen over een betrekkelijk groot oppervlak. Daar de meeste werkzaamheden die worden uitgevoerd met de gesegmenteerde boorpijp tijdens boorwerkzaamheden geschiedt onder: druk, vermindert deze vorm-35 geving sterk de slijtage op de tanden door het verschaffen van een glad draagvlak en een zo groot mogelijk oppervlak waarover de druk- en glijkrachten worden verdeeld.

i

De vorm volgens de onderhavige uitvinding vermijdt ook de mogelijkheid van ongewenste verlenging van de boorpijp 85 00 7 30 - 7 - « .·» 10 onder trek, die zou kunnen leiden tot het vastklemmen van de tanden tussen aangrenzende segmenten of een scheiding tussen segmenten. Wanneer de boorpijp 10 onder trek staat, zijn de tegenovergestelde in wezen platte schouders 46 en 44 op 5 tand 34 geschikt om aan te grijpen op de tegenoverliggende schouders 56 op tand 38 en 58 op tand 40 om een positieve aanslag te verkrijgen tegen overmatige verdere axiale verplaatsing van de pijpsegmenten ten opzichte van elkaar. Het zal duidelijk zijn dat de speling tussen de tegenovergestelde 10 schouderdelen de relatieve zwenkbeweging van aangrenzende pijpen zal beperken en daardoor de totale kromming die de pijp 10 in gebruik kan bereiken. De speling tussen de tanden en complementaire uitsparingen is bij voorkeur aanzienlijk groter in de richting axiaal ten opzichte van de pijp dan in 15 de omtreksrichting van de pijp, waarbij het verschil wordt voorgesteld door de spleet G die is gevormd tussen tegenovergestelde tandschouderzones. De afmeting van de spleet G zal de mate van verlenging van de gesegmenteerde pijp onder trek regelen alsmede de relatieve zwenkbeweging van de aangrenzen-,.

20 de pijpsegmenten en derhalve de totale kromming van de gehele gesegmenteerde boorpijp.

Om de concentratie van grote krachten in een kleine zone te vermijden verdient het de voorkeur dat de spelingen tussen de tanden en uitsparingen met inbegrip van de afmeting 25 van de spleet G zodanig zijn dat de tegenoverliggende schouders 44 en 56 of 46 en 50 niet in ingrijping komen tijdens de maximum kromming die de boorpijp 10 naar verwachting zal bereiken tijdens de boorwerkzaamheden. In plaats daarvan is het gewenst dat vrijwel alle druk- en torsiekrachten die optreden 30 tijdens de toepassing van de boorpijp 10 worden overgebracht langs de gladde half cirkelvorraige tussenvlakken tussen de tandkruinen en de complementaire uitsparingen die zijn gevormd door de tapse basis van in de omtreksrichting aangrenzende tanden op de axiaal aangrenzende segmenten.

35 Zoals het duidelijkst is afgeheeld in fig. 3 is het ook wenselijk de randen van de tanden af te ronden aan de ' verbindingen tussen de schouder- en kruindelen en tussen de schouder- en tapse basisdelen om te zorgen voor een soepele buigwerking en de mogelijkheid van puntvormige krachtconcen- 8500730 - 8 - traties te verminderen die de constructie zouden kunnen beschadigen.

De vorm van de verbeterde tanden van de pijp verschaft ook een verhoogde weerstand tegen tandbreuk. Het zal 5 duidelijk zijn dat de buigmomentkrachten die worden uitgeoefend op de tanden als de pijpsegmenten ten opzichte van elkaar zwenken een aanzienlijke omtrekscomponent zullen hebben. Het door de boorpijp overgebrachte koppel om de boorbeitel aan het eind van de pijpkolom te roteren zal evenzo -om 10 trekskracht uitoefenen op de afzonderlijke tanden van de pijpsegmenten. Deze krachten, voorgesteld door de pijp F in fig. 3, zullen groter zijn bij de basis van de tand tengevolge van de verlenging van de momentarm M. Echter, bij de onderhavige vorm, neemt de dikte van de tandbasis toe als de 15 momentarm langer wordt tengevolge van de tapse basisvorm, waardoor de grootste constructiesterkte wordt verkregen aan de basis van de tand in plaats van aan zijn kruin zoals afgeheeld in vroegere vormen zoals de , Amerikaanse octrooischrif-ten 2*515.366 en 4.328.839.

20 Wanneer de einden van de in malvorm afgeheelde fig.

3 worden verbonden, wordt een buissectie gevormd die representatief is voor de zich in het algemeen in de omtreksrich-ting uitstrekkende in elkaar grijpverbinding tussen aangrenzende segmenten van de buigzame boorpijp 10. In de voorkeurs-25 uitvoering van de uitvinding heeft elk eind van elk segment van de buigzame boorpijp twee tanden 34 en 36 en twee complementaire uitsparingen die de tanden 34 en 36 van elkaar scheiden. Gebleken is dat deze vorm met twee tanden met de complementaire half cirkelvormige uitsparingen tussen de tanden een 30 werking van het kogelmoftype bij drukbuiging toelaat, die een maximum uitbuiging toelaat en tevens, de sterkte en duurzaamheid van de pijp zo groot mogelijk maakt.

Om verder werkkrachten in de gesegmenteerde pijp te verdelen verdient het de voorkeur dat de twee tanden die 35 zijn gevormd op een eind van een pijpsegment in elke richting versprongen zijn ten opzichte van de complementaire uitsparingen op het tegenovergestelde eind van het boorpijpsegment. In de voorkeursuitvoering zijn de tanden en uitsparingen in elk segment versprongen in de richting tegen de wijzers van f 8500730 - 9 - - ~ een uurwerk over ongeveer 12° voor elk pijpsegment. Dit is in het bijzonder afgeheeld in fig. 2, waar vier onderlinge verbindingen van segmenten van de buigzame boorpijp 10 zijn af-gebeeld waarbij elk van de onderlinge verbindingen van de 5 tanden en uitsparingen 28, 30 en 32 is versprongen met rotatie tegen de richting van de wijzers van een uurwerk ten opzichte van de volgende voorafgaande onderlinge verbinding.

De uitvinding is niet beperkt tot deze uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kun-10 nen worden.

85 0 0 7 30

Claims (17)

1. Buigzame pijp, gekenmerkt door een langwerpig buisdeel dat is onderverdeeld in meerdere segmenten van stijve pijp met een aanzienlijke wanddikte in eind-aan-eindverband met meerdere in elkaar grijpende tanden en 5 complementaire uitsparingen op elk eind van de tussenliggende segmenten, waarbij de tanden van een segment zijn geplaatst in de uitsparingen van en in ingrijping zijn met de tanden van het aangrenzende segment met een voldoende speling om een verbinding te vormen die een beperkte relatieve beweging tus-10 sen de segmenten toelaat, waarbij elk van de tanden een gebogen kruindeel omvat, een taps basisdeel en een althans nagenoeg platte schouderzone tussen het kruindeel en het basisdeel.

2. Buigzame pijp volgens conclusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat de gebogen kruin althans nagenoeg een halve cirkel omvat.

3. Buigzame pijp volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat er twee althans nagenoeg platte schouder- ... zones zijn tussen het kruindeel en het basisdeel.

4. Buigzame pijp volgens conclusie 1, m e t het k. e n m e r k, dat het tapse basisdeel van elke tand althans nagenoeg gebogen zijden heeft, waarbij in de omtreksrichting aangrenzende gebogen zijden van in de omtreksrichting aangrenzende tanden complementaire uitsparingen vormen voor het 25 opnemen van de gebogen kruinen van de overeenkomstige tanden op axiaal aangrenzende segmenten van de pijp.

5. Buigzame pijp volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat de tapse zijden op elke tand tegenovergestelde bogen van ongeveer 90° omvatten.

6. Buigzame pijp, gekenmerkt door een langwerpig buisdeel dat is onderverdeeld in meerdere segmenten van stijve pijp met aanzienlijke wanddikte in eind-aan-eindverband met meerdere in elkaar grijpende tanden en complementaire uitsparingen op elk eind van de tussenliggende 35 segmenten, waarbij de tanden van één segment zijn geplaatst in de uitsparingen van en in ingrijping zijn met de tanden van het aangrenzende segment met voldoende speling voor het vormen van een verbinding die een beperkte relatieve beweging 8500730 - 11 - -!r JJ·* tussen de segmenten toelaat, waarbij elk van de tanden zijn grootste omtreksafmeting heeft op het punt waar deze tand overgaat in het lijf van één van de segmenten van de pijp.

7. Buigzame pijp volgens conclusie 6,met het 5 kenmerk, dat de tand een gebogen kruindeel en een taps basisdeel omvat.

8. Buigzame pijp volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat de zijden van het tapse basisdeel van de tanden tegenoverliggende bogen omvatten.

9. Buigzame pijp volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de .kruin althans nagenoeg een halve cirkel omvat en de tegenovergestelde bogen die de zijden van de basis vormen elk een cirkelboog van althans nagenoeg 90° omvatten.

10. Buigzame pijp, gekenmerkt door een langwerpig buisdeel dat is onderverdeeld in meerdere segmenten van stijve pijp met een aanzienlijke wanddikte in eind-aan-eindverband. met meerdere in elkaar grijpende tanden en complementaire uitsparingen op elk eind van de tussenliggende.. 20 segmenten, waarbij de tanden van een segment zijn geplaatst in de uitsparingen van en grijpen in de tanden van het aangrenzende segment met voldoende speling voor het vormen van een verbinding die een beperkte relatieve beweging tussen de segmenten toelaat, waarbij elk van de tanden een half cirkel- 25 vormig kruindeel heeft, waarbij de basis van de halve cirkel zich in het algemeen in de omtreksrichting van de pijp uitstrekt en de boog van de halve cirkel zich in het algemeen in de axiale richting van de pijp uitstrekt, waarbij twee schou-derdelen aan tegenovergestelde buiteneinden van de basis van 30 de halve cirkel zijn aangebracht en een basisdeel in het algemeen neerwaarts in een axiale richting en buitenwaarts in een omtreksrichting taps uitloopt.

11. Buigzame pijp volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat er twee tanden en twee complementaire uit- 35 sparingen op elk eind van de tussenliggende segmenten van de pijp zijn.

12. Buigzame pijp volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat elk aantal tanden dat is gevormd op een eind van elk segment van de· pijp is versprongen in rotatie 8500730 * * - 12 - tegen de richting van de wijzers van een uurwerk ten opzichte van het aantal complementaire uitsparingen op het tegenovergestelde eind van het pijpsegment.

13. Buigzame pijp volgens conclusie 12, m e t het 5kenmerk, dat er twee tanden en twee complementaire uitsparingen op elk eind van de tussenliggende segmenten van de pijp zijn.

14. Pijp volgens conclusie 10, m e t h. e t kenmerk, dat de speling tussen de tanden en de comple- 10 mentaire uitsparingen aanzienlijk groter in de axiale richting is dan in de omtreksrichting.

15. Pijp volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat de aangrenzende randen van de tapse basisdelen van aangrenzende tanden op een segment een half cirkel- 15 vormige uitsparing vormen voor het opnemen van het half cirkelvormige kruindeel van de overeenkomstige tand van het volgende axiaal aangrenzende segment van de pijp.

16. Pijp volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat elk schouderdeel van elke tand op een .. 20 pijpsegment geschikt is om aan te grijpen op een schouderdeel van een tand op het volgens axiaal aangrenzende pijpsegment om een aanslag te vormen tegen overmatige axiale verplaatsing van de segmenten.ten opzichte van elkaar.

17. Buigzame pijp, gekenmerkt door een 25 langwerpig buisdeel dat geschikt is voor verbinding tot een buiskolom, met een voldoende wanddikte om weerstand te bieden tegen de krachten die worden uitgeoefend bij het boren van een put, waarbij het buisdeel is onderverdeeld in meerdere segmenten met elk gelijke lengte, en met twee in elkaar grij- 30 pende tanden en complementaire uitsparingen op elk eind van de tussenliggende segmenten, waarbij de tanden van één segment zijn geplaatst in de uitsparingen van en in ingrijping zijn met de .tanden van het aangrenzende segment met voldoende speling om een verbinding te vormen die een beperkte radiale 35 en axiale beweging tussen de segmenten toelaat, waarbij elk van deze tanden een half cirkelvormig kruindeel heeft, waarbij de basis van de halve cirkel zich in het algemeen in de omtreksrichting van de pijp uitstrekt en de boog van de halve cirkel zich in het algemeen axiaal ten opzichte van de pijp 8500730 - 13 - ς uitstrekt, waarbij twee schouderdelen zijn gevormd aan tegenovergestelde buiteneinden van de basis van de halve cirkel en een basisdeel zich in het algemeen omlaag in een axiale richting en buitenwaarts in een omtreksrichting taps uitstrekt. 5 18.‘Buigzame pijp volgens conclusie 17, me t het kenmerk, dat elk paar tanden dat is gevormd op een eind van elk pijpsegment in een rotatie tegen de wijzers van een uurwerk is versprongen ten opzichte van het paar complementaire uitsparingen op het tegenovergestelde eind van 10 het pijpsegment. 85 00730